|
|
|
|
Historisch akkoord over biodiversiteit bereikt in
Japan
29-10-2010 - BRUSSEL/NAGOYA – Vrijdag is er een akkoord bereikt over
het behoud van biodiversiteit in de wereld.
GroenLinks-Europarlementariër Bas Eickhout nam de afgelopen dagen
deel aan de onderhandelingen in Nagoya, Japan en is blij dat de
conferentie met goed resultaat is afgesloten. Het vertrouwen in het
VN-proces had een flinke deuk opgelopen na de mislukte klimaattop in
Kopenhagen. “In Japan toonden landen weer de wil om er samen uit te
komen. Dit geeft de broodnodige hoop voor de volgende klimaattop in
Mexico eind dit jaar. Nationale belangen kunnen opzij worden gezet
voor grotere idealen.”
Biodiversiteit is de rijkdom aan dieren- en plantensoorten en
ecosystemen. Het is essentieel voor het leven op aarde, maar de
waarde van al die diersoorten, wateren en natuurgebieden wordt nu
vaak vergeten. De situatie van deze natuurlijke rijkdommen is
nijpend: bijna de helft van alle zoogdieren en vogels wordt met
uitsterven bedreigd.
In Japan is nu afgesproken om tegen het jaar 2020 het verlies aan
biodiversiteit te halveren. Dan moet ook minstens zeventien procent
van het landoppervlak en tien procent van de zee beschermd zijn.
Over financiering zal pas in 2012 gesproken worden. Eickhout: “En is
er een historisch akkoord afgesproken over de toegang tot en het
delen van de voordelen van genetische rijkdommen in bijvoorbeeld
planten. Hierover wordt al achttien jaar gesproken. Straks gaan
ontwikkelingslanden delen in de inkomsten van deze natuurlijke
rijkdommen in hun land.”
Eickhout is blij dat de Europese Unie zich hervonden heeft na de
slechte onderhandelingstactiek op de klimaattop in Kopenhagen: “Er
werd weer met één stem gesproken en het mandaat van de
onderhandelaars was breder, zodat ze niet telkens bij elke nieuwe
wending in de onderhandelingen terug moesten rapporteren bij de
zevenentwintig lidstaten. Het is misschien nog te vroeg om aan te
geven of dit een keerpunt is voor de internationale
onderhandelingen. Dat gaat de klimaattop in Mexico in december
uitwijzen.”
|
|
Verliefde zeearenden in
Oostvaardersplassen via webcam te zien
De zeearend broedt met succes in de
Oostvaardersplassen
foto
Staatsbosbeheer/Ruben Smit |
Great
Barrier Reef herstelt zich onverwacht snel
Wetenschappers zijn blij verrast door het snelle herstel van
delen van het Great Barrier Reef in Australië. Dankzij een gelukkige
samenloop van omstandigheden heeft het koraalrif zich in een jaar
tijd hersteld van een ernstige verbleking uit 2006.
Door de opwarming van het zeewater verbleekte drie jaar geleden een
groot stuk van het koraalrif bij de Keppel Islands in het zuidelijk
deel van het Great Barrier Reef. Het beschadigde koraal werd vlak
daarna verstikt door algen. Meestal betekent dit het einde voor
koraal, maar volgens Guillermo Diaz, marinebioloog bij het centrum
voor koraalstudies aan de universiteit van Queensland kon het
beschadigde rif zich door een gelukkige combinatie van
omstandigheden al binnen een jaar herstellen.
Bron Oneworld
|
|
|
Harry Wiriadinata – TNC |
|
361
nieuwe dieren en planten
ontdekt op Borneo
Rob Stuebing
|
Het Wereld Natuur Fonds voert
campagne om de zeeschildpad te beschermen. In februari 2004
wordt op de internationale conferentie in Maleisië gesproken
over beschermde zeegebieden.
De Nederlandse overheid zal ook aanwezig zijn. Help de
zeeschildpad een veilige doorgang te verkrijgen. Stuur via
e-mail een visum-verzoek voor de zeeschildpad naar de
Nederlandse overheid.
Ja, ik help de zeeschildpad en doe mee aan
de e-mailactie! |
Waarom we moeten knokken voor de
Waddenzee:
- De Waddenzee is van levensbelang voor miljoenen trekvogels:
het is hun belangrijkste ‘wegrestaurant’ op de vliegroute van
noord naar zuid.
- De Waddenzee is van levensbelang voor vele soorten vis:
het is hun ‘kraamkamer’.
- De Waddenzee is van levensbelang voor mensen:
nergens in ons land kun je zo genieten van rust en ruimte.
- De Waddenzee is uniek:
de Verenigde Naties wil het zelfs uitroepen tot Wereld Erfgoed.
http://www.knokmeevoordewaddenzee.nl/
|
|
WNF zet zich in voor Antarctica
Prins Willem-Alexander en prinses Máxima brengen dit weekend een
bezoek aan Antarctica. Zij hebben het daar onder meer over de
effecten van de opwarming van de aarde. Het Wereld Natuur Fonds
doet op Antarctica onderzoek naar onder andere de gevolgen van
een temperatuursstijging van 2 graden Celcius op de natuur.
Antarctica (ook wel de Zuidpool genoemd) heeft een oppervlakte
van 13 miljoen km². Het continent is bedekt met een enorme
ijslaag met zoetwater gletsjers die bijna vijf kilometer dik
kunnen worden. Er komen een aantal bijzondere dieren voor in het
gebied, zoals de keizerpinguïn, de ezelspinguïn, de blauwe
vinvis en de bultrug.
Hoewel Antarctica het dunst bevolkte en minste vervuilde
continent op aarde is, is klimaatverandering een grote
bedreiging. Een deel van het continent, het Antarctisch
Schiereiland, is een van de gebieden op aarde die het snelst
opwarmt; vijf keer sneller dan gemiddeld. Op sommige plekken
daar is er nu 40 procent minder zee-ijs dan 26 jaar geleden. Dit
heeft grote gevolgen voor de ecosystemen. Zo zijn de aantallen
weddell-zeehonden en keizerpinguïns afgenomen.
Het WNF wil een van ’s werelds grootste, meest kwetsbare en
meest ongerepte natuurregio’s behouden door klimaatverandering
tegen te gaan en het ecosysteem weerbaarder te maken tegen de
gevolgen van klimaatverandering. Dat doet het WNF door zich in
te zetten voor een duurzame krillvisserij. Krill, een
garnaalachtig beestje, staat aan de basis van de Antarctische
voedselketen. Door deze visserij te verduurzamen blijft er
genoeg over als voedsel voor onder andere walvissen. Ook wil het
WNF het aantal beschermde zeegebieden rondom de Zuidpool verder
uitbreiden om het ecosysteem te versterken, zodat die de
effecten van klimaatverandering het hoofd kan bieden. Verder
lobbyt het WNF bij internationale beleidsmakers om de
wereldwijde uitstoot van broeikas te verminderen. Zo kan worden
voorkomen dat het Antarctisch Schiereiland compleet smelt.
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Minister Verburg geeft
startschot programma 'Naar een rijke Waddenzee' |
26-02-2010
Op donderdag 4 maart geeft minister Gerda Verburg van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in Harlingen opdracht tot
uitvoering van het programma 'Naar een rijke Waddenzee'.
Zij doet dit samen met de Commissaris van de Koningin in Friesland
John Jorritsma en in aanwezigheid van natuurorganisaties, de
visserijsector, overheden en andere gebruikers van het Wad.
Het programma 'Naar een rijke Waddenzee' geeft een impuls aan
natuurherstel in combinatie met een duurzaam gebruik van de
Waddenzee. Met het programma willen de betrokken partijen hun
initiatieven voor natuurherstel bundelen, waar nodig versnellen en
nieuwe initiatieven starten om te komen tot een rijke Waddenzee.
Nieuwe initiatieven die goed zijn voor natuur, maar die ook kansen
bieden voor de gebruikers en bewoners van het gebied. Met behulp van
het programma werken de partijen in het gebied langs tien
ontwikkeltrajecten samen aan het realiseren van het gezamenlijke
streefbeeld van een rijke Waddenzee in 2030.
Om tot een succesvolle uitvoering te komen werken overheden,
natuurorganisaties, gebruikers en andere partijen nauw samen. Dat
doen ze in een dialoog met elkaar volgens het principe van 'leren
door doen'. Stap voor stap komen ze tot resultaat, waarbij een
geformuleerd streefbeeld richting geeft. De partijen beginnen deze
dialoog tijdens de startbijeenkomst in Harlingen.
Minister Verburg heeft begin 2009 opdracht gegeven voor het
opstellen van een meerjarig programma 'Naar een rijke Waddenzee'.
Aanleiding is het convenant 'Transitie mosselsector en natuurherstel
Waddenzee' dat in het najaar van 2008 door de overheid, de
mosselsector en verschillende natuurorganisaties is ondertekend.
Naast natuurherstel zet dit convenant in op duurzame alternatieven
voor de bodemberoerende mosselzaadvisserij. De ministeries van LNV,
VROM en VenW, natuurorganisaties, het Regionaal College Waddenzee en
een toenemend aantal gebruikers hebben samen het programmaplan
opgesteld dat minister Verburg op 8 februari naar de Tweede Kamer
heeft gestuurd.
De volgende partijen werken samen aan het programma 'Naar een rijke
Waddenzee': Het ministerie van LNV, het ministerie van VROM,
Rijkswaterstaat, leden van het RCW (Regionaal College Waddengebied),
de Coalitie Wadden Natuurlijk (bestaande uit de Waddenvereniging,
Natuurmonumenten, Vogelbescherming, Stichting WAD, Staatsbosbeheer,
Groninger Landschap, It Fryske Gea en het Noord-Hollands Landschap)
en een toenemend aantal partners.
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Folder voor
vakantiegangers:
bedreigde dier- en plantensoorten |
Als je op vakantie vertrekt koop dan geen
souvenirs die schade toebrengen aan bedreigde dieren en planten,
zoals ivoren beeldjes en juwelen, handtassen en schoenen uit
reptielenhuiden of juwelen en versieringen gemaakt van koraal. Dit
gebeurt nog al te vaak, meer uit onwetendheid dan kwaad opzet. Om
het je gemakkelijk te maken heeft de FOD Leefmilieu heeft een folder
voor vakantiegangers uitgebracht om bedreigde dier- en
plantensoorten te helpen beschermen.
De folder beschrijft de meest voorkomende souvenirs die gemaakt
worden van bedreigde dieren en planten. Een aantal belangrijke
‘verboden’ souvenirs op een rijtje: ivoren beeldjes, juwelen of
stempels kan je vooral in Azië en Afrika tegenkomen. Ook van
zeeschildpadden worden juwelen gemaakt die aan toeristen te koop
worden aangeboden. Net als haarspelden en zonnebrillen. Versieringen
en juwelen van koraal zijn nog een ander gegeerd souvenir. Die vind
je vooral aan de kusten van Australië en de landen rond de Indische
Oceaan en de Rode Zee. Erg mooi, maar de handel is nefast voor de
riffen. Het duurt jaren voor ze zich weer herstellen.
Als je met een verboden souvenir in je bagage betrapt wordt, zijn de
gevolgen niet min. In het beste geval neemt de douane je koopwaar
gewoon in beslag. Met wat minder geluk hangt er je een boete of
zelfs een gevangenisstraf boven het hoofd. Dat is streng, maar
vergeet niet dat een ondoordachte aankoop een bedreigd dier of een
bedreigde plant in gevaar brengt. Kijk dus uit je doppen als je een
souvenir van natuurlijk materiaal koopt, en bij twijfel: laten
staan! De douane neemt jaarlijks talloze illegale souvenirs in
beslag: portefeuilles en geldbeugels in reptielenleer, schelpen en
stukken koraal, kaviaar en zelfs levende slangen, papegaaien,
spinnen, vogels en kikkers. Een kleine greep uit een indrukwekkende
lijst.
Merk je tijdens je vakantie dat er gehandeld wordt in souvenirs die
niet koosjer zijn, neem dan zeker contact op met de lokale politie
of met Traffic (www.traffic.org): een gemeenschappelijk programma
van het WWF vzw en de Wereldunie voor Natuurbehoud dat de handel in
wilde soorten in kaart brengt. Zo help je dieren en planten die het
moeilijk hebben daadwerkelijk mee beschermen!
Bron: NBV nieuws |
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Waddenzee op
UNESCO-Werelderfgoedlijst geplaatst! |
Door: Ministerie LNV
Minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)
en haar Duitse collega Sigmar Gabriel alsmede de
minister-presidenten van Neder-Saksen en Schleeswijk-Holstein zijn
zeer verheugd dat het Werelderfgoed Comité van de UNESCO de
Waddenzee op de Werelderfgoedlijst heeft geplaatst. Het Comité heeft
deze beslissing vandaag tijdens haar congres in het Spaanse Sevilla
bekend gemaakt.
UNESCO onderstreept met de toekenning van dit prestigieuze predicaat
dat de Waddenzee zo'n grote natuurwaarde heeft voor de wereld dat
deze bescherming verdient en voor toekomstige generaties behouden
moet blijven. De UNESCO is de organisatie voor educatie, wetenschap
en cultuur van de Verenigde Naties.
Minister Verburg: ' Met plaatsing op de Werelderfgoedlijst is de
Waddenzee vanaf vandaag toegevoegd aan een selectie van gebieden die
uniek zijn op de wereld. De werelderfgoedstatus biedt wereldwijde
erkenning en het betekent waardering voor de manier waarop bewoners
en gebruikers tot op de dag van vandaag met het gebied zijn
omgegaan. '
Uniek in de wereld
Door plaatsing van de Waddenzee op de Werelderfgoedlijst
onderstreept UNESCO dat de Waddenzee beschikt over bijzondere,
universele waarden als 'onvervangbaar' en 'uniek' waardoor de
Waddenzee als eigendom van de hele wereld mag worden beschouwd. De
Waddenzee is wereldwijd gezien het grootste natuurlijke systeem van
zand- en slikplaten en laaggelegen, beschermende eilanden.
UNESCO hanteert verschillende criteria om te beoordelen of een
gebied of landschap in aanmerking komt voor het predicaat
'Werelderfgoed'. De Waddenzee is op drie van deze criteria uniek in
haar soort gebleken. Allereerst kent de Waddenzee veel verschillende
soorten leefomgevingen. De Waddenzee huisvest ruim 10.000 soorten
land- en waterdieren, van eencellige organismen tot vissen, vogels
en zoogdieren. Ieder jaar maken maar liefst 10 tot 12 miljoen vogels
uit alle windstreken (bijvoorbeeld Canada, Azië en Noord-Siberië) op
doorreis een onmisbare tussenstop in het Waddengebied. Daarnaast
laat de Waddenzee op indrukwekkende wijze zien hoe natuur, planten
en dieren zich continu aanpassen aan de wisselende landschappen, in
een gebied waar zoet water (van land) en zout water (van de oceaan)
elkaar ontmoeten. Ten slotte is de Waddenzee van wereldbelang omdat
ze veel vertelt over de geschiedenis van de aarde.
Kansen voor de regio
In januari 2008 droegen minister Verburg namens Nederland en haar
Duitse collega Sigmar Gabriel de Waddenzee gezamenlijk voor aan
UNESCO voor plaatsing op de Werelderfgoedlijst. Beide landen zijn
ervan overtuigd dat plaatsing op de Werelderfgoedlijst kansen biedt
voor de regio. Zo kan de status een impuls geven aan het toerisme.
De ervaring leert, dat natuurlijke werelderfgoederen vooral een
aantrekkingskracht hebben op het hogere marktsegment van de
toeristen. De Nederlandse en Duitse overheden werken al decennia
samen aan het behoud en beheer van de Waddenzee, samen met diverse
natuur- en belangenorganisaties. Plaatsing op de Werelderfgoedlijst
is een bekroning op het werk van de samenwerkende overheden én
bewoners- en natuur- en belangenorganisaties in het gebied.
Waddenzee werelderfgoed-website
Tevens gaat gelijk met de positieve beslissing de website
www.waddenzeewerelderfgoed.nl de lucht in. Op deze website staat,
naast informatie en een filmpje over de Waddenzee als werelderfgoed,
een hele leuke luchtfoto geplaatst met 400 schoolkinderen op het wad
bij de vuurtoren van Texel die het werelderfgoed-logo en het woord
Wadden Sea uitbeelden.
Gebiedsbegrenzing
Het gaat om de bestaande beschermde gebieden in het Duitse en het
Nederlandse deel van de Waddenzee. Aan Nederlandse zijde is dit het
gebied waar de planologische kernbeslissing Derde nota Waddenzee (PKB)
betrekking op heeft. De Nederlandse eilanden vallen er dus niet
onder, behalve de kwelders en platen van de Waddenzeekust van de
eilanden. Aan Duitse zijde gaat het om de Nationale Parken
'Waddenzee van Niedersaksen' en 'Waddenzee van Sleeswijk-Holstein
(tot aan de monding van Eider)'. Dit impliceert dat de Duitse
vaargeulen niet in het te nomineren gebied vallen, maar een deel van
de Duitse eilanden wel. Bij elkaar gaat het om een gebied van bijna
1.000.000 ha.
Bron:http://www.waddenzee.nl/Nieuws_bericht.Waddenzee_op_UNESCO-Werelderfgoedlijst_geplaatst%21.1384+M5d1982aab5d.0.html |
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
WNF:
CO2-uitstoot omlaag voor behoud Koraaldriehoek |
Als de wereld niet snel in actie komt om klimaatverandering tegen te
gaan, zullen de koraalriffen in de Koraaldriehoek in Zuid-Oost Azië,
het meest waardevolle zeegebied van onze planeet, eind deze eeuw
zijn verdwenen. De kustgebieden in de Koraaldriehoek zullen - zowel
boven als onder water - zo zijn aangetast dat een groot deel van het
inkomen en voedselvoorziening van de ruim 100 miljoen mensen in dit
gebied, verloren gaan, aldus het Wereld Natuur Fonds (WNF) in een
rapport, dat vandaag 13 mei wordt gepubliceerd tijdens de Wereld
Oceanen Conferentie in Manado, Indonesië.
De Koraaldriehoek strekt zich uit over Indonesië, de Filippijnen,
Maleisië, Papoea Nieuw Guinea, Brunei, de Salomon Eilanden en Oost
Timor, en beslaat 5.4 miljoen km2 (150x Nederland). Het gebied is
een waardevolle kraamkamer, waar vissen kuit schieten en nieuw leven
ontstaat. Nergens ter wereld is de soortenrijkdom zo groot als hier.
Hier vind je 75 procent van alle koraalsoorten, 6 verschillende
soorten zeeschildpadden, walvishaaien, mantaroggen, 22 soorten
dolfijnen en meer dan 3000 verschillende soorten vissen. De
koraalriffen, mangrovebossen en zeegrasbedden voorzien ruim 100
miljoen mensen in de kustgebieden van voedsel, bouwmaterialen,
kustbescherming en inkomsten uit (duik)toerisme en visserij.
“De impact van klimaatverandering aan de ene kant en het vaak
achteloos omspringen met de natuur langs de kusten, vormen een
rampzalige combinatie”, aldus Johan van de Gronden, algemeen
directeur van het WNF. “Maar hoewel we een deel van de veranderingen
niet meer kunnen tegenhouden, hebben we zeker nog de kans het tij te
keren.”
Naast strenge, ambitieuze, internationale klimaatafspraken, moet
effectief kustbeheer en regionale actie tegen overbevissing,
ontbossing en vervuiling een ramp voor mens en dier voorkomen. Het
WNF heeft in zijn nieuwe rapport op basis van honderden
wetenschappelijke studies een ‘worst case’ scenario en een positief
scenario voor de regio uitgewerkt.
De afgelopen 40 jaar is 40 procent van de koraalriffen en
mangrovebossen in het gebied verloren gegaan. Ontbossing langs de
kust, overbevissing, vervuiling en verslechterde waterkwaliteit
hebben de conditie van de waardevolle ecosystemen aangetast. De
stijgende zeespiegel, het opwarmende zeewater en de verzuring van de
oceaan door klimaatverandering brengen de dreigende catastrofe nog
eens sneller dichterbij.
De verantwoordelijkheid voor het beschermen van de Koraaldriehoek
ligt niet alleen bij de landen in het gebied. Internationale
investeringen zijn nodig om de Koraaldriehoek te beschermen en de
kusten weerbaar te maken tegen het nu al veranderende klimaat. De
internationale gemeenschap moet tijdens de VN-Klimaatconferentie in
Kopenhagen eind dit jaar tot een stevig klimaatakkoord komen met
strenge, ambitieuze afspraken om de CO2- uitstoot wereldwijd terug
te dringen.
WNF
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Natuurmonumenten: aankoop natuur moet sneller |
11-02-2009
Den Haag, 11 febr. De Nederlandse provincies moeten de komende zes
jaar veel méér gronden voor natuur aankopen dan de afgelopen twintig
jaar is gebeurd. Alleen met een fikse stijging blijft voltooiing van
de zogenoemde Ecologische Hoofd Structuur (EHS) in zicht. Dat stelt
Vereniging Natuurmonumenten na onderzoek onder alle Nederlandse
provincies. Deze zijn verantwoordelijk voor het aankopen en
inrichten van natuur. In 2015 moeten volgens afspraak alle gronden
voor de operatie zijn aangekocht, in 2018 moet dit netwerk van
aaneengesloten natuurgebieden volledig zijn ingericht.
Vanaf begin jaren negentig is in Nederland gemiddeld 9.000 hectare
per jaar aangekocht. Dat tempo moet volgens Natuurmonumenten omhoog
naar 15.000 hectare per jaar. „Er moet een schep bovenop”, aldus
directeur Jan Jaap de Graeff van Natuurmonumenten. Ook het middel
van onteigening moet in geval van onwillige boeren niet worden
geschuwd. Dat het maximum aantal onteigeningen in Nederland 10
procent mag bedragen, zoals minister Verburg (Natuurbeheer, CDA)
stelt, heeft geen zin. „Die 10 procent is een onzingetal”, aldus De
Graeff.
Van de afgesproken hoeveelheid van 730.000 hectare natuur in
Nederland, ontbreekt nog 110.000 hectare. Deze gronden moet worden
aangekocht oor grote terreinbeheerders zoals Natuurmonumenten,
Staatsbosbeheer en de provinciale Landschappen, maar ook door boeren
en door particulieren. De terreinbeheerders hebben 75 procent van de
grond inmiddels in handen, de boeren 60 procent. Volgens
Natuurmonumenten verloopt het natuurbeheer door particulieren
ronduit teleurstellend. Daarvan is nog maar 20 procent
binnengehaald.
Volgens Natuurmonumenten verschilt de „politieke wil” aanzienlijk.
Provincies als Noord-Brabant, Zeeland, Drenthe en Flevoland. Zij
werken „planmatig” en doen aan voorfinanciering en het toekennen van
volledige schadeloosstellingen voor boeren. Minder goed verloopt de
grondaankoop met name in Noord-Holland, Utrecht en Overijssel. Te
vaak, aldus directeur De Graeff, kiezen deze provincies de „weg van
de minste weerstand”, door af ter wachten welke gronden beschikbaar
komen.
Er is veel discussie over nut en interesse voor natuurbeheer door
particulieren. Natuurmonumenten is daar voorstander van, mits de
vergoedingen voor particulieren hoog genoeg zijn om hoogwaardige
natuur te halen en dit op de juiste locaties gebeurt. De organisatie
steunt particulieren in hun pogingen om gelijk te worden behandeld
met grote terreinbeheerders. Maar als de belangstelling onder
particulieren zo laag blijft als nu, dan moeten de natuurgronden wel
worden „doorgeleverd” aan grote terreinbeheerders. „Anders krijg je
een stuwmeer aan hectares die niet kunnen worden ingericht”, aldus
De Graeff.
Bron: http://www.nrc.nl/binnenland/article2148979.ece/Natuurmonumenten_aankoop_natuur_moet_sneller
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Afrikaanse
natuur dupe miljardenzwendel |
Een verantwoord beheer van Afrikaanse natuurparken dreigt in gevaar
te komen. Een Nederlandse beheersmaatschappij van de familie
Fentener van Vlissingen, dat geld steekt in Afrikaans natuurbeheer,
blijkt een van vele gedupeerden te zijn van de miljardenzwendel van
de Amerikaan Bernard Madoff.
Donderdag is in de Verenigde Staten een lijst openbaar gemaakt met
namen van gedupeerde personen, banken en fondsen. Madoff financierde
uitbetaling van prachtige rendementen met de inleg van nieuwe
investeerders. In zijn primadespel zou ongeveer 50 miljard zijn
omgegaan.
Op de lijst prijkt de naam van de Beheer Maatschappij Catharijne,
die komt uit de koker van wijlen Paul Fentener van Vlissingen. Van
Vlissingen was jarenlang actief in Zuid-Afrika. In 2003 richtte hij
de stichting African Parks Network op, die op verzoek van regeringen
in Afrika het lange termijn management van verwaarloosde nationale
parken op zich neemt en de financiële strategie uitstippelt. Daarbij
is aandacht voor natuurbescherming, werkgelegenheid van de lokale
bevolking en ontwikkeling van duurzaam toerisme.
Volgens de Volkskrant stak Van Vlissingen naar schatting 50 miljoen
euro in zijn vermogen. Hoeveel geld de stichting African Parks
Foundation bij Madoff inlegde, is nog onbekend.
Bron: llink.nl
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
WNF: Hang snel
prijskaartje aan opslag van CO2 in Amazone |
febr 2009
De verwoesting van de Amazone kan alleen tot staan worden gebracht
door snel een prijskaartje te hangen aan de diensten die het
regenwoud levert,. Vooral de opslag van koolstof is belangrijk. De
geschatte waarde van CO2-uitstoot die daardoor wordt voorkomen –
tussen de 55 en 78 euro per hectare per jaar – is op veel plaatsen
in de Amazone zo groot dat het loont om het bos te laten staan. Dat
blijkt uit een nieuw onderzoek Keeping the Amazon forests standing:
a matter of values dat het Copernicus Instituut van de Universiteit
Utrecht deed in opdracht van het Wereld Natuur Fonds (WNF).
Inzet van het rapport, dat zich met name richt op Brazilië, is de
vaststelling van de economische waarde van diensten die de natuur
van de Amazone levert. Voorbeelden zijn het rondpompen van grote
hoeveelheden water, de opslag van koolstof –dat als het vrijkomt
wordt omgezet in het broeikasgas CO2- door het bos of
erosiepreventie. Dat laatste blijkt gemiddeld 185 euro per hectare
per jaar waard te zijn. De verspreiding van stuifmeel op
koffieplantages door insecten afkomstig uit het regenwoud is
gemiddeld 38 euro per hectare per jaar waard. Producten zoals
honing, bosvruchten en paddenstoelen brengen per hectare gemiddeld
40 tot 80 euro per jaar op en recreatie en ecotoerisme gemiddeld 2,5
tot 5,5 euro per hectare per jaar.
Verwoesting
Daar tegenover staan de economische trends waarvoor nu jaarlijks
veel tropisch regenwoud sneuvelt: de teelt van soja brengt jaarlijks
bijvoorbeeld 230 euro tot 470 euro per hectare op en veeteelt 40 tot
115 euro per hectare. Nederland heeft, als de op drie na grootste
handelspartner van Brazilië, een flink aandeel in de verwoesting van
het regenwoud. Zo is ons land, na China, de grootste importeur van
soja ter wereld.
Het WNF-rapport laat zien dat de opbrengst van economische
activiteiten waarbij de natuur intact blijft, momenteel onvoldoende
tegenwicht bieden aan niet-duurzame activiteiten.
Toekenning van economische waarde aan de opslag van koolstof in de
bomen en bodem van de Amazone moet daarin verandering brengen. Bij
dit zogenoemde REDD-mechanisme (Reduced Emmissions from
Deforestation and forest Degradation) betalen geïndustrialiseerde
landen voor bosbehoud en het tegengaan van CO2-uitstoot in tropische
landen. De plannen hiervoor voorzien dat grote geldstromen voor
duurzaam bosbeheer vrijkomen, die mede ten goede komen van lokale
gemeenschappen, zoals de inheemse bevolking van het Amazonegebied.
Johan van de Gronden, algemeen directeur van het WNF: ,, REDD is
niet het enige, maar wel het meest kansrijke mechanisme voor de
realisering van duurzaam bosbeheer.’’
Nederland
De mens is erg afhankelijk van diensten uit de Amazone die in rap
tempo verdwijnen, maar waarvoor nog niet voor wordt betaald: regen
voor landbouw, schoon drinkwater, zuivere lucht en het tegengaan van
opwarming van de aarde. Van de Gronden: ,,Juist door zijn grote
aandeel in de Braziliaanse economie kan Nederland voortrekkersrol
spelen bij het stimuleren van een duurzame economische ontwikkeling
van de Amazone door allen nog duurzaam geproduceerde goederen, zoals
hout met het FSC-keurmerk, in te kopen.’’
Bron: WNF |
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
We kunnen de
wereld echt veranderen
en het antwoord komt uit de natuur |
6 februari 2009
In een bomvolle zaal vol architecten en designers presenteerde de
Amerikaanse wetenschapster Janine Benyus op donderdag 5 februari
haar gedachtegoed biomimicry. Tijden het congres “Nature has al the
answers” in het Materia Inspiration Centre kreeg Benyus de hele zaal
doodstil toen zij met passie vertelde over wat ‘makend Nederland’
kan leren van 3,8 miljard jaar onderzoek en ontwikkeling in de
natuur. Een eenvoudige boodschap met een uitwerking die de wereld
kan veranderen: we moeten kijken naar hoe planten en dieren hun
problemen oplossen en dit nabootsen in onze geïndustrialiseerde
samenleving.
Hoor je Janine Benyus spreken, dan weet je dat het echt mogelijk is:
een mooiere duurzame wereld. Geen nieuwe geitenwollensokken
revolutie. Maar een wetenschap die daadwerkelijk met oplossingen
komt. Oplossingen die al eeuwenoud blijken te zijn. Omdat de natuur
ze heeft bedacht en geëvolueerd. Benyus: “De mens is een fantastisch
wezen. Maar we passen op dit moment niet helemaal binnen het
ecosysteem. We maken er geen deel vanuit. We gebruiken het alleen
maar. Mijn ideaal is dat de mens weer onderdeel wordt van het
ecosysteem. Veel van door de mens ingenieuze bedachte technieken
gaan ten koste van de natuur. We gebruiken bijvoorbeeld fossiele
brandstoffen. En die zijn giftig of raken uitgeput. Kijk naar dieren
en planten. Zij maken alleen maar gebruik van de energie die voor
handen is: zoals wind, de zon of de stroming. Wij mensen zijn nu
slim genoeg om dit te kopiëren. En het is aan de architecten en
designers om de eerste stappen te zetten. Zij kunnen echt het
verschil maken.”
Benyus is momenteel een van de meest gevraagde spreeksters van de
wereld en een inspiratiebron voor velen. Ze onderzoekt ‘biomimicry’,
de wetenschap die de natuur als inspiratiebron en maatstaf gebruikt
voor de problemen en uitdagingen waar de geïndustrialiseerde
samenleving mee kampt. Benyus: “De mens is nog maar kort op aarde,
maar de organismen om ons heen zijn dat niet. Zij hebben een
evolutie van miljarden jaren achter de rug en weten perfect hoe je
problemen kunt oplossen. Zij zijn de ultieme architecten en
designers. Nu de mens in de geïndustrialiseerde samenleving steeds
verder van de natuur is af komen te staan zijn we vergeten dat de
natuur hele waardevolle antwoorden heeft op problemen waar we zelf
niet uit komen. Ask Nature… zij weten wat werkt!”
Janine Benyus was weliswaar voor het eerst in Nederland, maar haar
gedachtegoed is al langer bekend in ons land. Diverse keren noemde
Benyus voorbeelden van projecten en onderzoeken die in tal van
Universiteiten in Nederland (Twente, Eindhoven, Delft) worden
gepraktiseerd. In de zaal waren ook enkele afgezanten van de
universiteiten aanwezig. Na keynote speaker Benyus spraken nog
andere gasten over het onderwerp waaronder ook de Engelse professor
in de Biomimetics Julian Vincent, Ingrid de Pauw van Ideal&Co,
materiaaldeskundige Els Zijlstra, architect Jacques Vink, food
designer Katja Gruijters en marketing expert René Boender. Tussen de
lezingen door konden de congres bezoekers de innovatieve materialen,
die permanent worden tentoongesteld in het Materia Inspiration
Centre, bekijken.
Gezien de belangstelling voor het onderwerp zal het Materia
Inspiration Centre biomimicry de komende tijd verder onder de
aandacht brengen en komt er hoogstwaarschijnlijk dit jaar nog een
vervolg op het congres.
Bron: materia-ic.nl |
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Wedstrijd
voor slimste vistuig om bijvangst tegen te gaan |
De inschrijving voor de ‘Smart Gear Competitie’, een internationale
prijsvraag van het Wereld Natuur Fonds (WNF) voor duurzaam vistuig,
is geopend. Voor deze prijsvraag, die al weer voor de vierde keer
wordt gehouden, roept het WNF vissers, uitvinders, wetenschappers,
studenten en ondernemers op om innovatieve ideeën in te sturen
waarmee bijvangst aanzienlijk kan worden verminderd. De winnaar
krijgt de hoofdprijs van 23.000 euro.
Bijvangst is een van de grootste bedreigingen voor dolfijnen,
walvissen, bruinvissen, haaien, zeeschildpadden, zeevogels en ander
zeeleven. Jaarlijks worden miljoenen tonnen aan onbedoelde vangst
dood of gewond overboord gegooid. Slimmer vistuig kan dit probleem
tegengaan en zo bijdragen aan bescherming van de natuur onder water.
De winnaar van vorig jaar was een Amerikaans team van ontwerpers.
Het team ontwierp een visnet om schelvis te vangen zonder per
ongeluk andere vissen zoals kabeljauw bij te vangen. Schelvis heeft
de neiging om omhoog te zwemmen als hij het net in zwemt. Andere
vissen zwemmen juist naar beneden. Door een opening in het net aan
de onderkant kan de bijvangst sterk worden gereduceerd. Inmiddels
gebruiken commerciële visserijen aan de noordoost kust van de
Verenigde Staten dit vistuig en wordt het getest om te gebruiken in
het Verenigd Koninkrijk en andere Europese visserijen.
Het WNF hoopt op veel inzendingen. Algemeen directeur Johan van de
Gronden: “Bijvangst is één van de grootste bedreigingen voor het
leven onder water. Vooral van de Nederlandse vissers verwachten wij
veel. Zij hebben in hun dagelijkse werk te maken met het probleem
van bijvangst en kunnen ons als geen ander helpen. Deze competitie
biedt een unieke mogelijkheid om praktische en creatieve oplossingen
te bedenken, zodat we samen de bedreigingen van de natuur onder
water kunnen tegengaan.”
Behalve de hoofdprijs van 23.000 euro zijn er nog twee prijzen van
ruim 7.500 euro te winnen. Inschrijven kan vanaf nu tot 1 juli 2009.
Een jury bestaande uit onder meer vissers, onderzoekers en
wetenschappers beoordeelt de inzendingen. Kijk op www.smartgear.org
meer informatie over de winnaars van vorige jaren of om nu in te
schrijven voor de competitie van dit jaar.
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Zeekracht is een
non-profit coöperatie, opgezet door Stichting Natuur en Milieu |
De ambitie van Zeekracht is om heel Nederland zoveel mogelijk te
voorzien van schone energie afkomstig van de Noordzee.
Burgerparticipatie speelt hierin een belangrijke rol. Zeekracht
hoopt Nederland, met de oer-Hollandse elementen Wind en Water weer
op de kaart zetten op het gebied van innovatieve en baanbrekende
schone energiewinning. Grootschalige deelname van burgers in
energiewinning is nieuw in Nederland.
De oprichting van Club Zeekracht vormt een onderdeel van de visie
Zeekracht, die Natuur en Milieu eerder dit jaar presenteerde.
Volgens die visie biedt de Noordzee de mogelijkheid om al in 2020
alle Nederlandse huishoudens van duurzame elektriciteit te voorzien.
De focus van Zeekracht ligt op zeewind, terwijl het ook ruimte geeft
aan innovatieve energiebronnen als blue energy, golfenergie, warmte
uit zee en teelt van wieren. Met Zeekracht wordt de Nederlandse
economie minder afhankelijk van energie uit het buitenland en gaat
de uitstoot van broeikasgassen fors dalen.
Stichting Natuur en Milieu wil duurzame Noordzeestroom voor alle
Nederlandse huishoudens in 2020. Dat is 20% van de nationale
elektriciteitsbehoefte. Om dat te realiseren is een nationaal
project nodig dat zich qua visie, omvang en internationale
uitstraling kan meten met de Deltawerken. De kern van het overall
plan van Zeekracht is de bouw van 1600 windturbines die, verdeeld
over meerdere parken in de Noordzee zo’n 8000 megawatt stroom
leveren. Een netwerk van hoogspanningskabels op de zeebodem verbindt
de windparken met elkaar en met de elektriciteitsnetwerken van
Nederland, Engeland, Duitsland, België en Denemarken. Zo wordt het
Europese electriciteitsnetwerk versterkt en kunnen pieken en dalen
in stroomproductie tussen verschillende landen makkelijk opgevangen
worden.
De strategie van Zeekracht bestaat uit drie onderdelen:
1. Een sterke lobby van Natuur en Milieu en andere partijen naar de
politiek om te zorgen dat er snel een besluit komt om voor 2020
minimaal 6000 megawatt aan windmolenparken in de Noordzee te bouwen
èn daarvoor voldoende geld op de begroting te reserveren.
2. Oprichting van Club Zeekracht maakt burgers rechtstreeks
betrokken bij wind op zee. Zij kunnen gezamenlijk een eigen
windmolenpark bouwen en de opgewekte stroom zelf afnemen. Een grote
groep burgers die zelf een windmolenpark gaan bouwen geeft daarmee
ook een krachtig signaal aan de politiek: ook zij moeten de handen
uit de mouwen steken!
3. Het vormen van een coalitie van bedrijven en organisaties die
zich er samen hard voor gaan maken dat die windmolenparken
daadwerkelijk gebouwd gaan worden.
De Noordzee is onmisbaar voor onze behoefte aan duurzame energie.
Buitengaats liggen prachtige kansen voor het Nederlandse
bedrijfsleven. De wereldmarkt voor offshore-windenergie ontwikkelt
zich razendsnel. Nieuwe technologieën en innovaties kunnen
waardevolle exportproducten worden. Dankzij een krachtige
waterbouwsector en energie-kennisinstituten die tot de wereldtop
behoren heeft Nederland een goede uitgangspositie. Een essentieel
element dat nog ontbreekt, is een sterke thuismarkt. Juist door
dicht bij huis met innovaties ervaring op te doen, kunnen ze in de
export worden verzilverd. Nederlandse bedrijven en investeerders –
we zouden tientallen namen kunnen noemen – zien deze kansen en
popelen om ze te grijpen. Denemarken, Engeland, en België hebben
zich al op de zeewindmarkt gestort en gaan voortvarend aan de slag
met ambitieuze plannen. In Nederland stranden de ambities tot
dusverre. Vergunningprocedures slepen zich jarenlang voort evenals
de toewijzing van subsidies. De overheid slaagt er niet in een goed
investeringsklimaat te scheppen op zee. Ondernemers die willen
investeren in energieprojecten op de Noordzee, trekken gefrustreerd
naar elders, naar landen met een beter investeringsklimaat voor wind
op zee. Om die uittocht te keren presenteert Stichting Natuur en
Milieu de visie Zeekracht; een deltaplan voor duurzame energie van
de Noordzee.
Bron: Natuur en Milieu
Kijk op: windmolenparken Noordzee .nl |
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Het voedsel van
de toekomst |
Er zijn ongeveer 1400 soorten insecten die eetbaar zijn voor de
mens.
De meeste Europeanen kiezen nog voor de gehaktbal - dus voor varken
en rund. Maar dat kan snel veranderen. Want insecten zijn een rijke
bron van eiwitten en daarom uitstekende vleesvervangers. Wereldwijd
is voor de productie van vlees 40 procent van alle landbouwgebieden
nodig. In Europa eet men jaarlijks zo’n 90 kg vlees. In India en
China eet men slechts 25 kg vlees per jaar, maar dat neemt snel toe.
Wanneer men daar net zoveel vlees gaat consumeren als in Europa zal
vlees schaars worden en de vleesprijs dezelfde trend doormaken als
de olieprijs nu. Het kweken van eetbare insecten kweken biedt veel
voordelen boven het houden van slachtvee: efficiënte conversie van
koolhydraten naar eiwit, snelle vermenigvuldiging, minder
mestproblemen, en er is slechts een beperkt landbouwareaal nodig. De
vraag wordt binnenkort niet meer ‘waarom zóu ik insecten eten?’,
maar ‘waarom zou ik eigenlijk nog een geháktbal eten?’
Bron: Wageningen Universiteit
Kijk op: eetbare insecten .nl |
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|