|
|
|
|
Tal van vissoorten en het koudwaterkoraal in de
Atlantische Oceaan en de Baltische Zee staan onder druk. Hun aantallen
nemen af, de visvoorraden zijn ontoereikend voor de commercile
visserij en tal van kwetsbare onderwatergebieden gaan achteruit of
zijn al verwoest.
....lees verder....
|
De oerbossen van de wereld worden bedreigd. |
|
|
Het Wereld Natuur Fonds voert
campagne om de zeeschildpad te beschermen. In februari 2004
wordt op de internationale conferentie in Maleisi gesproken
over beschermde zeegebieden.
De Nederlandse overheid zal ook aanwezig zijn. Help de
zeeschildpad een veilige doorgang te verkrijgen. Stuur via
e-mail een visum-verzoek voor de zeeschildpad naar de
Nederlandse overheid.
Ja, ik help de zeeschildpad en doe mee aan
de e-mailactie! |
Lees meer op de
oerbossen-actiesite!
greenpeace
Waarom we moeten knokken voor de
Waddenzee:
- De Waddenzee is van levensbelang voor miljoenen trekvogels:
het is hun belangrijkste wegrestaurant op de vliegroute van
noord naar zuid.
- De Waddenzee is van levensbelang voor vele soorten vis:
het is hun kraamkamer.
- De Waddenzee is van levensbelang voor mensen:
nergens in ons land kun je zo genieten van rust en ruimte.
- De Waddenzee is uniek:
de Verenigde Naties wil het zelfs uitroepen tot Wereld Erfgoed.
http://www.knokmeevoordewaddenzee.nl/
|
|
Nieuwe dierenbibliotheek op
jeugdsite Wereld Natuur Fonds
Op de internetsite
www.wnf.nl/rangerclub/dierenbieb
is van meer dan 500 dieren allerlei informatie en leuke weetjes te vinden.
Wil je weten hoe zwaar een olifant wordt? Waar de orang-oetan
leeft? Of hoeveel eieren een zeeschildpad legt? In de nieuwe
dierenbieb op de internetsite van de WNF-Rangerclub staan ruim
500 dieren. En elke dag komen er nieuwe dieren bij.
Bij elk dier vind je een foto, informatie over onder meer de
maten en gewicht van het dier, waar het dier voorkomt, welk
voedsel het eet en of het dier bedreigd is. Van sommige dieren
is ook het geluid te horen. Van 20 dieren is extra veel
informatie beschikbaar, handig voor een werkstuk of spreekbeurt
of gewoon leuk, omdat je genteresseerd bent in dieren.
Via een zoekmachine kun je dieren opzoeken, maar dieren zijn ook
op alfabet en op soort te vinden. Je favoriete dieren kun je een
vaste plek geven op de startpagina van de dierenbieb.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Nederlanders willen
donkergebieden |
febr. 2005
Van de Nederlandse bevolking vindt 52 procent het belangrijk dat
het s nachts donker is buiten de bebouwde kom. Tweederde van de
Nederlanders is voorstander van de aanwijzing van donkergebieden.
Hinder en ergernis van lichtvervuiling ondervindt 48 procent. Het
aantal mensen dat last heeft van ernstige hinder is in tien jaar
tijd verdubbeld. Dat alles valt te lezen in het door Alterra in
opdracht van Stichting Natuur en Milieu en de 12 provinciale
Milieufederaties verrichte belevingsonderzoek Donkere Nachten dat
vandaag tijdens de conferentie Mooi licht mooi donker wordt
gepresenteerd.
De Alterra-studie is genspireerd op de eveneens vandaag
verschijnende voorstudie van de Raad voor Ruimtelijk, Milieu- en
Natuuronderzoek (RMNO) Mooi licht mooi donker. Conclusie daaruit
is dat veel lichthinder is te voorkomen door slimmer te verlichten.
De huidige wet- en regelgeving biedt daar volgens de RMNO-studie
voldoende mogelijkheden toe. De onderzoekers concluderen tevens dat
ambtenaren en bestuurders het probleem lichthinder veelal negeren,
terwijl het onder de bevolking wel degelijk leeft. Mooi licht mooi
donker wordt woensdag overhandigd aan staatssecretaris Pieter van
Geel (VROM).
Nederlanders ergeren zich regelmatig aan overmatige verlichting. Het
meest hinderlijk zijn verkeer, reclameverlichting, de lichtuitstoot
van overmatige straatverlichting en de glastuinbouw. Vooral bewoners
van het landelijk gebied, met name die uit de meer donkere
provincies, hechten aan het behoud van de donkere nacht. Op
initiatief van raadslid Marga Kool maakte de RMNO een inventarisatie
van het verschijnsel lichthinder, waarin kennisaspecten en mogelijke
oplossingen centraal staan. Ik wist niet dat de ergernis zo groot
was. Vanuit mijn passie voor een natuurlijk evenwicht tussen licht
en donker begon ik aan dit onderzoek. Ik wilde graag weten hoeveel
mensen hinder ondervonden van verlichting in hun woonomgeving en wat
het wegvallen van de nachtelijke duisternis betekent voor het
welbevinden en de gezondheid van mensen en dieren, vertelt Kool.
Vanuit die drijfveer begon zij aan het RMNO-project Mooi licht mooi
donker.
Er is niets tegen mooie, verantwoorde verlichting, zo vinden zowel
de milieuorganisaties als de Raad. Grote steden komen hierdoor tot
leven. Uit het Alterra-onderzoek blijkt dat 80 tot 90 procent van de
bevolking grote tot zeer grote voordelen ziet van verlichting voor
de sociale veiligheid, verkeersveiligheid en de mogelijk preventieve
werking die ervan uitgaat tegen inbraak. Een stad komt juist tot
leven door lichtreclames en verlichte straten, pleinen, gebouwen en
wegen. Er is dus sprake van tegengestelde gevoelens. Opvallend is
echter dat steeds meer mensen nadrukkelijk klagen over lichthinder
en lichtvervuiling. Het gebrek aan duisternis kan het bioritme van
mens en dier verstoren. Bovendien is er wellicht verband tussen
lichthinder en stress bij mensen.
Natuur en Milieu en de 12 provinciale Milieufederaties zijn van
mening dat iedere provincie uiterlijk in 2006 donkergebieden moeten
aanwijzen, vooral om natuurgebieden donkerder te maken.
RMNO-raadslid Marga Kool bepleit consequente toepassing van
bestaande wet- en regelgeving en het gebruik van verantwoorde vormen
van verlichting waarmee een aanzienlijke verbetering kan worden
bereikt. De RMNO roept beleidsmakers en bestuurders op het thema
lichthinder als serieus issue op te pakken.
Zie:
www.laathetdonkerdonker.nl
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Afrikaanse top over
bescherming laatste regenwouden
WNF: actie nodig tegen
illegale houtkap en stroperij |
Leiders van zeven Afrikaanse landen komen op 4 en 5 februari
bijeen op een topconferentie in Brazzaville, Kongo, om besluiten te
nemen over de toekomst van bossen in Centraal-Afrika. Het Wereld
Natuur Fonds waarschuwt dat tweederde van het tropische regenwoud in
Centraal-Afrika binnen vijftig jaar verloren gaat, als de illegale
houtkap, stroperij, en handel en smokkel op het huidige niveau
doorgaan. Het WNF hoopt dat de leiders strenge maatregelen
aankondigen om verdere vernietiging van het tropisch woud tegen te
gaan.
De Centraal-Afrikaanse regio herbergt met 190 miljoen hectare een
kwart van 's werelds tropische bossen en is na het Amazonegebied het
grootste regenwoud ter wereld. In het gebied leven meer dan de helft
van alle diersoorten in Afrika, waaronder alle laaglandgorilla's, en
meer dan de helft van alle Afrikaanse bosolifanten. Daarnaast
voorziet het regenwoud ongeveer 20 miljoen mensen van voedsel en
onderkomen en is het gebied als leverancier van olie, mineralen en
energie van essentieel belang voor de nationale economie van
betrokken landen.
Een eerste topconferentie van de Centraal-Afrikaanse leiders, in
maart 1999 in Yaound, Kameroen, kwam tot stand met hulp van het
Wereld Natuur Fonds en heeft inmiddels geresulteerd in de instelling
van miljoenen hectares nieuwe beschermde bosgebieden en een
grensoverschrijdende samenwerking om bedreigde diersoorten veilig te
stellen. Maar er moet nog veel meer gebeuren. Gerhard van den Top,
directeur natuurbescherming Wereld Natuur Fonds: "Het is bijna zes
jaar geleden dat de staatshoofden geschiedenis maakten door
gezamenlijk actie te ondernemen voor de bossen. Nu sporen we hen aan
om hun inspanningen op te voeren. Bijvoorbeeld door het instellen
van efficinte grenscontroles, verbetering van beheer van beschermde
gebieden, verduurzamen van de bosbouwindustrie en het verstreken van
lokaal bestuur en participatie van lokale bevolkingsgroepen
daarbij."
Het Wereld Natuur Fonds verwacht dat de leiders tijdens de
topconferentie het eerste regionale natuurbeschermingsverdrag in
Afrika zullen ondertekenen en fondsen zullen oprichten voor een
duurzame financiering van de implementatie ervan. Daarnaast wordt
een akkoord getekend over de bescherming van een tri-nationaal
gebied in Kameroen, Gabon en Kongo, dat bijna 15 miljoen hectare
beslaat, ongeveer 7,5 procent van het hele tropische regenwoud in
Centraal Afrika. Van den Top: "Pogingen om het regenwoud van
Centraal-Afrika te redden zullen alleen slagen, als er voldoende
geld wordt vrijgemaakt om sterke politieke beslissingen te kunnen
opvolgen".
Drie houtmaatschappijen in Kameroen - Pallisco, Decolvenaere en
Transformation Reef Cameroon - hebben aan de vooravond van de top
bekend gemaakt dat zij de komende jaren gefaseerd over zullen
stappen op de productie van duurzaam - FSC-gecertificeerd - hout.
Zowel Decolvenaere als Transformation Reef Cameroon levert hout aan
de Nederlandse markt.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Oproep Wereld Natuur Fonds:
maak van negatieve voetafdruk positieve
handdruk
|
Het Wereld Natuur Fonds roept overheden en bedrijven op vaart te
maken met investeren in duurzaamheid. Het Living Planet Report, een
publicatie van het internationale WWF die de impact van de
menselijke activiteit op aarde in kaart brengt, wordt tweejaarlijks
opgesteld. Het rapport dat vandaag uitkomt laat zien dat de
ecologische voetafdruk van de mens op dit moment 20% groter is dan
de biologische draagkracht van de aarde en dat populaties van
diverse soorten planten en dieren gemiddeld met 40% in aantal zijn
afgenomen tussen 1970 en 2000.
"We gebruiken de natuurlijke rijkdom sneller dan herstel mogelijk
is", zegt Niek van Heijst, algemeen directeur van het Wereld Natuur
Fonds. "Zo bouwen we een ecologische schuld op die niet af te
betalen is, tenzij overheden en het internationale bedrijfsleven
erin slagen de balans tussen consumptie en productie van natuurlijke
rijkdom te herstellen."
Dreigende klimaatverandering
Zo is ons energiegebruik in de afgelopen veertig jaar met maar
liefst 700% gestegen. Dit wordt veroorzaakt door het toenemende
gebruik van brandstoffen als kolen, gas en olie. De overexploitatie
van deze brandstoffen kan dramatische gevolgen voor het klimaat
hebben. Volgens het Wereld Natuur Fonds wordt het steeds
belangrijker dat overheden, bedrijven en particulieren overstappen
op duurzame energie - technologische innovaties kunnen hierbij zowel
economie als ecologie een dienst bewijzen.
Borneo
Een ander voorbeeld van de toenemende druk op aarde is schrijnend
zichtbaar op Borneo (Zuid-Oost Azi). Op dit eiland komen nu nog
grote ongerepte stukken regenwoud voor. Ze behoren tot de rijkste
natuurgebieden ter wereld, waar veel soorten planten, zoogdieren,
vogels, reptielen en amfibien zijn te vinden. Soorten die vaak
alleen daar voor komen. Borneo behoort echter ook tot de gebieden op
aarde waar onze gezamenlijke voetafdruk het grootst is. Bossen
worden in hoog tempo gekapt - voor het kostbare hout, maar ook om
plaats te maken voor palmolieplantages. De situatie op Borneo vormt
voor het Wereld Natuur Fonds aanleiding om in 2005, middels een
grote campagne, een dringende oproep te doen aan de Nederlandse
overheid, het bedrijfsleven en het grote publiek om het eiland extra
te steunen bij de bescherming en het duurzame beheer van de kostbare
natuur. Ook hier zijn oplossingen voor. Duurzaam toerisme, duurzame
houtkap en ook een omslag naar duurzame productie van palmolie zijn
niet alleen mogelijk, maar ook noodzakelijk.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
BELANGRIJKE
WINST GEBOEKT VOOR NATUUR TIJDENS CITES CONFERENTIE |
14 oktober 2004
Op deCITES-conferentie over de internationale handel in bedreigde
dieren en planten, is het duidelijk geworden dat de natuur als
winnaar uit de bus komt en dat er belangrijke winst geboekt is voor
tal van plant- en diersoorten, aldus het Wereld Natuur Fonds. De
boomsoort ramin, de witte haai en de Napoleonvis zijn voortaan beter
beschermd tegen overexploitatie, en ook voor dieren als de
Afrikaanse olifant, de Irrawaddidolfijn en de Saiga antiloop zijn
afspraken gemaakt over betere bescherming van deze kwestbare soorten
en zeer strikte regulering van de handel.
"Voorstellen met als doel het stimuleren van duurzame handel
konden rekenen op overweldigende steun. Dit geeft wat het Wereld
Natuur Fonds betreft duidelijk aan dat een groot deel van alle
landendelegaties aanwezig in Bangkok een voorkeur heeft voor
maatregelen waar lokale gemeenschappen in bijv. bos- en kustgebieden
op de lange termijn alleen maar baat bij hebben", aldus Elies Arps,
die de CITES conferentie namens het Wereld Natuur Fonds heeft
bijgewoond.
CITES 2007 IN NEDERLAND
De volgende CITES conferentie zal in 2007 plaastvinden in Nederland.
Wat het Wereld Natuur Fonds betreft zal dit een uitgelezen kans zijn
om de rol van Nederland en Europa in de internationale handel in
wilde dieren en planten onder de aandacht te brengen van het
Europese publiek. Maar ook om samen met Nederlandse en Europese
autoriteiten extra hard te werken aan het verbeteren van handhaving
en controle. Want ook in Europa valt op dit punt nog veel winst te
boeken.
Napoleonvis krijgt bescherming
op CITES conferentie
12 oktober 2004
De deelnemende landen aan de CITES Conferentie hebben vandaag
besloten de handel in de Napoleonvis te gaan reguleren. Het Wereld
Natuur Fonds is blij met de plaatsing van de Napoleonvis op de
zogenoemde CITES Bijlage II. Door plaatsing op Bijlage II gaan voor
de Napoleonvis strenge regels voor de handel gelden. De Napoleonvis
is een grote koraalvis die vooral bedreigd wordt door de handel in
delicatessen in Azi. Het besluit is genomen op de dertiende (CoP
13) CITES Conferentie in Bangkok, het verdrag dat de internationale
handel in bedreigde dieren en planten reguleert. Mede op aandringen
van het Wereld Natuur Fonds werd eerder tijdens deze conferentie de
tropische houtsoort ramin een beschermde positie gegeven. Vandaag
werd ook bekend dat de witte haai in de toekomst beter beschermd zal
worden.
Handel aan banden leggen
De aan CITES deelnemende landen hebben massaal het voorstel de
Napoleonvis op lijst II te zetten, gesteund. "De Napoleonvis is
steeds meer een delicatesse aan het worden. Vooral de lippen zijn in
trek in restaurants in Hong Kong en China", zegt Elies Arps,
vertegenwoordiger van het Wereld Natuur Fonds op de conferentie. "De
Napoleonvis groeit heel langzaam. Ze worden vaak op jonge leeftijd
gevangen waardoor ze geen kans krijgen zich voort te planten. In
bepaalde gebieden dreigt nu uitsterving. Daarom is het zo belangrijk
dat deze diersoort nu een beschermde status krijgt."
Internationale afspraken nodig
Volgens het Wereld Natuur Fonds zijn er grote verschillen in
nationale wetgeving over de handel in de Napoleonvis. Omdat de
handel in deze vis vooral internationaal plaatsvindt, is het nodig
om de diersoort door internationale afspraken te beschermen. De vis
komt vooral voor in het Indo-Pacific gebied. DeNnapoleonvis kan
dertig jaar oud worden. Volwassen exemplaren zijn de grootste
koraalrifvissen ter wereld. Ze kunnen meer dan twee meter lang
worden en 190 kilo zwaar. Ze worden vaak gevangen met hulp van
cyanide waardoor hun natuurlijke leefomgeving wordt aangetast.
CITES Conferentie: Witte
haai beter beschermd
Het Wereld Natuur Fonds is tevreden met de plaatsing van de witte
haai op de zogenoemde CITES Bijlage II. Door plaatsing op Bijlage II
gaan voor de witte haai strenge regels voor de handel gelden.
Bescherming van de grootste roof haai ter wereld krijgt hiermee een
impuls. De witte haai wordt niet alleen bedreigd door handel, maar
ook door het verstrikt raken in netten van vissers. Het besluit is
genomen op de dertiende (CoP 13) CITES Conferentie in Bangkok, het
verdrag dat de internationale handel in bedreigde dieren en planten
reguleert. Mede op aandringen van het Wereld Natuur Fonds werd
eerder tijdens deze conferentie de tropische houtsoort ramin een
beschermde positie gegeven.
Betere toekomst voor witte haai
De aan CITES deelnemende landen hebben massaal het voorstel de witte
haai op lijst II te zetten gesteund. "Door dit besluit ziet de
toekomst van de witte haai er een stuk beter uit", zegt Elies Arps,
vertegenwoordiger van het Wereld Natuur Fonds op de conferentie.
"Effectieve controle op de handel is belangrijk voor een
rondzwervende diersoort als de witte haai".
Vissen op witte haai terugdringen
Het vissen op witte haaien gebeurt vooral voor hun kaken en tanden.
Deze worden als 'souvenir' verkocht aan toeristen. De vinnen worden
verkocht voor de productie van haaievinnensoep. De waarde van deze
producten vormt een stimulans voor vissers om actief op de witte
haai te blijven vissen. Volgens het Wereld Natuur Fonds wordt door
de plaatsing van de witte haai op lijst II het vissen op de witte
haai minder aantrekkelijk. De natuurbeschermingsorganisatie roept
alle landen die betrokken zijn bij de visserij op de witte haai op
actief te blijven werken aan de bescherming van deze diersoort.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Twee miljoen
hectare Braziliaanse Amazone gered |
10 November 2004
Greenpeace juicht het besluit toe van de Braziliaanse
president Lula da Silva om twee miljoen hectare in het regenwoud te
beschermen: half Nederland past erin. Lula tekende twee decreten om
de gebieden officieel tot bewoonde reservaten uit te roepen. Dit
betekent een eind aan sociaal onrecht en illegale of destructieve
kap en een mijlpaal voor behoud van het tropische regenwoud.
Greenpeace voert sinds begin jaren negentig samen met de inheemse
bevolking een internationale campagne voor duurzaam en sociaal
bosbeheer in de Amazone.
"Goed om te merken dat Brazilie niet volkomen is uitgeleverd aan
gewetenloze illegale houtkapbedrijven en grootgrondbezitters die
hele oerwouden kappen om veevoer te verbouwen." stelt
bossencampaigner Paulo Adario vast vanuit Manaus in Brazilie.
"Sociale rechtvaardigheid, natuurbescherming en duurzaam bosbeheer
door inheemse stammen winnen langzaam terrein in het regenwoud."
Greenpeace heeft vier jaar lang samen met de gemeenschap van Porto
de Moz gewerkt aan de oprichting van beschermde gebieden. De door
Lula da Silva uitgeroepen reservaten in de Braziliaanse deelstaat
Para heten Verde Para Sempre (Eeuwig Groen) in Porto de Moz, en de
Riozinho do Anfrisio. Binnen de twee miljoen beschermde hectares
krijgen de lokale stammen collectief eigendomsrecht van het land en
de grondstoffen. Zo kunnen zij tegelijkertijd in hun onderhoud
voorzien en de bossen behouden. Grootgrondbezitters en houthakkers
(zoals de burgemeester van Porto de Moz en kapbedrijf Mademorte) die
zich illegaal of met vervalste documenten in het aangewezen gebied
hebben gevestigd zullen worden verwijderd. Landeigenaren met geldige
documenten worden door de overheid gecompenseerd.
In de regio van Porto de Moz wonen 22.000 mensen - meer dan de helft
op het platteland. Generaties lang hebben zij het land bewoond en
hun families te onderhouden. De laatste jaren zijn velen door
gewapende troepen verdreven. Porto de Moz werd een slagveld waar de
inheemse gemeenschap het moest opnemen tegen houtkapbedrijven,
grootgrondbezitters en veeboeren die het land illegaal bezetten.
Gebrek aan toezicht in afgelegen regio's van het Amazonegebied
werkte illegale praktijken en vernietiging in de hand. Vorig jaar
heeft het Braziliaanse ministerie van Milieu, samen met het leger en
de federale politie een inspectie gehouden in het gebied. Daarbij
zijn miljoenen kubieke meters illegaal gekapt hout in beslag
genomen.
Greenpeace pleit voor een duurzaam en sociaal bosbeheer. Niet alleen
in de Amazone maar wereldwijd voert Greenpeace campagne voor behoud
van het regenwoud. In Nederland heeft Greenpeace onder meer
houtbedrijven aangeschreven om de Amazone onder de aandacht te
brengen van de afnemers. Ook komt Greenpeace in verschillende
afnemerslanden in actie om duurzaam bosbeheer te stimuleren en de
destructieve en illegale kap in tropische en noordelijke oerbossen
internationaal aan de kaak te stellen.
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
EU Tevreden met
resultaat CITES-Conferentie |
14 oktober 2004 - De grootschalige handel in ivoor wordt niet
hervat. Dat is n van de uitkomsten van de 13de CITES-conferentie
over de handel in beschermde planten en dieren. De conferentie is
vandaag na twee weken intensief overleg afgesloten in de Thaise
hoofdstad Bangkok. Daar bogen vertegenwoordigers van meer dan 150
staten over ruim 50 voorstellen aangaande de handel in bedreigde
soorten. Daaronder waren de Afrikaanse olifant, de dwergvinvis, de
grote witte haai, de Napoleonvis, de saiga-antilope, de tropische
boomsoort Ramin en vele andere soorten. Ook werden belangrijke
beslissingen genomen over de uitvoering van de Conventie inzake de
handel in bedreigde plant- en diersoorten (CITES), inclusief betere
samenwerking met partijen bij andere milieuconventies zoals het
Biodiversiteitsverdrag.
Minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit roemde de
voortreffelijke samenwerking binnen de EU-delegatie. 'We zaten over
alle onderwerpen op dezelfde lijn. Daardoor kon de EU een leidende
rol spelen. We hebben ook bemiddeld over onderwerpen als de
Afrikaanse olifant, de Afrikaanse leeuw en ramin.'
Ook EU-milieucommissaris Margot Wallstrm is tevreden. 'De besluiten
die in Bangkok zijn genomen vormen een belangrijke bijdrage aan het
Millenniumdoel om het verlies aan biodiversiteit in 2010 in
belangrijke mate verminderd te hebben,' aldus Wallstrm.
Mariene soorten
Het Thaise voorstel de Irrawaddy-dolfijn beter te beschermen
werd gesteund door de EU en een groot aantal andere landen. De
handel in levende exemplaren vormt een grote bedreiging voor deze
soort.
De deelnemende landen werden het ook eens over de regulering van de
handel in Napoleonvis, een zeldzame en kwetsbare vis die in
koraalriffen leeft. In Azi wordt deze vis als delicatesse verkocht.
Overeenstemming was er ook over handelsbeperkingen aangaande de
grote witte haai, waarvan de kaken en tanden populair zijn, en
de Europese zee- of steendadel, een mosselsoort die door de
EU al zwaar beschermd word.
De EU is tevreden over de beslissing de beschermingsgraad van de
dwergvinvis niet te verminderen; zodoende wordt het werk van de
Internationale Walviscommissie niet benvloed.
Afrikaanse olifant
Tijdens de vorige CITES-conferentie was besloten dat elke beslissing
om de ivoorhandel te hervatten moet worden getoetst op de gevolgen
die dat heeft op het aantal illegaal gedode dieren. In Bangkok zijn
geen voorstellen over de hervatting van grootschalige ivoorhandel
aangenomen. Wel keurde een driekwart meerderheid een voorstel van
Namibi goed om kleinschalige handel in ivoor toe te staan van
olifanten die een natuurlijke dood gestorven zijn. Deze handel
blijft beperkt tot Namibi zelf; toeristen met een geldig
certificaat mogen ivoren artefacten ook uitvoeren. De conferentie
keurde tevens een voorstel van de 'olifantenstaten' goed om
Zuid-Afrika en Namibi - landen met een goede staat van dienst waar
het om bescherming gaat - een beperkte handel in leer- en
haarproducten toe te staan. Ook zal uitvoering worden gegeven aan
een actieplan tegen de illegale handel in ivoor.
Afrikaanse leeuw
Kenia heeft na overleg met staten uit de regio een voorstel
ingetrokken om de handelsbeperkingen met betrekking tot de
Afrikaanse leeuw aan te scherpen. De EU speelde een belangrijke rol
in deze onderhandelingen. De Unie steunt het voorstel een aantal
regionale workshops over leeuwenmanagement te organiseren om de
diverse bedreigingen van de soort tegemoet te treden.
Apen
De EU heeft tijdens de conferentie gepleit voor gezamenlijke,
gecordineerde actie om ernstig bedreigde grote apensoorten beter te
beschermen. De deelnemende landen steunden een aantal van de
voorgestelde acties en handhavingsmaatregelen om de neergang van
deze dieren een halt toe te roepen.
Ramin
Als belangrijke importeur van de tropische houtsoort Ramin steunde
de EU een voorstel om illegale houtkap tegen te gaan door de handel
in deze soort aan strenge regels te onderwerpen. Na intensief debat
met de producerende landen werd het voorstel bij acclamatie
aangenomen.
Saiga-antilope
Op dringend verzoek van de EU heeft de CITES-conferentie een aantal
maatregelen genomen ter bescherming van de saiga-antilope. De
populatie van deze Centraal-Aziatische soort loopt hard achteruit,
ondanks het feit dat de handel sinds 1995 aan strikte beperkingen
onderhevig is.
Orchideen
De conferentie heeft voorstellen van Thailand en Zwitserland
aangenomen om de handel in gekweekte hybride orchideen te
vergemakkelijken. Deze maatregel zal bijdragen aan de bescherming
van wilde orchideen en de handel in gekweekte specimina bevorderen.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Overheid moet
zorgen voor samenhang
tussen natuurgebieden |
16-09-2004
Dat de Ecologische Hoofdstructuur steeds meer vorm krijgt is een
goede zaak, maar de samenhang van de EHS blijft onvoldoende.
Daardoor blijft de natuur te versnipperd en gaan er veel planten en
dieren verloren. Wij doen een dringend beroep op de overheid om met
goede instrumenten te komen, zodat die samenhang wordt
gegarandeerd, aldus Jan Jaap de Graeff, directeur van
Natuurmonumenten. Hij wordt hierin ondersteund door het Milieu- en
Natuurplanbureau, dat vandaag de Natuurbalans 2004 presenteerde.
Hoewel de Ecologische Hoofdstructuur er zal komen, maakt
Natuurmonumenten zich zorgen over de kwalitatieve en kwantitatieve
invulling daarvan. Een van de zorgpunten is nog steeds de geringe
belangstelling voor particulier natuurbeheer in relatie tot de
taakstelling en de beperkte mogelijkheden om met agrarisch
natuurbeheer de biodiversiteit te herstellen. Meer beherende
partijen zijn welkom, maar het moet wel leiden tot meer samenhang en
kwaliteit van de EHS, aldus De Graeff. Sinds een paar jaar zet het
kabinet meer in op deze vormen van natuurbeheer. Uit de Natuurbalans
blijkt nu dat de successen van particulier natuurbeheer nog zeer
beperkt zijn en het tempo van de groei van agrarisch natuurbeheer
afneemt. Bepaalde soorten natuur dreigen daarmee voorgoed verloren
te gaan. Daarnaast heeft het kabinet besloten om niet langer gronden
te verwerven die nu al een natuurbestemming hebben, de zogenaamde
afrondingsaankopen. Dat betekent in de praktijk bijvoorbeeld, dat
twee natuurgebieden zoals de Wieden en De Weerribben in Overijssel
niet met elkaar verbonden kunnen worden, terwijl een groter
aaneengesloten natuurgebied van groot belang is voor het herstel van
soorten. Naast de aankoop van bestaande natuur is vervolgens een
stevige uitvoering van robuuste verbindingszones essentieel voor het
vergroten van de samenhang tussen natuurgebieden. Natuurmonumenten
vraagt aan het Rijk en aan de provincies om op deze onderwerpen
nadere afspraken te maken.
Het Milieu- en Natuurplanbureau geeft in haar rapport aan dat de
verdrogingbestrijding in natuurgebieden in een impasse verkeert.
Hiervoor luidde Natuurmonumenten in mei jl. nog de noodklok. De
waterhuishouding is in veel gebieden nog steeds niet op orde,
waardoor grote gebieden verdrogen en zeldzame planten- en
diersoorten verdwijnen. Zo dreigen bijvoorbeeld in de Empense en
Tondense Heide de laatste stukjes blauwgrasland die er in Nederland
nog zijn verloren te gaan en daarmee ook bijzondere soorten, zoals
het spiegeldikkopje, heidegentiaanblauwtje en de aardbeivlinder. Het
is een probleem, dat volgens directeur de Graeff ondanks de goede
bedoelingen en veel papier maar niet wordt aangepakt en daardoor
onomkeerbaar veel schade veroorzaakt.
Een manier om samenhang in de EHS te krijgen is het gebiedsgericht
werken. Natuurmonumenten heeft daar in de loop der tijd ervaring mee
opgedaan, zoals bij het natuurontwikkelingsproject Mantingerveld.
Samen met andere natuurbeschermers, terreinbeheerders, boeren,
overheden en recreatieondernemers zijn bestaande natuurgebieden met
elkaar verbonden. Echter, de hulp van de overheid is hierbij
onontbeerlijk. Zij zal volgens het Natuurplanbureau heldere doelen
moeten stellen, duidelijkheid moeten geven over spelregels en
middelen beschikbaar moeten stellen. Vervolgens zal de overheid meer
ruimte moeten geven voor de uitvoering.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Het kabinet
trekt 500 mln. uit voor aanvullende investeringen in de Waddenzee
en het Waddengebied. |
21-9-2004
Wadden
Het kabinet trekt 500 mln. uit voor aanvullende investeringen
in de Waddenzee en het Waddengebied. Dit geld wordt verdeeld over de
onderwerpen natuurherstel en -ontwikkeling, vermindering van
bedreigingen, duurzame economische ontwikkeling en
kennisinfrastructuur. Het kabinet stelt het investeringsplan voor
het zomerreces van 2005 vast.
De mechanische kokkelvisserij wordt per 1 januari 2005 niet langer
toegestaan in de Waddenzee. Op korte termijn wordt een plan
opgesteld voor beeindiging ervan. Een commissie zal advies
uitbrengen over de hoogte van de schadevergoeding. Het kabinet wil
afspraken maken met de mosselsector over de ontwikkeling van
alternatieve bronnen van mosselzaad. Daarmee kan de sector zich
minder afhankelijk maken van de natuurlijke dynamiek en kunnen op
een termijn van 10 tot 15 jaar delen van het ecosysteem in de
Waddenzee extra worden ontzien.
Visserij
De visserij is in sociaal-economisch en cultureel opzicht waardevol
voor Nederland. Het is dan ook belangrijk dat de visserijketen
economisch rendabel blijft. Tegelijkertijd streeft LNV naar een
visserij die de gevolgen voor het ecosysteem beperkt en daar zelf
verantwoordelijkheid voor neemt.
In een aantal situaties is vermindering van de vangstcapaciteit
noodzakelijk. Dat kan als een aantal vissers vrijwillig stopt. LNV
steunt dat proces: in 2005 is 5 mln. beschikbaar voor vrijwillige
sanering van de zeevisserij (vermindering met 2400 Bruto Ton) en
1,9 mln voor vrijwillige sanering van de IJsselmeervisserij
(vermindering van de capaciteit met minstens 35%).
Zee- en kustvisserij
De EU streeft enerzijds naar een biologisch verantwoord niveau voor
de visbestanden, anderzijds naar een blijvend sociaal-economisch
perspectief voor de visserijsector. Rigoureuze schommelingen in de
toegestane vangsthoeveelheden zijn daarbij ongewenst. Daarom wordt
in EU-verband gewerkt aan meerjarige herstelplannen voor
visbestanden die onder druk staan (o.a. voor de Noordzeeschol).
Het nieuwe EU-visserijbeleid stelt vermindering van de
vlootcapaciteit niet verplicht. De verwachting is echter dat in de
rondvis-, platvis- en garnalensegmenten van de vloot een aanhoudende
behoefte aan capaciteitsvermindering blijft bestaan. Daarom wordt de
mogelijkheid onderzocht om verplaatsing van vlootcapaciteit van het
ene naar het andere segment toe te staan.
Om het zeemilieu te ontlasten, stimuleert LNV de ontwikkeling van
milieuvriendelijker visserijtechnieken. Het gaat daarbij met name om
het doorontwikkelen van de zogenaamde elektropulskor, die in 2005 in
de praktijk zal worden getest. De komende jaren wordt fraude met
motorvermogens van vissersschepen aangepakt door de introductie van
niet-fraudegevoelige meetapparatuur.
In 2005 is voor visserijbeleid op de LNV-begroting een budget
beschikbaar van 15,7 mln.
Aanwijzing gebieden VHR
De komende jaren (2005-2008) wordt de Vogel- en Habitatrichtlijn
verder uitgevoerd. De aanwijzingsbesluiten voor de
Habitatrichtlijngebieden worden opgesteld, de
instandhoudingsdoelstellingen voor de Vogel- en
Habitatrichtlijngebieden worden concreet gemaakt en er worden
beheerplannen opgesteld. Het Kabinet zal de voor nationale
afwegingen beschikbare beleidsruimte benutten. Er wordt de komende
periode extra genvesteerd in communicatie over de implementatie van
de richtlijnen met betrokken partijen.
Ministerie van LNV
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Great Barrier
Reef
beter beschermd |
1 juli 2004
Het Australische Great Barrier Reef heeft vanaf vandaag het
grootste beschermde koraalrifgebied ter wereld. De beschermde status
is mede het resultaat van een vier jaar durende campagne van het
Wereld Natuur Fonds. Duizenden Nederlanders hebben aan deze campagne
meegewerkt door een email te sturen naar de Australische
autoriteiten.
Beschermd gebied wordt uitgebreid
Vandaag is Australische wet- en regelgeving van kracht geworden
waardoor in totaal 33 procent van het koraalrifsysteem een
beschermde status krijgt. Dit gebied is ongeveer drie keer zo groot
als Nederland. In het gebied blijft toerisme met duiken en snorkelen
mogelijk, maar commercile en recreatieve visvangst is vanaf nu
verboden. Vooral het vissen met sleepnetten, trawling, vormde een
grote bedreiging voor de koraalriffen. Het Wereld Natuur Fonds
verwacht dat door de beschermde status de druk op het gebied gaat
afnemen. Als deze kraamkamers van de vissen weer gezond zijn, is het
totale rif beter in staat bedreigingen op grote schaal te weerstaan,
zoals overbevissing en vervuiling vanaf de kust. WWF probeert met de
Australische regering tot steeds betere afspraken te komen om
kustvervuiling tegen te gaan. Daarnaast blijft de strijd tegen
broeikasgassen zeer belangrijk: door opwarming van het water door
klimaatverandering 'verbleken' hele stukken van het Great Barrier
Reef. Energie gebaseerd op gas en olie moeten vervangen worden door
schone, herbruikbare energiebronnen.
Beschermde status ook voor andere koraalrifgebieden nodig Het Wereld
Natuur Fonds denkt dat de toegenomen en striktere bescherming van
het Great Barrier Reef andere landen zal stimuleren dezelfde
maatregelen te nemen. Zo kunnen zeegebieden als de Sulu-Sulawesi Zee
in Zuid-Oost Azi en het Meso-Amerikaanse rif in Centraal Amerika
beter beschermd worden. Ook Australi zou maatregelen kunnen nemen
om het Ningaloo Reef voor de westkust beter te beschermen. De
wereldnatuurorganisatie benadrukt dat slechts 0,5 procent van het
zeen en oceanenoppervlak beschermd gebied is, tegen 12 procent van
het landoppervlak.
Maatschappelijke steun voor bescherming koraalrif Kroonprins Willem
Alexander gaf tijdens de Olympische Spelen het startsein voor een
email campagne. Nederlanders werden opgeroepen hun bezorgdheid over
de toekomst van het Great Barrier Reef kenbaar te maken aan de
Australische overheid. Duizenden Nederlands gaven aan zijn oproep
gehoor. In Australi kan de beschermde status van het rif rekenen op
steun van de bevolking. Het Great Barrier Reef is n van de meest
zeldzame natuurgebieden ter wereld, met 359 soorten hard koraal. Het
is een Wereld Erfgoed dat jaarlijks vele bezoekers trekt en het
levert Australi 2,7 miljard euro aan inkomsten op.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Meer aandacht
nodig voor natuur en jeugd
Staatsbosbeheer geeft met
essay belang aan van natuur voor jeugd |
Heeft de Nederlandse jeugd nog iets met natuur? Kinderen lijken
vooral druk met televisie, mobiele telefoontjes en computergames.
Groeien zij op in een virtuele werkelijkheid of komen zij nog wel
echt buiten in de natuur? Staatsbosbeheer wil kinderen
natuurbeleving niet onthouden. Ook is Staatsbosbeheer ervan
overtuigd dat natuur in Nederland alleen kan overleven als mensen er
iets mee hebben. En we zijn er ook van overtuigd dat de kiem
daarvoor in de kinderjaren wordt gelegd. We zouden graag zien dat er
bij beleidsmakers die zich bezighouden met kinderen of natuur
aandacht komt voor kinderen n natuur.
Staatsbosbeheer wil hier graag mee verder en heeft daarom bij het
Jaarverslag over 2003 onder de titel Buiten, dat moet je ontdekken
een essay aan jeugd en natuur gewijd. In dit essay komen zeven
mensen aan het woord die zich bezighouden met natuur en/of jeugd.
Ook is een deel van het essay gewijd aan de uitkomsten van een
onderzoek dat onderzoeksintituut Alterra heeft gehouden onder 420
scholieren naar biodiversiteit en jeugd.
Bij een groot gedeelte van de jeugd vormt natuur geen
vanzelfsprekend onderdeel van hun leven, in tegenstelling tot de
jeugd die bijvoorbeeld veertig jaar geleden opgroeide, zo komt naar
voren uit het essay.
Staatsbosbeheer vindt dit een zorgelijke ontwikkeling. Dit is voor
de jeugd een verarming; veel jeugdherinneringen van volwassenen van
nu zijn verbonden aan natuur of landschap. Daarnaast is het voor het
voortbestaan van de natuur in Nederland noodzakelijk dat er
draagvlak voor de natuur is, niet alleen nu, maar ook in de
toekomst. Staatsbosbeheer hoopt dat dit essay ertoe bijdraagt dat er
gerichte inspanningen komen om de Nederlandse jeugd de natuur weer
echt te laten beleven. Staatsbosbeheer zal in ieder geval speciale
aandacht blijven schenken aan deze groep.
ANP
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Europese
onderzoeksmissie op de Oosterschelde:
verzoening van mosselkweek en natuurbehoud |
28 april 2004
YERSEKE Het doel is het duurzaam gebruik van een estuarium met
al haar (vaak conflicterende) functies. Van 1 tot 15 mei varen
onderzoekers van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW)
en zes Europese collega-instituten rond op de Oosterschelde voor het
verzamelen van de nog ontbrekende gegevens. Daarmee kunnen wij
wetenschappelijk onderbouwd advies geven over het beheer van
kustgebieden, waarin voldoende ruimte is voor mosselkweek, natuur,
recreatie en andere activiteiten.
Estuaria, fjorden en andere kustgebieden hebben een heel hoge
natuurwaarde. Vele soorten planten en dieren leven er. Daarnaast
vervullen deze gebieden ook vele functies voor de mens. Hoe houdt je
dat IN EVENWICHT, of hoe herstel je het evenwicht? We moeten ervoor
zorgen dat noch visserij, schelpdierkweek, overbemesting of andere
activiteiten een bedreiging vormen voor de daar levende rijkdom,
zegt NIOO-onderzoeker Peter Herman. Het MaBenE-project, dat staat
voor Managing Benthic Ecosystems in Relation to Physical Forcing
and Environmental Constraints, bestudeert dit met subsidie van de
Europese Unie. Het NIOO in Yerseke cordineert het project.
Net als bij HET VOORSPELLEN VAN HET WEER, willen de onderzoekers
wiskundige modellen maken voor het voorspellen van effecten op het
water(leven) bij bijvoorbeeld bouwactiviteiten. De modellen zijn
uiteindelijk bedoeld voor de gebruikers van het ecosysteem zoals
waterbeheerders en mosselvissers. Als management tools moeten ze de
verschillende belangen tegelijk kunnen bevorderen.
Zulke modellen bestaan uit heel veel stukjes wetenschappelijke
kennis. We kennen al veel stukjes van de puzzel, maar we moeten ze
nog aan elkaar leggen, weet onderzoekster Luca van Duren van het
NIOO. Het veldwerk moet ons helpen de onderdelen op de juiste
manier met elkaar in verband te brengen. Verder missen er nog een
paar stukjes. Hierbij komt ook labwerk om de hoek kijken. De
belangrijkste gaten liggen op het grensvlak van biologie en
natuurkunde: de invloed van dieren op de stroomsnelheid en
omgekeerd.
De vraag is hoe waterbeweging, aangedreven door bijvoorbeeld het
getij of de wind, de groei en de ontwikkeling van mosselen stuurt.
Het NIOO-onderzoeksschip de Luctor en de Duitse Storch vormen samen
met Deense duikers en gezamenlijke apparatuur van de zeven
instituten het middelpunt tijdens de komende twee weken. Voor het
onderzoek gaan de Europese wetenschappers van alles meten in de
Oosterschelde. Stroomsnelheden bijvoorbeeld; van de grootschalige
getijdenstroom die door de stormvloedkering naar binnen komt tot de
kleinschalige waterbewegingen rond individuele mossels. DAT IS
UNIEK. In de Oosterschelde is het getij erg belangrijk. In andere
gebieden is nauwelijks getij, maar wordt het water aangedreven door
de wind of door dichtheidsverschillen in het water. De Oosterschelde
zullen ze dan ook vergelijken met Limfjorden in Denemarken en de Ria
de Vigo in Spanje.
Gekoppeld aan de stromingsmetingen vindt er ook veel biologisch
onderzoek plaats naar de groei van algen, de biodiversiteit van
plankton met de invloed van mosselen daarop en de biodiversiteit van
het leven op en in de bodem. Mosselen hebben als zogenaamde
ecosystem engineers grote invloed op de opbouw van het ecosysteem
waar ze in leven.
Mosselen zijn eigenlijk EEN SOORT STOFZUIGERS. Ze pompen water
over hun kieuwen en zo filteren ze alle deeltjes groter dan een
duizendste millimeter eruit. De schelpdieren van de Oosterschelde
hebben samen maar een werkweek nodig om al het water daar te
filteren. Deze schelpdieren kunnen zo ook bijdragen aan het
wegwerken van de gevolgen van overbemesting: de grote aantallen
algen die groeien op een overschot aan voedingsstoffen in het water
kunnen door de mosselen worden weggevangen en opgegeten.
INTERNATIONALE SAMENWERKING maakte dit project mogelijk. Niet n
instituut bezit alle benodigde apparatuur, niet n heeft alle
kennis in huis, volgens van Duren. De samenwerking met de
instituten uit Denemarken, Duitsland, Portugal, Spanje en het
Verenigd Koninkrijk zorgt echt voor meerwaarde. Tegelijkertijd zijn
de wetenschappers ook afhankelijk van een GOEDE SAMENWERKING MET
LOKALE MOSSELKWEKERS. In de Oosterschelde gaan ze aan het werk op
een commercieel mosselperceel. In Spanje, met mosselen in zogenaamde
hangcultures, kunnen ze later dit jaar werken op een mosselvlot
van een lokale kweker. Zonder goodwill van de vissers en de kwekers
kunnen we dit werk beslist niet doen.
Het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) verdiept zich in
de ecologie van land, zoet water en brak en zout water. Het Centrum
voor Estuariene en Mariene Ecologie in Yerseke (Zld.) bestudeert het
leven in de zee en in estuaria. Dit centrum is voortgekomen uit het
Delta Instituut voor Hydrobiologisch Onderzoek, dat in 1957 werd
gesticht om de ecologische effecten van het Delta Plan te
onderzoeken.
De twee andere NIOO-vestigingen zijn te vinden in Heteren en
Nieuwersluis. Het NIOO is met ongeveer 250 medewerkers het grootste
onderzoeksinstituut van de Koninklijke Nederlandse Akademie van
Wetenschappen (KNAW).
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Hoe lang
nog
voor de
Sumatraanse tijger?
17-3-2004 |
|
WWF / Frdy
MERCAY |
Indonesi is hard op weg haar laatste Sumatraanse tijgers te
verliezen, als de wijdverspreide illegale handel in delen van
tijgers en de verwoesting van hun leefgebied niet snel stopt.
Volgens een nieuw rapport van het onderzoeksbureau TRAFFIC zijn
tussen 1998 en 2002 tenminste 50 Sumatraanse tijgers slachtoffer
geworden van de stroperij. Er leven nog maar 400 tot 500 Sumatraanse
tijgers in het wild. Het Wereld Natuur Fonds vreest dat de
Sumatraanse tijger eenzelfde toekomst wacht als de Balinese en de
Javaanse tijger. Deze ondersoorten zijn respectievelijk rond 1940 en
1980 uitgestorven.
Tijgerproducten gewild
Het rapport 'Nowhere to Hide: The Trade in Sumatran Tigers' toont
aan dat de ernstig bedreigde Sumatraanse tijgers nog steeds worden
gedood door professionele en semi-professionele jagers. In Indonesi
zijn tijgerproducten, zoals tijgerhuiden, -klauwen en -tanden nog
steeds gewild. Delen van tijgers zijn gemakkelijk verkrijgbaar en
worden vaak openlijk verkocht in Sumatra. TRAFFIC-onderzoekers
vonden in 17 van de 24 steden waar zij markten bezochten producten
van tijgers; van de in totaal 453 onderzochte winkels verkocht 20%
tijgerproducten. Om de Sumatraanse tijger te redden, is betere
regelgeving en handhaving noodzakelijk volgens het Wereld Natuur
Fonds. De wereldwijde natuurbeschermingsorganisatie roept de
Indonesische overheid op om maatregelen te nemen tegen de stroperij
en verkoop van tijgerproducten, vooral in Noord Sumatra. Bovendien
moeten er meer gespecialiseerde anti-stroperij eenheden komen.
Verlies van leefomgeving
Behalve stroperij is het verlies van de leefomgeving een belangrijke
bedreiging voor de Sumatraanse tijger. Het Wereld Natuur Fonds wil
daarom een verbod op het kappen in de laaglandbossen van Sumatra.
Met name 's werelds grootste papierbedrijven (APP en APRIL) kappen
op dit moment hier op grote schaal. Door verlies van leefgebied
zoeken tijgers steeds vaker hun heil dicht bij mensen, waar ze soms
worden gevangen en gedood. In heel Azi worden de tijgers bedreigd
door stroperij, verlies van hun leefomgeving en door conflicten met
dorpsbewoners die vlakbij het leefgebied van de tijger wonen. De
Sumatraanse tijger staat echt op het punt uit te sterven", zegt dr.
Susan Lieberman, directeur van het soortenbeschermingsprogramma van
het internationale Wereld Natuur Fonds. "Er zijn zo weinig
Sumatraanse tijgers over dat we ons afvragen of deze tijgers nog wel
een toekomst hebben. De huidige bedreigingen brengen de hele
populatie in gevaar en daarmee de toekomst van de Sumatraanse
tijger. Een groot verlies voor de wereld en niet in de laatste
plaats voor het erfgoed van de inwoners van Indonesi."
De aanpak van de illegale handel in tijgerproducten van Indonesi is
deze week in Geneve onderwerp van gesprek in een voorbereidende
CITES-bijeenkomst. Het Wereld Natuur Fonds en TRAFFIC roepen de
Indonesische overheid op om de anti-stoperij maatregelen te
verscherpen en de nog steeds voortdurende illegale nationale en
internationale handel in delen van de Sumatraanse tijger harder aan
te pakken.
Achtergrond informatie:
TRAFFIC werd in 1976 opgericht als een gezamelijk
onderzoeksprogramma van het internationale Wereld Natuur Fonds en
IUCN. Het Wereld Natuur Fonds is nog steeds een belangrijke
financier van TRAFFIC. Inmiddels is TRAFFIC uitgegroeid tot een
wereldwijd gerespecteerde organisatie die de handel in bedreigde
dieren en planten onderzoekt.
CITES: Convention on International Trade in Endangered Species of
Wild Fauna and Flora.
De eerstvolgende CITES-conferentie vindt dit najaar plaats.
De Sumatraanse tijger is "Critically Endangered" (ernstig met
uitsterven bedreigd) volgens de IUCN-lijst. De totale populatie
wordt geschat op 400-500 Sumatraanse tijgers. (www.redlist.org)
WNF
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Bijna 1600
reuzenpanda's in het wild
Nieuwe cijfers hoopgevend
voor reuzenpanda |
10 juni 2004
Er leven bijna 1600 reuzenpanda's in het wild, ruim 40% meer dan tot
nu toe werd vermoed op basis van eerder onderzoek. Het verschil in
aantal met het verleden lijkt eerder toe te schrijven aan een
nauwkeuriger onderzoeksmethode dan aan verbetering van de
leefomstandigheden van de panda.
Het leefgebied van de panda staat door versnippering nog steeds
onder druk.
Het cijfer is het resultaat van het derde nationale onderzoek naar
de reuzenpanda in China. Het onderzoek is uitgevoerd door de Chinese
overheid in samenwerking met het Wereld Natuur Fonds en heeft enkele
jaren geduurd. Het is het meest omvangrijke onderzoek dat ooit is
uitgevoerd naar de panda en zijn leefgebied. Het Wereld Natuur Fonds
en de Chinese overheid gebruiken de resultaten van het onderzoek om
de toekomst van de reuzenpanda in China veilig te stellen. China is
het enige land waar reuzenpanda's in het wild leven.
Bij het tweede en laatste nationale onderzoek naar de panda,
afgerond in 1988, werd het aantal panda's in het wild geschat op
basis van steekproeven. Dit keer is door intensief veldwerk en het
gebruik van GPS een groter gebied (ruim 23.000 km2, meer dan de
helft van Nederland) onderzocht in de provincies Sichuan, Shaanxi en
Gansu. Er zijn reuzenpanda's aangetroffen in Liuba en Ningqiang,
gebieden waarvan werd vermoed dat daar geen panda's zouden leven.
Naast het tellen van de pandas zijn gegevens verzameld over
leefgebied en over de sociale en economische omstandigheden van de
mensen in de regio. De bossen waar de panda's wonen maken deel uit
van een gebied dat de bron vormt voor grote rivieren als de Yangtze.
Behoud van deze bossen helpt niet alleen de bosbewoners, maar ook de
drinkwatervoorziening voor mensen ver buiten het gebied.
De gegevens bevestigen de keuze van het Wereld Natuur Fonds voor het
Minshan gebergte in Sichuan en het Qinling gebergte in Shaanxi als
prioriteit voor bescherming van de reuzenpanda. In de komende jaren
werkt de organisatie hier samen met de Chinese overheid onder andere
aan het uitbreiden van het aantal panda-reservaten, verbinden van
panda leefgebieden met boscorridors en bestrijden van stroperij.
Eerdere, voorlopige resultaten van het onderzoek leidden al eind
2002 tot 150.000 ha aan nieuwe panda-reservaten en corridors in
Qinling, waar het Wereld Natuur Fonds en de overheid van de
provincie Shaanxi samen werken aan de pandabescherming. Hierdoor
krijgen de dieren meer ruimte en gelegenheid om voedsel en partners
te zoeken, wat hard nodig is aangezien versnippering een groot
probleem is. "Hoewel de resultaten van het onderzoek hoopgevend
zijn, blijft de reuzenpanda met uitsterven bedreigd. De bijna 1600
dieren leven niet allemaal in een aaneengesloten gebied, maar in
losse stukken bos, versnipperd door houtkap en de bouw van wegen,
mijnen en dammen.", aldus Miriam van Gool van het Wereld Natuur
Fonds.
Het huidige onderzoek is volgens het Wereld Natuur Fonds niet alleen
belangrijk voor de panda's of natuurbeschermingsorganisaties, maar
ook voor de 1,3 miljard inwoners van China. De reuzenpanda is een
krachtig symbool voor de toekomst van China en toont de noodzaak
voor een balans tussen economische ontwikkeling en
natuurbescherming. "Het huidige verbod op houtkap geeft ons de tijd
om te zoeken naar lange termijn oplossingen. Wij hopen dat ook de
economische waarde die het leefgebied van de panda heeft, zoals voor
duurzaam toerisme en integraal waterbeheer, onderkend wordt. Dat kan
de lange termijn motor vormen achter behoud van het leefgebied - en
deze uitzonderlijke diersoort.", stelt Miriam van Gool. |
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
|
|
Actie WNF-Rangerclub in teken
van reuzenpanda en zijn leefgebied
Allemaal in de weer
red de pandabeer
10/03/04
|
WWF-Canon / Michel GUNTHER
|
Vele duizenden kinderen in Nederland gaan in de maanden maart, april
en mei 2004 actie voeren voor de reuzenpandas in het
Qinling-gebergte in China onder de noemer Allemaal in de weer red
de pandabeer!. De reuzenpanda leeft alleen nog in China in het
wild. In het Qinling-gebergte leven ongeveer 200 van de ruim 1.000
in het wild levende pandas. Maar de toekomst van de reuzenpanda is
in gevaar. Zijn leefgebied is versnipperd door de aanleg van nieuwe
wegen, mijnbouw en landbouw in de gebieden waar pandas leven.
Hierdoor leven de pandas steeds meer gesoleerd in eilandjes bos.
Door mee te doen aan deze actie van de jeugdclub van het Wereld
Natuur Fonds brengen kinderen een veilige toekomst voor de
reuzenpanda in China een stap dichterbij. Op 9 maart staat
basisschool De Fontein in Harmelen geheel in het teken van de
reuzenpanda en lanceren de 300 leerlingen van De Fontein de actie
Allemaal in de weerred de pandabeer!.
Eilandjes bos
Om te overleven in het wild heeft de reuzenpanda ruimte nodig. Nu is
het leefgebied van de reuzenpanda nog teveel opgedeeld in
eilandjes bos. Daarom is het belangrijk dat er meer bos wordt
aangewezen als beschermd gebied n dat er natuur is tussen de
beschermde gebieden die dienst kan doen als verbindingsstrook.
Deze verbindingsstroken zijn heel belangrijk omdat pandas veilig
van het ene naar het andere gebied moeten kunnen lopen om op zoek te
gaan naar voedsel (bamboe) of een partner. Nu zijn veel van de
gebieden om de beschermde bossen heen nog ongeschikt voor pandas,
bijvoorbeeld omdat het bos er is gekapt om er landbouwgrond van te
maken. Om ervoor te zorgen dat de dieren deze gebieden weer kunnen
gebruiken om doorheen te trekken, moet er eerst weer bos met bamboe
worden hersteld of aangeplant.
Qinling: een uniek gebied
In het Qinling-gebergte leven niet alleen reuzenpandas, maar ook
allerlei andere bijzondere planten en dieren, zoals de nevelpanter,
het stompneusaapje, de Japanse kuifibis en de takin (een hoefdier).
Het Wereld Natuur Fonds werkt sinds 2001 in Qinling aan betere
bescherming van dit unieke gebied, samen met de Chinese overheid en
de lokale bevolking. Sindsdien zijn er vijf nieuwe reservaten
aangewezen en vijf gebieden die als verbindingsstrook gaan
functioneren. Maar deze gebieden zijn nu nog niet allemaal veilig of
geschikt voor de reuzenpanda. Om ervoor te zorgen dat ze dat wl
worden moet er nog veel gebeuren: betere bescherming van de gebieden
(opleiden parkwachters bijvoorbeeld) en herstel en aanplant van bos.
Met de opbrengst van de actie Allemaal in de weer red de
pandabeer! streeft het Wereld Natuur Fonds ernaar om te kunnen
zorgen voor het realiseren van 2,5 miljoen m2 (250 hectare oftewel
500 voetbalvelden) veilig pandabos (bos met bamboe). Met elke
3,-- maakt een actievoerder het veilig en geschikt maken van 15 m2
pandabos mogelijk.
De WNF-Rangeractie loopt van maart tot en met mei 2004. Met
behulp van een actiepakket dat het Wereld Natuur Fonds meestuurt met
het clubblad TamTam kunnen WNF-Rangers familie, vrienden en
kennissen om een donatie vragen. Kinderen die geen WNF-Ranger zijn,
kunnen ook meedoen met de actie en het actiepakket telefonisch
(0900-1962, 0,20/min) of via www.wnf.nl/rangerclub opvragen
bij het Wereld Natuur Fonds. De actie wordt ondersteund door
WNF-Ranger Report (het televisieprogramma van de WNF-Rangerclub) en
de website
www.wnf.nl/rangerclub.
|
|
FORSE UITBREIDING BESCHERMD GEBIED
VOOR PANDA
22 april 2003 |
|
De Chinese regering verdubbelt bijna de omvang van beschermd gebied
voor de reuzenpanda in het Qinling gebergte in Zuid-West China.
Momenteel is 184.000 ha in het Qinling gebergte beschermd gebied voor
de panda. Het besluit van de Chinese regering om hier 5 nieuwe
pandareservaten en 5 verbindingsstroken aan toe te voegen, brengt de
totale omvang van dit beschermde gebied op 334.000 ha. De Chinese
regering heeft deze uitbreiding in samenwerking met het Wereld Natuur
Fonds vastgesteld. In het Qinling gebergte leven ongeveer 200 van de
ruim 1.000 in het wild levende reuzenpanda's. Qinling herbergt verder
een grote rijkdom aan planten en dieren zoals de nevelpanter, het
stompneusaapje, de Japanse kuifibis en de takin.
|
|
Het besluit van de Chinese regering om het beschermde gebied voor
de panda in het Qinling gebergte fors uit te breiden is van cruciaal
belang voor het overleven van de panda in het wild. Door de
economische ontwikkelingen en opmars van de bevolking in China wordt
het resterende leefgebied van de panda steeds kleiner. Veel populaties
reuzenpanda's zijn niet groter dan 50 dieren die leven in een
gesoleerd stukje bos. Naast meer beschermd gebied zijn ook
natuurgebieden die dienst doen als verbindingsstroken daarom van groot
belang om inteelt te voorkomen. Via deze verbindingsstroken kunnen
panda's veilig van het ene naar het andere beschermde gebied lopen,
bijvoorbeeld om te zoeken naar voedsel of een partner. Het Wereld
Natuur Fonds startte vorig jaar een project (1) in het Qinling
gebergte. Doel van dit project is de toenemende versnippering van het
leefgebied van de reuzenpanda tegen te gaan door onder andere te
werken aan het uitbreiden en verbinden van beschermd gebied voor de
reuzenpanda.
WWF / Fritz PLKING |
WWF / Fritz PLKING |
De 5 nieuwe pandareservaten zijn het Motianling-, Guanyinshan-,
Sangyuan-, Ningshan- en Tianhuashanreservaat. In totaal telt China nu
ruim 40 pandareservaten. Het nieuwe Ningshanreservaat zal zorgen voor
een aanzienlijke vooruitgang in de leefomstandigheden van een kleine
groep panda's in het midden van het Qinling gebergte. Die groep was
helemaal afgesneden van andere pandapopulaties. Verwacht wordt dat het
bamboebos voor de 5 nieuwe verbindingsstroken in 2005 voldoende
hersteld zal zijn om zijn functie te kunnen vervullen.
Het besluit van de Chinese regering om de beschermde gebieden in
Qinling drastisch uit te breiden wordt vandaag in China officieel
gevierd als 'Gift to the Earth'. Op deze wijze eert het Wereld Natuur
Fonds wereldwijd belangrijke besluiten op het gebied van
natuurbescherming. Naar verwachting zullen in de zomer van 2004 nog 7
pandareservaten in Qinling worden aangewezen door de Chinese regering,
met een totale oppervlakte van ruim 225.000 ha. Dit zal de totale
oppervlakte aan beschermd gebied voor de panda in het Qinling gebergte
in 2004 op ruim een half miljoen ha brengen.
Het Qinling gebergte vormt in geografie en
klimaat de scheidslijn tussen noord en zuid China. Het bosrijke
gebergte doet onder andere dienst als waterbergingsgebied voor de
twee belangrijkste rivieren in China: de Yangtze en de Gele
Rivier. Qinling voorziet de stad Xian, met ruim 7 miljoen
inwoners, van water. Het Wereld Natuur Fonds heeft Qinling
aangewezen als een van de 200 belangrijkste ecologische regio's in
de wereld. Miriam van Gool, Hoofd Soortenprogramma van het Wereld
Natuur Fonds: "Qinling is een uniek gebied dat van grote waarde is
voor mens en dier.Bescherming ervan is zo belangrijk omdat het mes
aan twee kanten snijdt. De reuzenpanda en andere dieren vinden
betere bescherming in een groter, aaneengesloten leefgebied en ook
andere functies van het ecosysteem, zoals waterberging, blijven
behouden". |
WWF-Canon / Michel GUNTHER
|
WNF.
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Nieuw
schelpdiervisserijbeleid voor
behoud Waddenzee |
28 januari 2004.
Een groot aantal natuur- en milieubeschermingsorganisaties vinden
beindiging van de mechanische kokkelvisserij in de Waddenzee
noodzakelijk voor het behoud van Nederlands grootste en
belangrijkste natuurgebied. Vele planten- en diersoorten zijn in hun
voortbestaan afhankelijk van het Waddengebied. Dit belang valt niet
te combineren met de vernietigende werking die de kokkelvisserij
aanricht. Dat laten de natuurbeschermingsorganisaties van het Breed
Overleg Schelpdiervisserij vandaag weten in hun reactie aan het
ministerie van LNV en de Adviesgroep Waddenzeebeleid (Commissie
Meijer).
Daarmee reageren de organisaties op het wetenschappelijk
evaluatieonderzoek van het schelpdiervisserijbeleid in Nederland
(EVA II) dat door het ministerie van LNV is uitgebracht. Daarin
wordt vastgesteld dat de kokkelvisserij ernstige schade aanricht aan
de natuurwaarden van de Waddenzee. Ook de mosselzaadvisserij heeft
negatieve effecten op de natuur. De dramatische achteruitgang van
het aantal scholeksters is een gevolg van het wegvissen van de
mosselbanken en de mechanische kokkelvisserij. Dit noodzaakt tot
beperkingen van de schelpdiervisserij.
Die noodzaak wordt versterkt door de mogelijke vermindering van de
draagkracht van de Waddenzee in de toekomst. Mocht
draagkrachtvermindering leiden tot minder schelpdieren in de
Waddenzee dan betekent dit nog minder ruimte voor de visserij.
Schelpdieren houden slib vast en zorgen voor het vastleggen van
noodzakelijke voedingstoffen in de bodem. Het niet-bevissen van
schelpdierbestanden is een manier om eventueel toekomstig verlies
van draagkracht deels te compenseren.
Korte termijnbeleid
Het Breed Overleg Schelpdiervisserij vindt dat het beleid voor de
korte termijn gericht dient te zijn op:
--- Het beindigen van de schade die aan het natuurlijk systeem van
de Waddenzee wordt berokkend.
--- Verder herstel van mosselbanken op
de droogvallende platen.
--- Herstel van mosselbanken in het sublitoraal (het diepe deel van de Waddenzee dat niet droog valt).
Door de mosselzaadvisserij zijn er geen wilde sublitorale
mosselbanken meer in de Waddenzee aanwezig.
--- Herstel van de
verdwenen zeegrasvelden.
--- Adequate voedselreservering voor vogels.
Om dit te kunnen realiseren dient mechanische kokkelvisserij
beindigd te worden. En dienen droogvallende platen gesloten te
worden voor bodemberoerende visserij, zoals mosselzaadvisserij en
mosselrapen. Eveneens dient een substantieel deel van het
sublitoraal gesloten te worden. In de Noordzeekustzone tussen
Callantsoog en de Duitse grens mag geen spisulavisserij en visserij
op andere schelpdieren plaatsvinden in delen die ondieper zijn dan
15 meter. Ook moet een voedselreservering ingevoerd worden op basis
van 100% ecologische voedselbehoefte voor relevante vogelsoorten,
zoals scholeksters, eidereenden en zwarte zee-eenden.
Lange termijn
Worden op korte termijn vorenstaande maatregelen genomen dan kan op
de lange termijn ingezet worden op vormen van visserij, die passen
binnen de beschermingsdoelstellingen van de internationale
Waddenzee. Bijvoorbeeld kan gedacht worden aan de nieuwe vormen van
mosselzaadvangst in de Waddenzee en op de Noordzee. Door in te
zetten op dergelijke innovaties kan een echt duurzame mosselvisserij
gerealiseerd worden.
Het Breed Overleg Schelpdiervisserij reageert hiermee op de
vooravond van het wetenschappelijk symposium dat morgen (29 januari
a.s.) te Haren gehouden wordt over EVA II. Daar wordt ingegaan op de
wetenschappelijke evaluatie van de ecologische effecten van
schelpdiervisserij in de Waddenzee.
Aan het Breed Overleg Schelpdieren nemen de
volgende organisaties deel:
Waddenvereniging, Vereniging Natuurmonumenten, Vogelbescherming
Nederland, Stichting Wilde Kokkels, Stichting de Noordzee,
Greenpeace Nederland en It Fryske Gea.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Waterrijke gebieden
jaarlijks ruim 56 miljard Euro waard |
Het Wereld Natuur Fonds presenteert vandaag een nieuw rapport waarin
voor het eerst een uitgebreide analyse is gemaakt van de jaarlijkse
economische waarde van alle waterrijke gebieden (wetlands) op aarde.
Het rapport, opgesteld in samenwerking met de Vrije Universiteit in
Amsterdam, becijfert dat wetlands wereldwijd goederen (zoals
voedsel, water en bouwmaterialen) en diensten (zoals waterzuivering)
leveren met een totale economische waarde van ruim 56 miljard Euro.
De hoogst gewaardeerde functies van wetlands zijn de belevingswaarde
en recreatie, het tegengaan van overstromingen, sportvisserij en de
zuiverende werking van wetlands. Het Wereld Natuur Fonds waarschuwt
dat regeringen wereldwijd de economische waarde van wetlands op het
spel zetten door deze gebieden niet op duurzame wijze te beheren.
Wereldwijd worden jaarlijks miljarden Euros gestoken in het
droogleggen van wetlands ten behoeve van irrigatie, landbouw en
andere toepassingen die direct economisch ! voordeel opleveren. Met
als resultaat: meer overstromingen, watervervuiling en
watertekorten. De schade die dit veroorzaakt kost vervolgens weer
veel tijd en geld om te herstellen.
In het rapport zijn de 89 bestaande studies betrokken die de waarde
van diverse wetlands (waaronder de Waddenzee) al eerder in kaart
brachten. De economische waarde van de Waddenzee is bijvoorbeeld
vastgesteld op ruim 1,8 miljard Euro per jaar. Met name de
natuurlijke zuiveringscapaciteit van de Waddenzee bepaalt de hoogte
van dit bedrag. Andere belangrijke Nederlandse wetlands zijn de
Oostvaardersplassen en de waterrijke natuur langs de Rijn en Maas.
Wetlands zijn niet alleen vanwege hun economische waarde belangrijk.
Juist het feit dat zowel de economische, sociale als ecologische
waarde van wetlands zo hoog is, maakt dat deze natuurgebieden van
cruciaal belang zijn voor de mens en voor ontelbaar veel soorten
planten en dieren.
Belang wetlands onderschat
Sinds 1900 zijn ruim de helft van s werelds wetlands verdwenen. In
Nederland is in 35 jaar tijd, tussen 1950 en 1985, 55 an de
waterrijke gebieden in Nederland verloren gegaan, grotendeels langs
de kust en het IJsselmeer als gevolg van inpolderingen. Regeringen
en beslissers zien het omgaan met wetlands nog te vaak los van
waterbeheer. Wetlands zijn in feite de bron van al het (zoet)water
op aarde maar worden nog te vaak gezien als gebieden waar min of
meer toevallig veel water voorkomt. Bovendien wordt de zo cruciale
spons- en bufferfunctie die wetlands hebben in het hele natuurlijke
watersysteem nog te vaak niet onderkend, aldus Leen de Jong, Hoofd
Programma Water van het Wereld Natuur Fonds.
In het najaar van 2003 onderzocht TNS NIPO in opdracht van het
Wereld Natuur Fonds welke conclusies Nederlanders trokken uit de
extreme droogte en hitte waar Nederland in 2003 mee te maken kreeg.
Een ruime meerderheid (84was het eens met de stelling dat de hele
economie afhankelijk is van water. Tegelijkertijd is ook het publiek
zich onvoldoende bewust van het feit dat dit juist het belang van
het op natuurlijke wijze beheren van waterrijke gebieden
onderstreept. De meningen over mogelijke oplossingen van
waterproblemen waren zeer verdeeld.
Goed beheer van waterrijke natuur
Het Wereld Natuur Fonds heeft de afgelopen tien jaar via visies als
Levende Rivieren, Meegroeien met de Zee en Bergen van water in
Nederland laten zien dat nieuwe vormen van waterbeheer geen
bedreiging zijn voor de schaarse ruimte, maar juist grote kansen
bieden op allerlei terreinen. Voorbeeldprojecten in alle delen van
het stroomgebied van Rijn en Maas laten zien dat meer ruimte voor
water zich uitstekend laat combineren met veiligheid tegen
overstromingen, droogte bestrijding, economische ontwikkelingen, de
winning van klei en zand, recreatie, drinkwaterwinning, wonen,
voedselproductie en natuurlijk ook met een rijke natuur. De Jong:
Op het gebied van waterbeheer strijden vaak korte en lange
termijnoplossingen om voorrang. De grote uitdaging voor regeringen
en beslissers overal ter wereld is dan ook om regeren is
vooruitzien nu ook echt in de praktijk toe te passen.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Pleidooi vijf
zeereservaten in
Nederlandse Noordzee
Bescherming voor roggen,
koralen, haaien,
dolfijnen en zeekoeten |
16 november 2003
Stichting De Noordzee pleitte vanmorgen bij het Radioprogramma
Vara Vroege Vogels voor instelling van vijf zeereservaten.
Internationaal is Nederland daar toe verplicht. Een vandaag
gepubliceerd document toont waarom deze bijzondere natuurgebieden in
de Noordzee bescherming verdienen. Bescherming is van levensbelang
voor onder andere koudwater koralen, dolfijnen, roggen, haaien en
zeekoeten. Ook voor de kabeljauw en schol zijn zeereservaten
gunstig.
De vijf natuurgebieden in het Nederlandse deel van de Noordzee zijn
ecologisch van groot belang. Bijzondere dieren als de dodemansduim (koudwater
koraal), de witflankdolfijn, de stekelrog en de hondshaai komen in
de gebieden voor. De gebieden zijn ook belangrijk voor de visstand
en voor de voedselvoorziening van zeedieren en zeevogels zoals de
jan van gent en de zeekoet.
Vier van de gebieden liggen op 50 tot ruim 200 kilometer uit de
kust. Dit zijn de Doggersbank, de Klaverbank, de Centrale
Oestergronden en het Friese Front. Het vijfde gebied is de Kustzone,
het deel van de zee,dat direct grenst aan het strand.
Ruimte vastleggen
Stichting De Noordzee pleit bij de Nederlandse regering om de vijf
beschermde gebieden op te nemen in de nieuwe Nota Ruimte. De
ruimtelijke vastlegging is slechts een eerste stap naar een betere
bescherming. Volgens Stichting De Noordzee moet per gebied
afgesproken worden welke activiteiten er mogen plaatsvinden en onder
welke voorwaarden.
Geen hek om de zee
Een zeereservaat betekent niet dat er een denkbeeldig hek om de zee
wordt gezet, zo benadrukt de milieuorganisatie. Op de Klaverbank,
een grindgebied met bijzondere bodemdieren op 150 km uit de kust,
mag volgens De Noordzee bijvoorbeeld wel gevaren en op haring gevist
worden. Maar, zo stelt projectleider Henk Offringa, bodemvisserij en
het winnen van zand en grind moet daar worden verboden.
Internationale verplichting
Door de zeereservaten te erkennen zou de Nederlandse overheid tonen
dat zij de bescherming van het mariene milieu serieus neemt.
Internationaal zijn de afspraken reeds gemaakt (OSPAR, EU
richtlijnen, Biodiversiteits Conventie). Individuele landen moeten
nu aan de slag. Dat moet al snel af zijn want de afspraak is dat
uiterlijk 2010 een Europees netwerk van beschermde gebieden
operationeel is.
Brede steun
Het pleidooi van Stichting De Noordzee heeft de steun van andere
milieuorganisaties (WWF, Natuurmonumenten, Greenpeace,
Waddenvereniging, Zeeuwse milieufederatie), het ministerie van LNV
en wetenschappers.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Vissen op kokkel
nekt wadvogels |
De Waddenvereniging ziet de uitgelekte uitkomsten van EVA II als
een bevestiging dat mechanische kokkelvisserij niet in de Waddenzee
thuishoort.
Natuurbalans van het Milieu- en Natuurplanbureau van het RIVM bevat
per ongeluk de hoofdlijnen van de langverwachte studie naar de
gevolgen van kokkel- en mosselvisserij op de Waddenzee.
Een vergaande beperking van de schelpdiervisserij lijkt onontkoombaar.
De minister van LNV heeft gezegd, dat hij zich bij het nieuwe
scheldpiervisserijbeleid zal baseren op de conclusies van EVAII.
Twee maanden geleden werd de publicatie van deze wetenschappelijke
evaluatie uitgesteld na onenigheid tussen betrokken belangengroepen en
onderzoekers.
Ook na jarenlang onderzoek blijven de partijen nog even strijden over
de conclusies, die vooral de belangen van de kokkel- en mosselvissers
ernstig kunnen schaden.
Mede dankzij dit uitstel kregen de kokkelvissers dit jaar nog een
nieuwe vergunning voor de mechanische visserij in de Waddenzee. De
Waddenvereniging en andere natuurorganisaties trachtten vergeefs die
toestemming ongedaan te maken bij de Raad van State.
Uit de voorlopige conclusies blijkt dat mosselbanken in de Waddenzee
zich herstellen op plaatsen waar niet gevist mag worden; dat bevissing
van mosselzaadbanken nit gunstig is voor de groei van die banken; dat
de huidige voedselreservering voor eidereenden en scholeksters
vermoedelijk tekortschiet; dat de mechanische kokkelvisserij de bodem
van de Waddenzee verandert en dat daardoor de kokkels waarschijnlijk
minder snel groeien, waardoor er voor de vogels nog minder voedsel
aanwezig is.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Klimaatverandering extra reden voor samenhang van natuurgebieden
|
15 september 2003
Leefgebieden van planten en dieren verschuiven, vogels broeden
steeds vroeger in het jaar, voedselketens raken verstoord.
Klimaatverandering blijkt invloed te hebben op de natuur.
Samenhangende natuurgebieden van goede kwaliteit bieden aan zowel de
blijvende, de doortrekkende als de nieuwe soorten de kans om te
overleven en zo de biodiversiteit in Nederland in stand te houden. De
realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), die tot
samenhangende natuurgebieden moet leiden, loopt echter achter op
schema en dreigt verder te vertragen. Dat blijkt uit de zojuist
verschenen Natuurbalans 2003.
Aanpassing van natuur aan klimaatverandering vraagt tijd en ruimte.
Het klimaat verandert zo snel dat het risico bestaat dat planten- en
diersoorten de veranderingen niet kunnen bijbenen. Om soorten de kans
te geven zich aan te passen, zou het overheidsbeleid zich zowel moeten
richten op het verlagen van het tempo van opwarming van de aarde, als
op het bieden van leefruimte.
Soorten waarvan de leefgebieden ongeschikt worden, moeten naar andere
gebieden kunnen uitwijken, anders sterven de populaties uit. Daarom is
het van belang dat er een netwerk van samenhangende natuurgebieden
beschikbaar is, fijnmazig voor de soorten die weinig mobiel zijn, en
grensoverschrijdend voor de soorten die in Nederland aan de rand van
hun verspreidingsgebied zitten.
Omdat leefgebieden van soorten verschuiven is er geen garantie dat
soorten in de toekomst in de speciaal voor hen aangewezen
natuurgebieden blijven. Dit geldt ook voor de soorten in de Vogel- en
Habitat richtlijngebieden, die Nederland op grond van Europese
verplichtingen moet beschermen.
Ecologische Hoofdstructuur biedt op papier perspectief, maar
praktijk blijkt weerbarstig
Met de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) zou een samenhangend netwerk
van natuurgebieden moeten ontstaan. De realisatie ervan ligt echter
achter op schema. Door het streven van het kabinet-Balkenende om een
groter gedeelte van de nieuwe natuur door particulieren te laten
ontwikkelen, dreigt een verdere vertraging. Tot nu toe zijn hiervoor
nog nauwelijks regelingen tussen overheid en particulieren getroffen.
Ook staat een Europese EHS nog in de kinderschoenen.
Bovendien is de milieukwaliteit in en rond de EHS ongeschikt voor de
gewenste natuur. De depositie van stikstof op het land en de gehalten
aan fosfor in het water zijn te hoog en zullen ook in 2018, wanneer de
EHS klaar moet zijn, in veel natuurgebieden nog niet genoeg zijn
gedaald. De bestrijding van de verdroging van natuurgebieden loopt ver
achter op het doel. Zomers zullen door de klimaatverandering warmer en
droger worden, en dit zal in natuurgebieden die al van verdroging te
lijden hebben, extra hard aankomen. De bloei van ongewenste blauwalgen
in het water, veroorzaakt door de hoge gehalten aan fosfor, zal
toenemen door de hogere temperaturen.
Proeftuinen groen-blauwe dooradering niet van start
Aansluitend op de EHS beoogt het beleid om het landelijk gebied
fijnmazig te dooraderen met heggen, groenstroken, natuurlijke oevers
en dergelijke, de zogenaamde groen-blauwe dooradering. Deze biedt
voor veel soorten een noodzakelijke aanvulling op de EHS. Plannen om
groen-blauwe dooradering in zogenaamde proeftuinen aan te leggen,
liggen al sinds eind vorig jaar klaar. Tot op heden is de uitvoering
van de plannen echter nog niet gestart, door onduidelijkheid over de
beschikbaarheid van geld.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Beschermde
zeegebieden (MPA's)
broodnodig om visserij impuls te geven |
28 augustus 2003
Het aantal beschermde zeegebieden (Marine Protected Area's: MPA's)
moet volgens het Wereld Natuur Fonds drastisch worden uitgebreid om
vispopulaties een kans te geven zich te herstellen. Vissers vrezen een
vermindering van de vangst en opbrengst omdat er in veel Marine
Protected Area's (MPA's) niet of ten dele niet gevist mag worden. Uit
een rapport van het Wereld Natuur Fonds blijkt echter het
tegenovergestelde: de visstand neemt toe in een beschermd zeegebied en
zorgt ook voor herstel van de populaties erbuiten. Vissen blijven
immers niet in een beschermd gebied, maar begeven zich ook daarbuiten.
Het rapport 'Beyond Boundaries: The Fishery Effects of Marine
Reserves' stelt dat het noodzakelijk is dat n derde van de oceanen
wordt uigeroepen tot beschermd gebied. Alleen dan kan, samen met
verbeterde visserij regelgeving, het leven in zee voldoende worden
beschermd. Het Wereld Natuur Fonds dringt er daarom bij regeringen op
aan om meer beschermde zeegebieden te creren.
Beschermde zeegebieden fungeren als kraamkamer
In de studie is informatie van meer dan 60 verschillende beschermde
zeegebieden in de wereld geanalyseerd. Vissen blijken zich in
beschermde zeegebieden beter te vermenigvuldigen. Volgens het rapport
kunnen de visvoorraden tot vijf maal toenemen in MPA's die reeds 5
jaar bestaan. Deze vissen, maar ook hun eitjes verspreiden zich
waardoor de voorraad vis niet alleen toeneemt in het beschermde gebied
maar ook daarbuiten.
Desondanks benadrukken de schrijvers van het rapport dat alleen het
beschermen van een zeegebied niet voldoende is om het tekort aan vis
te kunnen oplossen. MPA's zijn pas effectief als ze samen gaan met
regels op het gebied van de grootte van de visserijvloot, de
visuitrusting en de hoeveelheid en grootte van de visvangst.
Ook beschermde zeegebieden in Nederland
De studie van het Wereld Natuur Fonds laat zien dat in tegenstelling
tot beweringen dat MPA's zorgen voor minder visvangst, zij op den duur
juist zorgen voor een grotere vispopulatie. Niet alleen de kleine
visserij profiteert hiervan maar ook de grote commercile visserij.
Beschermde zeegebieden zijn van levensbelang voor de toekomst van de
visserij en voor het behoud van tal van vissoorten. Ook de Nederlandse
Noordzee herbergt gebieden die de rol van kraamkamer vervullen. Het
Wereld Natuur Fonds hoopt dan ook dat de Nederlandse regering met
Engeland en Duitsland concrete afspraken gaat maken over een
beschermde status voor de Doggersbank. Zelf kan Nederland in haar
kustzone, de Klaverbank, het Friese Front en de Centrale Oestergronden
als beschermde zeegebieden aanwijzen.
Netwerk MPA's
Onderzoek -recentelijk gepubliceerd in het tijdschrift 'Nature'- stelt
dat wereldwijd meer dan 90% van de grote vissen zijn verdwenen. Op dit
moment is slechts 0,01% van de zeen en oceanen beschermd. Zo'n 70%
van de vispopulaties wordt overbevist. Het Wereld Natuur Fonds streeft
naar een netwerk van beschermde zeegebieden om het leven in zee te
beschermen.
WNF
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Online
reuzenhaai in Noordzee bekijken
|
Rode poon
Fotografie: Duncan van Vliet |
Tuimelaar
Fotografie: Marijke de Boer |
ZeeInZicht
maakt het onzichtbare zichtbaar |
Het strandseizoen aan de Noordzee gaat van start, maar wat weten we
van de natuur in zee? Op
www.zeeinzicht.nl kunnen strandliefhebbers, zeefanaten en andere
genteresseerden vanaf vanmiddag 30 kleurrijke en bijzondere
Noordzeedieren bekijken. Met beeld en geluid laat ZeeInZicht zeenatuur
zien die normaal onzichtbaar is. ZeeInZicht staat onder redactie van
NIOZ, Alterra, EcoMare en Stichting De Noordzee.
Op de site ga je letterlijk kopje onder. Met een soort duikbril kijkt
de bezoeker onder en boven de zeespiegel naar zeedieren. 30 soorten
die in de Noordzee voorkomen zoals de reuzenhaai (een planktonetende
haai zonder tanden), de dodemansduim (een zacht koraal), de weduweroos
en allerlei dolfijnen en zeevogels kun je bekijken bij ZeeInZicht.
Foto's, video's en geluiden in plaats van tekst brengen de informatie
over. Voor de meer genteresseerden zijn er links naar andere
informatiebronnen. We willen de Noordzeenatuur vooral laten zien; het
onzichtbare zichtbaar maken, aldus Michel Langendijk, die namens de
samenwerkende organisaties het project heeft begeleid.
ZeeInZicht is gemaakt voor zowel volwassenen als scholieren. Het is de
bedoeling steeds fotos, geluiden en videos van goede kwaliteit aan de
site toe te voegen. Daarvoor wordt materiaal gebruikt van
professionele fotografen. We hopen ook dat vissers, duikers, zeilers,
zeelieden en werknemers van offshore platforms foto's en video's
zullen inzenden, aldus Michel Langendijk.
De site is een initiatief van NIOZ, Alterra, Ecomare en Stichting De
Noordzee en wordt mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van de NAM,
BP en het ministerie van LNV.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Veerman:
uitzetten otters hervatten |
3 juli 2003
Minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft
besloten het programma dat voorziet in het uitzetten van 40 otters in
de periode 2002-2006, te continueren. Vanaf voorjaar 2004 worden weer
otters in het wild gevangen voor dit doel, om vervolgens aan het begin
van de zomer uitgezet te worden in Nederland.Ter overbrugging zullen
in 2003 enkele otters uit verschillende fok- en opvangprogramma's
worden uitgezet.
In 2002 is het otterprogramma gestart. Tijdens het vangen in Letland
en Wit Rusland, zijn 3 dieren overleden. Minister Veerman heeft naar
de doodsoorzaak een onderzoek ingesteld. In afwachting van de
uitkomsten van dit onderzoek is het vangen van otters opgeschort.
Uit het onderzoek blijkt nu dat de dood van de otters waarschijnlijk
te wijten is aan het samenspel tussen de gebruikte verdovingsmiddelen
en de stress ten gevolge van het vangen. Het vangen in 2004 zal dan
ook moeten plaatsvinden aan de hand van een aangepast
verdovingsprotocol.
Omdat de vangst en het uitzetten van otters goed moet worden
voorbereid en derhalve voorbereidingstijd vraagt, wil Veerman in 2003
zo mogelijk enkele otters uitzetten die in gevangenschap leven in het
buitenland. Daarmee wil hij voorkomen dat de populatie otters te klein
wordt. In de tweede helft van 2003 zal in goed overleg met betrokken
partijen een plan van aanpak worden opgesteld voor het vervolg.
Informatie:
http://www.terugkeer-otter.nl
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
DUURZAAM BOSBEHEER MOET
REGENWOUD REDDEN |
1 juli 2003
De snelheid waarmee het Amazone-regenwoud verdwijnt is alarmerend.
In de periode juli 2001-juni 2002 nam de ontbossing met 39% toe, zo
blijkt uit een rapport van het Braziliaans Instituut voor Ruimteljk
Onderzoek. Voor het Wereld Natuur Fonds bevestigt dit rapport nog eens
de noodzaak om haast te maken met een 3-sporenbeleid gericht op behoud
van het grootste regenwoud ter wereld, waarvan tal van planten- en
diersoorten afhankelijk zijn.
De groeiende vraag naar soja en de nog steeds lucratieve illegale
houtkap zijn de belangrijkste oorzaken voor de snelle ontbossing. De
aanpak van het Wereld Natuur Fonds is erop gericht om met name die
oorzaken ook aan te pakken. De 3-sporenaanpak bestaat uit:
1 |
het voorkomen van voortdurende omvorming van
bossen naar sojaplantages door middel van invoering van een
duurzaam landbouwprogramma; |
2 |
het realiseren van beschermde bosgebieden waar de
talrijke unieke planten- en diersoorten van de Amazone hun
toekomst zeker zijn; het door het Wereld Natuur Fonds samen met de
Braziliaanse regering ontwikkelde Programma Beschermde Gebieden
van de Amazone (ARPA) is daarvoor een goede basis; |
3 |
het ontwikkelen van een duurzame boseconomie
waarbij duurzaam bosbeheer volgens de internationaal erkende
criteria van FSC (Forest Stewardship Council) het uitgangspunt kan
zijn. Het Amazone regenwoud is alleen te redden door te zoeken
naar oplossingen die bijdragen aan zowel behoud van de natuurlijke
rijkdom als aan verbetering van de kwaliteit van leven voor de
mensen ter plekke. De Braziliaanse regering is van die noodzaak
doordrongen. In het kader van het Programma Beschermde Gebieden
van de Amazone is er de toezegging om te komen tot een netwerk van
beschermde bosgebieden ter grootte van 10% van de Braziliaanse
Amazone. Als het gaat om duurzame landbouw, dan zet de
Braziliaanse regering in op het benutten van gedegradeerde
gebieden voor soja in plaats van ongerept regenwoud. |
"Samen met de Braziliaanse regering is het Wereld
Natuur Fonds bezig met een grootschalige reddingsoperatie voor het
Amazone regenwoud", zegt Arnold van Kreveld, hoofd van het
bossenprogamma van het Wereld Natuur Fonds. "Tegelijkertijd gaat het
met de Amazone ongelooflijk achteruit, zo bevestigen de cijfers nog
eens. Het is een race tegen de klok, maar zeker geen verloren race" zo
stelt Van Kreveld. Het Wereld Natuur Fonds is met haar 3-sporen aanpak
in Brazili in staat echt een verschil te maken. Met de Braziliaanse
regering zijn afspraken gemaakt over beschermde gebieden in de
Amazone. Het komt er nu op aan die 'papieren' bescherming ook in het
veld te realiseren. De totale oppervlakte bos die wordt beheerd
volgens de criteria van FSC is inmiddels gegroeid tot 36,8 miljoen ha.
wereldwijd; in Brazili (Amazone en kustgebied) wordt 1, 28 miljoen
ha. regenwoud duurzaam beheerd volgens FSC. Een voorbeeld van zo'n
FSC-beheerd bos is te vinden in de deelstaat Acre, waar beetje bij
beetje een duurzame boseconomie van de grond komt. Lokale
rubbertappers verdienen hun boterham met de verkoop van
rubberproducten. Door samenwerking tussen de fietsfabrikant Giant en
deze rubbertappers vinden fiets- en zadeltassen van Treetap-rubber
inmiddels hun weg naar de Nederlandse markt.
WNF
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Noordzee ministers
willen beschermde gebieden op zee
|
25 juni 2003
Stichting De Noordzee is tevreden dat de Europese milieuministers
in Bremen hebben besloten voor 2010 een netwerk van beschermde
gebieden in zee in te stellen. Deze zijn nodig om herstel van soorten
en leefgebieden in zee mogelijk te maken. Op het Nederlandse deel van
de Noordzee zijn er vijf bijzondere gebieden: de Klaverbank, Friese
Front, Doggersbank, Centrale Oestergronden en de kustzone.
De ministers waren in Bremen om te onderhandelen over een aanpak van
de problemen in de Noordzee en de aangrenzende Europese zeen.
Voorafgaand aan deze conferentie werd al jaren gewaarschuwd dat het
slecht gaat met de natuur in de Noordzee. Door vervuiling, intensieve
visserij en toenemend gebruik van de zee hebben met name lang levende
soorten, zoals bijvoorbeeld haaien en roggen, het moeilijk.
Leefgebieden van deze soorten, die over het algemeen langzaam
voortplanten en gevoelig zijn voor bodemberoering, moeten volgend de
ministers hersteld worden door een gebiedsgerichte aanpak.
Stichting De Noordzee heeft samen met haar Europese koepelorganisaties
Seas at Risk (SAR) en het WNF aangedrongen op de instelling van
beschermde zeegebieden.
De natuurgebieden in zee moeten volgens de ministers voor 2006
gedentificeerd worden. In 2010 moet dit een operationeel netwerk
vormen. In Nederland zijn er minimaal vijf potentile beschermde
zeegebieden de Klaverbank, Friese Front, Centrale Oestergronden, de
Doggersbank en de Kustzone. De Nederlandse ministeries onderstrepen de
belangrijke natuurwaarden van deze gebieden.
De vijf gebieden zijn bijzonder vanwege het voorkomen van onder andere
zacht koraal, zeldzame scheldieren, roggen, haaien en dolfijnen.
Over de rest van de uitkomsten van de ministersbijeenkomst is
Stichting De Noordzee minder te spreken. De milieuministers uit alle
landen aan de Noordzee en de Oostzee hadden de kans om duidelijke
afspraken te maken om de huidige problemen met overbevissing en
vervuiling door de scheepvaart aan te pakken. Tot ergernis van de
milieuorganisaties schoven de ministers op deze terreinen alle
beslissingen door naar Brussel.
Stichting De Noordzee
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
NOORDZEE EN
BALTISCHE ZEE IN SLECHTE CONDITIE |
23 juni 2003
Tal van vissoorten en het koudwaterkoraal in de Atlantische Oceaan
en de Baltische Zee staan onder druk. Hun aantallen nemen af, de
visvoorraden zijn ontoereikend voor de commercile visserij en tal van
kwetsbare onderwatergebieden gaan achteruit of zijn al verwoest. Dat
blijkt uit het rapport "Atlantische Oceaan en Baltische Zee: een
gezondheidstoets" dat het internationale Wereld Natuur Fonds aan de
vooravond van de Europese zeeconferentie in Bremen heeft
gepresenteerd. De conditie van de Atlantische oceaan en de Baltische
Zee is kritiek.
Oorzaken
Belangrijke oorzaken voor de slechte conditie van deze
onderwaternatuur in de Atlantische Oceaan en de Baltische Zee zijn nog
steeds: gebruik van verkeerd vistuig, zoals sleepnetten; vervuiling
als gevolg van opslag, dumping en lozing van gevaarlijke stoffen; en
de effecten van klimaatverandering. Deze schadelijke activiteiten gaan
ongehinderd door, omdat er nauwelijks voortgang is op het gebied van:
- verantwoord beheer van de onderwatergebieden en vispopulaties
- kennis over en begrip van het belang van de onderwaternatuur.
Het Wereld Natuur Fonds roept de Europese Milieuministers dan ook op
om deze week in Bremen de noodzakelijke maatregelen te treffen om de
waardevolle onderwatergebieden en -soorten voor de toekomst veilig te
stellen. Zo'n pakket van maatregelen zou in ieder geval moeten
behelzen:
- het in kaart brengen van de ecologische en economische waarde van de
onderwatergebieden;
- het realiseren van een netwerk van beschermde onderwatergebieden;
- het realiseren van beheersplannen en uitvoering hiervan en toezicht
hierop;
- het gebruiken van reeds bestaande afspraken om vervuiling tegen te
gaan en soorten en leefgebieden te beschermen.
Europees koraal
Bij de Atlantische Oceaan, de Noordzee en de Baltische Zee komt
meestal het beeld van een grijze, grauwe zee voor ogen. Maar ook de
Europese wateren herbergen zeldzame en mooie natuur, met haaien en
roggen. Op de Klaverbank in de Nederlandse Noordzee is een zacht
koraalsoort, het Dodemansduim, te vinden. Rond de Azoren in de
Atlantische Oceaan is prachtig koudwaterkoraal te vinden, dat voor tal
van vissoorten in Europa de rol vervult van kraamkamer. Deze gebieden
van zijn levensbelang voor de toekomst van de visserij en voor het
behoud van tal van vissoorten. "Ook de Nederlandse Noordzee herbergt
gebieden die de rol van kraamkamer vervullen. Het Wereld Natuur Fonds
hoopt dan ook dat de Nederlandse regering met Engeland en Duitsland
concrete afspraken gaat maken over een beschermde status voor de
Doggersbank. Zelf kan Nederland in haar kustzone, de Klaverbank, het
Friese Front en de Centrale Oestergronden als beschermde zeegebieden
aanwijzen", zo verklaart Carel Drijver, hoofd Kusten- en
Oceanenprogramma van het Wereld Natuur Fonds.
Noorwegen heeft inmiddels het goede voorbeeld gegeven, door ieder
zeegebied waar koudwaterkoraal voorkomt een wettelijk beschermde
status te geven. In juni is in dat kader het onlangs ontdekte Tisler
Reef door de Noorse regering tot beschermd gebied verklaard.
Lange weg
De weg naar een gezonde Atlantische Oceaan en Baltische Zee lijkt nog
een lange. In de afgelopen 30 jaar hebben de landen in het kader van
OSPAR* en HELCOM* al talloze afspraken gemaakt, maar van uitvoering
van die afspraken is nog nauwelijks sprake. Het nieuwe WWF-rapport
geeft heel duidelijk aan dat de conditie van de twee belangrijke
Europese zeegebieden zeer kritisch is. Voor alle 22 onderzochte
onderwatergebieden, die van belang zijn voor de Europese zeen, geldt
dat de conditie verslechtert met uitzondering van de mosselbanken. En
als er al sprake is van een toename van de aantallen van een soort,
dan is het nog maar de vraag of dat 'winst' is, omdat de oorzaak ligt
in de toename van beschikbaar voedsel als gevolg van het overboord
gooien van visafval op zee.
Het rapport "North East Atlantic and Baltic Sea Health Check" is
beschibkaar via de website:
http://www.panda.org/downloads/marine/marinehealthcheckreport.doc
Meer informatie over het Wereld Natuur Fonds en de conferentie in
Bremen via de website:
http://www.wwfneap.org
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
MIJLPAAL VOOR
WALVISBESCHERMING |
17 juni 2003
Het internationale Wereld Natuur Fonds is heel blij met het
resultaat dat gisteren geboekt is op de 1e dag van de 55e Walvisvaart
Commissie (IWC) in Berlijn. Een historische dag voor de bescherming
van walvissoorten. Met deze resolutie wordt erkend dat, naast de
commercile walvisvaart, andere bedreigingen zoals onbedoelde
bijvangst dringend vragen om maatregelen.
Met het Berlijns Initiatief hebben 25 van de in totaal 45 uitgebrachte
stemmen door bij de IWC aangesloten landen zich uitgesproken vr het
treffen van maatregelen gericht op bescherming van walvissoorten. Ook
Nederland schaarde zich onder de voorstanders. De aangenomen resolutie
biedt grote kansen om te komen tot effectieve walvisbescherming, zo
meent het Wereld Natuur Fonds. Des te teleurstellender is de
afwijzende houding van Japan, IJsland en Noorwegen, die zich het recht
voorbehouden om zich aan dit initiatief te onttrekken. Het Wereld
Natuur Fonds dringt er bij deze landen en de overige voorstanders van
walvisvangst op aan om de wens van een royale meerderheid van de
IWC-landen te steunen en in onderlinge samenwerking en over grenzen
heen te werken aan het realiseren van dit grensverleggende
natuurbeschermingsinitiatief. Het in de praktijk uitvoeren van het
Berlijns Initiatief kan een bijdrage leveren aan het terugdringen van
onbedoelde bijvangst. En dat is hard nodig, zo blijkt uit het
IWC-rapport van afgelopen week dat constateert dat jaarlijks 300.000
walvissen, dolfijnen en bruinvissen het leven laten in vissersnetten.
De Internationale Walvisvangst Commissie (IWC) is d internationale
organisatie die zich formeel bezighoudt met de bescherming van
walvissoorten en hun bedreigingen, te weten bijvangst,
waterverontreiniging, klimaatverandering, en aanvaringen met schepen.
De IWC is in 1948 opgericht en inmiddels zijn er 49 landen bij
aangesloten, waaronder Nederland.
WNF
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Europa verwaarloost haar
schatkamer onder water |
13 juni 2003
Ook Nederlandse kustwateren onvoldoende effectief
beschermd
Er is nauwelijks sprake van vooruitgang in de effectieve bescherming
van de Europese kust- en zeegebieden. Dit blijkt het rapport
'Beschermen regeringen onze schatrijke onderwater-natuur?' dat het
internationale Wereld Natuur Fonds vandaag presenteert. Dit ondanks
een tweetal verdragen waarin Europese landen zich hebben verplicht te
komen tot een netwerk van beschermde zeegebieden. Ook de Nederlandse
inspanningen laten te wensen over. Het Wereld Natuur Fonds vindt dat
de Europese landen de aankomende conferentie over bescherming van kust
en zeegebieden (OSPAR-HELCOM) moeten benutten om te komen tot een
representatief netwerk van beschermde kust- en onderwatergebieden.
Alleen dan zullen de verschillende dier-en plantensoorten in de
Baltische en Atlantische Oceaan verzekerd zijn van een toekomst.
Op dit moment is slechts voor enkele gebieden en vissoorten sprake van
enige bescherming tegen menselijke activiteit, veelal binnen de
territoriale wateren. De kwetsbare onderwatergebieden buiten de
territoriale wateren zijn nog steeds min of meer 'vogelvrij'. Met alle
risico's van dien, zoals de gezonken tanker Prestige, waar nog
dagelijks olie uitlekt en als gevolg waarvan een kwetsbaar
onderwatergebied voorgoed verloren dreigt te gaan. Is er wel sprake
van enige bescherming, dan is het vaak bescherming op papier en is er
gebrek aan effectief beheer en toezicht van deze kust- en zeegebieden.
De grootste struikelblokken op weg naar een effectief beheerd netwerk
van beschermde kust- en zeegebieden zijn volgens het rapport van het
Wereld Natuur Fonds:
- gebrek aan een gezamenlijke en integrale aanpak: landen en sectoren
zijn ieder voor zich bezig;
- gebrek aan communicatie en afstemming tussen overheden
verantwoordelijk voor bescherming van kust- en zeegebieden en
overheden verantwoordelijk voor visserijbeleid;
- onvoldoende inzet van mensen en financile middelen voor beschermde
kust- en zeegebieden.
"En dat in de wetenschap dat bescherming van kwetsbare kust- en
zeegebieden van het grootste belang is voor zowel bescherming en
behoud van levensvatbare visvoorraden, als voor behoud van een bron
van inkomsten voor mensen als voor behoud van waardevolle
onderwaternatuur", zegt Carel Drijver, hoofd Oceanen en Kusten van het
Wereld Natuur Fonds.
Ook Nederland kan tijdens de aankomende conferentie over beschermde
kust- en zeegebieden het goede voorbeeld geven, door bijvoorbeeld
concrete afspraken te maken met Engeland en Duitsland over een
beschermde status voor de Doggersbank. Zelf kan Nederland haar
Kustzone, de Klaverbank, het Friese Front en de Centrale Oestergronden
als beschermde zeegebieden aanwijzen. "De Nederlandse Waddenzee en de
Noordzeekust herbergen unieke onderwaternatuur, zoals de roggen en
haaien. We hebben zelf een zacht koraalsoort, het Dodemansduim, dat
voorkomt op de Klaverbank. Voor de Nederlandse Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselvoeligheid ligt hier een belangrijke uitdaging" zo
verklaart Drijver.
WNF
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Verantwoord,
natuurvriendelijk toerisme |
PAN Parken zijn natuurgebieden die goed beheerd worden en waar ruimte
is voor verantwoord, natuurvriendelijk toerisme. Toeristen zijn
welkom, maar op een dusdanige wijze dat de natuur daarbij geen schade
oploopt. Het PAN-Park initiatief is in 1997 gelanceerd door het Wereld
Natuur Fonds en de recreatie-onderneming Molecaten Groep uit
Nederland. Zij hebben gezamenlijk in 1999 de PAN-Park organisatie
opgericht. Deze organisatie is verantwoordelijk voor de certificering
van de potentile PAN-Parken. Op dit moment zijn er drie PAN Parken in
Europa, Fullufjllet in Zweden, Bieszczady in Polen en Oulanka in
Finland.
Toerisme is n van de snelst groeiende economische sectoren ter
wereld. Zo'n tachtig procent van alle toeristen doet iets in of om de
natuur. De toenemende druk van het toerisme vormt op tal van plaatsen
een bedreiging voor de natuur. Het Wereld Natuur Fonds is ervan
overtuigd dat die groeiende belangstelling juist verrassende kansen
biedt. Europese natuurgebieden kunnen op een duurzame wijze blijven
bestaan, juist door ze aan toeristische activiteiten te verbinden.
Toeristen kunnen bijdragen aan de bescherming en het behoud van unieke
en waardevolle natuurgebieden in Europa.
Voor meer informatie over PAN Parks kunt u kijken op
www.panparks.org
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Natuurkwaliteit als
beschavingsnorm |
12-06-2003
Willen we een wereld nalaten zonder bijvoorbeeld
nachtegaal, zonder koekoek, zonder kamperfoelie of zonder heide? We
willen immers ook geen wereld zonder bijvoorbeeld Plato, Rembrandt of
Pop-art. Het meest wezenlijke van beschaving is dat we anderen niet
beperken in hun belevingsruimte, in hun mogelijkheden en in hun
vrijheid van keuze. De keuzes voor natuurkwaliteiten zijn echter door
anderen gemaakt. De nieuwe generatie heeft geen stem gehad in wat voor
natuur haar is toegekomen.
De variatie in natuur gaat geleidelijk achteruit. Dit heeft o.a. als
gevolg dat voor elke nieuwe generatie de natuur die voor haar als
referentie dient, weer verder is verarmd. Iedere nieuwe generatie weet
niet echt wat voor haar verloren is gegaan. Er is zo een bijna
vanzelfsprekende aanvaarding van de toestand van de natuur.
In Nederland is als in geen land ter wereld de grens tussen cultuur en
natuur vervaagd. Natuur wordt hersteld, omgevormd, ontwikkeld en
gepland. Via natuurcompensatiemodellen wordt natuur die op de ene plek
verloren gaat, op een andere plek vervangen. De schijn ontstaat zo dat
natuur een maakbaar product of een consumptieproduct is, waardoor de
zorg voor de natuur bij de burger natuurlijk afneemt. Omdat de natuur
steeds meer onderdeel is geworden van onze cultuur is ook de inhoud
van het natuurbegrip vervaagd. Alles wat groen is is natuur gaan
heten. En met het 'groen' is het niet slecht gesteld: het areaal aan
'groen' krijgt zelfs steeds meer ruimte. Hierdoor lijkt de toestand
van de natuur lang niet zo zorgelijk als hij werkelijk is.
ANP
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|