|
|
|
|
Amerikaanse wetenschappers hebben voor de
kust van de Indonesische provincie Papua tientallen nieuwe
vissoorten en koralen ontdekt. Het gaat onder meer om twee
nieuwe soorten haaien waarvan er een op zijn vinnen over de
zeebodem 'loopt'.
Volgens de onderzoekers kent het dunbevolkte kustgebied een
ongekende diversiteit aan vissen, weekdieren en koralen. In
amper zes weken tijd vonden de wetenschappers meer dan vijftig
nieuwe soorten. Ze verwachten de komende tijd nog meer nieuwe
ontdekkingen te doen.
Volgens onderzoeksleider Mark Erdmann leven er in het
betreffende gebied bijna vijftig procent meer soorten koralen
dan in het beroemde Great Barrier Reef bij Australië. Ook gaat
het om het grootste broedgebied van reuzeschildpadden in de
Stille Oceaan. |
Erdmann noemt de vondst van de
'soortenfabriek' onovertroffen en verbijsterend. Hij roept de
wereld op het gebied bij Papua te beschermen tegen schadelijke
menselijke activiteiten, zoals het vissen met dynamiet. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
FSC maakt
zoektocht naar goed hout en papier eenvoudiger
Vernieuwde website geeft bedrijven veel duidelijkheid |
29-01-2008
Het gebruik van hout en papier met een goede herkomst, niet
illegaal en niet uit onverantwoorde kap, blijkt steeds actueler. De
vernieuwde website van FSC Nederland geeft bedrijven en instellingen
die hout willen gebruiken uit goed beheerde bossen, daarom alle
informatie over de verkrijgbaarheid ervan en de benodigde stappen
voor certificering. www.fscnl.org is overzichtelijk en maakt de
zoektocht naar goed hout eenvoudiger. Zowel vormgeving als inhoud
zijn aangepast aan de wensen van de bezoekers.
Met een paar muisklikken krijgt de bezoeker de gewenste informatie.
Zo wordt duidelijk waar en hoe FSC-hout verkrijgbaar is. Belangrijk
instrument daarvoor is de leveranciersgids, een digitale databank
van FSC-gecertificeerde houtsoorten en ruim 1750 FSC-producten van
meer dan 135 FSC-gecertificeerde leveranciers. Bedrijven die
FSC-gecertificeerde producten willen aanbieden, vinden op de site
een stappenplan voor de daarvoor noodzakelijke certificering van hun
bedrijf. Ook veelgevraagde richtlijnen voor het gebruik van het
FSC-logo zijn met de website online bereikbaar.
De site bevat verder tips over en aanbevelingen voor het toepassen
van FSC-hout en -papier, met speciale aandacht voor de belangrijke
projectfases in de bouw (zowel utiliteitsbouw als GWW). In de
projectengalerij zijn aansprekende voorbeelden te vinden van
bouwprojecten waarin FSC-hout werd toegepast. Ook treft de bezoeker
informatie aan over lopende projecten van FSC Nederland om de vraag
naar en naamsbekendheid van FSC in Nederland te stimuleren.
Ook particuliere bezoekers treffen informatie op de site aan,
waaronder informatie over het herkennen van gecertificeerde
producten. Via de site worden bezoekers op de hoogte gehouden van de
laatste ontwikkelingen en kunnen geïnteresseerden zich aanmelden
voor de digitale nieuwsbrief van FSC Nederland, die zesmaal per jaar
verschijnt.
Wat is FSC?
FSC staat voor Forest Stewardship Council (Raad voor Goed
Bosbeheer). FSC is een internationaal netwerk ter bevordering van
verantwoord bosbeheer. FSC stelde een wereldwijde standaard op, met
daaraan gekoppeld een keurmerk. Het internationale, onafhankelijke
FSC-keurmerk geeft zekerheid: hout en houtproducten die het keurmerk
dragen, zijn afkomstig uit verantwoord beheerde bossen, waar
aandacht is voor ecologische, sociale en economische aspecten.
FSC is een onafhankelijke organisatie zonder winstoogmerk, opgericht
in 1993 en actief in 83 landen. FSC staat transparantie en een
democratische werkwijze voor: alle bij het bos betrokken partijen
hebben gelijk stemrecht in de organisatie en bij het formuleren van
de normen. Grote milieu- en ontwikkelingsorganisaties, vakbonden,
boseigenaren en vele grote en kleine bedrijven staan daarom achter
FSC. Op dit moment is wereldwijd meer dan 91 miljoen hectare bos
gecertificeerd.
De stichting FSC Nederland, een bedrijvenplatform met meer dan 172
deelnemers en 80 convenantpartners, streeft naar een zo groot
mogelijk aandeel van FSC-hout en -houtproducten op de Nederlandse
houtmarkt. In 1999 lag dit aandeel op 4%, in 2007 op 17%. FSC
Nederland streeft ernaar dit aandeel in 2008 naar 25% te brengen. |
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Versnippering grootste obstakel
natuur en landschap |
De hoeveelheid natuur die het kabinet wil realiseren, wordt met het
huidige beleid niet gehaald. Het is nodig dat er méér natuur komt én
dat de natuurgebieden veel groter worden. Versnippering is niet
alleen het grootste obstakel voor natuur, maar ook voor het
landschap.
Dat concludeert het MNP in de Natuurbalans die vandaag wordt
aangeboden aan minister Verburg van LNV.
Natuur
De hoeveelheid natuur is de laatste jaren weliswaar toegenomen, maar
als het kabinet de doelstelling wil halen, zullen de provincies meer
areaal moeten aankopen om gebieden een natuurfunctie te geven. Dat
geldt zowel voor natuur die bestemd is voor recreatie als voor de te
beschermen natuur.
Kwaliteit
Het gaat niet alleen om het aantal hectares, maar ook om de
kwaliteit van de natuur. Zelfs bij volledige realisatie van de
Ecologische Hoofdstructuur (EHS) bestaat de Nederlandse natuur in
2018 voor een groot deel uit kleine gebieden. Terwijl er juist gróte
natuurgebieden nodig zijn om bedreigde soorten te beschermen en
natuurlijke processen de ruimte te geven. Nederland heeft zich
namelijk in Europees verband verplicht om bepaalde soorten en
gebieden in stand te houden. Bovendien is het in grotere gebieden
goedkoper om de kwaliteit van het milieu en het water te verbeteren.
Landschap
De groene ruimte neemt af en is versnipperd. Ook stilte is hierdoor
schaarser geworden. In Zuid-Holland is de groene ruimte het meest
versnipperd door woonwijken, bedrijventerreinen, glastuinbouw, wegen
en spoorlijnen, windturbines en hoogspanningsmasten. Vooral
Nationale Landschappen met openheid als karakteristiek boeten aan
waarde in, als gevolg van verspreide bebouwing. Voor het landschap
hangt veel af van de sturing door Rijk en provincies om de nieuwe
Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) op het juiste schaalniveau te
implementeren.
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Miljoenenschenking voor WNF-koraalproject |
2 juli 2007
Het Wereld Natuur Fonds ontvangt van de Turing Foundation,
opgericht door TomTom-ondernemer Pieter Geelen, in totaal drie
miljoen euro om de riffen van de zogenaamde 'Koraaldriehoek' in
zuidoost-Azië te beschermen. Het bedrag is toegezegd voor een
periode van zes jaar.
De Turing Foundation is een nieuwe charitatieve instelling die zich
naast onderwijs, lepra en kunst ook richt op het beschermen van de
natuur. Een van de twee speerpunten daarbij zijn de kraamkamers van
de zee in ontwikkelingslanden. Zeegebieden zoals koraalriffen kennen
de hoogste concentraties aan biodiversiteit. De keuze voor de
Koraaldriehoek -wereldwijd het rijkst aan zeeleven- ligt daarbij
voor de hand, evenals de samenwerking met het Wereld Natuur Fonds,
dat al jarenlang actief koraalgebieden beschermt.
De Koraaldriehoek is een zeegebied van 5,7 miljoen km² dat Maleisië,
Indonesië, de Filippijnen, Papoea Nieuw-Guinea en de
Solomon-eilanden omspant. De wereldrecordhouder zeeleven herbergt
o.a.75% van alle koraalsoorten, zes van de zeven soorten
zeeschildpadden, 3.000 rifvissen, haaien, walvissen en dolfijnen.
Het Wereld Natuur besteedt de schenking onder meer aan het oprichten
van beschermde onderwatergebieden en het toepassen van verantwoorde
visserijmethodes.
"Erg blij" is WNF-directeur Johan van de Gronden met de
miljoenenschenking van de Turing Foundation. Van de Gronden: "Dit is
een schoolvoorbeeld van een ondernemer met een groen hart, die het
ons mogelijk maakt onze activiteiten in de Koraaldriehoek fors uit
te breiden."
"Een organisatie als WNF zal nooit bij de pakken neerzitten." zegt
Pieter Geelen, voorzitter van de Turing Foundation. "Bij elke
tegenslag is hun houding 'Dan moeten we daar ook wat aan doen!'.
Alleen zo ontdek je dat de lijst problemen niet oneindig is, en de
initiatieven die je moet nemen ambitieus maar niet onmogelijk. Dat
capabele mensen zich met zulke onstuitbare energie over de
kraamkamers van de zee ontfermen is een bron van inspiratie en hoop,
en de geweldige track record van het WNF heeft ons doen besluiten
hun Coral Triangle Initiative op deze schaal te steunen."
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Verliefde
zeearenden in Oostvaardersplassen
via webcam te zien |
08-03-2007
Het zeearendenpaar, dat vorig jaar voor het eerst in Nederland
een jong heeft groot gebracht, is sinds vandaag via de computer te
volgen. Staatsbosbeheer heeft een webcam bij het nest geplaatst,
waarmee de verliefde zeearenden via www.staatsbosbeheer.nl live zijn
te volgen. De zeearenden brengen het nest in gereedheid voor de
volgende broedpoging.
Het nest, dat vorig jaar voor het eerst werd gebruikt, is verder
uitgebouwd en weegt inmiddels meer dan 2.000 kilo. De arenden zijn
druk bezig met het goed leggen van wilgentakken. Tijdens het testen
van de webcam is zelfs het paren opgenomen. Op de website van
Staatsbosbeheer staat een kort filmpje met een eerste impressie van
de webcambeelden. De beelden zijn niet alleen bijzonder om naar te
kijken maar leveren daarnaast veel materiaal voor onderzoek.
De zeearend (Haliaeetus albicilla) is de grootste arend van Europa.
Een zeearend leeft van aas, vogels en vis. De vogel leeft bij
voorkeur in een uitgestrekt, waterrijk gebied zoals de
Oostvaardersplassen. Vorig jaar werd er voor het eerst sinds de
Middeleeuwen een zeearendjong geboren.
Het jong, waarvan het geslacht nog niet vast staat, verblijft ook
nog in de Oostvaardersplassen. Het is inmiddels zelfstandig.
Zeearenden blijven het hele jaar door (zomer en winter) in hun
broedgebied en vormen een paar voor het leven. Dat de zeearenden nu
aanstalten maken om weer te gaan broeden, werd door Staatsbosbeheer
verwacht. Als een paartje zeearenden eenmaal ergens met succes heeft
gebroed, en het paar overleeft de winter, dan wordt vrijwel zeker
volgend jaar hetzelfde nest opnieuw gebruikt. Sommige zeearendnesten
zijn tientallen jaren in gebruik en groeien uit tot enorme bouwsels.
Webcam
In de Oostvaardersplassen is een draadloos observatiesysteem voor
het zeearendnest geïnstalleerd. Bij het nest hangt een camera. De
beelden gaan via een draadloze verbinding naar de antenne bij het
zeven kilometer verderop gelegen kantoor van Staatsbosbeheer. Daar
worden de beelden opgeslagen op een recorder voor onderzoek en via
een ADSL-lijn doorgestuurd naar de provider als 'streaming video'
voor de website.
In de omgeving van het nest is uiteraard geen stroomvoorziening
aanwezig.
Voor de benodigde energie wordt daarom gebruik gemaakt van
zonnepanelen en een accu. De panelen voeden tijdens zonuren de
camera en zenders en laden de accu's bij als er meer energie wordt
ontvangen dan gebruikt. De accu's vormen een buffer voor de dagen
dat er te weinig zon is om de benodigde energie te leveren voor
camera en zender. Bij veel en langdurige bewolking kunnen de accu's
leeg raken, waardoor de camera
(tijdelijk) niet werkt.
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
HISTORISCHE
VERKLARING GETEKEND:
DERDE VAN BORNEO BESCHERMD |
12-02-2007
Tijdens een ceremonie in Bali hebben ministers van de drie
regeringen die Borneo delen (Indonesië, Maleisië en Bruneï) vandaag
een historische verklaring getekend over bescherming van het
zogenaamde 'Hart van Borneo'. De drie-landen verklaring beoogt een
van 's werelds meest rijke natuurgebieden te beschermen en duurzaam
te beheren. Het Hart van Borneo beslaat ongeveer een derde van het
eiland Borneo en is 22 miljoen hectare (ruim 5x zo groot als
Nederland) groot.
Dit bergachtige gebied omvat nog grote stukken ongerept regenwoud
die het leefgebied zijn van ondermeer de orang-oetan, de Maleise
beer en de neushoornvogel. Bovendien ligt hier de bron van 14 van de
20 grootste rivieren van Borneo waardoor het gebied ook van cruciaal
belang is voor de zoetwaterhuishouding van het eiland. Het Wereld
Natuur Fonds voert al lange tijd actief campagne voor betere
bescherming van de natuurlijke rijkdommen van Borneo en heeft ook
intensief gelobbyd voor het tekenen van deze grensoverschrijdende
verklaring.
'Schateiland' onder druk
Borneo is in veel opzichten een waar schateiland. Op een relatief
klein oppervlak zijn heel veel soorten dieren en planten te vinden.
De ontstaansgeschiedenis van het eiland is mede verantwoordelijk
voor deze grote rijkdom. Op en rond Borneo liggen veel natuurlijke
verspreidingsgrenzen, zoals bergketens, brede rivieren en zeeën.
Grenzen die voor veel soorten onoverbrugbaar zijn. Dit heeft ertoe
bijgedragen dat Borneo vele planten en dieren telt die nergens
anders ter wereld voorkomen. Borneo telt 13 soorten apen, ruim 350
vogelsoorten, 150 soorten reptielen en amfibieën en ongeveer 15.000
plantensoorten, waaronder zo'n 3.000 boomsoorten. Bovendien worden
nog met grote regelmaat nieuwe ontdekkingen gedaan op Borneo, alleen
vorig jaar al zijn 50 nieuwe soorten ontdekt.
De natuur op Borneo staat al lange tijd onder zware druk, met name
door ontbossing van het eiland. Slechts de helft van de bossen die
Borneo oorspronkelijk bedekten staat nog overeind, terwijl Borneo
midden jaren tachtig nog voor 75% bedekt was met bossen. Sinds 1996
is het tempo van de ontbossing door heel Indonesië toegenomen tot
gemiddeld twee miljoen hectare per jaar. De belangrijkste
bedreigingen voor de natuurlijke rijkdommen van Borneo zijn
(illegale) houtkap voor de houtindustrie, het kappen van bos ten
behoeve van de aanleg van plantages (voor o.a. oliepalm en
snelgroeiende boomsoorten), bosbranden en de handel in bedreigde
dieren en planten.
Nieuwe fase breekt aan
De vandaag getekende verklaring markeert het begin van een nieuwe
fase voor Borneo, een fase waarin afspraken op papier omgezet moeten
worden in realiteit. "De natuur beschermen kan niet zonder oog te
hebben voor de belangen van lokale mensen. Ook op Borneo zijn
natuurbescherming en duurzame ontwikkeling onlosmakelijk met elkaar
verbonden. Nederland heeft als groot-importeur van hout en palmolie
een belangrijke rol te spelen in de toekomst van Borneo. Als we
willen dat duurzaam ondernemen hier echt van de grond komt, moeten
we als afnemers en consumenten onze verantwoordelijkheid nemen en
zorgen dat de vraag naar producten die geproduceerd zijn op een
manier die niet ten koste gaat van mens en natuur fors toeneemt.
Alleen dan kunnen we binnen afzienbare tijd meer FSC*-hout en
duurzaam geproduceerde palmolie uit Borneo verwachten" zegt Johan
van de Gronden, algemeen directeur van het Wereld Natuur Fonds.
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Zweedse
miljonair wil Amazonewoud kopen |
07 - 07 - 2006
De Zweedse miljonair Johan Eliasch heeft voorgesteld het gehele
Amazone regenwoud te kopen. Volgens de natuurbeschermer, die al een
flink stuk Amazone bezit, kost zo'n investering aanzienlijk minder
dan natuurrampen als de tsunami of de orkaan Katrina.
Eliash, topman van sport- en kledingmerk Head, deed zijn voorstel op
een internationale bijeenkomst van ondernemers in Londen,
georganiseerd door verzekeringsbedrijf Lloyd's.
Volgens de 43-jarige Zweed zou de aankoop van het Amazonewoud zo'n
18 miljard dollar kosten. Hij rekende zijn gehoor voor dat de orkaan
Katrina in de Verenigde Staten en de tsunami in Azië verzekeraars in
2005 alleen al 83 miljard dollar hebben gekost, een historisch
recordbedrag.
Een investering in natuurbescherming in de Amazone, valt in het niet
bij de wereldwijde kosten van de desastreuze gevolgen van
klimaatverandering, vindt Eliasch.
Volgens de Braziliaanse krant Folha de S. Paulo reageerden de
verenigde ondernemers lauw op zijn voorstel. Zij zien niet zo snel
een directe relatie tussen de bescherming van de Amazone en
natuurrampen.
Groene kolonialisten
Het voorstel van de Zweed komt niet uit de lucht vallen. In maart
kocht Eliasch zelf al zo'n 160.000 vierkante kilometer grond van een
houtbedrijf in de Braziliaanse staat Amazone, zo'n 2600 kilometer
ten noorden van Rio de Janeiro. Volgens nooit door hem bevestigde
berichten was daarmee een bedrag van 14,7 miljoen dollar gemoeid.
'De Amazone regenwouden zijn de longen van de wereld. Ze produceren
20 procent van alle zuurstof in de wereld en 30 procent van het
zoetwater', aldus Eliasch in een eerder interview met de Britse
krant The Sunday Times, die hem in een lijst van rijkste Britse
inwoners de 145e plaats toebedeelt.
De natuurbeschermer heeft zijn eigendom in Brazilië opengesteld voor
wetenschappers die medicinale mogelijkheden van de planten willen
onderzoeken.
Eliasch kent overigens nog meer bestemmingen voor zijn vermogen. Zo
kwam hij in het nieuws wegens zijn gulle giften aan de Engelse
Tories, de conservatieve oppositie van premier Tony Blair.
Bron oneworld.nl Met dank aan Geertje van der Pas in Brazilië |
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Jonge zeearend
in Oostvaardersplassen
op punt van uitvliegen |
20-07-2006
Het zeearendenpaar dat dit jaar voor het eerst in Nederland
broedde, heeft één jong groot gebracht. Het jong is inmiddels net zo
groot als een volwassen zeearend. Boswachter Frank de Roder van
Staatsbosbeheer: 'Het is echt bijzonder dat de eerste broedpoging
van dit jonge vrouwtje direct een succes is. Het vrouwtje is
namelijk pas drie jaar oud en dus nog niet helemaal volwassen.
Tijdens de bewaking van het nest viel het me op dat het mannetje
heel zorgzaam is. Dat is niet gebruikelijk bij roofvogels. Het
gedrag van het mannetje heeft er zeker toe bij gedragen dat er nu
voor het eerst sinds mensenheugenis een zeearendjong uit gaat
vliegen'.
De zeearenden (Haliaeetus albicilla) begonnen eind maart met broeden
en begin mei is het jong uit het ei gekomen. Het nest heeft een
omvang van twee-en-een-halve meter en een diepe kom, zodat de
boswachters in het begin niet konden zien hoeveel jongen er waren.
Het blijkt er één te zijn, die zich goed laat bewonderen en er
gezond uitziet. Eén jong is vrij normaal voor een zeearendenpaar.
Twee jongen komen regelmatig voor, drie hoogst zelden. Het geslacht
van het dier staat nog niet vast. Het jong is nu zo groot als de
ouders. Ze leveren de prooi alleen op het nest af en het jong doet
de rest zelf. De jonge arend is bijna zwart, het jeugdkleed van de
zeearend. In het vijfde of zesde levensjaar krijgt hij het veel
lichtere verenkleed van een volwassen zeearend. De jonge vogel doet
met zijn spanwijdte van twee-en-een-halve meter al een tijdje
verwoede vliegoefeningen op het nest. Erg hoog komt hij nog niet
maar de boswachters verwachten dat de jonge arend binnen een week
zal uitvliegen.
Daarna blijft de arend nog twee maanden afhankelijk van de ouders,
voordat hij zelfstandig zal moeten jagen. Dat wordt nog een harde
leerschool; de sterfte onder jonge vogels is groot.
De zeearend is de grootste arend van Europa. Een zeearend leeft van
aas, vogels en vis. De arend leeft bij voorkeur in een uitgestrekt,
waterrijk gebied zoals de Oostvaardersplassen. Zeearenden blijven
het hele jaar door (zomer en winter) in hun broedgebied. Als ze
eenmaal ergens gebroed hebben, is de kans groot dat volgend jaar
hetzelfde nest opnieuw gebruikt wordt. Sommige zeearendnesten zijn
tientallen jaren in gebruik en groeien uit tot enorme bouwsels.
Alles is in het werk gesteld om de zeearenden zo veel mogelijk rust
te gunnen tijdens dit eerste broedgeval in de Oostvaardersplassen.
In het bezoekerscentrum van Staatsbosbeheer aan de Kitsweg in
Lelystad, zijn beelden van de zeearenden te bekijken. Ook op de
website van Staatsbosbeheer,
www.staatsbosbeheer.nl is een kort filmpje te zien.
|
De zeearend
broedt met succes in de Oostvaardersplassen |
22-05-2006
Staatsbosbeheer verheugd over eerste nederlandse broedgeval sinds
mensenheugenis.
De zeearend (Haliaeetus albicilla) is als broedvogel terug in
Nederland. In de Oostvaardersplassen, natuurgebied van
Staatsbosbeheer tussen Almere en Lelystad, heeft een zeearendenpaar
dit voorjaar een nest gebouwd en eieren uitgebroed. Lange tijd werd
niet voor mogelijk gehouden dat de zeearend, de grootste arend van
Europa, in een dicht bevolkt gebied als Nederland zou kunnen
broeden. Het feit dat de zeearend in de Oostvaardersplassen broedt,
is volgens ecoloog Frans Vera geen toeval. Vera: “Dat de zeearend
hier is gaan broeden, toont opnieuw het unieke karakter van het
gebied. Het zal zeker niet bij dit ene paar blijven”.
De zeearenden begonnen eind maart met broeden en eind april zijn de
jongen uit het ei gekomen. Een zeearend legt één tot drie eieren. De
jongen zijn nog te klein om te zeggen hoeveel het er zijn. Al in
2005 werd gespeculeerd over een mogelijke broedpoging van de
zeearend in de Oostvaardersplassen. Een volwassen mannetje, ouder
dan vijf jaar, verbleef er het hele jaar door met een bijna
volwassen vrouwtje. Het vrouwtje komt uit Duitsland en is daar in
2002 geringd. Afgelopen winter en in het voorjaar uitte de
paarvorming zich in baltsgedrag en gesleep met takken. In maart werd
in het moerasgedeelte van de Oostvaardersplassen een nest gebouwd en
nu zijn er daadwerkelijk jongen. Ecoloog Frans Vera van
Staatsbosbeheer: “Het is een bijzondere gebeurtenis, werkelijk de
kroon op de natuurontwikkeling in de Oostvaardersplassen. Velen
hadden dit niet voor mogelijk gehouden. Dat het paartje zeearenden
de Oostvaardersplassen als eerste gebied in Nederland tot hun
broedgebied hebben uitverkoren, heeft ook te maken met de kadavers
van de edelherten die er ’s winters altijd zijn”. In perioden van
vorst, ijs en sneeuw, wanneer ze geen vissen meer kunnen vangen en
de ganzen zijn weggetrokken, zijn gestorven dieren een belangrijke
bron van voedsel. Daarom wordt de vogel ook wel de gier van het
noorden genoemd.
Zeearend
De zeearend is de grootste arend van Europa, met een spanwijdte tot
wel twee-en-een-halve meter. De roofvogel wordt daarom ook wel
‘vliegende deur’ genoemd. Er zijn geen schriftelijke bronnen uit het
verleden die het broeden van zeearenden vermelden, maar het is
nauwelijks voor te stellen dat de arend nooit in Nederland heeft
gebroed. De zeearend breidt de laatste jaren zijn broedgebied vanuit
Duitsland, Polen en Zweden in westelijke richting uit. Een zeearend
leeft van aas, vogels en vis. De arend leeft bij voorkeur in een
uitgestrekt, waterrijk gebied, zoals de Oostvaardersplassen.
Zeearenden verblijven jaarrond in hun broedgebied.
Boete
Staatsbosbeheer bewaakt het nest en de directe omgeving permanent.
De zeearend is gevoelig voor verstoringen, en daarom wordt alles in
het werk gesteld om de zeearenden de nodige rust te gunnen. Het
natuurgebied is grotendeels afgesloten voor publiek. Het nest ligt
bovendien in een onbegaanbaar deel van het gebied. Als extra
voorzorg is rondom het nest is een zone ingesteld waar geen mensen
mogen komen. De Officier van Justitie kan overtreders een boete
opleggen van €2000,- .
Oostvaardersplassen
De Oostvaardersplassen vormt nationaal en internationaal een
boegbeeld voor natuurontwikkeling. Het is een groot natuurgebied met
een rijke flora en fauna. Uniek in de Oostvaardersplassen is dat er
vrijwel niet door de mens hoeft worden ingegrepen. Dat komt doordat
er zich een ecologisch systeem heeft ontwikkeld. Natuurlijke
processen zorgen er voor dat bedreigde en zeldzame vogelsoorten een
plek hebben gevonden en kunnen voortbestaan. De begrazing door
grauwe gans, wild levende paarden, runderen en edelherten spelen een
hoofdrol in die natuurlijke processen. Daarnaast is het gebied voor
veel trekvogels een belangrijke schakel in hun trekroute. Het
natuurgebied heeft in 1999 het ‘Europees Diploma voor Natuurbeheer’
ontvangen. Dit diploma is in 2004 verlengd. Deze onderscheiding van
de Raad van Europa onderschrijft het internationale belang van de
grootschalige natuurontwikkeling in de Oostvaardersplassen. Het
broedgeval van de zeearend is eens te meer het bewijs van de
uniekheid van het gebied. |
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Wereld Natuur Fonds:
EU-landen schieten tekort bij aanpak illegale
houtkap |
21-04-2006
Het Wereld Natuur Fonds publiceert vandaag een ranglijst 'Government
Barometer', die in kaart brengt wat de 22 EU-lidstaten en
Zwitserland concreet ondernemen tegen illegale houtkap wereldwijd.
De ranglijst laat zien dat er sinds 2004 weinig tot geen verbetering
heeft plaatsgevonden. Het Wereld Natuur Fonds roept de EU-landen
daarom op de illegale houtkap daadwerkelijk aan te pakken door met
nationale wetgeving meer steun te bieden aan bedrijven en overheden
die verantwoord hout willen importeren.
Geen van de 23 onderzochte landen heeft een acceptabel resultaat
behaald. Het land dat er het beste vanaf komt, is het Verenigd
Koninkrijk, gevolgd door Nederland, Denemarken, Letland en België.
Toch behaalden deze landen maar net iets meer dan 50 procent van de
maximaal haalbare score. Het enige land dat merkbaar vooruitgang
heeft geboekt, is Nederland. Het Verenigd Koninkrijk deed het zelfs
slechter dan in 2004.
De onderzochte landen scoorden de meeste punten voor hun houding ten
aanzien van EU-maatregelen tegen illegale houtwinning. Ze behaalden
maar weinig punten voor hun concrete concrete inspanningen. "Het
mondeling ondersteunen van de EU-maatregelen is natuurlijk prima,
maar het is niet genoeg om de verwoestende illegale houtkap aan te
pakken", aldus Kirsten Schuyt, hoofd Bossenprogramma van het Wereld
Natuur Fonds. "De EU is een grote afnemer van illegaal gekapt hout
afkomstig uit de hele wereld. De regeringen doen te weinig om
voldoende vraag te genereren naar legaal en duurzaam gewonnen hout
en houtproducten".
Het onderzoek van het Wereld Natuur Fonds toont aan dat de lidstaten
weinig tot niets doen op het gebied van verantwoorde gunning van
overheidsopdrachten. Alleen Frankrijk heeft een verregaand beleid
ontwikkeld dat ervoor moet zorgen dat door publieke instellingen
gekochte houtproducten legaal en duurzaam zijn geproduceerd. Zeven
landen - Oostenrijk, Verenigd Koninkrijk, Nederland, Duitsland,
Denemarken, Zwitserland en België - hadden weliswaar bepaalde
beleidsmaatregelen getroffen voor de gunning van
overheidsopdrachten, maar deze waren zeker niet toereikend.
Er werd ook onderzocht hoe de overheden over actie in Europees
verband denken. De landen gaven duidelijk aan positief te staan
tegenover het ontwikkelen van EU-wetgeving die de import naar de EU
van illegaal gekapt hout en illegale houtproducten verbiedt. Deze
wetgeving zou de huidige vrijwillige afspraken tussen de EU en
hout-exporterende landen, waarvoor de EU namens de lidstaten heeft
onderhandeld, kunnen ondersteunen. Het Wereld Natuur Fonds heeft
herhaaldelijk benadrukt dat zolang deze wetgeving er niet is,
illegaal gekapt hout niet kan worden geweerd.
WNF |
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
6,4 miljoen
hectare regenwoud |
6-03-2006
De Braziliaanse regering heeft aangekondigd 6,4 miljoen hectare
regenwoud, een gebied zo groot als twee keer België, in het Amazone
gebied te beschermen tegen ontbossing. Dit is bijna evenveel bos als
dat er de laatste drie jaar gekapt is. Een belangrijke stap in de
goede richting.
'Dit is een belangrijke stap in de bescherming en duurzaam beheer
van de Amazone, al is het slechts een fractie van wat nodig is',
zegt Paulo Adário, campagneleider bossen van Greenpeace Brazilië.
'De laatste drie jaar is een gebied van bijna 7 miljoen hectare bos
verloren gegaan, oftewel 18 voetbalvelden per minuut. Als de kap
buiten het beschermde gebied in dit tempo doorgaat, verdwijnt dit
majestueuze oerwoud alsnog'.
Greenpeace heeft de afgelopen jaren intensief campagne gevoerd om de
ontbossing in de Amazone te stoppen. Greenpeace Brazilië steunde de
lokale bevolking in haar protest tegen ontbossing en ontmaskerde de
handelsroute van illegale houtstromen. Éen van de eisen bij de
campagne was bescherming van The Middle Land. Dit is het gebied dat
nu beschermd zal worden. The Middle Land, ligt in het hart van de
Amazone in de staat Para. Het gebied was extra kwetsbaar, omdat het
vlak langs een belangrijke hoofdweg ligt, die dwars door de Amazone
wordt aangelegd. Door deze ontsluiting van het gebied was de aanleg
van plantages, houtkap of veehouderij makkelijker en dus de kans dat
dit bos zou worden vernietigd extra groot.
Het Amazonewoud als totaal wordt ernstig bedreigd door droogte,
illegale en destructieve houtkap en kaalslag en platbranden van
bossen voor de aanleg van plantages voor landbouwproducten zoals
soja. Dit heeft geleid tot een dramatisch verlies van
biodiversiteit. Het veelvuldige platbranden van bossen in Brazilië
levert daarnaast een significante bijdrage aan de CO2-uitstoot van
het land en dus aan klimaatverandering. Ieder stuk bescherming is
van groot belang.
Wereldwijd is slechts 20 procent van alle oerbossen nog intact.
Tenzij de wereld in staat is deze bossen te beschermen, zullen de
komende decennia veel van deze resterende bossen verloren gaan. De
aankondiging van de Braziliaanse president gisteren volgt op de
aankondiging vorige week van Canada om 2 miljoen hectare van haar
oerbossen te beschermen.
'Deze successen zijn het bewijs dat bescherming van bossen haalbaar
is', zegt Hilde Stroot, campagneleider bossen van Greenpeace
Nederland. 'Overheden hebben de mogelijkheid om hun beloftes waar te
maken door een wereldwijd netwerk van beschermde gebieden in te
stellen op de Internationale Biodiversiteits Top , die 17 maart in
Brazilië start. Greenpeace zal daar ook aanwezig zijn, om overheden
aan hun beloftes te houden'.
Greenpeace zal de komende maanden intensief campagne voeren ter
bescherming van de Amazone en een tweede ernstig bedreigd bosgebied
in Zuidoost-Azië; het Paradise Forest. Ook in Nederland volgen
acties om de aandacht te vestigen op de bedreigingen in deze twee
gebieden.
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Great Bear
Rainforest in Canada wordt beschermd |
3-03-2006
Greenpeace is blij dat een derde van het unieke Great Bear
Rainforest in Canada wordt beschermd. Na tien jaar campagnevoeren
van Greenpeace, andere milieuorganisaties en lokale indianenstammen
heeft het bestuur van het gebied, Britisch Columbia, vandaag bekend
gemaakt dat twee miljoen hectare oerbos volledig wordt beschermd.
Voor de rest van het regenwoud worden regels opgesteld voor duurzaam
gebruik.
"Geweldig nieuws!", zegt Hilde Stroot, campagneleider bossen
Greenpeace Nederland. "Het Great Bear Rainforest werd in het
afgelopen decennia met een alarmerende snelheid vernietigd vanwege
de groeiende vraag naar hout en papierproducten als toiletpapier. Er
is een netwerk van beschermde gebieden nodig om de laatste oerbossen
van de wereld veilig te stellen en dit is een goed begin."
Grizzly beer
Het Great Bear Rainforest is van levensbelang voor verschillende
bedreigde diersoorten zoals de grizzly beer, de zwarte en de uiterst
zeldzame witte ‘Spirit’ beer, wilde zalm, arenden, wolven en
boomsoorten als de ceder.
Jarenlange campagne
De afgelopen jaren ontstond steeds meer protest over de snelle
vernietiging van dit unieke bos. Greenpeace voerde enkele jaren
geleden veel actie tegen de import van hout uit het Great Bear
Rainforest. In Nederland waren dat acties tegen de import van
Western Red Cedar en acties bij de Canadese ambassade. Afnemers van
deze houtsoort hebben daardoor gezocht naar alternatieven. Meer dan
tachtig bedrijven waaronder BBC WorldWide Publishing, Mitsubishi
Corporation en de Belgische houtfederatie zijn gestopt met het
afnemen van dit hout. De internationale druk leidde tot
onderhandelingen tussen Canadese bosbouwers, gezamenlijke
milieuorganisaties de lokale indianen en de overheid.
Ongeveer twee miljoen hectare, oftewel 33 procent van het Great Bear
regenwoud is volgens de gemaakte afspraken beschermd tegen houtkap.
Dit is een gebied zo groot als acht keer Luxemburg. Voor de rest van
het bos, een gebied van 6,4 miljoen hectare, wordt een op het
ecosysteem gebaseerd management systeem ontwikkeld. Dat betekent dat
houtkap op een duurzame manier wordt uitgevoerd en extra gebieden
beschermd gaan worden. Dit moet in 2009 operationeel zijn.
Hilde Stroot van Greenpeace: “Hier wordt de basis gelegd voor het
behoud van dit unieke oerwoud. Greenpeace blijft volgen of de
overheid haar afspraken nakomt.”
Greenpeace |
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Onderwaterpark
Bonaire
financieel op eigen benen |
16/11/05
Het Bonaire Nationale Marine Park bestaat dit jaar een kwart
eeuw. Dat betekent dat de wateren rondom Bonaire al 25 jaar
beschermd natuurgebied zijn. Tijdens dit jubileumjaar is het
bovendien gelukt om het park financieel op eigen benen te krijgen.
De vele toeristen die Bonaire bezoeken om van de mooie kust met
koraalriffen rondom het eiland te genieten dragen nu met elkaar de
operationele kosten van het beheer van het park. Alleen al het
duiktoerisme is bovendien goed voor ongeveer 1.000 permanente banen
op het eiland en 25 miljoen euro aan jaarlijkse inkomsten. Vanmiddag
wordt dit in het bijzijn van onder anderen minister Pechtold van
Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties gevierd in het
Antillenhuis in Den Haag.<?
Voorbeeld voor beschermde zeegebieden wereldwijd
Dankzij de innovatieve samenwerking tussen de overheid, de
toerismesector en natuurorganisaties is het Bonaire Nationale Marine
Park een voorbeeld voor beheerders van beschermde zeegebieden overal
ter wereld. De koraalriffen rond Bonaire zijn weliswaar niet
ongeschonden, maar ze behoren nog steeds tot het beste wat het
Caribische gebied te bieden heeft. Het Wereld Natuur Fonds heeft het
Bonaire Nationale Marine Park mede opgericht en jarenlang financieel
ondersteund. Dankzij het succes en de financiële zelfstandigheid van
het onderwaterpark kan het Wereld Natuur Fonds zijn steun aan het
park nu afbouwen en op andere plekken in de wereld verder werken aan
invoering van het ‘Bonaire-model’.
Duurzame ontwikkeling op land nog steeds nodig
Terwijl voor het zeegebied van Bonaire nu veel geregeld is, moet op
het landgedeelte het invoeren van goede regels op het gebied van
water- en natuurkwaliteit nog plaats vinden. Ook een goedgekeurd
eilandelijk ‘bestemmingsplan’ is hard nodig om te garanderen dat
ontwikkeling op duurzame wijze plaatsvindt.
Tijdens zijn recente bezoek aan het onderwaterpark bood minister
Pechtold aan om vanuit Nederland mensen en middelen ter beschikking
te stellen aan Bonaire om de regelgeving voor duurzame ontwikkeling
en natuurbehoud snel in orde te maken en via voorlichting het
draagvlak onder de bevolking van het eiland te versterken. De
Europese Unie heeft nog steeds fondsen gereserveerd om een
belangrijk deel van de kustzone op Bonaire aan te sluiten op een
waterzuiveringssysteem. Het Wereld Natuur Fonds juicht beide
initiatieven toe en dringt er op aan dat een en ander snel en goed
wordt uitgevoerd met gebruik van de beste technieken op gebied van
waterzuivering en ruimtelijke planning. Als het koraal rondom
Bonaire in goede staat blijft, zal Bonaire tot in lengte van jaren
blijven profiteren van de economische voordelen ervan.
Wereldwijd netwerk beschermde zeegebieden
Het Wereld Natuur Fonds werkt in circa 50 landen ter wereld aan het
opzetten en goed beheerd krijgen van beschermde zeegebieden. Het
streven is dat de gebieden een wereldwijd netwerk vormen waarin alle
belangrijke zeedieren en biotooptypen vertegenwoordigd zijn. Dat is
niet alleen goed voor het behoud van de biodiversiteit, maar draagt
enorm bij aan het in stand houden van de productiviteit van de zee.
Koraalriffen, mangrovebossen en waddengebieden zijn bij uitstek
kraamkamers van de zee. Het voortbestaan van
25 procent van alle vissoorten ter wereld is afhankelijk van de
koraalriffen. Hieronder zijn ook vele vissoorten die een bron van
inkomen vormen voor de miljoenen vissersfamilies in
ontwikkelingslanden.
Op dit moment is slechts 0,6 procent van het zeeoppervlak beschermd.
Onder aansporing van onder andere het Wereld Natuur Fonds hebben
wereldleiders tijdens de ‘Earth Summit’ in Johannesburg in 2002
afgesproken dat in 2012 het netwerk beschermde zeegebieden 10
procent van de zee moet omvatten. Overheden zullen veel meer moeten
doen om deze doelstelling te halen. Uiteindelijk zal het netwerk van
beschermde zeegebieden volgens adviezen van de wetenschappelijke
raad van de Conventie voor Biodiversiteit 20 tot 30 procent van de
zee moeten beslaan.
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
MNP: Ambities en
middelen voor natuur en landschap uit balans |
Okt-2005
De (inter)nationale ambities voor natuur en landschap en de
beschikbare middelen zijn niet in evenwicht. Het gaat daarbij niet
alleen om financiële middelen. Door de beperkte ruimte in Nederland
zijn ook planologische duidelijkheid en bestuurlijke wilskracht
essentieel om de natuur- en landschapsdoelen te realiseren. De
voortgaande decentralisatie van het natuur- en landschapsbeleid legt
een zware last op de schouders van provincies. Dat constateert het
Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) in de Natuurbalans 2005, die
vandaag wordt aangeboden aan minister Veerman van LNV.
Vijftien jaar geleden is een start gemaakt met de realisatie van de
Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De EHS is een belangrijk middel om
de internationaal gemaakte afspraken over biodiversiteit na te
komen. De EHS moet er onder meer toe leiden dat meer grote eenheden
met aaneengesloten natuur ontstaan. Hier en daar worden de
resultaten zichtbaar. Bijvoorbeeld in het rivierengebied, waar
vissoorten niet alleen profiteren van een verbeterde waterkwaliteit
maar ook van natuurontwikkeling. Ook zijn er belangrijke stappen
gezet in het ruimtelijke beleid en het milieubeleid.
Het gaat daarbij echter vooral om afspraken op papier. De praktijk
is minder gunstig. Zo is bij de aanpak van verdroging sinds 2000
nauwelijks voortgang geboekt. Ook komt er nog altijd te veel
stikstof in de natuur terecht. Gevolg is dat veel soorten nog steeds
in aantal achteruitgaan. De ruimtelijke samenhang en milieucondities
zijn onvoldoende om de internationaal gemaakte afspraken over het
behoud van biodiversiteit waar te maken.
Wanneer de EHS volledig wordt gerealiseerd (728.500 ha in 2018), zal
ruim de helft ervan uit grote eenheden natuur bestaan. Voorbeelden
zijn de duinen, de Veluwe en uiterwaarden van de grote rivieren. In
diverse grote eenheden zijn nog wel inspanningen nodig om de beoogde
natuurkwaliteit te realiseren. Het gaat dan vooral om het saneren
van landbouwenclaves in natuurgebieden. Daarvoor zijn planologische
duidelijkheid nodig en krachtige inzet van ruimtelijke instrumenten,
waaronder onteigening.
Naast de grote eenheden, zal de EHS na afronding in 2018, voor ruim
20% bestaan uit mozaïeken van kleinere natuurgebieden. Voorbeelden
zijn Twente, de Graafschap en Zuid-Limburg. Ook die gebieden kunnen
als grote eenheid natuur fungeren, maar dan moet wel de ruimtelijke
samenhang worden vergroot. In sommige situaties kan dat door de
verbindingen tussen de natuurgebieden te verbeteren. In andere
gevallen zijn zwaardere maatregelen nodig, zoals aanpassing van de
waterhuishouding. Het is vooral van belang om voor de natuur
negatieve en onomkeerbare ontwikkelingen, zoals de aanleg van
grootschalige bedrijventerreinen, te voorkomen.
Het kabinet beoogt een omslag van natuurbeheer door de aankoop van
grond naar natuurbeheer door particuliere en agrarische
grondeigenaren. Daarmee dreigt de ruimtelijke samenhang in beheer
verder af te nemen. Dit komt omdat het agrarisch en particulier
natuurbeheer vooralsnog nauwelijks bijdragen aan het vergroten van
de samenhang tussen de grote eenheden natuur. Bovendien zijn er
aanwijzingen dat met de huidige regelingen voor agrarisch
natuurbeheer, zonder aanvullende inrichtingsmaatregelen, niet de
natuurdoelen worden gehaald die terreinbeherende organisaties wel
kunnen bereiken.
Niet alleen de kwaliteit van de natuur, maar ook het Nederlandse
landschap staat onder druk. In een kwart van Nederland wordt de
belevingswaarde van het landschap negatief beïnvloed door
verstedelijking. In de Nota Ruimte geeft de regering aan dat zij de
verantwoordelijkheid neemt voor de landschappelijke kwaliteit in
twintig Nationale Landschappen. Het Milieu- en Natuurplanbureau
constateert dat de gebieden die als Nationaal Landschap zijn
aangewezen goed zijn gekozen. Het gaat om landschappen die een
grote, vaak internationale waarde hebben. De inwoners van Nederland
blijken de gebieden hoog te waarderen.
De kwaliteit van de Nationale Landschappen staat echter onder druk
door de verstedelijking, de aanleg van infrastructuur, en de
schaalvergroting en intensivering in de landbouw. Het ruimtelijke
beleid uit de Nota Ruimte biedt nauwelijks bescherming en er zijn
geen plannen om strengere regels op te stellen. Bovendien stelt het
Rijk veel minder geld beschikbaar dan de €200 miljoen die naar
schatting jaarlijks nodig is. Dat is ongeveer tien keer zoveel als
de investeringen die het Rijk en de provincies zich hebben
voorgenomen.
Om het gat tussen benodigde en beschikbare middelen te dichten,
zoeken Rijk en provincies naar nieuwe financieringsbronnen. Dat
wordt echter bemoeilijkt door de Europese mededingingsregels. Met
deze regels wil de Europese Commissie beïnvloeding van de
concurrentieverhoudingen tegengaan.
Een andere veel genoemde oplossing voor het genereren van geld voor
natuur en landschap is ‘rood voor groen’-financiering. Deze vorm van
financiering is echter tot nu toe nauwelijks van de grond gekomen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------
Het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) voorziet de Nederlandse
regering van onafhankelijke evaluaties en verkenningen over de
kwaliteit van de fysieke leefomgeving en de invloed daarvan op mens,
plant en dier. Het Milieu- en Natuurplanbureau vormt hiermee een
brug tussen wetenschap, beleid en politiek.
----------------------------------------------------------------------------------------------
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Politieke wil nodig voor
terugkeer visbestanden voor oostkust Canada.
Vissers omzeilen vangstverbod kabeljauw
onder mom van 'onbedoelde bijvangst' |
20 september 2005
Internationale vissersvloten halen - onder het mom van
'onbedoelde bijvangst' - jaarlijks meer dan 13.000 ton aan
kabeljauw, schol en andere vissoorten illegaal uit de Grand Banks,
het zwaar overbeviste zeegebied voor de oostkust van Canada. Al
sinds 1994 is er een volledig vangstverbod op onder meer kabeljauw
in dit gebied, maar de vissers omzeilen het verbod op grote schaal.
Door deze praktijken dreigt de laatste kabeljauw uit de Grand Banks
te verdwijnen. Dat staat te lezen in een nieuw rapport van het
Wereld Natuur Fonds, dat vanmiddag is gepresenteerd. Het WNF roept
visserijnaties waaronder de Europese landen op om hun
verantwoordelijkheid te nemen en werk te maken van herstel van de
populaties.
De visgronden voor de oostkust van Canada behoorden eens tot de
meest rijke visgronden ter wereld. Door de komst van steeds grotere
schepen kreeg onder meer kabeljauw, schol en andere soorten het
vanaf de jaren tachtig en negentig als gevolg van overbevissing
zwaar te verduren. Vangstverboden moesten de terugkeer van gezonde
bestanden mogelijk maken. Maar alleen al in
2003 werd 5.400 ton kabeljauw als bijvangst opgehaald in het
zuidelijk deel van de Grand Banks. Dit is zo'n 90 procent van de
totale kabeljauwpopulatie in het gebied en 30 keer zo veel aan
bijvangst sinds het verbod van kracht werd, aldus het rapport, dat
voor andere soorten vergelijkbare gegevens laat zien.
Bijvangst is de onbedoelde vangst van vissen, waarop niet bewust
wordt gevist. Gewoonlijk gooien vissers ongewilde vissoorten terug
in zee, maar ze mogen een klein deel van de commercieel
aantrekkelijke en onbedoeld gevangen vis houden en met winst
verkopen. Volgens het Wereld Natuur Fonds wordt hier echter op grote
schaal misbruik van gemaakt, omdat veel boten bewust vissen in
gebieden waar het vissen op soorten als kabeljauw is verboden, maar
waar onbedoelde vangsten zeer waarschijnlijk zijn. Uit het rapport
blijkt dat de bijvangst in sommige gevallen wel 80 procent van de
totale hoeveelheid gevangen vis bedraagt, waardoor de winst enorm
stijgt. Overigens is de werkelijke bijvangst waarschijnlijk nog veel
hoger, omdat het rapport alleen gerapporteerde bijvangst beschrijft.
"De meeste mensen denken dat als er ergens een visverbod is, de
bedreigde vissoorten goed worden beschermd. Maar het tegendeel is
het geval", aldus Niek van Heijst, algemeen directeur van het Wereld
Natuur Fonds. "Het huidige bijvangstniveau van kabeljauw betekent
dat deze soort weinig kans heeft op herstel. Daarom moeten we snel
handelen om de visstanden in deze regio te herstellen. Wanneer we
deze ongeoorloofde vispraktijken blijven toestaan, kunnen de
visstanden zich nooit meer herstellen en blijft de lokale bevolking
langs de kust hier de nadelige gevolgen van ondervinden".
In het rapport levert het Wereld Natuur Fonds forse kritiek op de
NAFO, de Northwest Atlantic Fisheries Organization. De NAFO - de
organisatie voor visvangst in het noordwestelijk deel van de
Atlantische Oceaan - komt dezer dagen bijeen in Estland voor zijn
jaarvergadering. Volgens het Wereld Natuur Fonds is de NAFO
verantwoordelijk voor het mismanagement van de visgebieden bij
Canada die onder haar verantwoordelijkheid vallen. Het rapport geeft
aan dat er in elf van deze visgronden, waar de vangst van bepaalde
soorten geheel of gedeeltelijk is verboden, weinig tekenen van
herstel van de populaties zijn. Dit is hoofdzakelijk een gevolg van
de bijvangsten, aldus het Wereld Natuur Fonds.
Het WNF roept de Canadese regering en andere NAFO-landen op om
direct maatregelen te nemen om de bijvangst van kabeljauw in het
zuidelijk deel van de Grand Banks met 80 procent te verminderen. De
natuurbeschermingsorganisatie wil dat er een oplossing komt voor de
overcapaciteit - te veel boten die vissen op te weinig vissen. Dit
is de basisoorzaak voor overbevissing en bijvangst, aldus het Wereld
Natuur Fonds.
Niek van Heijst: "De regering van Canada en de visserijlanden die
onder de NAFO vallen moeten nu actie ondernemen. Wij zijn in Europa
medeverantwoordelijk voor de verwoestijning van de Grand Banks en
als we niet oppassen, zal dit patroon zich in onze eigen wateren
herhalen. Een gezonde zee vol vissen, is ook goed voor de vissers."
Vorig jaar lanceerde het Wereld Natuur Fonds juist een actieplan om
de biodiversiteit voor de Canadese oostkust te herstellen en de
terugkeer van gezonde visbestanden te kunnen garanderen. In het
kader van dit plan werkt de natuurbeschermingsorganisatie onder meer
aan beschermde zeegebieden, aanpak van illegale lozingen op zee,
tegengaan van bijvangst. Het WNF pleit voor een streng
visserijbeleid, zowel in Canada als in Europa.
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Nijlpaardenpopulatie Congo neemt sterk af |
12/09/05
Nijlpaarden in het Nationale Park Virunga in Congo, waar ooit de
grootste populatie nijlpaarden ter wereld woonde, worden bedreigd
met uitsterven. Nieuwe luchtfoto's laten zien dat er in het park nog
slechts 887 nijlpaarden leven. Twee jaar geleden waren dat er nog
ruim 1300, zo meldde maandag het Wereld Natuur Fonds in een
verklaring. Dertig jaar geleden woonden er in het gebied meer dan
29.000 hippopotamussen.
Stroperij is de belangrijkste oorzaak van de sterke afname van het
aantal dieren. Zowel lokale stropers als militairen en militieleden
maken zich daaraan schuldig. Zij zwerven volgens het WWF in het
beschermde park rond zonder eten of soldij. ,,Een recept voor een
ramp'', aldus de organisatie. De nijlpaarden worden meestal gedood
om hun tanden, die veel geld opbrengen op de illegale ivoormarkt.
De daling van de nijlpaardenpopulatie vormt ook een gevaar voor de
lokale economie. Een groot deel van de bevolking in het gebied is
afhankelijk van vis uit Lake Edward. Het meer levert veel vis, omdat
de uitwerpselen van de nijlpaarden die daar baden veel
voedingsstoffen bevatten. Als het aantal nijlpaarden afneemt, zal
ook de visstand daaronder lijden.
ANP
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
PLAN VOOR 'S
WERELDS GROOTSTE PALMOLIEPLANTAGE FUNEST VOOR REGENWOUD BORNEO |
augustus 2005
De Indonesische regering heeft plannen klaar liggen om in Kalimantan
– het Indonesische deel van het eiland Borneo - een palmolieplantage
zo groot als bijna half Nederland aan te leggen. De plannen,
gefinancierd door China, beslaan een gebied met een omvang van 1.8
miljoen hectare in de bergachtige regio grenzend aan Maleisië. Het
Wereld Natuur Fonds waarschuwt dat als Indonesië dit project
uitvoert, het een verwoestende impact zal hebben op de bossen,
dieren, planten en inheemse bevolking van Borneo.
Het gebied dat Indonesië op het oog heeft maakt deel uit van het
zogenaamde ‘Hart van Borneo’, qua biodiversiteit een van de meest
rijke gebieden ter wereld. Het Hart van Borneo omvat nog grote
oppervlaktes regenwoud, leefgebied van onder andere de orang-oetan
en de Borneose goudkat. In de laatste tien jaar zijn er gemiddeld 3
nieuwe soorten per maand ontdekt. Bovendien ontspringen 14 van de 20
grootste rivieren van het eiland in dit bergachtige gebied, waardoor
het Hart van Borneo ook van cruciaal belang is voor de
zoetwaterhuishouding van het eiland.
Het Wereld Natuur Fonds benadrukt dat het Hart van Borneo zich ook
in economisch opzicht absoluut niet leent voor aanleg van
oliepalmplantages, vanwege de onvruchtbare grond en steile
hellingen. Deskundigen raden aanleg van oliepalmplantages af in
gebieden hoger dan 200 meter boven de zeespiegel of met een
hellingsgraad van meer dan 30%. Het Centrum voor Internationaal
Bosbouw Onderzoek (1) onderzocht in 2004 200 proefgebieden in het
Hart van Borneo, geen was geschikt voor het verbouwen van palmolie.
Economisch voordeel van het verkrijgen van een palmolievergunning in
een bosgebied is dat een bedrijf het bos mag kappen en het hout
verkopen ter voorbereiding op de aanleg van een plantage. De
opbrengst van de houtverkoop kan dan worden gebruikt om aanleg van
een plantage te bekostigen. Er zijn vanuit het verleden ook gevallen
bekend van bedrijven die een palmolievergunning hebben aangevraagd
puur en alleen om het hout uit een gebied te kunnen oogsten. Na het
kappen van de bomen is van aanleg van een plantage dan geen sprake
en blijft een gebied kaal achter.
De Indonesische regering stelt dat het project de natuur geen schade
toe zal brengen. Het Wereld Natuur Fonds benadrukt echter dat aanleg
van een palmolieplantage in het voor mens en natuur zo waardevolle
en bosrijke Hart van Borneo, niet voldoet aan de criteria voor
duurzame palmolie. Belangrijk criterium is namelijk dat de aanleg
van een palmolieplantage niet ten koste mag gaan van het regenwoud.
Het Wereld Natuur Fonds wijst er bovendien op dat er nog volop
gedegradeerde en kale gebieden beschikbaar zijn in Kalimantan voor
palmolieplantages.
Het Wereld Natuur Fonds werkt via de ‘Ronde Tafel over Duurzame
Palmolie (2)’ nauw samen met het bedrijfsleven en andere betrokkenen
om te komen tot criteria voor duurzame palmolieproductie. De
Indonesische Palmolie Commissie, ook vertegenwoordigd in dit
overleg, heeft zich eveneens tegen de plannen voor deze
mega-plantage in het Hart van Borneo uitgesproken, en voor het
verduurzamen van palmolieproductie in Indonesië.
“Wij doen een dringend beroep op de Indonesische overheid om alleen
samen te werken met investeerders die de productie van duurzame
palmolie ondersteunen” aldus Mubariq Ahmad, directeur van
WWF-Indonesië. “Om de nog resterende natuurlijke rijkdom van Borneo
te behouden en de mensen van Borneo een toekomst te bieden is
duurzame ontwikkeling nodig, geen maatregelen gericht op winst op de
korte-termijn”.
Palmolie wordt verwerkt in allerlei alledaagse producten zoals zeep,
shampoo, margarine, sauzen en frituurolie. Borneo telt op dit moment
zo’n 2,5 miljoen ha. palmolieplantages, en dit areaal is nog altijd
groeiende. Nederland is na China en India de grootste importeur van
palmolie in de wereld. Gerhard van den Top, directeur
Natuurbescherming van het Wereld Natuur Fonds: “Nederland kan als
groot-importeur internationaal het goede voorbeeld geven door alleen
import van duurzaam geproduceerde palmolie toe te staan”.
WNF
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
NIEUW RAPPORT
SCHETST SOMBERE
TOEKOMST VOOR BORNEO |
7 juni 2005
Het Wereld Natuur Fonds publiceert vandaag een nieuw rapport en
een serie kaarten waaruit blijkt dat als het huidige tempo van
ontbossing op Borneo door blijft gaan, vrijwel alle laaglandbossen
op Borneo binnen tien jaar tijd verdwenen zullen zijn. Alleen al in
de afgelopen drie jaar ging een bosgebied ongeveer zo groot als
Nederland verloren op Borneo. De consequenties van deze omvangrijke
ontbossing zijn gigantisch, voor zowel mens als natuur. Het
voortbestaan van Borneo's unieke rijkdom aan biodiversiteit*,
waaronder dieren als de orang-oetan, dwergolifant en Sumatraanse
neushoorn, loopt serieus gevaar. Bovendien verstoort de ontbossing
in ernstige mate de zoetwatervoorziening op Borneo en met het
verdwijnen van het regenwoud verdwijnt voor de lokale bevolking ook
het zicht op een economisch gezonde toekomst.
Grootste bedreigingen voor Borneo - een eiland ruim 17x zo groot als
Nederland - zijn de omvangrijke en nog veelal illegale houtkap,
ontbossing ten behoeve van de aanleg van palmolieplantages, en
bosbranden. Het rapport Treasure island at risk becijfert dat het
huidige tempo van ontbossing 1,3 miljoen hectare per jaar bedraagt,
omgerekend bijna 300 voetbalvelden per uur. Op dit moment staat
ongeveer de helft van de bossen van Borneo nog overeind, halverwege
de jaren '80 was dit nog 75%.
Inmiddels is bijna 7% van Borneo al wel beschermd gebied, maar
illegale houtkap in beschermde gebieden vindt nog volop plaats. Bij
een onderzoek onder 18 concessiegebieden in het Indonesische deel
van Borneo (Kalimantan) werd bij 14 concessies illegale uitbreiding
van de houtkapactiviteiten in nabijgelegen beschermde gebieden
aangetroffen.
Borneo telt op dit moment zo'n 2,5 miljoen ha. palmolieplantages, en
dit areaal is nog altijd groeiende. Palmolie wordt verwerkt in tal
van alledaagse producten zoals zeep, shampoo, pindakaas, sauzen,
cosmetica etc. Nederland is na China en India de grootste importeur
van palmolie in de wereld.
Om te voorkomen dat Borneo's natuurlijke rijkdom verloren gaat heeft
het Wereld Natuur Fonds samen met de drie overheden die Borneo delen
- Indonesië, Maleisië en Bruneï - en vele partners het initiatief
genomen tot een ambitieus plan. Inzet: bescherming van ruim 22
miljoen hectare regenwoud in het zogenaamde 'Hart van Borneo'. In
dit gebied wordt gewerkt aan uitbreiding en aaneenschakeling van
beschermde gebieden, betere bescherming realiseren van deze gebieden
en duurzame economische ontwikkeling stimuleren. Bijvoorbeeld door
ecotoerisme op het eiland verder te introduceren en ondersteunen, en
banken en bedrijven te laten investeren in duurzaam beheer en
gebruik van bosgebieden.
Het rapport onderschrijft eerdere bevindingen van de Wereldbank over
het rappe tempo waarin de bossen van Borneo in de komende jaren
zullen verdwijnen als geen actie wordt ondernomen. Op Sumatra zijn
soortgelijke sombere voorspellingen nu al harde realiteit. "De
uitdaging die voor ons ligt is om op Borneo het tij te keren nu het
nog kan. Terugkijkend willen we over een paar jaar kunnen zeggen dat
de toekomstscenario's die dit rapport en de Wereldbank schetsen
onjuist waren" aldus Gerhard van den Top, directeur
Natuurbescherming van het Wereld Natuur Fonds. "Duurzaam ondernemen
is wat ons betreft hiervoor de sleutel. Nederland heeft een unieke
kans om het goede voorbeeld te geven. Het Wereld Natuur Fonds dringt
daarom aan op het zo snel mogelijk organiseren van een duurzame
handelsmissie naar Borneo."
Premier Balkenende heeft gisteren nog een beroep gedaan op
Nederlanders om bij hun bestedingen meer rekening te houden met
natuur en milieu. Van den Top: "Het Wereld Natuur Fonds is het hier
uiteraard mee eens, maar wij dringen er bij de overheid en
bedrijfsleven ook op aan om meer te investeren in duurzame
innovaties en producten. Zodat mensen in de toekomst daadwerkelijk
kunnen kiezen voor producten gemaakt van duurzame palmolie en
FSC-hout afkomstig van Borneo."
Wereld Natuur Fonds
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Natuurkaart.nl: de Nederlandse natuur
compleet op één website |
25-05-2005
Vandaag voegen Staatsbosbeheer en Vogelbescherming Nederland
belangrijke informatie toe aan natuurkaart.nl. Hiermee is
natuurkaart.nl de meest complete website met informatie over natuur
in Nederland.
Natuurkaart.nl geeft natuurliefhebbers een duidelijk overzicht van
en informatie over alle beheerde natuurgebieden van Nederland. Deze
website heeft een landelijke dekking, geeft veel praktische
informatie en is zeer gebruiksvriendelijk.
Natuurkaart.nl biedt de perfecte voorbereiding op een dagje uit in
de natuur.
Staatsbosbeheer verrijkt natuurkaart.nl met informatie over ongeveer
100 natuurgebieden en Vogelbescherming Nederland voegt informatie
toe over vogelrichtlijngebieden en de aanwezigheid van bijzondere
broedvogels. Met deze twee nieuwe samenwerkingspartners is
natuurkaart.nl de meest complete website over natuurgebieden van
Nederland.
Natuurkaart.nl informeert dagjesmensen, fietsers en wandelaars in
Nederland over het gebied dat zij bezoeken. De website is zeer
gebruiksvriendelijk en daarmee ook geschikt voor senioren. Op
verschillende manieren kan men natuurgebieden vinden: door op de
kaart van Nederland te klikken, door een naam van een natuurgebied
te selecteren of door een postcode in te geven. Natuurkaart.nl heeft
een landelijke dekking, nagenoeg alle natuurgebieden in Nederland
zijn terug te vinden. Bovendien biedt de website veel praktische
informatie zoals de aanwezigheid van wandel-, fiets- en ruiterpaden,
eet- en drinkgelegenheden, toegangsprijzen, toegankelijkheid
rolstoelers, wel/niet aanlijnen van de hond et cetera.
Een bezoek aan natuurkaart.nl is de perfecte voorbereiding op een
dagje uit in de natuur.
Natuurkaart.nl is een gezamenlijk initiatief van Naturalis,
Staatsbosbeheer, Vogelbescherming Nederland, Vereniging
Natuurmonumenten, de 12 provinciale Landschappen, de Nationale
Parken en het Goois Natuurreservaat.
www.natuurkaart.nl
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
TEMPO ONTBOSSING IN
BRAZILIAANSE AMAZONE OP NIEUW DIEPTEPUNT |
19 mei 2005
Afgelopen nacht heeft de Braziliaanse overheid bekend gemaakt dat
vorig jaar* ruim 26.000 km2 (ruim 60% van Nederland) regenwoud
gekapt is in het Amazone-gebied. Dit betekent dat het tempo waarin
ontbossing in de Braziliaanse Amazone plaatsvindt opnieuw een
stijgende lijn vertoont. Vorig jaar is zelfs het op een na grootste
oppervlakte regenwoud ooit tegen de vlakte gegaan in Brazilie,
waarmee in totaal ongeveer 17% van het Braziliaanse Amazone-gebied
vernietigd is.
Het Wereld Natuur Fonds bekritiseert het inconsistente beleid van de
Braziliaanse overheid, waardoor onroerend goed speculatie in
bosgebieden wordt aangemoedigd ten behoeve van uitbreiding van
veeteelt en industriële landbouw. Volgens het Wereld Natuur Fonds
veroorzaakt dit beleid niet alleen natuurschade, maar ook sociale
problemen omdat het leidt tot illegale conversie van bosgebieden
naar landbouwgebied, exploitatie van arbeiders en criminele
activiteiten.
Brazilie heeft zichzelf in 2003 ten doel gesteld om ontbossing in de
Amazone terug te dringen. Het Wereld Natuur Fonds wijst erop dat de
nu vrijgegeven cijfers duidelijk aantonen dat deze doelstelling bij
lange na nog niet gehaald is.
"Ondanks de inspanningen van het Braziliaanse Ministerie van Milieu,
tonen de centrale regering en lokale bestuurders onvoldoende inzet
om de strijd tegen ontbossing aan te gaan", aldus Denise Hamu,
directeur van WWF Brazilië. "Als de overheid en bedrijven niet veel
meer doen om dit schokkende tempo van ontbossing tegen te gaan,
lopen we het reële risico dat flinke delen van het Braziliaanse
regenwoud verloren gegaan zijn voordat we de kans gehad hebben de
rijkdom van deze unieke bosgebieden in kaart te brengen."
Alhoewel mede dankzij het Wereld Natuur Fonds al wel bijna 160.000
km2 bos in Brazilie aangewezen is als beschermd gebied of gebied
waar duurzaam gebruik moet plaatsvinden, is dit niet genoeg om de
vernietiging van het grootste regenwoud ter wereld tegen te gaan.
Regelgeving en controle op duurzaam gebruik en het investeren in
duurzame exploitatie door bedrijven is minstens zo belangrijk.
• de nu vrijgegeven cijfers gaan over de periode augustus 2003 -
augustus 2004
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Noordzeevissen trekken noordwaarts |
Het verspreidingsgebied van veel vissoorten die kenmerkend zijn
voor de Noordzee, schuift geleidelijk op naar het noorden. De
soorten willen zo ontsnappen aan het warmer wordende Noordzeewater,
aldus wetenschappers van de universiteit van East Anglia in
Engeland.
Opgeschoven
De onderzoekers bekeken de verspreidingsgegevens van 36 vissoorten
die dicht bij de bodem van de Noordzee leven. Daarvan bleken 15
soorten de afgelopen dertig naar het noorden ze zijn opgeschoven,
tot wel 400 km noordwaarts. Nog eens 6 soorten zochten diepere
wateren op waar het kouder is.
De temperatuur van het Noordzeewater is tussen 1961 en 2001 met 0,6
graden Celsius gestegen. Ook bij andere diergroepen zoals insecten
en zoogdieren is geconstateerd dat ze noordwaarts trekken, maar bij
vissen lijkt het tempo hoger te liggen. Mogelijk komt dat omdat de
dieren zich in zee makkelijker kunnen verplaatsen.
Ecosysteem
Volgens de onderzoekers kan de verplaatsing grote gevolgen hebben
voor de visserij op de Noordzee. Soorten als de blauwe wijting en
roodbaars zijn over vijftig jaar mogelijk helemaal uit de Noordzee
verdwenen.
Het warmere zeewater bemoeilijkt ook de voortplanting van bepaalde
soorten, aldus wetenschapper Allison Perry. “Dat geldt bijvoorbeeld
voor kabeljauw. Ook jonge haring gedijdt minder door de hogere
zeewatertemperatuur.”
Ook verloopt de verschuiving van de verschillende vissoorten niet
gelijk, waardoor het ecosysteem in verwarring raakt. Zo kunnen
bepaalde roofvissen noortwaarts trekken, terwijl hun prooidieren
achterblijven. Daarnaast zijn er soorten die niet in staat zijn om
zich aan de veranderende situatie aan te passen.
Volgens de Britse wetenschappers onderstreept hun onderzoek de
adviezen van wetenschappers aan de visserij om de druk op de
visstand te verlichten.
Bronnen: Nature, BBC
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Conferentie in Den
Haag wil snel actie voor duurzaam investeren op Borneo |
mei 2005
Wetenschappers en vertegenwoordigers van overheid en
bedrijfsleven roepen bedrijven op om haast te maken met duurzame
investeringen op Borneo.
Alleen dan kunnen de bossen op het eiland behouden blijven. De
oproep komt op de laatste dag van een vierdaagse internationale
conferentie in Leiden en Den Haag over duurzame ontwikkeling en
natuurbescherming op Borneo.
Volgens de deelnemers aan het congres moet er snel wat gebeuren. Uit
satellietfoto's die op de conferentie werden gepresenteerd, blijkt
dat de vernietiging van het tropisch regenwoud nog sneller gaat dan
gedacht. Maar nieuwe beschermde gebieden uitroepen alleen is niet
voldoende. De lokale bevolking moet toegang blijven houden tot
producten uit het regenwoud om zo in eigen levensonderhoud te kunnen
voorzien.
Volgens het congres is het op korte termijn organiseren van een
duurzame-handelsmissie naar Borneo een belangrijke eerste stap. Een
dergelijke missie sluit aan bij het verzoek van de lokale
districtshoofden om concrete duurzame ontwikkeling, zoals
ecotoerisme, op gang te brengen. Ook kan de missie zich oriënteren
op mogelijkheden voor de duurzame productie van hout en palmolie, en
van kredietverstrekking voor duurzaam ondernemen in deze sectoren.
Op deze manier hoeft palmolie, die verwerkt wordt in zeep en
voedingsmiddelen, niet meer te worden geoogst van plantages waarvoor
tropisch bos is weggekapt.
"De tijd dringt. De bevolking wil graag een groen eiland houden,
maar dan moeten ze voldoende alternatieve middelen van bestaan
hebben", aldus M. Kavanagh, directeur van WWF Maleisië. Het eiland
Borneo valt bestuurlijk onder Maleisië, Indonesië en Brunei.
De deelnemers van de conferentie pleiten verder onder meer voor:
Grensoverschrijdende controles om de smokkel van hout, dieren en
planten tegen te gaan.
Noodzaak van nauwe samenwerking tussen lokale bevolking, overheden,
bedrijfsleven en internationale gemeenschap.
De totstandkoming van een betrouwbare landkaart die aangeeft waar
welke ontwikkeling wel of niet mogelijk is, om zo productie van
duurzame palmolie en hout met een FSC-keurmerk te stimuleren.
Ondersteuning van de lokale gemeenschappen met fondsen en technische
assistentie om ecotoerisme van de grond te krijgen.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
361 Nieuwe
dieren en planten
ontdekt op Borneo |
25-04-2005
Wetenschappers ontdekken iedere maand gemiddeld drie nieuwe dier-
of plantsoorten op Borneo. In totaal zijn de afgelopen tien jaar 361
nieuwe soorten ontdekt. Dat blijkt uit het vandaag gepubliceerde
rapport "Borneo's Lost World" van het Wereld Natuur Fonds. Het
rapport benadrukt de noodzaak om Borneo, een van de belangrijkste
schatkamers van de natuur ter wereld, te beschermen. De cijfers zijn
in Leiden bekend gemaakt op een internationale, wetenschappelijke
conferentie over de bedreigingen van de natuur op Borneo door dr.
Mubariq Ahmad, directeur WWF Indonesië.
"Borneo's Lost World, Newly Discovered Species on Borneo" geeft een
overzicht van de ontdekkingen die de afgelopen tien jaar zijn
gedaan. In die periode zijn tenminste 361 nieuwe soorten beschreven:
260 insecten, 50 planten, 30 zoetwatervissen, 7 kikkers, 6
hagedissen, 5 krabben, 2 slangen en een pad. Een voorzichtige
schatting, omdat veel ontdekkingen nog niet in de wetenschappelijke
literatuur zijn verschenen. Diverse diergroepen, zoals vleermuizen
en andere nachtdieren, zijn bovendien nog niet goed bestudeerd.
Het Wereld Natuur Fonds organiseert deze week van 25 tot en met 28
april, samen met IIAS en CML, een internationale conferentie over
Borneo in Leiden en Den Haag. De eerste twee dagen (25 en 26 april)
wisselen wetenschappers kennis uit over duurzame ontwikkeling en
natuurbescherming op het eiland. Thema's die aan de orde komen zijn:
bosbranden, handel in orang-oetans, duurzame producten als rotan,
armoedebestrijding en de kennis van de Dayakbevolking over
medicinale planten. Op woensdag 27 april bundelen de wetenschappers
hun kennis in aanbevelingen voor de Nederlandse overheid en
bedrijfsleven. Op 28 april worden deze aanbevelingen in het Museon
in Den Haag besproken met vertegenwoordigers van overheid en
bedrijfsleven.
"Borneo bezit het wereldrecord voor het hoogste aantal endemische
soorten planten (59), vogels (39), zoogdieren (44) en vissen (160)",
aldus Miriam van Gool van het Wereld Natuur Fonds.
"Die soortenrijkdom is niet alleen goed voor de natuur, ook mensen
kunnen profiteren van de vele diensten die zo'n rijk bosgebied
levert, bijvoorbeeld voor duurzaam toerisme. Maar het eiland staat
nu onder zware druk door massale houtkap en palmolie-exploitatie -
onder andere voor de westerse markt. Als we niet uitkijken sterven
unieke soorten uit, nog voor we ze ooit ontdekt hebben!"
De conferentie deze week volgt drie weken na een ministeriële
conferentie in Brunei, waar de drie landen die Borneo besturen ,
hebben verklaard dat zij het Hart van Borneo willen behouden voor de
toekomst. Het Hart van Borneo omvat een gebied ter grootte van ruim
4x Nederland. Het Wereld Natuur Fonds steunt met een campagne dit
jaar het initiatief van de drie landen. Van Gool: "Duurzame
ontwikkeling is daarvoor essentieel. Deze week zijn ook
districtshoofden uit Borneo aanwezig. Zij vragen om duurzame
investeringen uit landen als het onze. Het is echt nu of nooit,
anders is de kip met gouden eieren geslacht".
WNF |
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Staatsbosbeheer: Bos blijft
afgesloten,
bijvoeren niet mogelijk,
natuur moet zijn loop hebben. |
9-03-2005
Staatsbosbeheerheeft het afgelopen weekend wegens zware sneeuwval en
koude het Fluitbos bij Almere afgesloten voor het publiek. In dit
bos schuilen de herten uit het nabij gelegen natuurgebied
Oostvaardersplassen en vinden er voedsel. Het bos werd afgesloten om
de rust van de edelherten te garanderen en onnodige sterfte te
voorkomen.
Staatsbosbeheer heeft besloten de afsluiting van het bos voorlopig
in stand te houden. Door het smelten van de sneeuw vinden de dieren
inmiddels weer voedsel. De enorme grasvlaktes van de
Oostvaardersplassen zijn wonderbaarlijk groen onder de sneeuw
vandaan gekomen en de meeste herten komen overdag uit het bos en
zoeken de vlakte weer op.
Opvallend is, dat het aantal afgevallen dieren kleiner is, dan te
verwachten was met de extreme koude van de afgelopen week. De
grootste sterfte in de natuur treedt namelijk op in de
winterperiode.
In de Oostvaardersplassen, een van de grootste natuurgebieden van
ons land leven naast tienduizenden ganzen, zilverreigers en sinds
kort ook zeearenden meer dan drie duizend grote grazers. De paarden,
runderen en edelherten leven er in symbiose met de ganzen. In de
Oostvaardersplassen heeft de natuur het voor het zeggen. Dit
betekent dat Staatsbosbeheer als beheerder zo min mogelijk ingrijpt
en natuurlijke processen de ontwikkeling laat bepalen. Dit geldt ook
voor de in het wild levende dieren in het gebied.
Op basis van leeftijdsopbouw en natuurlijke selectie zouden in de
Oostvaardersplassen jaarlijks ongeveer evenveel dieren moeten
sterven als er geboren worden, ongeveer 400. Deze aantallen worden
op dit moment bij lange na niet gehaald. Tot deze week zijn er van
de ruim 1500 herten rond de 150 afgevallen (10%). Ter vergelijking,
in andere delen van het land worden dit jaar van de 1865 herten 1146
exemplaren door jagers gedood om de door hen gewenste voorjaarsstand
te bereiken (60%) (bron: Veluws Hert) Staatsbosbeheer kiest in de
Oostvaardersplassen echter nadrukkelijk voor een model waarbij de
natuur het voor het zeggen heeft en waarbij door euthanasie (zwakke
dieren worden voor ze lijden gedood) onnodig dierenleed wordt
voorkomen.
Dit betekent echter ook dat, om sociale onrust in de kuddes te
voorkomen, de dieren niet kunnen worden bijgevoerd. De sociale
rangorde binnen de kuddes bepaalt welke dieren de beste
voedselplaatsen kunnen bemachtigen.
Oude dieren en jonge dieren die niet meer door de moeder worden
gezoogd staan het laagst in rangorde en krijgen daarom het minste
voedsel. In de natuur overleven daarom vooral de sterkste dieren.
Dagelijks toezicht en euthanasie van dieren die aangeven het leven
in de kudde door ouderdom of zwakte niet langer aan te kunnen,
voorkomt in de Oostvaardersplassen individueel lijden van dieren.
In de afgelopen periode heeft Staatsbosbeheer verscheidene externe
belangenbehartigers, zoals de veterinaire begeleidingscommissie,
Vereniging Het Veluws Hert en de Dierenbescherming, de gelegenheid
geboden zich ter plaatse op de hoogte te stellen van de toestand van
de kuddes. Ook Kamerleden zijn uitgenodigd zich te informeren.
Daarnaast wordt de toestand van de dieren regelmatig door
dierenartsen beoordeeld.
Hoewel de ergste koude en sneeuw nu wel voorbij zijn verwacht
Staatsbosbeheer toch dat er in de komende tijd nog een aantal dieren
zal afvallen.
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
WNF: Shell moet
bouw boorplatform bij Sachalin opschorten |
febr. 2005
Het Wereld Natuur Fonds roept een consortium van Shell en Japanse
bedrijven op om de geplande bouw van een boorplatform en pijpleiding
voor de oostkust van het Russische eiland Sachalin op te schorten,
totdat het voortbestaan van de populatie grijze walvissen is
gegarandeerd. Volgens het Wereld Natuur Fonds vormen de activiteiten
van het Sachalin Energie Investment Consortium (SEIC) een ernstige
bedreiging voor het leefgebied van deze met uitsterven bedreigde
populatie. Ook moeten de financiers zich voorlopig terugtrekken,
aldus de internationale natuurbeschermingsorganisatie.
De oproep van het Wereld Natuur Fonds volgt op de publicatie vandaag
van een rapport van onafhankelijke wetenschappers die de gevolgen
van olie- en gaswinning bij Sachalin hebben onderzocht. Uit het
onderzoek blijkt dat de activiteiten van Shell grote schade kunnen
aanrichten aan het leven in zee. Daarom adviseren de wetenschappers
om de bouw van het platform en pijplijn uit voorzorg uit te stellen,
totdat er meer duidelijkheid is over de risico's en over geschikte
alternatieve locaties.
Algemeen directeur Niek van Heijst van het Wereld Natuur Fonds:
"Shell kan niet anders dan de aanbevelingen van deze walvisexperts
opvolgen. We zijn niet tegen oliewinning in dit gebied, als het maar
op een manier gebeurt die rekening houdt met de natuur".
Het Wereld Natuur Fonds maakt zich al jaren zorgen over de
oliewinning bij Sachalin. De natuurbeschermingsorganisatie heeft
daarom, samen met vijftig andere non-gouvernementele organisaties,
Shell al herhaaldelijk en indringend gewaarschuwd dat het omstreden
boorplatform en pijplijn te dicht bij het voedselgebied voor de
walvissen ligt. Dit verstoort de rust en voedselvoorziening van de
laatste honderd grijze walvissen in dit gebied. Van Heijst:
"Wetenschappers waarschuwen dat, als er jaarlijks één vrouwtje dood
gaat, de populatie uiteindelijk uitsterft".
De populatie walvissen voor de kust van Sachalin bestaat uit honderd
dieren, waarvan 23 reproductieve vrouwtjes. Er bestaat nog één
andere populatie in de Stille Oceaan. Elders ter wereld is de grijze
walvis uitgestorven. Nog in juli 2004 riep de Internationale
Commissie voor de Walvisvangst (IWC) in Sorrento op tot
onmiddellijke maatregelen om de populatie bij Sachalin te
beschermen.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Nederlanders willen
donkergebieden |
febr. 2005
Van de Nederlandse bevolking vindt 52 procent het belangrijk dat
het ’s nachts donker is buiten de bebouwde kom. Tweederde van de
Nederlanders is voorstander van de aanwijzing van donkergebieden.
Hinder en ergernis van lichtvervuiling ondervindt 48 procent. Het
aantal mensen dat last heeft van ernstige hinder is in tien jaar
tijd verdubbeld. Dat alles valt te lezen in het door Alterra in
opdracht van Stichting Natuur en Milieu en de 12 provinciale
Milieufederaties verrichte belevingsonderzoek ‘Donkere Nachten’ dat
vandaag tijdens de conferentie ‘Mooi licht mooi donker’ wordt
gepresenteerd.
De Alterra-studie is geïnspireerd op de eveneens vandaag
verschijnende voorstudie van de Raad voor Ruimtelijk, Milieu- en
Natuuronderzoek (RMNO) ‘Mooi licht mooi donker’. Conclusie daaruit
is dat veel lichthinder is te voorkomen door slimmer te verlichten.
De huidige wet- en regelgeving biedt daar volgens de RMNO-studie
voldoende mogelijkheden toe. De onderzoekers concluderen tevens dat
ambtenaren en bestuurders het probleem lichthinder veelal negeren,
terwijl het onder de bevolking wel degelijk leeft. ‘Mooi licht mooi
donker’ wordt woensdag overhandigd aan staatssecretaris Pieter van
Geel (VROM).
Nederlanders ergeren zich regelmatig aan overmatige verlichting. Het
meest hinderlijk zijn verkeer, reclameverlichting, de lichtuitstoot
van overmatige straatverlichting en de glastuinbouw. Vooral bewoners
van het landelijk gebied, met name die uit de meer donkere
provincies, hechten aan het behoud van de donkere nacht. Op
initiatief van raadslid Marga Kool maakte de RMNO een inventarisatie
van het verschijnsel lichthinder, waarin kennisaspecten en mogelijke
oplossingen centraal staan. “Ik wist niet dat de ergernis zo groot
was. Vanuit mijn passie voor een natuurlijk evenwicht tussen licht
en donker begon ik aan dit onderzoek. Ik wilde graag weten hoeveel
mensen hinder ondervonden van verlichting in hun woonomgeving en wat
het wegvallen van de nachtelijke duisternis betekent voor het
welbevinden en de gezondheid van mensen en dieren”, vertelt Kool.
Vanuit die drijfveer begon zij aan het RMNO-project ‘Mooi licht mooi
donker’.
Er is niets tegen mooie, verantwoorde verlichting, zo vinden zowel
de milieuorganisaties als de Raad. Grote steden komen hierdoor tot
leven. Uit het Alterra-onderzoek blijkt dat 80 tot 90 procent van de
bevolking grote tot zeer grote voordelen ziet van verlichting voor
de sociale veiligheid, verkeersveiligheid en de mogelijk preventieve
werking die ervan uitgaat tegen inbraak. Een stad komt juist tot
leven door lichtreclames en verlichte straten, pleinen, gebouwen en
wegen. Er is dus sprake van tegengestelde gevoelens. Opvallend is
echter dat steeds meer mensen nadrukkelijk klagen over lichthinder
en lichtvervuiling. Het gebrek aan duisternis kan het bioritme van
mens en dier verstoren. Bovendien is er wellicht verband tussen
lichthinder en stress bij mensen.
Natuur en Milieu en de 12 provinciale Milieufederaties zijn van
mening dat iedere provincie uiterlijk in 2006 donkergebieden moeten
aanwijzen, vooral om natuurgebieden donkerder te maken.
RMNO-raadslid Marga Kool bepleit consequente toepassing van
bestaande wet- en regelgeving en het gebruik van verantwoorde vormen
van verlichting waarmee een aanzienlijke verbetering kan worden
bereikt. De RMNO roept beleidsmakers en bestuurders op het thema
lichthinder als serieus issue op te pakken.
Zie:
www.laathetdonkerdonker.nl
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
WNF pleit voor
duurzame wederopbouw na zeebeving in ZO-Azië |
februari 2005
Het Wereld Natuur Fonds roept de internationale gemeenschap op om de
kustgemeenschappen die door de zeebeving in ZO Azië zijn getroffen,
weer op een duurzame manier mee te helpen opbouwen. De
natuurbeschermingsorganisatie doet zijn oproep op het moment dat
vandaag op Mauritius een VN-conferentie van start gaat over de
kwetsbaarheid van kleine eilandstaten. Op de agenda staat onder meer
hoe deze kleine landen moeten omgaan met natuurrampen en
klimaatverandering.
"Gezonde ecosystemen kunnen levens redden", aldus Carel Drijver,
hoofd programma Oceanen en Kusten van het Wereld Natuur Fonds. "We
hebben gezien dat gebieden met gezonde mangrovebossen en
koraalriffen minder hard zijn getroffen door de tsunami, dan
gebieden waar deze ecosystemen waren aangetast. De Maldiven zijn
daar een goed voorbeeld van. Daar heeft de regering serieus werk
gemaakt van bescherming van het koraal. Mangrove en koraal werken
als een natuurlijke buffer. Maar in veel gebieden hebben
mangrovebossen plaats gemaakt voor garnalenkwekerijen of hotels op
het strand."
Het Wereld Natuur Fonds dringt daarom onder meer aan op:
" Bescherming van natuurlijke ecosystemen langs de kust
" Niet te dicht langs de kust bouwen
" Regelgeving voor bebouwing langs de kust en toezicht op naleving
hiervan
" Risicoanalyses maken voor activiteiten langs de kust
" Duurzame wederopbouw van toeristische sector
" Noodzaak om voor wederopbouw op lange termijn hout te gebruiken
dat op gecontroleerde manier is gekapt.
" Hulp aan de lokale vissers, zodat zij weer snel in hun
levensonderhoud kunnen voorzien. Dit moet voorkomen dat commerciële
vloten hun plaats innemen.
" Donorlanden moeten bij het geven van financiële steun extra
aandacht geven aan de relatie tussen natuur, veiligheid en armoede.
Het Wereld Natuur Fonds zal de komende periode al zijn kennis en
expertise inzetten om samen met de lokale gemeenschappen en samen
met betrokken regeringen en lokale WWF-kantoren een bijdrage te
leven aan een duurzame wederopbouw.
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|