Terug naar
Natuur


Archief
2003/2004

 

FSC maakt zoektocht naar goed hout en papier eenvoudiger

Versnippering grootste obstakel natuur en landschap

Miljoenenschenking voor WNF-koraalproject

Verliefde zeearenden in Oostvaardersplassen via webcam te zien

Historische verklaring getekend: Derde van Borneo beschermd

Zweedse miljonair wil Amazonewoud kopen

De zeearend broedt met succes in de Oostvaardersplassen

Jonge zeearend in Oostvaardersplassen op punt van uitvliegen

EU-landen schieten tekort bij aanpak illegale houtkap

6,4 miljoen hectare regenwoud in het Amazone gebied beschermd

unieke Great Bear Rainforest in Canada wordt beschermd

Onderwaterpark Bonaire financieel op eigen benen

MNP: Ambities en middelen voor natuur en landschap uit balans

politieke wil nodig voor terugkeer visbestanden voor oostkust Canada

nijlpaardenpopulatie Congo neemt sterk af

een palmolieplantage zo groot als bijna half Nederland

-alle laaglandbossen op Borneo binnen tien jaar tijd verdwenen

-Natuurkaart.nl: de Nederlandse natuur compleet op één website

-ontbossing in de Braziliaanse Amazone

-
Noordzeevissen trekken noordwaarts

-snel actie voor duurzaam investeren op Borneo

-361 Nieuwe dieren en planten ontdekt op Borneo

-Bos blijft afgesloten, bijvoeren niet mogelijk

-WNF: Shell moet bouw boorplatform bij Sachalin opschorten

-Nederlanders willen donkergebieden

-WNF pleit voor duurzame wederopbouw na zeebeving in ZO-Azië
 

 


 

 

   
Amerikaanse wetenschappers hebben voor de kust van de Indonesische provincie Papua tientallen nieuwe vissoorten en koralen ontdekt. Het gaat onder meer om twee nieuwe soorten haaien waarvan er een op zijn vinnen over de zeebodem 'loopt'.
Volgens de onderzoekers kent het dunbevolkte kustgebied een ongekende diversiteit aan vissen, weekdieren en koralen. In amper zes weken tijd vonden de wetenschappers meer dan vijftig nieuwe soorten. Ze verwachten de komende tijd nog meer nieuwe ontdekkingen te doen.
Volgens onderzoeksleider Mark Erdmann leven er in het betreffende gebied bijna vijftig procent meer soorten koralen dan in het beroemde Great Barrier Reef bij Australië. Ook gaat het om het grootste broedgebied van reuzeschildpadden in de Stille Oceaan.

Erdmann noemt de vondst van de 'soortenfabriek' onovertroffen en verbijsterend. Hij roept de wereld op het gebied bij Papua te beschermen tegen schadelijke menselijke activiteiten, zoals het vissen met dynamiet.

Verliefde zeearenden in Oostvaardersplassen via webcam te zien

De zeearend broedt met succes in de Oostvaardersplassen

 foto Staatsbosbeheer/Ruben Smit

Nederlanders willen donkergebieden

Van de Nederlandse bevolking vindt 52 procent het belangrijk dat het ’s nachts donker is buiten de bebouwde kom. Tweederde van de Nederlanders is voorstander van de aanwijzing van donkergebieden. Hinder en ergernis van lichtvervuiling ondervindt 48 procent. Het aantal mensen dat last heeft van ernstige hinder is in tien jaar tijd verdubbeld. Dat alles valt te lezen in het door Alterra in opdracht van Stichting Natuur en Milieu en de 12 provinciale Milieufederaties verrichte belevingsonderzoek ‘Donkere Nachten’ dat vandaag tijdens de conferentie ‘Mooi licht mooi donker’ wordt gepresenteerd.
lees verder....

Hoe lang nog
voor de
Sumatraanse tijger ?



© WWF-Canon / Alain COMPOST



 

 
 
 
    terug naar boven  
   
 

FSC maakt zoektocht naar goed hout en papier eenvoudiger
Vernieuwde website geeft bedrijven veel duidelijkheid

29-01-2008

Het gebruik van hout en papier met een goede herkomst, niet illegaal en niet uit onverantwoorde kap, blijkt steeds actueler. De vernieuwde website van FSC Nederland geeft bedrijven en instellingen die hout willen gebruiken uit goed beheerde bossen, daarom alle informatie over de verkrijgbaarheid ervan en de benodigde stappen voor certificering. www.fscnl.org is overzichtelijk en maakt de zoektocht naar goed hout eenvoudiger. Zowel vormgeving als inhoud zijn aangepast aan de wensen van de bezoekers.

Met een paar muisklikken krijgt de bezoeker de gewenste informatie. Zo wordt duidelijk waar en hoe FSC-hout verkrijgbaar is. Belangrijk instrument daarvoor is de leveranciersgids, een digitale databank van FSC-gecertificeerde houtsoorten en ruim 1750 FSC-producten van meer dan 135 FSC-gecertificeerde leveranciers. Bedrijven die FSC-gecertificeerde producten willen aanbieden, vinden op de site een stappenplan voor de daarvoor noodzakelijke certificering van hun bedrijf. Ook veelgevraagde richtlijnen voor het gebruik van het FSC-logo zijn met de website online bereikbaar.

De site bevat verder tips over en aanbevelingen voor het toepassen van FSC-hout en -papier, met speciale aandacht voor de belangrijke projectfases in de bouw (zowel utiliteitsbouw als GWW). In de projectengalerij zijn aansprekende voorbeelden te vinden van bouwprojecten waarin FSC-hout werd toegepast. Ook treft de bezoeker informatie aan over lopende projecten van FSC Nederland om de vraag naar en naamsbekendheid van FSC in Nederland te stimuleren.

Ook particuliere bezoekers treffen informatie op de site aan, waaronder informatie over het herkennen van gecertificeerde producten. Via de site worden bezoekers op de hoogte gehouden van de laatste ontwikkelingen en kunnen geïnteresseerden zich aanmelden voor de digitale nieuwsbrief van FSC Nederland, die zesmaal per jaar verschijnt.

Wat is FSC?
FSC staat voor Forest Stewardship Council (Raad voor Goed Bosbeheer). FSC is een internationaal netwerk ter bevordering van verantwoord bosbeheer. FSC stelde een wereldwijde standaard op, met daaraan gekoppeld een keurmerk. Het internationale, onafhankelijke FSC-keurmerk geeft zekerheid: hout en houtproducten die het keurmerk dragen, zijn afkomstig uit verantwoord beheerde bossen, waar aandacht is voor ecologische, sociale en economische aspecten.

FSC is een onafhankelijke organisatie zonder winstoogmerk, opgericht in 1993 en actief in 83 landen. FSC staat transparantie en een democratische werkwijze voor: alle bij het bos betrokken partijen hebben gelijk stemrecht in de organisatie en bij het formuleren van de normen. Grote milieu- en ontwikkelingsorganisaties, vakbonden, boseigenaren en vele grote en kleine bedrijven staan daarom achter FSC. Op dit moment is wereldwijd meer dan 91 miljoen hectare bos gecertificeerd.

De stichting FSC Nederland, een bedrijvenplatform met meer dan 172 deelnemers en 80 convenantpartners, streeft naar een zo groot mogelijk aandeel van FSC-hout en -houtproducten op de Nederlandse houtmarkt. In 1999 lag dit aandeel op 4%, in 2007 op 17%. FSC Nederland streeft ernaar dit aandeel in 2008 naar 25% te brengen.

 
 
    terug naar boven  
   
 

Versnippering grootste obstakel natuur en landschap


De hoeveelheid natuur die het kabinet wil realiseren, wordt met het huidige beleid niet gehaald. Het is nodig dat er méér natuur komt én dat de natuurgebieden veel groter worden. Versnippering is niet alleen het grootste obstakel voor natuur, maar ook voor het landschap.

Dat concludeert het MNP in de Natuurbalans die vandaag wordt aangeboden aan minister Verburg van LNV.

Natuur
De hoeveelheid natuur is de laatste jaren weliswaar toegenomen, maar als het kabinet de doelstelling wil halen, zullen de provincies meer areaal moeten aankopen om gebieden een natuurfunctie te geven. Dat geldt zowel voor natuur die bestemd is voor recreatie als voor de te beschermen natuur.

Kwaliteit

Het gaat niet alleen om het aantal hectares, maar ook om de kwaliteit van de natuur. Zelfs bij volledige realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) bestaat de Nederlandse natuur in 2018 voor een groot deel uit kleine gebieden. Terwijl er juist gróte natuurgebieden nodig zijn om bedreigde soorten te beschermen en natuurlijke processen de ruimte te geven. Nederland heeft zich namelijk in Europees verband verplicht om bepaalde soorten en gebieden in stand te houden. Bovendien is het in grotere gebieden goedkoper om de kwaliteit van het milieu en het water te verbeteren.

Landschap
De groene ruimte neemt af en is versnipperd. Ook stilte is hierdoor schaarser geworden. In Zuid-Holland is de groene ruimte het meest versnipperd door woonwijken, bedrijventerreinen, glastuinbouw, wegen en spoorlijnen, windturbines en hoogspanningsmasten. Vooral Nationale Landschappen met openheid als karakteristiek boeten aan waarde in, als gevolg van verspreide bebouwing. Voor het landschap hangt veel af van de sturing door Rijk en provincies om de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) op het juiste schaalniveau te implementeren.
 

 
 
    terug naar boven  
   
 

Miljoenenschenking voor WNF-koraalproject

2 juli 2007

Het Wereld Natuur Fonds ontvangt van de Turing Foundation, opgericht door TomTom-ondernemer Pieter Geelen, in totaal drie miljoen euro om de riffen van de zogenaamde 'Koraaldriehoek' in zuidoost-Azië te beschermen. Het bedrag is toegezegd voor een periode van zes jaar.

De Turing Foundation is een nieuwe charitatieve instelling die zich naast onderwijs, lepra en kunst ook richt op het beschermen van de natuur. Een van de twee speerpunten daarbij zijn de kraamkamers van de zee in ontwikkelingslanden. Zeegebieden zoals koraalriffen kennen de hoogste concentraties aan biodiversiteit. De keuze voor de Koraaldriehoek -wereldwijd het rijkst aan zeeleven- ligt daarbij voor de hand, evenals de samenwerking met het Wereld Natuur Fonds, dat al jarenlang actief koraalgebieden beschermt.

De Koraaldriehoek is een zeegebied van 5,7 miljoen km² dat Maleisië, Indonesië, de Filippijnen, Papoea Nieuw-Guinea en de Solomon-eilanden omspant. De wereldrecordhouder zeeleven herbergt o.a.75% van alle koraalsoorten, zes van de zeven soorten zeeschildpadden, 3.000 rifvissen, haaien, walvissen en dolfijnen. Het Wereld Natuur besteedt de schenking onder meer aan het oprichten van beschermde onderwatergebieden en het toepassen van verantwoorde visserijmethodes.

"Erg blij" is WNF-directeur Johan van de Gronden met de miljoenenschenking van de Turing Foundation. Van de Gronden: "Dit is een schoolvoorbeeld van een ondernemer met een groen hart, die het ons mogelijk maakt onze activiteiten in de Koraaldriehoek fors uit te breiden."

"Een organisatie als WNF zal nooit bij de pakken neerzitten." zegt Pieter Geelen, voorzitter van de Turing Foundation. "Bij elke tegenslag is hun houding 'Dan moeten we daar ook wat aan doen!'. Alleen zo ontdek je dat de lijst problemen niet oneindig is, en de initiatieven die je moet nemen ambitieus maar niet onmogelijk. Dat capabele mensen zich met zulke onstuitbare energie over de kraamkamers van de zee ontfermen is een bron van inspiratie en hoop, en de geweldige track record van het WNF heeft ons doen besluiten hun Coral Triangle Initiative op deze schaal te steunen."

 

 
 
    terug naar boven  
   
 

Verliefde zeearenden in Oostvaardersplassen
via webcam te zien


08-03-2007

Het zeearendenpaar, dat vorig jaar voor het eerst in Nederland een jong heeft groot gebracht, is sinds vandaag via de computer te volgen. Staatsbosbeheer heeft een webcam bij het nest geplaatst, waarmee de verliefde zeearenden via www.staatsbosbeheer.nl live zijn te volgen. De zeearenden brengen het nest in gereedheid voor de volgende broedpoging.
Het nest, dat vorig jaar voor het eerst werd gebruikt, is verder uitgebouwd en weegt inmiddels meer dan 2.000 kilo. De arenden zijn druk bezig met het goed leggen van wilgentakken. Tijdens het testen van de webcam is zelfs het paren opgenomen. Op de website van Staatsbosbeheer staat een kort filmpje met een eerste impressie van de webcambeelden. De beelden zijn niet alleen bijzonder om naar te kijken maar leveren daarnaast veel materiaal voor onderzoek.

De zeearend (Haliaeetus albicilla) is de grootste arend van Europa. Een zeearend leeft van aas, vogels en vis. De vogel leeft bij voorkeur in een uitgestrekt, waterrijk gebied zoals de Oostvaardersplassen. Vorig jaar werd er voor het eerst sinds de Middeleeuwen een zeearendjong geboren.
Het jong, waarvan het geslacht nog niet vast staat, verblijft ook nog in de Oostvaardersplassen. Het is inmiddels zelfstandig. Zeearenden blijven het hele jaar door (zomer en winter) in hun broedgebied en vormen een paar voor het leven. Dat de zeearenden nu aanstalten maken om weer te gaan broeden, werd door Staatsbosbeheer verwacht. Als een paartje zeearenden eenmaal ergens met succes heeft gebroed, en het paar overleeft de winter, dan wordt vrijwel zeker volgend jaar hetzelfde nest opnieuw gebruikt. Sommige zeearendnesten zijn tientallen jaren in gebruik en groeien uit tot enorme bouwsels.

Webcam
In de Oostvaardersplassen is een draadloos observatiesysteem voor het zeearendnest geïnstalleerd. Bij het nest hangt een camera. De beelden gaan via een draadloze verbinding naar de antenne bij het zeven kilometer verderop gelegen kantoor van Staatsbosbeheer. Daar worden de beelden opgeslagen op een recorder voor onderzoek en via een ADSL-lijn doorgestuurd naar de provider als 'streaming video' voor de website.
In de omgeving van het nest is uiteraard geen stroomvoorziening aanwezig.
Voor de benodigde energie wordt daarom gebruik gemaakt van zonnepanelen en een accu. De panelen voeden tijdens zonuren de camera en zenders en laden de accu's bij als er meer energie wordt ontvangen dan gebruikt. De accu's vormen een buffer voor de dagen dat er te weinig zon is om de benodigde energie te leveren voor camera en zender. Bij veel en langdurige bewolking kunnen de accu's leeg raken, waardoor de camera
(tijdelijk) niet werkt.

 
 
    terug naar boven  
   
 

HISTORISCHE VERKLARING GETEKEND:
DERDE VAN BORNEO BESCHERMD


12-02-2007

Tijdens een ceremonie in Bali hebben ministers van de drie regeringen die Borneo delen (Indonesië, Maleisië en Bruneï) vandaag een historische verklaring getekend over bescherming van het zogenaamde 'Hart van Borneo'. De drie-landen verklaring beoogt een van 's werelds meest rijke natuurgebieden te beschermen en duurzaam te beheren. Het Hart van Borneo beslaat ongeveer een derde van het eiland Borneo en is 22 miljoen hectare (ruim 5x zo groot als Nederland) groot.

Dit bergachtige gebied omvat nog grote stukken ongerept regenwoud die het leefgebied zijn van ondermeer de orang-oetan, de Maleise beer en de neushoornvogel. Bovendien ligt hier de bron van 14 van de 20 grootste rivieren van Borneo waardoor het gebied ook van cruciaal belang is voor de zoetwaterhuishouding van het eiland. Het Wereld Natuur Fonds voert al lange tijd actief campagne voor betere bescherming van de natuurlijke rijkdommen van Borneo en heeft ook intensief gelobbyd voor het tekenen van deze grensoverschrijdende verklaring.

'Schateiland' onder druk

Borneo is in veel opzichten een waar schateiland. Op een relatief klein oppervlak zijn heel veel soorten dieren en planten te vinden. De ontstaansgeschiedenis van het eiland is mede verantwoordelijk voor deze grote rijkdom. Op en rond Borneo liggen veel natuurlijke verspreidingsgrenzen, zoals bergketens, brede rivieren en zeeën. Grenzen die voor veel soorten onoverbrugbaar zijn. Dit heeft ertoe bijgedragen dat Borneo vele planten en dieren telt die nergens anders ter wereld voorkomen. Borneo telt 13 soorten apen, ruim 350 vogelsoorten, 150 soorten reptielen en amfibieën en ongeveer 15.000 plantensoorten, waaronder zo'n 3.000 boomsoorten. Bovendien worden nog met grote regelmaat nieuwe ontdekkingen gedaan op Borneo, alleen vorig jaar al zijn 50 nieuwe soorten ontdekt.

De natuur op Borneo staat al lange tijd onder zware druk, met name door ontbossing van het eiland. Slechts de helft van de bossen die Borneo oorspronkelijk bedekten staat nog overeind, terwijl Borneo midden jaren tachtig nog voor 75% bedekt was met bossen. Sinds 1996 is het tempo van de ontbossing door heel Indonesië toegenomen tot gemiddeld twee miljoen hectare per jaar. De belangrijkste bedreigingen voor de natuurlijke rijkdommen van Borneo zijn (illegale) houtkap voor de houtindustrie, het kappen van bos ten behoeve van de aanleg van plantages (voor o.a. oliepalm en snelgroeiende boomsoorten), bosbranden en de handel in bedreigde dieren en planten.

Nieuwe fase breekt aan

De vandaag getekende verklaring markeert het begin van een nieuwe fase voor Borneo, een fase waarin afspraken op papier omgezet moeten worden in realiteit. "De natuur beschermen kan niet zonder oog te hebben voor de belangen van lokale mensen. Ook op Borneo zijn natuurbescherming en duurzame ontwikkeling onlosmakelijk met elkaar verbonden. Nederland heeft als groot-importeur van hout en palmolie een belangrijke rol te spelen in de toekomst van Borneo. Als we willen dat duurzaam ondernemen hier echt van de grond komt, moeten we als afnemers en consumenten onze verantwoordelijkheid nemen en zorgen dat de vraag naar producten die geproduceerd zijn op een manier die niet ten koste gaat van mens en natuur fors toeneemt. Alleen dan kunnen we binnen afzienbare tijd meer FSC*-hout en duurzaam geproduceerde palmolie uit Borneo verwachten" zegt Johan van de Gronden, algemeen directeur van het Wereld Natuur Fonds.

 
 
    terug naar boven  
   
 

Zweedse miljonair wil Amazonewoud kopen

 07 - 07 - 2006

De Zweedse miljonair Johan Eliasch heeft voorgesteld het gehele Amazone regenwoud te kopen. Volgens de natuurbeschermer, die al een flink stuk Amazone bezit, kost zo'n investering aanzienlijk minder dan natuurrampen als de tsunami of de orkaan Katrina.

Eliash, topman van sport- en kledingmerk Head, deed zijn voorstel op een internationale bijeenkomst van ondernemers in Londen, georganiseerd door verzekeringsbedrijf Lloyd's.

Volgens de 43-jarige Zweed zou de aankoop van het Amazonewoud zo'n 18 miljard dollar kosten. Hij rekende zijn gehoor voor dat de orkaan Katrina in de Verenigde Staten en de tsunami in Azië verzekeraars in 2005 alleen al 83 miljard dollar hebben gekost, een historisch recordbedrag.

Een investering in natuurbescherming in de Amazone, valt in het niet bij de wereldwijde kosten van de desastreuze gevolgen van klimaatverandering, vindt Eliasch.

Volgens de Braziliaanse krant Folha de S. Paulo reageerden de verenigde ondernemers lauw op zijn voorstel. Zij zien niet zo snel een directe relatie tussen de bescherming van de Amazone en natuurrampen.

Groene kolonialisten

Het voorstel van de Zweed komt niet uit de lucht vallen. In maart kocht Eliasch zelf al zo'n 160.000 vierkante kilometer grond van een houtbedrijf in de Braziliaanse staat Amazone, zo'n 2600 kilometer ten noorden van Rio de Janeiro. Volgens nooit door hem bevestigde berichten was daarmee een bedrag van 14,7 miljoen dollar gemoeid.

'De Amazone regenwouden zijn de longen van de wereld. Ze produceren 20 procent van alle zuurstof in de wereld en 30 procent van het zoetwater', aldus Eliasch in een eerder interview met de Britse krant The Sunday Times, die hem in een lijst van rijkste Britse inwoners de 145e plaats toebedeelt.

De natuurbeschermer heeft zijn eigendom in Brazilië opengesteld voor wetenschappers die medicinale mogelijkheden van de planten willen onderzoeken.
Eliasch kent overigens nog meer bestemmingen voor zijn vermogen. Zo kwam hij in het nieuws wegens zijn gulle giften aan de Engelse Tories, de conservatieve oppositie van premier Tony Blair.

Bron oneworld.nl  Met dank aan Geertje van der Pas in Brazilië

 
 
    terug naar boven  
   
 

Jonge zeearend in Oostvaardersplassen
op punt van uitvliegen


20-07-2006

Het zeearendenpaar dat dit jaar voor het eerst in Nederland broedde, heeft één jong groot gebracht. Het jong is inmiddels net zo groot als een volwassen zeearend. Boswachter Frank de Roder van Staatsbosbeheer: 'Het is echt bijzonder dat de eerste broedpoging van dit jonge vrouwtje direct een succes is. Het vrouwtje is namelijk pas drie jaar oud en dus nog niet helemaal volwassen. Tijdens de bewaking van het nest viel het me op dat het mannetje heel zorgzaam is. Dat is niet gebruikelijk bij roofvogels. Het gedrag van het mannetje heeft er zeker toe bij gedragen dat er nu voor het eerst sinds mensenheugenis een zeearendjong uit gaat vliegen'.

De zeearenden (Haliaeetus albicilla) begonnen eind maart met broeden en begin mei is het jong uit het ei gekomen. Het nest heeft een omvang van twee-en-een-halve meter en een diepe kom, zodat de boswachters in het begin niet konden zien hoeveel jongen er waren. Het blijkt er één te zijn, die zich goed laat bewonderen en er gezond uitziet. Eén jong is vrij normaal voor een zeearendenpaar. Twee jongen komen regelmatig voor, drie hoogst zelden. Het geslacht van het dier staat nog niet vast. Het jong is nu zo groot als de ouders. Ze leveren de prooi alleen op het nest af en het jong doet de rest zelf. De jonge arend is bijna zwart, het jeugdkleed van de zeearend. In het vijfde of zesde levensjaar krijgt hij het veel lichtere verenkleed van een volwassen zeearend. De jonge vogel doet met zijn spanwijdte van twee-en-een-halve meter al een tijdje verwoede vliegoefeningen op het nest. Erg hoog komt hij nog niet maar de boswachters verwachten dat de jonge arend binnen een week zal uitvliegen.
Daarna blijft de arend nog twee maanden afhankelijk van de ouders, voordat hij zelfstandig zal moeten jagen. Dat wordt nog een harde leerschool; de sterfte onder jonge vogels is groot.

De zeearend is de grootste arend van Europa. Een zeearend leeft van aas, vogels en vis. De arend leeft bij voorkeur in een uitgestrekt, waterrijk gebied zoals de Oostvaardersplassen. Zeearenden blijven het hele jaar door (zomer en winter) in hun broedgebied. Als ze eenmaal ergens gebroed hebben, is de kans groot dat volgend jaar hetzelfde nest opnieuw gebruikt wordt. Sommige zeearendnesten zijn tientallen jaren in gebruik en groeien uit tot enorme bouwsels. Alles is in het werk gesteld om de zeearenden zo veel mogelijk rust te gunnen tijdens dit eerste broedgeval in de Oostvaardersplassen. In het bezoekerscentrum van Staatsbosbeheer aan de Kitsweg in Lelystad, zijn beelden van de zeearenden te bekijken. Ook op de website van Staatsbosbeheer, www.staatsbosbeheer.nl  is een kort filmpje te zien.
 

De zeearend broedt met succes in de Oostvaardersplassen

22-05-2006

Staatsbosbeheer verheugd over eerste nederlandse broedgeval sinds mensenheugenis.

De zeearend (Haliaeetus albicilla) is als broedvogel terug in Nederland. In de Oostvaardersplassen, natuurgebied van Staatsbosbeheer tussen Almere en Lelystad, heeft een zeearendenpaar dit voorjaar een nest gebouwd en eieren uitgebroed. Lange tijd werd niet voor mogelijk gehouden dat de zeearend, de grootste arend van Europa, in een dicht bevolkt gebied als Nederland zou kunnen broeden. Het feit dat de zeearend in de Oostvaardersplassen broedt, is volgens ecoloog Frans Vera geen toeval. Vera: “Dat de zeearend hier is gaan broeden, toont opnieuw het unieke karakter van het gebied. Het zal zeker niet bij dit ene paar blijven”.

De zeearenden begonnen eind maart met broeden en eind april zijn de jongen uit het ei gekomen. Een zeearend legt één tot drie eieren. De jongen zijn nog te klein om te zeggen hoeveel het er zijn. Al in 2005 werd gespeculeerd over een mogelijke broedpoging van de zeearend in de Oostvaardersplassen. Een volwassen mannetje, ouder dan vijf jaar, verbleef er het hele jaar door met een bijna volwassen vrouwtje. Het vrouwtje komt uit Duitsland en is daar in 2002 geringd. Afgelopen winter en in het voorjaar uitte de paarvorming zich in baltsgedrag en gesleep met takken. In maart werd in het moerasgedeelte van de Oostvaardersplassen een nest gebouwd en nu zijn er daadwerkelijk jongen. Ecoloog Frans Vera van Staatsbosbeheer: “Het is een bijzondere gebeurtenis, werkelijk de kroon op de natuurontwikkeling in de Oostvaardersplassen. Velen hadden dit niet voor mogelijk gehouden. Dat het paartje zeearenden de Oostvaardersplassen als eerste gebied in Nederland tot hun broedgebied hebben uitverkoren, heeft ook te maken met de kadavers van de edelherten die er ’s winters altijd zijn”. In perioden van vorst, ijs en sneeuw, wanneer ze geen vissen meer kunnen vangen en de ganzen zijn weggetrokken, zijn gestorven dieren een belangrijke bron van voedsel. Daarom wordt de vogel ook wel de gier van het noorden genoemd.

Zeearend
De zeearend is de grootste arend van Europa, met een spanwijdte tot wel twee-en-een-halve meter. De roofvogel wordt daarom ook wel ‘vliegende deur’ genoemd. Er zijn geen schriftelijke bronnen uit het verleden die het broeden van zeearenden vermelden, maar het is nauwelijks voor te stellen dat de arend nooit in Nederland heeft gebroed. De zeearend breidt de laatste jaren zijn broedgebied vanuit Duitsland, Polen en Zweden in westelijke richting uit. Een zeearend leeft van aas, vogels en vis. De arend leeft bij voorkeur in een uitgestrekt, waterrijk gebied, zoals de Oostvaardersplassen. Zeearenden verblijven jaarrond in hun broedgebied.

Boete
Staatsbosbeheer bewaakt het nest en de directe omgeving permanent. De zeearend is gevoelig voor verstoringen, en daarom wordt alles in het werk gesteld om de zeearenden de nodige rust te gunnen. Het natuurgebied is grotendeels afgesloten voor publiek. Het nest ligt bovendien in een onbegaanbaar deel van het gebied. Als extra voorzorg is rondom het nest is een zone ingesteld waar geen mensen mogen komen. De Officier van Justitie kan overtreders een boete opleggen van €2000,- .

Oostvaardersplassen
De Oostvaardersplassen vormt nationaal en internationaal een boegbeeld voor natuurontwikkeling. Het is een groot natuurgebied met een rijke flora en fauna. Uniek in de Oostvaardersplassen is dat er vrijwel niet door de mens hoeft worden ingegrepen. Dat komt doordat er zich een ecologisch systeem heeft ontwikkeld. Natuurlijke processen zorgen er voor dat bedreigde en zeldzame vogelsoorten een plek hebben gevonden en kunnen voortbestaan. De begrazing door grauwe gans, wild levende paarden, runderen en edelherten spelen een hoofdrol in die natuurlijke processen. Daarnaast is het gebied voor veel trekvogels een belangrijke schakel in hun trekroute. Het natuurgebied heeft in 1999 het ‘Europees Diploma voor Natuurbeheer’ ontvangen. Dit diploma is in 2004 verlengd. Deze onderscheiding van de Raad van Europa onderschrijft het internationale belang van de grootschalige natuurontwikkeling in de Oostvaardersplassen. Het broedgeval van de zeearend is eens te meer het bewijs van de uniekheid van het gebied.

 
 
    terug naar boven  
   
 

Wereld Natuur Fonds:
EU-landen schieten tekort bij aanpak illegale houtkap

21-04-2006

Het Wereld Natuur Fonds publiceert vandaag een ranglijst 'Government Barometer', die in kaart brengt wat de 22 EU-lidstaten en Zwitserland concreet ondernemen tegen illegale houtkap wereldwijd. De ranglijst laat zien dat er sinds 2004 weinig tot geen verbetering heeft plaatsgevonden. Het Wereld Natuur Fonds roept de EU-landen daarom op de illegale houtkap daadwerkelijk aan te pakken door met nationale wetgeving meer steun te bieden aan bedrijven en overheden die verantwoord hout willen importeren.

Geen van de 23 onderzochte landen heeft een acceptabel resultaat behaald. Het land dat er het beste vanaf komt, is het Verenigd Koninkrijk, gevolgd door Nederland, Denemarken, Letland en België. Toch behaalden deze landen maar net iets meer dan 50 procent van de maximaal haalbare score. Het enige land dat merkbaar vooruitgang heeft geboekt, is Nederland. Het Verenigd Koninkrijk deed het zelfs slechter dan in 2004.

De onderzochte landen scoorden de meeste punten voor hun houding ten aanzien van EU-maatregelen tegen illegale houtwinning. Ze behaalden maar weinig punten voor hun concrete concrete inspanningen. "Het mondeling ondersteunen van de EU-maatregelen is natuurlijk prima, maar het is niet genoeg om de verwoestende illegale houtkap aan te pakken", aldus Kirsten Schuyt, hoofd Bossenprogramma van het Wereld Natuur Fonds. "De EU is een grote afnemer van illegaal gekapt hout afkomstig uit de hele wereld. De regeringen doen te weinig om voldoende vraag te genereren naar legaal en duurzaam gewonnen hout en houtproducten".

Het onderzoek van het Wereld Natuur Fonds toont aan dat de lidstaten weinig tot niets doen op het gebied van verantwoorde gunning van overheidsopdrachten. Alleen Frankrijk heeft een verregaand beleid ontwikkeld dat ervoor moet zorgen dat door publieke instellingen gekochte houtproducten legaal en duurzaam zijn geproduceerd. Zeven landen - Oostenrijk, Verenigd Koninkrijk, Nederland, Duitsland, Denemarken, Zwitserland en België - hadden weliswaar bepaalde beleidsmaatregelen getroffen voor de gunning van overheidsopdrachten, maar deze waren zeker niet toereikend.

Er werd ook onderzocht hoe de overheden over actie in Europees verband denken. De landen gaven duidelijk aan positief te staan tegenover het ontwikkelen van EU-wetgeving die de import naar de EU van illegaal gekapt hout en illegale houtproducten verbiedt. Deze wetgeving zou de huidige vrijwillige afspraken tussen de EU en hout-exporterende landen, waarvoor de EU namens de lidstaten heeft onderhandeld, kunnen ondersteunen. Het Wereld Natuur Fonds heeft herhaaldelijk benadrukt dat zolang deze wetgeving er niet is, illegaal gekapt hout niet kan worden geweerd.

WNF

 
 
    terug naar boven  
   
 

6,4 miljoen hectare regenwoud

6-03-2006

De Braziliaanse regering heeft aangekondigd 6,4 miljoen hectare regenwoud, een gebied zo groot als twee keer België, in het Amazone gebied te beschermen tegen ontbossing. Dit is bijna evenveel bos als dat er de laatste drie jaar gekapt is. Een belangrijke stap in de goede richting.
'Dit is een belangrijke stap in de bescherming en duurzaam beheer van de Amazone, al is het slechts een fractie van wat nodig is', zegt Paulo Adário, campagneleider bossen van Greenpeace Brazilië. 'De laatste drie jaar is een gebied van bijna 7 miljoen hectare bos verloren gegaan, oftewel 18 voetbalvelden per minuut. Als de kap buiten het beschermde gebied in dit tempo doorgaat, verdwijnt dit majestueuze oerwoud alsnog'.

Greenpeace heeft de afgelopen jaren intensief campagne gevoerd om de ontbossing in de Amazone te stoppen. Greenpeace Brazilië steunde de lokale bevolking in haar protest tegen ontbossing en ontmaskerde de handelsroute van illegale houtstromen. Éen van de eisen bij de campagne was bescherming van The Middle Land. Dit is het gebied dat nu beschermd zal worden. The Middle Land, ligt in het hart van de Amazone in de staat Para. Het gebied was extra kwetsbaar, omdat het vlak langs een belangrijke hoofdweg ligt, die dwars door de Amazone wordt aangelegd. Door deze ontsluiting van het gebied was de aanleg van plantages, houtkap of veehouderij makkelijker en dus de kans dat dit bos zou worden vernietigd extra groot.

Het Amazonewoud als totaal wordt ernstig bedreigd door droogte, illegale en destructieve houtkap en kaalslag en platbranden van bossen voor de aanleg van plantages voor landbouwproducten zoals soja. Dit heeft geleid tot een dramatisch verlies van biodiversiteit. Het veelvuldige platbranden van bossen in Brazilië levert daarnaast een significante bijdrage aan de CO2-uitstoot van het land en dus aan klimaatverandering. Ieder stuk bescherming is van groot belang.

Wereldwijd is slechts 20 procent van alle oerbossen nog intact. Tenzij de wereld in staat is deze bossen te beschermen, zullen de komende decennia veel van deze resterende bossen verloren gaan. De aankondiging van de Braziliaanse president gisteren volgt op de aankondiging vorige week van Canada om 2 miljoen hectare van haar oerbossen te beschermen.

'Deze successen zijn het bewijs dat bescherming van bossen haalbaar is', zegt Hilde Stroot, campagneleider bossen van Greenpeace Nederland. 'Overheden hebben de mogelijkheid om hun beloftes waar te maken door een wereldwijd netwerk van beschermde gebieden in te stellen op de Internationale Biodiversiteits Top , die 17 maart in Brazilië start. Greenpeace zal daar ook aanwezig zijn, om overheden aan hun beloftes te houden'.

Greenpeace zal de komende maanden intensief campagne voeren ter bescherming van de Amazone en een tweede ernstig bedreigd bosgebied in Zuidoost-Azië; het Paradise Forest. Ook in Nederland volgen acties om de aandacht te vestigen op de bedreigingen in deze twee gebieden.
 

 
 
    terug naar boven  
   
 

Great Bear Rainforest in Canada wordt beschermd

3-03-2006

Greenpeace is blij dat een derde van het unieke Great Bear Rainforest in Canada wordt beschermd. Na tien jaar campagnevoeren van Greenpeace, andere milieuorganisaties en lokale indianenstammen heeft het bestuur van het gebied, Britisch Columbia, vandaag bekend gemaakt dat twee miljoen hectare oerbos volledig wordt beschermd. Voor de rest van het regenwoud worden regels opgesteld voor duurzaam gebruik.
"Geweldig nieuws!", zegt Hilde Stroot, campagneleider bossen Greenpeace Nederland. "Het Great Bear Rainforest werd in het afgelopen decennia met een alarmerende snelheid vernietigd vanwege de groeiende vraag naar hout en papierproducten als toiletpapier. Er is een netwerk van beschermde gebieden nodig om de laatste oerbossen van de wereld veilig te stellen en dit is een goed begin."

Grizzly beer
Het Great Bear Rainforest is van levensbelang voor verschillende bedreigde diersoorten zoals de grizzly beer, de zwarte en de uiterst zeldzame witte ‘Spirit’ beer, wilde zalm, arenden, wolven en boomsoorten als de ceder.

Jarenlange campagne
De afgelopen jaren ontstond steeds meer protest over de snelle vernietiging van dit unieke bos. Greenpeace voerde enkele jaren geleden veel actie tegen de import van hout uit het Great Bear Rainforest. In Nederland waren dat acties tegen de import van Western Red Cedar en acties bij de Canadese ambassade. Afnemers van deze houtsoort hebben daardoor gezocht naar alternatieven. Meer dan tachtig bedrijven waaronder BBC WorldWide Publishing, Mitsubishi Corporation en de Belgische houtfederatie zijn gestopt met het afnemen van dit hout. De internationale druk leidde tot onderhandelingen tussen Canadese bosbouwers, gezamenlijke milieuorganisaties de lokale indianen en de overheid.

Ongeveer twee miljoen hectare, oftewel 33 procent van het Great Bear regenwoud is volgens de gemaakte afspraken beschermd tegen houtkap. Dit is een gebied zo groot als acht keer Luxemburg. Voor de rest van het bos, een gebied van 6,4 miljoen hectare, wordt een op het ecosysteem gebaseerd management systeem ontwikkeld. Dat betekent dat houtkap op een duurzame manier wordt uitgevoerd en extra gebieden beschermd gaan worden. Dit moet in 2009 operationeel zijn.

Hilde Stroot van Greenpeace: “Hier wordt de basis gelegd voor het behoud van dit unieke oerwoud. Greenpeace blijft volgen of de overheid haar afspraken nakomt.”

Greenpeace

 
 
    terug naar boven  
   
 

Onderwaterpark Bonaire
financieel op eigen benen

16/11/05

Het Bonaire Nationale Marine Park bestaat dit jaar een kwart eeuw. Dat betekent dat de wateren rondom Bonaire al 25 jaar beschermd natuurgebied zijn. Tijdens dit jubileumjaar is het bovendien gelukt om het park financieel op eigen benen te krijgen. De vele toeristen die Bonaire bezoeken om van de mooie kust met koraalriffen rondom het eiland te genieten dragen nu met elkaar de operationele kosten van het beheer van het park. Alleen al het duiktoerisme is bovendien goed voor ongeveer 1.000 permanente banen op het eiland en 25 miljoen euro aan jaarlijkse inkomsten. Vanmiddag wordt dit in het bijzijn van onder anderen minister Pechtold van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties gevierd in het Antillenhuis in Den Haag.<?
Voorbeeld voor beschermde zeegebieden wereldwijd
Dankzij de innovatieve samenwerking tussen de overheid, de toerismesector en natuurorganisaties is het Bonaire Nationale Marine Park een voorbeeld voor beheerders van beschermde zeegebieden overal ter wereld. De koraalriffen rond Bonaire zijn weliswaar niet ongeschonden, maar ze behoren nog steeds tot het beste wat het Caribische gebied te bieden heeft. Het Wereld Natuur Fonds heeft het Bonaire Nationale Marine Park mede opgericht en jarenlang financieel ondersteund. Dankzij het succes en de financiële zelfstandigheid van het onderwaterpark kan het Wereld Natuur Fonds zijn steun aan het park nu afbouwen en op andere plekken in de wereld verder werken aan invoering van het ‘Bonaire-model’.
Duurzame ontwikkeling op land nog steeds nodig
Terwijl voor het zeegebied van Bonaire nu veel geregeld is, moet op het landgedeelte het invoeren van goede regels op het gebied van water- en natuurkwaliteit nog plaats vinden. Ook een goedgekeurd eilandelijk ‘bestemmingsplan’ is hard nodig om te garanderen dat ontwikkeling op duurzame wijze plaatsvindt.
Tijdens zijn recente bezoek aan het onderwaterpark bood minister Pechtold aan om vanuit Nederland mensen en middelen ter beschikking te stellen aan Bonaire om de regelgeving voor duurzame ontwikkeling en natuurbehoud snel in orde te maken en via voorlichting het draagvlak onder de bevolking van het eiland te versterken. De Europese Unie heeft nog steeds fondsen gereserveerd om een belangrijk deel van de kustzone op Bonaire aan te sluiten op een waterzuiveringssysteem. Het Wereld Natuur Fonds juicht beide initiatieven toe en dringt er op aan dat een en ander snel en goed wordt uitgevoerd met gebruik van de beste technieken op gebied van waterzuivering en ruimtelijke planning. Als het koraal rondom Bonaire in goede staat blijft, zal Bonaire tot in lengte van jaren blijven profiteren van de economische voordelen ervan.
Wereldwijd netwerk beschermde zeegebieden
Het Wereld Natuur Fonds werkt in circa 50 landen ter wereld aan het opzetten en goed beheerd krijgen van beschermde zeegebieden. Het streven is dat de gebieden een wereldwijd netwerk vormen waarin alle belangrijke zeedieren en biotooptypen vertegenwoordigd zijn. Dat is niet alleen goed voor het behoud van de biodiversiteit, maar draagt enorm bij aan het in stand houden van de productiviteit van de zee. Koraalriffen, mangrovebossen en waddengebieden zijn bij uitstek kraamkamers van de zee. Het voortbestaan van
25 procent van alle vissoorten ter wereld is afhankelijk van de koraalriffen. Hieronder zijn ook vele vissoorten die een bron van inkomen vormen voor de miljoenen vissersfamilies in ontwikkelingslanden.
Op dit moment is slechts 0,6 procent van het zeeoppervlak beschermd. Onder aansporing van onder andere het Wereld Natuur Fonds hebben wereldleiders tijdens de ‘Earth Summit’ in Johannesburg in 2002 afgesproken dat in 2012 het netwerk beschermde zeegebieden 10 procent van de zee moet omvatten. Overheden zullen veel meer moeten doen om deze doelstelling te halen. Uiteindelijk zal het netwerk van beschermde zeegebieden volgens adviezen van de wetenschappelijke raad van de Conventie voor Biodiversiteit 20 tot 30 procent van de zee moeten beslaan.
 

 
 
    terug naar boven  
   
 

MNP: Ambities en middelen voor natuur en landschap uit balans


Okt-2005


De (inter)nationale ambities voor natuur en landschap en de beschikbare middelen zijn niet in evenwicht. Het gaat daarbij niet alleen om financiële middelen. Door de beperkte ruimte in Nederland zijn ook planologische duidelijkheid en bestuurlijke wilskracht essentieel om de natuur- en landschapsdoelen te realiseren. De voortgaande decentralisatie van het natuur- en landschapsbeleid legt een zware last op de schouders van provincies. Dat constateert het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) in de Natuurbalans 2005, die vandaag wordt aangeboden aan minister Veerman van LNV.

Vijftien jaar geleden is een start gemaakt met de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De EHS is een belangrijk middel om de internationaal gemaakte afspraken over biodiversiteit na te komen. De EHS moet er onder meer toe leiden dat meer grote eenheden met aaneengesloten natuur ontstaan. Hier en daar worden de resultaten zichtbaar. Bijvoorbeeld in het rivierengebied, waar vissoorten niet alleen profiteren van een verbeterde waterkwaliteit maar ook van natuurontwikkeling. Ook zijn er belangrijke stappen gezet in het ruimtelijke beleid en het milieubeleid.
Het gaat daarbij echter vooral om afspraken op papier. De praktijk is minder gunstig. Zo is bij de aanpak van verdroging sinds 2000 nauwelijks voortgang geboekt. Ook komt er nog altijd te veel stikstof in de natuur terecht. Gevolg is dat veel soorten nog steeds in aantal achteruitgaan. De ruimtelijke samenhang en milieucondities zijn onvoldoende om de internationaal gemaakte afspraken over het behoud van biodiversiteit waar te maken.

Wanneer de EHS volledig wordt gerealiseerd (728.500 ha in 2018), zal ruim de helft ervan uit grote eenheden natuur bestaan. Voorbeelden zijn de duinen, de Veluwe en uiterwaarden van de grote rivieren. In diverse grote eenheden zijn nog wel inspanningen nodig om de beoogde natuurkwaliteit te realiseren. Het gaat dan vooral om het saneren van landbouwenclaves in natuurgebieden. Daarvoor zijn planologische duidelijkheid nodig en krachtige inzet van ruimtelijke instrumenten, waaronder onteigening.

Naast de grote eenheden, zal de EHS na afronding in 2018, voor ruim 20% bestaan uit mozaïeken van kleinere natuurgebieden. Voorbeelden zijn Twente, de Graafschap en Zuid-Limburg. Ook die gebieden kunnen als grote eenheid natuur fungeren, maar dan moet wel de ruimtelijke samenhang worden vergroot. In sommige situaties kan dat door de verbindingen tussen de natuurgebieden te verbeteren. In andere gevallen zijn zwaardere maatregelen nodig, zoals aanpassing van de waterhuishouding. Het is vooral van belang om voor de natuur negatieve en onomkeerbare ontwikkelingen, zoals de aanleg van grootschalige bedrijventerreinen, te voorkomen.

Het kabinet beoogt een omslag van natuurbeheer door de aankoop van grond naar natuurbeheer door particuliere en agrarische grondeigenaren. Daarmee dreigt de ruimtelijke samenhang in beheer verder af te nemen. Dit komt omdat het agrarisch en particulier natuurbeheer vooralsnog nauwelijks bijdragen aan het vergroten van de samenhang tussen de grote eenheden natuur. Bovendien zijn er aanwijzingen dat met de huidige regelingen voor agrarisch natuurbeheer, zonder aanvullende inrichtingsmaatregelen, niet de natuurdoelen worden gehaald die terreinbeherende organisaties wel kunnen bereiken.

Niet alleen de kwaliteit van de natuur, maar ook het Nederlandse landschap staat onder druk. In een kwart van Nederland wordt de belevingswaarde van het landschap negatief beïnvloed door verstedelijking. In de Nota Ruimte geeft de regering aan dat zij de verantwoordelijkheid neemt voor de landschappelijke kwaliteit in twintig Nationale Landschappen. Het Milieu- en Natuurplanbureau constateert dat de gebieden die als Nationaal Landschap zijn aangewezen goed zijn gekozen. Het gaat om landschappen die een grote, vaak internationale waarde hebben. De inwoners van Nederland blijken de gebieden hoog te waarderen.

De kwaliteit van de Nationale Landschappen staat echter onder druk door de verstedelijking, de aanleg van infrastructuur, en de schaalvergroting en intensivering in de landbouw. Het ruimtelijke beleid uit de Nota Ruimte biedt nauwelijks bescherming en er zijn geen plannen om strengere regels op te stellen. Bovendien stelt het Rijk veel minder geld beschikbaar dan de €200 miljoen die naar schatting jaarlijks nodig is. Dat is ongeveer tien keer zoveel als de investeringen die het Rijk en de provincies zich hebben voorgenomen.

Om het gat tussen benodigde en beschikbare middelen te dichten, zoeken Rijk en provincies naar nieuwe financieringsbronnen. Dat wordt echter bemoeilijkt door de Europese mededingingsregels. Met deze regels wil de Europese Commissie beïnvloeding van de concurrentieverhoudingen tegengaan.
Een andere veel genoemde oplossing voor het genereren van geld voor natuur en landschap is ‘rood voor groen’-financiering. Deze vorm van financiering is echter tot nu toe nauwelijks van de grond gekomen.

--------------------------------------------------------------------------------------------------
Het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) voorziet de Nederlandse regering van onafhankelijke evaluaties en verkenningen over de kwaliteit van de fysieke leefomgeving en de invloed daarvan op mens, plant en dier. Het Milieu- en Natuurplanbureau vormt hiermee een brug tussen wetenschap, beleid en politiek.
----------------------------------------------------------------------------------------------

 
   
 
    terug naar boven  
   
 

Politieke wil nodig voor terugkeer visbestanden voor oostkust Canada.
Vissers omzeilen vangstverbod kabeljauw onder mom van 'onbedoelde bijvangst'


20 september 2005

Internationale vissersvloten halen - onder het mom van 'onbedoelde bijvangst' - jaarlijks meer dan 13.000 ton aan kabeljauw, schol en andere vissoorten illegaal uit de Grand Banks, het zwaar overbeviste zeegebied voor de oostkust van Canada. Al sinds 1994 is er een volledig vangstverbod op onder meer kabeljauw in dit gebied, maar de vissers omzeilen het verbod op grote schaal.
Door deze praktijken dreigt de laatste kabeljauw uit de Grand Banks te verdwijnen. Dat staat te lezen in een nieuw rapport van het Wereld Natuur Fonds, dat vanmiddag is gepresenteerd. Het WNF roept visserijnaties waaronder de Europese landen op om hun verantwoordelijkheid te nemen en werk te maken van herstel van de populaties.


De visgronden voor de oostkust van Canada behoorden eens tot de meest rijke visgronden ter wereld. Door de komst van steeds grotere schepen kreeg onder meer kabeljauw, schol en andere soorten het vanaf de jaren tachtig en negentig als gevolg van overbevissing zwaar te verduren. Vangstverboden moesten de terugkeer van gezonde bestanden mogelijk maken. Maar alleen al in
2003 werd 5.400 ton kabeljauw als bijvangst opgehaald in het zuidelijk deel van de Grand Banks. Dit is zo'n 90 procent van de totale kabeljauwpopulatie in het gebied en 30 keer zo veel aan bijvangst sinds het verbod van kracht werd, aldus het rapport, dat voor andere soorten vergelijkbare gegevens laat zien.

Bijvangst is de onbedoelde vangst van vissen, waarop niet bewust wordt gevist. Gewoonlijk gooien vissers ongewilde vissoorten terug in zee, maar ze mogen een klein deel van de commercieel aantrekkelijke en onbedoeld gevangen vis houden en met winst verkopen. Volgens het Wereld Natuur Fonds wordt hier echter op grote schaal misbruik van gemaakt, omdat veel boten bewust vissen in gebieden waar het vissen op soorten als kabeljauw is verboden, maar waar onbedoelde vangsten zeer waarschijnlijk zijn. Uit het rapport blijkt dat de bijvangst in sommige gevallen wel 80 procent van de totale hoeveelheid gevangen vis bedraagt, waardoor de winst enorm stijgt. Overigens is de werkelijke bijvangst waarschijnlijk nog veel hoger, omdat het rapport alleen gerapporteerde bijvangst beschrijft.

"De meeste mensen denken dat als er ergens een visverbod is, de bedreigde vissoorten goed worden beschermd. Maar het tegendeel is het geval", aldus Niek van Heijst, algemeen directeur van het Wereld Natuur Fonds. "Het huidige bijvangstniveau van kabeljauw betekent dat deze soort weinig kans heeft op herstel. Daarom moeten we snel handelen om de visstanden in deze regio te herstellen. Wanneer we deze ongeoorloofde vispraktijken blijven toestaan, kunnen de visstanden zich nooit meer herstellen en blijft de lokale bevolking langs de kust hier de nadelige gevolgen van ondervinden".

In het rapport levert het Wereld Natuur Fonds forse kritiek op de NAFO, de Northwest Atlantic Fisheries Organization. De NAFO - de organisatie voor visvangst in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan - komt dezer dagen bijeen in Estland voor zijn jaarvergadering. Volgens het Wereld Natuur Fonds is de NAFO verantwoordelijk voor het mismanagement van de visgebieden bij Canada die onder haar verantwoordelijkheid vallen. Het rapport geeft aan dat er in elf van deze visgronden, waar de vangst van bepaalde soorten geheel of gedeeltelijk is verboden, weinig tekenen van herstel van de populaties zijn. Dit is hoofdzakelijk een gevolg van de bijvangsten, aldus het Wereld Natuur Fonds.

Het WNF roept de Canadese regering en andere NAFO-landen op om direct maatregelen te nemen om de bijvangst van kabeljauw in het zuidelijk deel van de Grand Banks met 80 procent te verminderen. De natuurbeschermingsorganisatie wil dat er een oplossing komt voor de overcapaciteit - te veel boten die vissen op te weinig vissen. Dit is de basisoorzaak voor overbevissing en bijvangst, aldus het Wereld Natuur Fonds.

Niek van Heijst: "De regering van Canada en de visserijlanden die onder de NAFO vallen moeten nu actie ondernemen. Wij zijn in Europa medeverantwoordelijk voor de verwoestijning van de Grand Banks en als we niet oppassen, zal dit patroon zich in onze eigen wateren herhalen. Een gezonde zee vol vissen, is ook goed voor de vissers."

Vorig jaar lanceerde het Wereld Natuur Fonds juist een actieplan om de biodiversiteit voor de Canadese oostkust te herstellen en de terugkeer van gezonde visbestanden te kunnen garanderen. In het kader van dit plan werkt de natuurbeschermingsorganisatie onder meer aan beschermde zeegebieden, aanpak van illegale lozingen op zee, tegengaan van bijvangst. Het WNF pleit voor een streng visserijbeleid, zowel in Canada als in Europa.

 
 
    terug naar boven  
   
 

Nijlpaardenpopulatie Congo neemt sterk af


12/09/05


Nijlpaarden in het Nationale Park Virunga in Congo, waar ooit de grootste populatie nijlpaarden ter wereld woonde, worden bedreigd met uitsterven. Nieuwe luchtfoto's laten zien dat er in het park nog slechts 887 nijlpaarden leven. Twee jaar geleden waren dat er nog ruim 1300, zo meldde maandag het Wereld Natuur Fonds in een verklaring. Dertig jaar geleden woonden er in het gebied meer dan 29.000 hippopotamussen.
Stroperij is de belangrijkste oorzaak van de sterke afname van het aantal dieren. Zowel lokale stropers als militairen en militieleden maken zich daaraan schuldig. Zij zwerven volgens het WWF in het beschermde park rond zonder eten of soldij. ,,Een recept voor een ramp'', aldus de organisatie. De nijlpaarden worden meestal gedood om hun tanden, die veel geld opbrengen op de illegale ivoormarkt.
De daling van de nijlpaardenpopulatie vormt ook een gevaar voor de lokale economie. Een groot deel van de bevolking in het gebied is afhankelijk van vis uit Lake Edward. Het meer levert veel vis, omdat de uitwerpselen van de nijlpaarden die daar baden veel voedingsstoffen bevatten. Als het aantal nijlpaarden afneemt, zal ook de visstand daaronder lijden.

ANP

 
   
 
    terug naar boven  
   
 

PLAN VOOR 'S WERELDS GROOTSTE PALMOLIEPLANTAGE FUNEST VOOR REGENWOUD BORNEO


augustus 2005

De Indonesische regering heeft plannen klaar liggen om in Kalimantan – het Indonesische deel van het eiland Borneo - een palmolieplantage zo groot als bijna half Nederland aan te leggen. De plannen, gefinancierd door China, beslaan een gebied met een omvang van 1.8 miljoen hectare in de bergachtige regio grenzend aan Maleisië. Het Wereld Natuur Fonds waarschuwt dat als Indonesië dit project uitvoert, het een verwoestende impact zal hebben op de bossen, dieren, planten en inheemse bevolking van Borneo.

Het gebied dat Indonesië op het oog heeft maakt deel uit van het zogenaamde ‘Hart van Borneo’, qua biodiversiteit een van de meest rijke gebieden ter wereld. Het Hart van Borneo omvat nog grote oppervlaktes regenwoud, leefgebied van onder andere de orang-oetan en de Borneose goudkat. In de laatste tien jaar zijn er gemiddeld 3 nieuwe soorten per maand ontdekt. Bovendien ontspringen 14 van de 20 grootste rivieren van het eiland in dit bergachtige gebied, waardoor het Hart van Borneo ook van cruciaal belang is voor de zoetwaterhuishouding van het eiland.

Het Wereld Natuur Fonds benadrukt dat het Hart van Borneo zich ook in economisch opzicht absoluut niet leent voor aanleg van oliepalmplantages, vanwege de onvruchtbare grond en steile hellingen. Deskundigen raden aanleg van oliepalmplantages af in gebieden hoger dan 200 meter boven de zeespiegel of met een hellingsgraad van meer dan 30%. Het Centrum voor Internationaal Bosbouw Onderzoek (1) onderzocht in 2004 200 proefgebieden in het Hart van Borneo, geen was geschikt voor het verbouwen van palmolie.

Economisch voordeel van het verkrijgen van een palmolievergunning in een bosgebied is dat een bedrijf het bos mag kappen en het hout verkopen ter voorbereiding op de aanleg van een plantage. De opbrengst van de houtverkoop kan dan worden gebruikt om aanleg van een plantage te bekostigen. Er zijn vanuit het verleden ook gevallen bekend van bedrijven die een palmolievergunning hebben aangevraagd puur en alleen om het hout uit een gebied te kunnen oogsten. Na het kappen van de bomen is van aanleg van een plantage dan geen sprake en blijft een gebied kaal achter.

De Indonesische regering stelt dat het project de natuur geen schade toe zal brengen. Het Wereld Natuur Fonds benadrukt echter dat aanleg van een palmolieplantage in het voor mens en natuur zo waardevolle en bosrijke Hart van Borneo, niet voldoet aan de criteria voor duurzame palmolie. Belangrijk criterium is namelijk dat de aanleg van een palmolieplantage niet ten koste mag gaan van het regenwoud. Het Wereld Natuur Fonds wijst er bovendien op dat er nog volop gedegradeerde en kale gebieden beschikbaar zijn in Kalimantan voor palmolieplantages.

Het Wereld Natuur Fonds werkt via de ‘Ronde Tafel over Duurzame Palmolie (2)’ nauw samen met het bedrijfsleven en andere betrokkenen om te komen tot criteria voor duurzame palmolieproductie. De Indonesische Palmolie Commissie, ook vertegenwoordigd in dit overleg, heeft zich eveneens tegen de plannen voor deze mega-plantage in het Hart van Borneo uitgesproken, en voor het verduurzamen van palmolieproductie in Indonesië.

“Wij doen een dringend beroep op de Indonesische overheid om alleen samen te werken met investeerders die de productie van duurzame palmolie ondersteunen” aldus Mubariq Ahmad, directeur van WWF-Indonesië. “Om de nog resterende natuurlijke rijkdom van Borneo te behouden en de mensen van Borneo een toekomst te bieden is duurzame ontwikkeling nodig, geen maatregelen gericht op winst op de korte-termijn”.

Palmolie wordt verwerkt in allerlei alledaagse producten zoals zeep, shampoo, margarine, sauzen en frituurolie. Borneo telt op dit moment zo’n 2,5 miljoen ha. palmolieplantages, en dit areaal is nog altijd groeiende. Nederland is na China en India de grootste importeur van palmolie in de wereld. Gerhard van den Top, directeur Natuurbescherming van het Wereld Natuur Fonds: “Nederland kan als groot-importeur internationaal het goede voorbeeld geven door alleen import van duurzaam geproduceerde palmolie toe te staan”.

WNF

 
 
    terug naar boven  
   
 

NIEUW RAPPORT SCHETST SOMBERE
TOEKOMST VOOR BORNEO


7 juni 2005

Het Wereld Natuur Fonds publiceert vandaag een nieuw rapport en een serie kaarten waaruit blijkt dat als het huidige tempo van ontbossing op Borneo door blijft gaan, vrijwel alle laaglandbossen op Borneo binnen tien jaar tijd verdwenen zullen zijn. Alleen al in de afgelopen drie jaar ging een bosgebied ongeveer zo groot als Nederland verloren op Borneo. De consequenties van deze omvangrijke ontbossing zijn gigantisch, voor zowel mens als natuur. Het voortbestaan van Borneo's unieke rijkdom aan biodiversiteit*, waaronder dieren als de orang-oetan, dwergolifant en Sumatraanse neushoorn, loopt serieus gevaar. Bovendien verstoort de ontbossing in ernstige mate de zoetwatervoorziening op Borneo en met het verdwijnen van het regenwoud verdwijnt voor de lokale bevolking ook het zicht op een economisch gezonde toekomst.

Grootste bedreigingen voor Borneo - een eiland ruim 17x zo groot als Nederland - zijn de omvangrijke en nog veelal illegale houtkap, ontbossing ten behoeve van de aanleg van palmolieplantages, en bosbranden. Het rapport Treasure island at risk becijfert dat het huidige tempo van ontbossing 1,3 miljoen hectare per jaar bedraagt, omgerekend bijna 300 voetbalvelden per uur. Op dit moment staat ongeveer de helft van de bossen van Borneo nog overeind, halverwege de jaren '80 was dit nog 75%.

Inmiddels is bijna 7% van Borneo al wel beschermd gebied, maar illegale houtkap in beschermde gebieden vindt nog volop plaats. Bij een onderzoek onder 18 concessiegebieden in het Indonesische deel van Borneo (Kalimantan) werd bij 14 concessies illegale uitbreiding van de houtkapactiviteiten in nabijgelegen beschermde gebieden aangetroffen.

Borneo telt op dit moment zo'n 2,5 miljoen ha. palmolieplantages, en dit areaal is nog altijd groeiende. Palmolie wordt verwerkt in tal van alledaagse producten zoals zeep, shampoo, pindakaas, sauzen, cosmetica etc. Nederland is na China en India de grootste importeur van palmolie in de wereld.

Om te voorkomen dat Borneo's natuurlijke rijkdom verloren gaat heeft het Wereld Natuur Fonds samen met de drie overheden die Borneo delen - Indonesië, Maleisië en Bruneï - en vele partners het initiatief genomen tot een ambitieus plan. Inzet: bescherming van ruim 22 miljoen hectare regenwoud in het zogenaamde 'Hart van Borneo'. In dit gebied wordt gewerkt aan uitbreiding en aaneenschakeling van beschermde gebieden, betere bescherming realiseren van deze gebieden en duurzame economische ontwikkeling stimuleren. Bijvoorbeeld door ecotoerisme op het eiland verder te introduceren en ondersteunen, en banken en bedrijven te laten investeren in duurzaam beheer en gebruik van bosgebieden.

Het rapport onderschrijft eerdere bevindingen van de Wereldbank over het rappe tempo waarin de bossen van Borneo in de komende jaren zullen verdwijnen als geen actie wordt ondernomen. Op Sumatra zijn soortgelijke sombere voorspellingen nu al harde realiteit. "De uitdaging die voor ons ligt is om op Borneo het tij te keren nu het nog kan. Terugkijkend willen we over een paar jaar kunnen zeggen dat de toekomstscenario's die dit rapport en de Wereldbank schetsen onjuist waren" aldus Gerhard van den Top, directeur Natuurbescherming van het Wereld Natuur Fonds. "Duurzaam ondernemen is wat ons betreft hiervoor de sleutel. Nederland heeft een unieke kans om het goede voorbeeld te geven. Het Wereld Natuur Fonds dringt daarom aan op het zo snel mogelijk organiseren van een duurzame handelsmissie naar Borneo."

Premier Balkenende heeft gisteren nog een beroep gedaan op Nederlanders om bij hun bestedingen meer rekening te houden met natuur en milieu. Van den Top: "Het Wereld Natuur Fonds is het hier uiteraard mee eens, maar wij dringen er bij de overheid en bedrijfsleven ook op aan om meer te investeren in duurzame innovaties en producten. Zodat mensen in de toekomst daadwerkelijk kunnen kiezen voor producten gemaakt van duurzame palmolie en FSC-hout afkomstig van Borneo."

Wereld Natuur Fonds

 
 
    terug naar boven  
   
 

Natuurkaart.nl: de Nederlandse natuur
compleet op één website


25-05-2005

Vandaag voegen Staatsbosbeheer en Vogelbescherming Nederland belangrijke informatie toe aan natuurkaart.nl. Hiermee is natuurkaart.nl de meest complete website met informatie over natuur in Nederland.

Natuurkaart.nl geeft natuurliefhebbers een duidelijk overzicht van en informatie over alle beheerde natuurgebieden van Nederland. Deze website heeft een landelijke dekking, geeft veel praktische informatie en is zeer gebruiksvriendelijk.
Natuurkaart.nl biedt de perfecte voorbereiding op een dagje uit in de natuur.
Staatsbosbeheer verrijkt natuurkaart.nl met informatie over ongeveer 100 natuurgebieden en Vogelbescherming Nederland voegt informatie toe over vogelrichtlijngebieden en de aanwezigheid van bijzondere broedvogels. Met deze twee nieuwe samenwerkingspartners is natuurkaart.nl de meest complete website over natuurgebieden van Nederland.
Natuurkaart.nl informeert dagjesmensen, fietsers en wandelaars in Nederland over het gebied dat zij bezoeken. De website is zeer gebruiksvriendelijk en daarmee ook geschikt voor senioren. Op verschillende manieren kan men natuurgebieden vinden: door op de kaart van Nederland te klikken, door een naam van een natuurgebied te selecteren of door een postcode in te geven. Natuurkaart.nl heeft een landelijke dekking, nagenoeg alle natuurgebieden in Nederland zijn terug te vinden. Bovendien biedt de website veel praktische informatie zoals de aanwezigheid van wandel-, fiets- en ruiterpaden, eet- en drinkgelegenheden, toegangsprijzen, toegankelijkheid rolstoelers, wel/niet aanlijnen van de hond et cetera.
Een bezoek aan natuurkaart.nl is de perfecte voorbereiding op een dagje uit in de natuur.

Natuurkaart.nl is een gezamenlijk initiatief van Naturalis, Staatsbosbeheer, Vogelbescherming Nederland, Vereniging Natuurmonumenten, de 12 provinciale Landschappen, de Nationale Parken en het Goois Natuurreservaat.

www.natuurkaart.nl
 

 
 
    terug naar boven  
   
 

TEMPO ONTBOSSING IN BRAZILIAANSE AMAZONE OP NIEUW DIEPTEPUNT


19 mei 2005

Afgelopen nacht heeft de Braziliaanse overheid bekend gemaakt dat vorig jaar* ruim 26.000 km2 (ruim 60% van Nederland) regenwoud gekapt is in het Amazone-gebied. Dit betekent dat het tempo waarin ontbossing in de Braziliaanse Amazone plaatsvindt opnieuw een stijgende lijn vertoont. Vorig jaar is zelfs het op een na grootste oppervlakte regenwoud ooit tegen de vlakte gegaan in Brazilie, waarmee in totaal ongeveer 17% van het Braziliaanse Amazone-gebied vernietigd is.

Het Wereld Natuur Fonds bekritiseert het inconsistente beleid van de Braziliaanse overheid, waardoor onroerend goed speculatie in bosgebieden wordt aangemoedigd ten behoeve van uitbreiding van veeteelt en industriële landbouw. Volgens het Wereld Natuur Fonds veroorzaakt dit beleid niet alleen natuurschade, maar ook sociale problemen omdat het leidt tot illegale conversie van bosgebieden naar landbouwgebied, exploitatie van arbeiders en criminele activiteiten.

Brazilie heeft zichzelf in 2003 ten doel gesteld om ontbossing in de Amazone terug te dringen. Het Wereld Natuur Fonds wijst erop dat de nu vrijgegeven cijfers duidelijk aantonen dat deze doelstelling bij lange na nog niet gehaald is.

"Ondanks de inspanningen van het Braziliaanse Ministerie van Milieu, tonen de centrale regering en lokale bestuurders onvoldoende inzet om de strijd tegen ontbossing aan te gaan", aldus Denise Hamu, directeur van WWF Brazilië. "Als de overheid en bedrijven niet veel meer doen om dit schokkende tempo van ontbossing tegen te gaan, lopen we het reële risico dat flinke delen van het Braziliaanse regenwoud verloren gegaan zijn voordat we de kans gehad hebben de rijkdom van deze unieke bosgebieden in kaart te brengen."

Alhoewel mede dankzij het Wereld Natuur Fonds al wel bijna 160.000 km2 bos in Brazilie aangewezen is als beschermd gebied of gebied waar duurzaam gebruik moet plaatsvinden, is dit niet genoeg om de vernietiging van het grootste regenwoud ter wereld tegen te gaan. Regelgeving en controle op duurzaam gebruik en het investeren in duurzame exploitatie door bedrijven is minstens zo belangrijk.

• de nu vrijgegeven cijfers gaan over de periode augustus 2003 - augustus 2004
 

 
 
    terug naar boven  
   
 

Noordzeevissen trekken noordwaarts


Het verspreidingsgebied van veel vissoorten die kenmerkend zijn voor de Noordzee, schuift geleidelijk op naar het noorden. De soorten willen zo ontsnappen aan het warmer wordende Noordzeewater, aldus wetenschappers van de universiteit van East Anglia in Engeland.

Opgeschoven
De onderzoekers bekeken de verspreidingsgegevens van 36 vissoorten die dicht bij de bodem van de Noordzee leven. Daarvan bleken 15 soorten de afgelopen dertig naar het noorden ze zijn opgeschoven, tot wel 400 km noordwaarts. Nog eens 6 soorten zochten diepere wateren op waar het kouder is.

De temperatuur van het Noordzeewater is tussen 1961 en 2001 met 0,6 graden Celsius gestegen. Ook bij andere diergroepen zoals insecten en zoogdieren is geconstateerd dat ze noordwaarts trekken, maar bij vissen lijkt het tempo hoger te liggen. Mogelijk komt dat omdat de dieren zich in zee makkelijker kunnen verplaatsen.

Ecosysteem
Volgens de onderzoekers kan de verplaatsing grote gevolgen hebben voor de visserij op de Noordzee. Soorten als de blauwe wijting en roodbaars zijn over vijftig jaar mogelijk helemaal uit de Noordzee verdwenen.

Het warmere zeewater bemoeilijkt ook de voortplanting van bepaalde soorten, aldus wetenschapper Allison Perry. “Dat geldt bijvoorbeeld voor kabeljauw. Ook jonge haring gedijdt minder door de hogere zeewatertemperatuur.”

Ook verloopt de verschuiving van de verschillende vissoorten niet gelijk, waardoor het ecosysteem in verwarring raakt. Zo kunnen bepaalde roofvissen noortwaarts trekken, terwijl hun prooidieren achterblijven. Daarnaast zijn er soorten die niet in staat zijn om zich aan de veranderende situatie aan te passen.

Volgens de Britse wetenschappers onderstreept hun onderzoek de adviezen van wetenschappers aan de visserij om de druk op de visstand te verlichten.

Bronnen: Nature, BBC

 
 
    terug naar boven  
   
 

Conferentie in Den Haag wil snel actie voor duurzaam investeren op Borneo

mei 2005

Wetenschappers en vertegenwoordigers van overheid en bedrijfsleven roepen bedrijven op om haast te maken met duurzame investeringen op Borneo.
Alleen dan kunnen de bossen op het eiland behouden blijven. De oproep komt op de laatste dag van een vierdaagse internationale conferentie in Leiden en Den Haag over duurzame ontwikkeling en natuurbescherming op Borneo.


Volgens de deelnemers aan het congres moet er snel wat gebeuren. Uit satellietfoto's die op de conferentie werden gepresenteerd, blijkt dat de vernietiging van het tropisch regenwoud nog sneller gaat dan gedacht. Maar nieuwe beschermde gebieden uitroepen alleen is niet voldoende. De lokale bevolking moet toegang blijven houden tot producten uit het regenwoud om zo in eigen levensonderhoud te kunnen voorzien.

Volgens het congres is het op korte termijn organiseren van een duurzame-handelsmissie naar Borneo een belangrijke eerste stap. Een dergelijke missie sluit aan bij het verzoek van de lokale districtshoofden om concrete duurzame ontwikkeling, zoals ecotoerisme, op gang te brengen. Ook kan de missie zich oriënteren op mogelijkheden voor de duurzame productie van hout en palmolie, en van kredietverstrekking voor duurzaam ondernemen in deze sectoren. Op deze manier hoeft palmolie, die verwerkt wordt in zeep en voedingsmiddelen, niet meer te worden geoogst van plantages waarvoor tropisch bos is weggekapt.

"De tijd dringt. De bevolking wil graag een groen eiland houden, maar dan moeten ze voldoende alternatieve middelen van bestaan hebben", aldus M. Kavanagh, directeur van WWF Maleisië. Het eiland Borneo valt bestuurlijk onder Maleisië, Indonesië en Brunei.

De deelnemers van de conferentie pleiten verder onder meer voor:

Grensoverschrijdende controles om de smokkel van hout, dieren en planten tegen te gaan.
Noodzaak van nauwe samenwerking tussen lokale bevolking, overheden, bedrijfsleven en internationale gemeenschap.
De totstandkoming van een betrouwbare landkaart die aangeeft waar welke ontwikkeling wel of niet mogelijk is, om zo productie van duurzame palmolie en hout met een FSC-keurmerk te stimuleren.
Ondersteuning van de lokale gemeenschappen met fondsen en technische assistentie om ecotoerisme van de grond te krijgen.
 

 
   
 
    terug naar boven  
   
 

361 Nieuwe dieren en planten
ontdekt op Borneo

25-04-2005

Wetenschappers ontdekken iedere maand gemiddeld drie nieuwe dier- of plantsoorten op Borneo. In totaal zijn de afgelopen tien jaar 361 nieuwe soorten ontdekt. Dat blijkt uit het vandaag gepubliceerde rapport "Borneo's Lost World" van het Wereld Natuur Fonds. Het rapport benadrukt de noodzaak om Borneo, een van de belangrijkste schatkamers van de natuur ter wereld, te beschermen. De cijfers zijn in Leiden bekend gemaakt op een internationale, wetenschappelijke conferentie over de bedreigingen van de natuur op Borneo door dr. Mubariq Ahmad, directeur WWF Indonesië.

"Borneo's Lost World, Newly Discovered Species on Borneo" geeft een overzicht van de ontdekkingen die de afgelopen tien jaar zijn gedaan. In die periode zijn tenminste 361 nieuwe soorten beschreven: 260 insecten, 50 planten, 30 zoetwatervissen, 7 kikkers, 6 hagedissen, 5 krabben, 2 slangen en een pad. Een voorzichtige schatting, omdat veel ontdekkingen nog niet in de wetenschappelijke literatuur zijn verschenen. Diverse diergroepen, zoals vleermuizen en andere nachtdieren, zijn bovendien nog niet goed bestudeerd.

Het Wereld Natuur Fonds organiseert deze week van 25 tot en met 28 april, samen met IIAS en CML, een internationale conferentie over Borneo in Leiden en Den Haag. De eerste twee dagen (25 en 26 april) wisselen wetenschappers kennis uit over duurzame ontwikkeling en natuurbescherming op het eiland. Thema's die aan de orde komen zijn: bosbranden, handel in orang-oetans, duurzame producten als rotan, armoedebestrijding en de kennis van de Dayakbevolking over medicinale planten. Op woensdag 27 april bundelen de wetenschappers hun kennis in aanbevelingen voor de Nederlandse overheid en bedrijfsleven. Op 28 april worden deze aanbevelingen in het Museon in Den Haag besproken met vertegenwoordigers van overheid en bedrijfsleven.

"Borneo bezit het wereldrecord voor het hoogste aantal endemische soorten planten (59), vogels (39), zoogdieren (44) en vissen (160)", aldus Miriam van Gool van het Wereld Natuur Fonds.
"Die soortenrijkdom is niet alleen goed voor de natuur, ook mensen kunnen profiteren van de vele diensten die zo'n rijk bosgebied levert, bijvoorbeeld voor duurzaam toerisme. Maar het eiland staat nu onder zware druk door massale houtkap en palmolie-exploitatie - onder andere voor de westerse markt. Als we niet uitkijken sterven unieke soorten uit, nog voor we ze ooit ontdekt hebben!"

De conferentie deze week volgt drie weken na een ministeriële conferentie in Brunei, waar de drie landen die Borneo besturen , hebben verklaard dat zij het Hart van Borneo willen behouden voor de toekomst. Het Hart van Borneo omvat een gebied ter grootte van ruim 4x Nederland. Het Wereld Natuur Fonds steunt met een campagne dit jaar het initiatief van de drie landen. Van Gool: "Duurzame ontwikkeling is daarvoor essentieel. Deze week zijn ook districtshoofden uit Borneo aanwezig. Zij vragen om duurzame investeringen uit landen als het onze. Het is echt nu of nooit, anders is de kip met gouden eieren geslacht".

WNF

 
   
 
    terug naar boven  
   
 

Staatsbosbeheer: Bos blijft afgesloten,
bijvoeren niet mogelijk,
natuur moet zijn loop hebben.


9-03-2005
Staatsbosbeheerheeft het afgelopen weekend wegens zware sneeuwval en koude het Fluitbos bij Almere afgesloten voor het publiek. In dit bos schuilen de herten uit het nabij gelegen natuurgebied Oostvaardersplassen en vinden er voedsel. Het bos werd afgesloten om de rust van de edelherten te garanderen en onnodige sterfte te voorkomen.
Staatsbosbeheer heeft besloten de afsluiting van het bos voorlopig in stand te houden. Door het smelten van de sneeuw vinden de dieren inmiddels weer voedsel. De enorme grasvlaktes van de Oostvaardersplassen zijn wonderbaarlijk groen onder de sneeuw vandaan gekomen en de meeste herten komen overdag uit het bos en zoeken de vlakte weer op.
Opvallend is, dat het aantal afgevallen dieren kleiner is, dan te verwachten was met de extreme koude van de afgelopen week. De grootste sterfte in de natuur treedt namelijk op in de winterperiode.

In de Oostvaardersplassen, een van de grootste natuurgebieden van ons land leven naast tienduizenden ganzen, zilverreigers en sinds kort ook zeearenden meer dan drie duizend grote grazers. De paarden, runderen en edelherten leven er in symbiose met de ganzen. In de Oostvaardersplassen heeft de natuur het voor het zeggen. Dit betekent dat Staatsbosbeheer als beheerder zo min mogelijk ingrijpt en natuurlijke processen de ontwikkeling laat bepalen. Dit geldt ook voor de in het wild levende dieren in het gebied.

Op basis van leeftijdsopbouw en natuurlijke selectie zouden in de Oostvaardersplassen jaarlijks ongeveer evenveel dieren moeten sterven als er geboren worden, ongeveer 400. Deze aantallen worden op dit moment bij lange na niet gehaald. Tot deze week zijn er van de ruim 1500 herten rond de 150 afgevallen (10%). Ter vergelijking, in andere delen van het land worden dit jaar van de 1865 herten 1146 exemplaren door jagers gedood om de door hen gewenste voorjaarsstand te bereiken (60%) (bron: Veluws Hert) Staatsbosbeheer kiest in de Oostvaardersplassen echter nadrukkelijk voor een model waarbij de natuur het voor het zeggen heeft en waarbij door euthanasie (zwakke dieren worden voor ze lijden gedood) onnodig dierenleed wordt voorkomen.
Dit betekent echter ook dat, om sociale onrust in de kuddes te voorkomen, de dieren niet kunnen worden bijgevoerd. De sociale rangorde binnen de kuddes bepaalt welke dieren de beste voedselplaatsen kunnen bemachtigen.
Oude dieren en jonge dieren die niet meer door de moeder worden gezoogd staan het laagst in rangorde en krijgen daarom het minste voedsel. In de natuur overleven daarom vooral de sterkste dieren.
Dagelijks toezicht en euthanasie van dieren die aangeven het leven in de kudde door ouderdom of zwakte niet langer aan te kunnen, voorkomt in de Oostvaardersplassen individueel lijden van dieren.

In de afgelopen periode heeft Staatsbosbeheer verscheidene externe belangenbehartigers, zoals de veterinaire begeleidingscommissie, Vereniging Het Veluws Hert en de Dierenbescherming, de gelegenheid geboden zich ter plaatse op de hoogte te stellen van de toestand van de kuddes. Ook Kamerleden zijn uitgenodigd zich te informeren. Daarnaast wordt de toestand van de dieren regelmatig door dierenartsen beoordeeld.
Hoewel de ergste koude en sneeuw nu wel voorbij zijn verwacht Staatsbosbeheer toch dat er in de komende tijd nog een aantal dieren zal afvallen.

 

 
 
    terug naar boven  
   

WNF: Shell moet bouw boorplatform bij Sachalin opschorten

febr. 2005

Het Wereld Natuur Fonds roept een consortium van Shell en Japanse bedrijven op om de geplande bouw van een boorplatform en pijpleiding voor de oostkust van het Russische eiland Sachalin op te schorten, totdat het voortbestaan van de populatie grijze walvissen is gegarandeerd. Volgens het Wereld Natuur Fonds vormen de activiteiten van het Sachalin Energie Investment Consortium (SEIC) een ernstige bedreiging voor het leefgebied van deze met uitsterven bedreigde populatie. Ook moeten de financiers zich voorlopig terugtrekken, aldus de internationale natuurbeschermingsorganisatie.

De oproep van het Wereld Natuur Fonds volgt op de publicatie vandaag van een rapport van onafhankelijke wetenschappers die de gevolgen van olie- en gaswinning bij Sachalin hebben onderzocht. Uit het onderzoek blijkt dat de activiteiten van Shell grote schade kunnen aanrichten aan het leven in zee. Daarom adviseren de wetenschappers om de bouw van het platform en pijplijn uit voorzorg uit te stellen, totdat er meer duidelijkheid is over de risico's en over geschikte alternatieve locaties.

Algemeen directeur Niek van Heijst van het Wereld Natuur Fonds: "Shell kan niet anders dan de aanbevelingen van deze walvisexperts opvolgen. We zijn niet tegen oliewinning in dit gebied, als het maar op een manier gebeurt die rekening houdt met de natuur".

Het Wereld Natuur Fonds maakt zich al jaren zorgen over de oliewinning bij Sachalin. De natuurbeschermingsorganisatie heeft daarom, samen met vijftig andere non-gouvernementele organisaties, Shell al herhaaldelijk en indringend gewaarschuwd dat het omstreden boorplatform en pijplijn te dicht bij het voedselgebied voor de walvissen ligt. Dit verstoort de rust en voedselvoorziening van de laatste honderd grijze walvissen in dit gebied. Van Heijst: "Wetenschappers waarschuwen dat, als er jaarlijks één vrouwtje dood gaat, de populatie uiteindelijk uitsterft".

De populatie walvissen voor de kust van Sachalin bestaat uit honderd dieren, waarvan 23 reproductieve vrouwtjes. Er bestaat nog één andere populatie in de Stille Oceaan. Elders ter wereld is de grijze walvis uitgestorven. Nog in juli 2004 riep de Internationale Commissie voor de Walvisvangst (IWC) in Sorrento op tot onmiddellijke maatregelen om de populatie bij Sachalin te beschermen.
 

 
   
 
    terug naar boven  
   
 

Nederlanders willen donkergebieden


febr. 2005


Van de Nederlandse bevolking vindt 52 procent het belangrijk dat het ’s nachts donker is buiten de bebouwde kom. Tweederde van de Nederlanders is voorstander van de aanwijzing van donkergebieden. Hinder en ergernis van lichtvervuiling ondervindt 48 procent. Het aantal mensen dat last heeft van ernstige hinder is in tien jaar tijd verdubbeld. Dat alles valt te lezen in het door Alterra in opdracht van Stichting Natuur en Milieu en de 12 provinciale Milieufederaties verrichte belevingsonderzoek ‘Donkere Nachten’ dat vandaag tijdens de conferentie ‘Mooi licht mooi donker’ wordt gepresenteerd.

De Alterra-studie is geïnspireerd op de eveneens vandaag verschijnende voorstudie van de Raad voor Ruimtelijk, Milieu- en Natuuronderzoek (RMNO) ‘Mooi licht mooi donker’. Conclusie daaruit is dat veel lichthinder is te voorkomen door slimmer te verlichten. De huidige wet- en regelgeving biedt daar volgens de RMNO-studie voldoende mogelijkheden toe. De onderzoekers concluderen tevens dat ambtenaren en bestuurders het probleem lichthinder veelal negeren, terwijl het onder de bevolking wel degelijk leeft. ‘Mooi licht mooi donker’ wordt woensdag overhandigd aan staatssecretaris Pieter van Geel (VROM).
 
Nederlanders ergeren zich regelmatig aan overmatige verlichting. Het meest hinderlijk zijn verkeer, reclameverlichting, de lichtuitstoot van overmatige straatverlichting en de glastuinbouw. Vooral bewoners van het landelijk gebied, met name die uit de meer donkere provincies, hechten aan het behoud van de donkere nacht. Op initiatief van raadslid Marga Kool maakte de RMNO een inventarisatie van het verschijnsel lichthinder, waarin kennisaspecten en mogelijke oplossingen centraal staan. “Ik wist niet dat de ergernis zo groot was. Vanuit mijn passie voor een natuurlijk evenwicht tussen licht en donker begon ik aan dit onderzoek. Ik wilde graag weten hoeveel mensen hinder ondervonden van verlichting in hun woonomgeving en wat het wegvallen van de nachtelijke duisternis betekent voor het welbevinden en de gezondheid van mensen en dieren”, vertelt Kool. Vanuit die drijfveer begon zij aan het RMNO-project ‘Mooi licht mooi donker’.

Er is niets tegen mooie, verantwoorde verlichting, zo vinden zowel de milieuorganisaties als de Raad. Grote steden komen hierdoor tot leven. Uit het Alterra-onderzoek blijkt dat 80 tot 90 procent van de bevolking grote tot zeer grote voordelen ziet van verlichting voor de sociale veiligheid, verkeersveiligheid en de mogelijk preventieve werking die ervan uitgaat tegen inbraak. Een stad komt juist tot leven door lichtreclames en verlichte straten, pleinen, gebouwen en wegen. Er is dus sprake van tegengestelde gevoelens. Opvallend is echter dat steeds meer mensen nadrukkelijk klagen over lichthinder en lichtvervuiling. Het gebrek aan duisternis kan het bioritme van mens en dier verstoren. Bovendien is er wellicht verband tussen lichthinder en stress bij mensen.
Natuur en Milieu en de 12 provinciale Milieufederaties zijn van mening dat iedere provincie uiterlijk in 2006 donkergebieden moeten aanwijzen, vooral om natuurgebieden donkerder te maken.
 
RMNO-raadslid Marga Kool bepleit consequente toepassing van bestaande wet- en regelgeving en het gebruik van verantwoorde vormen van verlichting waarmee een aanzienlijke verbetering kan worden bereikt. De RMNO roept beleidsmakers en bestuurders op het thema lichthinder als serieus issue op te pakken.
 
Zie: www.laathetdonkerdonker.nl

 
   
 
    terug naar boven  
   
 

WNF pleit voor duurzame wederopbouw na zeebeving in ZO-Azië

februari 2005

Het Wereld Natuur Fonds roept de internationale gemeenschap op om de kustgemeenschappen die door de zeebeving in ZO Azië zijn getroffen, weer op een duurzame manier mee te helpen opbouwen. De natuurbeschermingsorganisatie doet zijn oproep op het moment dat vandaag op Mauritius een VN-conferentie van start gaat over de kwetsbaarheid van kleine eilandstaten. Op de agenda staat onder meer hoe deze kleine landen moeten omgaan met natuurrampen en klimaatverandering.

"Gezonde ecosystemen kunnen levens redden", aldus Carel Drijver, hoofd programma Oceanen en Kusten van het Wereld Natuur Fonds. "We hebben gezien dat gebieden met gezonde mangrovebossen en koraalriffen minder hard zijn getroffen door de tsunami, dan gebieden waar deze ecosystemen waren aangetast. De Maldiven zijn daar een goed voorbeeld van. Daar heeft de regering serieus werk gemaakt van bescherming van het koraal. Mangrove en koraal werken als een natuurlijke buffer. Maar in veel gebieden hebben mangrovebossen plaats gemaakt voor garnalenkwekerijen of hotels op het strand."

Het Wereld Natuur Fonds dringt daarom onder meer aan op:
" Bescherming van natuurlijke ecosystemen langs de kust
" Niet te dicht langs de kust bouwen
" Regelgeving voor bebouwing langs de kust en toezicht op naleving hiervan
" Risicoanalyses maken voor activiteiten langs de kust
" Duurzame wederopbouw van toeristische sector
" Noodzaak om voor wederopbouw op lange termijn hout te gebruiken dat op gecontroleerde manier is gekapt.
" Hulp aan de lokale vissers, zodat zij weer snel in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Dit moet voorkomen dat commerciële vloten hun plaats innemen.
" Donorlanden moeten bij het geven van financiële steun extra aandacht geven aan de relatie tussen natuur, veiligheid en armoede.

Het Wereld Natuur Fonds zal de komende periode al zijn kennis en expertise inzetten om samen met de lokale gemeenschappen en samen met betrokken regeringen en lokale WWF-kantoren een bijdrage te leven aan een duurzame wederopbouw.
 

 
   
    terug naar boven