Terug naar
nieuws

Naar archief
2005/2006

Naar archief
2003/2005

 



 

Naar een groenere en duurzame stad ....lees verder....
Minister Cramer, kritiek op de kritiek op biobrandstoffen. Ze schrijft in een ingezonden brief ....lees verder....
Kennis van ecosystemen in middelbaar onderwijs blijkt verouderd ....lees verder....
Prijs voor slaafvrije chocolade. Tony's Chocolonely wint "Brands with a Consience" prijs 2008 ....lees verder....
Corruptie in visserij neemt toe. Door dalende visbestanden en ....lees verder....
Milieudefensie: gemengde gevoelens over akkoord Bali ....lees verder....
Kroonprins hekelt te luxe leefstijl ....lees verder....
CO2-concentratie stijgt sneller dan verwacht ....lees verder....
Nederlanders zetten zich massaal in voor duurzame mobiliteit tijdens vijfde Week van de Vooruitgang ....lees verder....
Greenpeace tegen boomplant ....lees verder....
Minister geeft gehoor aan de gezamenlijke oproep van houtsector en ....lees verder....
China stoot de meeste CO2 uit ....lees verder....
Schone Kleren Campagne, Oxfam en andere organisaties richten momenteel hun pijlen op de Olympische Spelen ....lees verder....
Waddenacademie deze zomer van start in Leeuwarden ....lees verder....
Merendeel bestrijdingsmiddelen in een klap illegaal ....lees verder....
Investeren in landschap levert 17,8 miljard winst op ....lees verder....
Algenboer zet CO2 om in voedsel ....lees verder....
TU's willen Afsluitdijk bekleden met zonnepanelen ...lees verder...
Windenergie over 7 jaar goedkoper dan aardgas ....lees verder...
Partij voor de Dieren stelt kamervragen over MRSA besmetting onder varkenshouders ....lees verder....
Milieudefensie heeft bewezen dat groene stroom het milieu ernstig kan vervuilen ....lees verder....
 
 

 

Wat je altijd al wilde weten over natuurvoeding en biologische producten. Surf naar de site......

Vervuiler moet herstelkosten betalen

Een bedrijf dat ernstige schade toebrengt aan natuur, bodem of water moet dit herstellen. De vervuiler betaalt de kosten en niet de overheid. Dit hebben de Europese ministers van milieu in Luxemburg besloten.

Staatssecretaris Van Geel (milieu) vindt de nieuwe Europese regeling een stap in de goede richting. Hij vindt het een goed uitgangspunt dat de vervuiler verantwoordelijk is voor de kosten. Van Geel:" de vervuiler wordt gestimuleerd om schade te voorkomen en dat zal ook een preventieve werking hebben. Bovendien is het een goede zaak dat de aanwezigheid van een vergunning geen absolute vrijwaring is om de herstelkosten te betalen

"Nederland is akkoord gegaan met de regeling, alhoewel de regeling minder ver gaat dan gehoopt. Van Geel betreurt dat er in de regeling geen verplicht systeem van financiële zekerheid is opgenomen. Hij gaat er van uit dat na de evaluatie de regeling wordt uitgebreid met een verplicht systeem van financiële garantie (verzekering of schadefonds).Verder vindt Van Geel het geen goede zaak dat de vangnetfunctie van de overheid uit het de regeling is geschrapt. Volgens Van Geel was het beter geweest als er in de regeling was vastgelegd dat de milieuschade hoe dan ook wordt hersteld. In de eerste plaats door de vervuiler, desnoods door de overheid.

Voor Nederland heeft deze regeling met name gevolgen voor beschermde soorten en natuurgebieden. Voor water en bodem zal het in praktijk minder gevolgen hebben. Daar heeft Nederland al regelgeving voor. Sinds 1998 heeft Nederland een milieuschadeverzekering die schade aan bodem en water dekt.
 

 
 
    terug naar boven  
   
 

Naar een groenere en duurzame stad

10-09-2008
Met de snelle groei van steden over de gehele wereld en de toenemende urgentie om de opwarming van de aarde tegen te gaan, neemt de noodzaak toe om deze steden slim in te richten, zodat deze ook in de toekomst leefbaar blijven en duurzamer worden. Innovatieve toepassingen van IT spelen hierbij een sleutelrol.

Binnen het Connected Urban Development (CUD) programma, ontstaan in 2006 uit Cisco’s betrokkenheid bij het Clinton Global Initiative, werken zeven steden, waaronder de stad Amsterdam, samen aan het bevorderen van een ‘connected’ en ‘sustainable’ omgeving, waar het gaat om mobiliteit, werk, gebouwen, energie, IT en stedelijke ontwikkeling. Goede stedelijke IT- en communicatiestructuren kunnen zo gebruikt worden om de uitwisseling van kennis, mensen, verkeer en energie op een duurzame en minder klimaatbelastende manier te laten plaatsvinden.

De gemeente Amsterdam heeft zich in 2007 aangesloten bij het CUD. Innovatieve toepassingen zijn een van de middelen van Amsterdam om de uitstoot van CO2 in de komende 17 jaar met 40% terug te dringen. Het Amsterdamse klimaatprogramma heeft daarnaast de opwekkingen en toepassing van duurzame energie als een van haar speerpunten benoemd.

Op dinsdag 23 september vindt in Amsterdam de tweede CUD-conferentie plaats. Hierbij zijn de vertegenwoordigers van de steden die deelnemen in het CUD-programma, te weten Amsterdam, San Francisco, Seoul, Madrid, Lissabon, Hamburg en Birmingham aanwezig, maar ook andere leiders op het gebied van milieu- en stedenproblematiek. Samen discussiëren zij over het thema Connectivity for Sustainability .

Namens de gemeente Amsterdam en Cisco nodig ik u van harte uit hierbij aanwezig te zijn. Tijdens de bijeenkomst krijgt u meer informatie over actuele CUD-projecten zoals het EcoMap-project in San Francisco, de Personal Travel Assistant in Amsterdam en het Strategic Road Pricing-project in Seoul. Het MIT Mobile Experience Lab laat u zien hoe de leefomgeving van steden er in de toekomst er uit kan zien.

Daarnaast laten wij zien hoe Cisco en de gemeente Amsterdam nauw samenwerken met de gemeente Almere aan oplossingen voor het fileprobleem en de veranderende werkcultuur door een innovatief gebruik van breedband. Burgemeesters Job Cohen (Amsterdam) en Annemarie Jorritsma (Almere) nemen het eerste Smart Work Center in Almere officieel in gebruik en gebruikers van het Smart Work Center vertellen wat de voordelen van dit concept zijn.

Speciale aandacht verdient ook het optreden van Professor Michael Braungart, auteur van Cradle to Cradle.

 
 
    terug naar boven  
   
 

Cramer: 'Biobrandstof geen misdaad, maar juist kans'

10-05-2008

Minister Cramer heeft kritiek op de kritiek op biobrandstoffen. Ze schrijft in een ingezonden brief in het Financieele Dagblad dat er iets mis is met de beweringen van de critici. ’Uit alle recent gepubliceerde wetenschappelijke rapporten blijken er heel andere oorzaken te zijn voor de stijgende voedselprijzen.’

Minister Cramer somt ze op: de toename van de wereldbevolking, de toename van vleesconsumptie (vooral in China), de niet goed werkende wereldmarkt (subsidies, importtarieven), dure transportkosten (hoge olieprijzen), achtergebleven investeringen (door lage voedselprijzen), mogelijk speculatie, en niet in de laatste plaats de klimaatverandering. ’Veel voedseloogsten gaan verloren door uitdroging of overstromingen. En juist om die klimaatverandering en alle gevolgen daarvan een halt toe te roepen moeten we niet-fossiele energiebronnen vervangen door onder andere biobrandstoffen.’

Minister Cramer bestrijdt dat het Europese doel voor het aandeel biobrandstoffen op gespannen voet staat met de voedselproductie. ’De genoemde critici laten steeds weg - ik hoop onbewust - dat de EU het 10%-doel alleen wil bereiken, als voldaan is aan de duurzaamheidseisen. Deze eisen betekenen dat de biobrandstoffen veel minder CO2 moeten uitstoten. De Europese Commissie zegt 35%, Nederland loopt een beetje harder en vindt 50% het minimum. Maar die eisen zeggen ook dat de voedselvoorziening en biodiversiteit niet in het geding mogen zijn. En daar moet ook controle op zijn.’
’Ik heb veel andere EU-lidstaten bereid gevonden mij te steunen in de eis om elke twee jaar streng te controleren of de voedselprijzen toch niet onverhoopt stijgen door verdringing voor biobrandstoffen. En mocht het toch, wetenschappelijk onderbouwd, vast komen te staan dat er wel sprake is van een stijging van de voedselprijzen door biobrandstoffen, dan hebben we natuurlijk een heel nieuwe situatie waar we adequaat op moeten reageren.’
Minister Cramer benadrukt dat zij zich in Nederland en in Europees verband sterk maakt voor wereldwijd aanvaarde duurzaamheidscriteria. Zelf ontwikkelde zij de ’Cramer-criteria’ waaraan minimaal moet zijn voldaan. ’Vorige week heb ik van mijn Oeso-collega’s in Parijs ook nog eens alle bijval gekregen voor mijn pleidooi voor wereldwijd aanvaarde duurzaamheidscriteria. Deze eisen zijn niet voor niets gesteld. Met eigen ogen hebben mijn collega Koenders en ik voorafgaande aan de klimaatonderhandelingen op Bali de effecten van kaalslag en branden gezien voor de arme boeren in Indonesië. Ook merk ik op dat de gesubsidieerde massale maïsproductie in de Verenigde Staten bij lange niet aan de Europese CO2-sleutel kan voldoen.’

Voor de productie van bioethanol uit Braziliaans suikerriet liggen, volgens minister Cramer, de zaken anders. ’Brazilië wil uitsluitend duurzame biobrandstoffen via Rotterdam naar Europa exporteren. De komende maanden gaan Nederland en Brazilië verdere afspraken maken over garanties dat het Amazonegebied niet direct of indirect wordt aangetast - de suikerrietplantages liggen 2500 kilometer verwijderd van dat gebied. Ook wordt afgesproken dat de gronden niet beschikbaar zijn of waren voor voedingsgewassen.’

Voor ontwikkelingslanden ziet Cramer juist kansen met biobrandstoffen. ’Het is niet zo dat het Europese doel voor het aandeel biobrandstoffen op gespannen voet hoeft te staan met de voedselproductie of met de belangen van de armen in ontwikkelingslanden. Mits duurzaam geproduceerd, kan de teelt voor biobrandstof juist een kans geven aan landen die nog niet profiteren van de groei in nieuwe markten.’

’De EU houdt dan ook vast aan het 10%-doel. Mits de CO2-uitstoot fors naar beneden gaat, mits het oerwoud er niet voor wordt gekapt en mits de voedselvoorziening er niet de dupe van is. Veel andere EU-lidstaten steunen mij in de eis om elke twee jaar streng te controleren of nog steeds aan die eisen wordt voldaan.’

Bron: Energieraad

 
    terug naar boven  
   
 

Utrechtse promovendus maakt nieuwe lessenserie biologie
Kennis van ecosystemen in middelbaar onderwijs blijkt verouderd


Terwijl in Nederland op hoog niveau onderzoek wordt gedaan aan ecosystemen, is de kennis van ecosystemen in het middelbaar onderwijs blijven steken bij de kennis rond 1960. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van René Westra. Hij baseert zijn conclusie op basis van de inhoud van centrale examens, leerboeken en lessen. Westra promoveert op 18 februari aan de Universiteit Utrecht.

Docenten hebben een andere (verouderde) visie op ecosystemen dan ecologen die in het onderzoek werken. Westra vindt deze ‘ecologische ongeletterdheid’ opmerkelijk, omdat in de maatschappij steeds vaker beslissingen worden genomen waarbij kennis van ecosystemen essentieel is. Denk hierbij aan het bepalen van vangstquota in de visserij, beslissingen over natuurbehoud of natuurontwikkeling en het al of niet toestaan van drukjacht op wilde zwijnen op de Veluwe. Voor Westra was dit de reden om voor de middelbare-schoolbiologie een lessenserie te ontwikkelen met drie praktijksituaties waarin ecosystemen centraal staan: de optimalisatie van mosselkweek, het beheer van konijnen in de duinen en de aanpak van de olifantenoverbevolking.

Systeemdenken en modelleren

Leerlingen uit de vwo-bovenbouw van vier scholen hebben met de nieuwe lessenserie geoefend. Daarbij leerden zij systeemdenken en modelleren. Bij systeemdenken leren de leerlingen te denken in verschillende organisatieniveaus zoals organisme, populatie en ecosysteem. Ze kwamen erachter dat in sommige gevallen de verwarring tijdens ecologisch getinte discussies te maken heeft met het feit dat niet alle deelnemers zich richten op hetzelfde organisatieniveau. Door te werken met computermodellen, kregen de leerlingen voor het eerst vat op de complexiteit en dynamiek van ecosystemen.

Duo-aanstelling

In zijn dertigjarige loopbaan als docent biologie op havo en vwo raakte Westra geïrriteerd door de achterlopende kennis van ecosystemen in het middelbaar onderwijs. Door een detachering voor 50% van zijn school (het Petrus Canisius College te Alkmaar) naar het Freudenthal Instituut van de Universiteit Utrecht, kreeg hij de mogelijkheid tot het uitvoeren van dit promotieonderzoek over leren en onderwijzen van het gedrag van ecosystemen op de middelbare school. Deze detachering was een experiment, dat geslaagd kan worden genoemd. Momenteel doen in navolging van Westra 10 docenten didactisch promotieonderzoek naar verbetering van het onderwijs in wiskunde en natuurwetenschappen: het zogenaamde DUDOC-project (Didactisch Universitair onderzoek van DOCenten naar vernieuwing van de bètavakken) van Platform Bèta Techniek. Drie docenten hiervan zijn verbonden aan de Universiteit Utrecht. Binnenkort wordt een nieuwe groep DUDOC-docenten gerekruteerd voor een promotieplaats.
Bron: Universiteit Utrecht
 
 
    terug naar boven  
   
 

Prijs voor slaafvrije chocolade
Tony's Chocolonely wint "Brands with a Consience" prijs 2008


Tony's Chocolonely, de producent van slaafvrije chocolade, die met repen aandacht vraagt voor misstanden in de cacao-industrie heeft de internationale "Brands with a Consience" prijs 2008 gewonnen. Letterlijk vertaald: een prijs voor een merk met een geweten. De prijs wordt sinds 2004 jaarlijks uitgereikt door de Medinge Group, een denktank van internationaal gerespecteerde merkexperts, aan bedrijven en organisaties die laten zien dat het mogelijk is om succesvol te zijn én bij te dragen aan een verbetering van de maatschappij. Eerdere winnaars waren o.a. Virgin Group, Patagonia, Ikea, Toyota Prius, Product RED, Ecover en Slow Food Movement. In 2004 ging de prijs naar de Stichting Max Havelaar.
Kijk voor meer informatie www.chocolonely.nl of www.medinge.org
 
 
    terug naar boven  
   
 

Corruptie in visserij neemt toe

2008
Door dalende visbestanden en een groeiende vraag naar vis neemt corruptie in de visserij toe. Foutief gelabelde vissoorten en valse “ecovis” ondermijnen de campagnes voor duurzame visserij. Hiernaast is het door corruptie voor wetenschappers erg moeilijk om precies te bepalen hoeveel vis er nu werkelijk gevangen wordt. Dit leidt tot verkeerd berekende visbestanden.

IUCN organiseert op 30 en 31 januari de bijeenkomst 'Fisheries and Corruption'. Op deze bijeenkomst zal IUCN oproepen tot betere naleving van huidige wetten en regels, betere tracering van vis, het inzetten van satellieten voor controle op vissersboten en het beter labelen van vis.

IUCN NL organiseert op 31 januari een bijeenkomst van het Oceanenoverleg met als thema ‘Illegale, Niet gerapporteerde en Niet gereguleerde’ Visserij (IUU fishing). IUCN NL organiseert dit overleg voor medewerkers van wetenschappelijke instituten, NGO's, de overheid en de private sector. Het Oceanenoverleg wil voorzien in een alom gesignaleerde behoefte aan betere afstemming, informatie-uitwisseling en vooral ook samenwerking. De bijeenkomsten, die vier keer per jaar gehouden zullen worden, richten zich op onderwerpen gerelateerd aan de internationale visserij en aan mariene biodiversiteit. Per keer zal een specifiek onderwerp aan de orde worden gesteld, terwijl er daarnaast ruimte blijft voor ad hoc-kwesties
 
 
    terug naar boven  
   
 

Milieudefensie: gemengde gevoelens over akkoord Bali.

Hoopvol over vorming kopgroep
15-12-2007

Milieudefensie heeft gemengde gevoelens over de uitkomst van de milieutop in Bali. Willem Verhaak, campagneleider Klimaat en Energie is opgelucht dat de VS uiteindelijk door de bocht zijn gegaan, maar zwaar teleurgesteld dat er geen concrete reductieafspraken zijn gemaakt. Milieudefensie is hoopvol gestemd over de vorming van een kopgroep van de huidige Kyoto-landen die zich wel de bereidheid hebben uitgesproken om in 2020 de uitstoot van CO2 met 25 tot 40 procent te reduceren.


In Bali is in de loop van de zaterdagmiddag lokale tijd een akkoord bereikt. In de zogenaamde 'routekaart', die richting moet geven voor twee jaar onderhandelingen over een vervolgafspraak op Kyoto, staan geen concrete afspraken over de vermindering van de CO2-uitstoot. Als doelstelling voor de onderhandelingen die vanaf volgend jaar beginnen en moeten leiden tot een vervolg op het Kyoto-verdrag, hebben de lidstaten nu vastgelegd dat “diepgaande vermindering van wereldwijde emissies vereist is om de uiteindelijke doelstellingen te bereiken.” De uiteindelijke doelstelling behelst een vermindering van de uitstoot van vijftig procent in het jaar 2050.

Milieudefensie is blij dat een kopgroep van deelnemers aan het huidige Kyoto-verdrag, het leeuwendeel van de rijke landen exclusief de Verenigde Staten, zich nu al concreet hebben uitgesproken over de benodigde reducties: te weten 25 tot 40 procent in 2020.

Milieudefensie roept de EU, Nederland en alle landen van goede wil om al direct zelf aan de slag te gaan en niet te blijven steken in halve maatregelen. Zo zou Nederland in navolging van Groot-Britannie een klimaatwet moeten invoeren, waarin jaarlijkse CO2 reducties van tenminste
3 procent juridisch bindend vastgelegd moeten worden. Op het moment dat er in 2008 een nieuwe president aantreedt in de Verenigde Staten moeten de mondiale onderhandelingen over het vervolg van Kyoto met grote spoed worden hervat.

Op onderdelen heeft ook de Europese Unie onvoldoende ambitie getoond. Zij heeft het nagelaten om met goede voorstellen te komen voor een effectieve technologie-overdracht aan ontwikkelingslanden en zich onvoldoende ingezet voor de instelling van een substantieel fonds voor ontwikkelingslanden om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen.
 
 
    terug naar boven  
   
 

Kroonprins hekelt te luxe leefstijl

29-10-2007

Prins Willem-Alexander zet de aanval in op de minderheid op deze aardbol met een luxe leefstijl. Hij -zelf veel over de wereld reizend- zei in zijn lezing over watermanagement tijdens het staatsbezoek in India, dat er miljarden worden gespendeerd aan infrastructuur, zodat die groep hedonisten maar veel, vaak en ver kunnen vliegen.
De prins vroeg zich af of het 'echt te veel is gevraagd om die minderheid met een luxe leefstijl een bijdrage te laten leveren aan de toekomst van onze planeet'.
Hiermee treedt hij in de voetsporen van klimaatgoeroe Al Gore en het Intergouvernementele Panel voor Klimaatverandering (IPCC), die onlangs de Nobelprijs voor de Vrede kregen.

"Die rijke minderheid moet dit zien als een verzekeringspremie tegen een ramp die in het beste geval niet gebeurt, maar verwoestende effecten zal hebben op latere generaties, zelfs als de conservatieve voorspellingen van het IPCC uitkomen."

Bron: Trouw
 
    terug naar boven  
   
 

CO2-concentratie stijgt sneller dan verwacht

29-10-2007

De CO2-concentratie van de atmosfeer stijgt veel sneller dan werd verwacht. De snelheid waarmee zij tussen 2000 en 2006 toenam heeft zich niet eerder voorgedaan sinds het begin van de waarnemingen in 1959. De huidige CO2-concentratie is met een waarde van 381 ppm (delen per miljoen) de hoogste van de afgelopen 650.000 jaar.
Dit meldt een internationaal team onderzoekers in de online-editie van de Proceedings of the National Academy of Sciences. Het artikel bevestigt, met andere metingen, een publicatie van hetzelfde blad in mei van dit jaar. CO2 is het belangrijkste broeikasgas van de de drie (CO2, methaan en lachgas) waarop de mens invloed heeft. Het ontstaat bij de verbranding van kolen, olie en aardgas en komt vrij bij productie van cement.
De onderzoekers vinden drie verklaringen voor de ongekend snelle stijging van de CO2-spanning: de wereldwijde economische groei, het onverminderd beroep dat de economieën doen op fossiele brandstof en een afnemende opname van CO2 door oceanen en vegetatie. Een steeds groter deel van het vrijgekomen CO2 blijft in de atmosfeer achter.
De onderzoekers onderstrepen dat in bijna alle toekomst-scenario’s wordt aangenomen dat de koolstof-afhankelijkheid van de economieën (uitgedrukt in tonnen koolstof per bruto mondiaal product) geleidelijk zou gaan dalen. In werkelijkheid is sinds een paar jaar een omgekeerde trend zichtbaar.

Bron: NRC
 
    terug naar boven  
   
 

Nederlanders zetten zich massaal in voor duurzame mobiliteit tijdens vijfde Week van de Vooruitgang
 

10-09-2007
Wonen op een plek met schone lucht, waar de straat een veilige plek is om te fietsen en een bus of deelauto binnen handbereik is. Daar zetten tienduizenden mensen zich tijdens de vijfde Week van de Vooruitgang van 16 t/m 22 september voor in. Bewustwording over klimaatverandering en schone lucht is belangrijk, maar het gaat er ook om die kennis om te zetten in duurzaam gedrag. Daarom organiseren honderden politici, ambtenaren en bewoners in meer dan 70 procent van alle Nederlandse gemeenten, activiteiten om lopen, fietsen, openbaar vervoer en zuinig autogebruik te promoten. Ze willen laten zien dat het nú al anders kan.

Het groeiende autoverkeer leidt tot steeds meer problemen. Luchtvervuiling door het verkeer eist jaarlijks duizenden slachtoffers. Daarnaast draagt het autoverkeer in Nederland voor 13 procent bij aan de totale uitstoot van het broeikasgas CO2. Buitenspelen en zelf naar school fietsen is voor veel kinderen onveilig door het autoverkeer. Bewoners, organisaties en gemeenten slaan daarom de handen ineen en laten een week lang zien hoe het ook anders kan. Om alternatieve manieren van vervoer in het zonnetje te zetten, organiseren negen landelijke organisaties jaarlijks de Week van de Vooruitgang. De week is onderdeel van de European Mobility Week.

De Week van de Vooruitgang wil duurzame mobiliteit hoger op de politieke agenda. Om minder autoverkeer ook op de langere termijn te stimuleren, is steun van de overheid hard nodig. Gemeenten moeten zorgen voor autoluwe binnensteden en woonwijken en goede fietsvoorzieningen en deelautolocaties. Het rijk moet de automobiliteit een halt toe roepen door te stoppen met het aanleggen van nieuwe wegen en te investeren in openbaar vervoer.

Het programma van de Week van de Vooruitgang bestaat uit De Autovrije Dag (16/9), Fiets naar je werk (17/9), Op Voeten en Fietsen naar School (21/9), Start met… (22/9), Het Nieuwe Rijden (16-22/9), Op aardgas vooruit! (16-22/9), Autodelen doe je zo! (16-22/9), Groene Voetstappen (16-22/9), de OV-Tournee (16-22/9). Er vinden bijna 900 activiteiten plaats in meer dan 320 gemeenten. Een overzicht van de activiteiten staat op www.weekvandevooruitgang.nl

Bron: Week van de vooruitgang
 
    terug naar boven  
   
 

Greenpeace tegen boomplant


5-09-2007
Greenpeace vindt de groei van de markt voor het compenseren van CO2-uitstoot geen goede ontwikkeling. Het is niet te garanderen dat daadwerkelijk wordt gecompenseerd. Ook verdringt het planten van bomen soms structurelere maatregelen, aldus de milieuorganisatie.

Het aantal aanbieders van CO2-compensatie stijgt sterk. Een van hen, Stichting Face, opgericht door de beheerder van het hoogspanningsnet nv Samenwerkende Energiemaatschappijen, startte vijftien jaar geleden een bomenplantproject in Oeganda. De Oegandezen die eerst in dit natuurpark woonden, claimen nu hun grond terug, en hebben op grote schaal weer bomen gekapt, meldt het Amerikaanse tijdschrift Fortune.

Greenpeace is mede door dit voorval sceptisch over de compensatiebranche. 'Je ziet dat iets onverwachts kan gebeuren', zegt campagneleider Hans Altevogt van Greenpeace. 'Daardoor is niet te garanderen dat CO2-uitstoot daadwerkelijk wordt gecompenseerd.' Een bos moet om zijn opslagcapaciteit van CO2 te benutten 80 tot 100 jaar blijven staan. 'Niemand kan 80 of 100 jaar in de toekomst kijken', zegt Altevogt.

Directeur Denis Slieker van Stichting Face zegt dat alle CO2-certificaten die het heeft verkocht, daadwerkelijk staan voor compensatie. 'Een onafhankelijke controlerende organisatie heeft elk jaar bekeken hoeveel CO2 door het bos is opgenomen. Daarvoor hebben we certificaten gekregen, en die verkopen we. Zodoende staan ze gegarandeerd voor compensatie. Voor dit project in Oeganda krijgen we nu geen certificaten meer.'

Behalve een gebrek aan garanties bestaat volgens Greenpeace het risico dat de compensatie door het planten van bomen 'echte' maatregelen verdringt, zegt Altevogt. Compensatie blijkt regelmatig ook een sigaar uit eigen doos, stelt hij. 'Sommige organisaties kiezen voor de makkelijke weg, en haken aan bij reeds bestaande herbebossingsprojecten', aldus Altevogt. 'Die herbebossing heeft een andere reden, maar wordt ineens ook geboekt als CO2-winst. Dat corrumpeert dit systeem.'
Bron: Financieele Dagblad
 
    terug naar boven  
   
 

Minister geeft gehoor aan de gezamenlijke oproep van houtsector en NGO's Europese wetgeving tegen illegaal hout stap dichterbij


27 juni 2007
Minister Verburg van LNV heeft direct gehoor gegeven aan een gezamenlijke oproep die de houtsector en maatschappelijke organisaties vanmorgen aan haar deden. Zij vroegen de minister om zich in te zetten voor Europese wetgeving die de handel in illegaal gekapt hout verbiedt. De minister beloofde vervolgens in een Algemeen Overleg in de Tweede Kamer, om binnen Europa te pleiten voor dergelijke wetgeving. De kamerleden bleken hier eensgezind voorstander van. Zij vroegen én kregen concrete stappen en oplossingen van Verburg.

Minister Verburg gaf aan dat illegale kap inderdaad een gigantisch negatieve impact heeft op mens en milieu en dat zij zeer gemotiveerd is om hiertegen stappen te ondernemen. Om de illegale kap tegen te gaan wil zij samenwerken met de houtsector en maatschappelijke organisaties en inzetten op een zorgvuldig pakket van maatregelen. Maatschappelijke organisaties pleiten al jaren voor Europese wetgeving om de criminele handel in illegaal gekapt hout te verbieden.

Minister Verburg zegde toe om binnen Europa 'tot in de wandelgangen' te pleiten voor wetgeving. 'Het is daarbij van belang de andere landen mee te krijgen omdat de wetgeving uitgevoerd en gehandhaafd moet worden in heel Europa. Tot nu toe kwam FLEGT, het Europese Actieplan om de illegale kap en gerelateerde handel tegen te gaan nog onvoldoende uit de verf', aldus de minister.

Daar gaat de minister dus in ieder geval voor wat betreft Nederland verandering in brengen. Het argument van het vorige kabinet dat wetgeving niet mogelijk zou zijn wegens de internationale handelsverdragen van de WTO schoof de minister van tafel. 'Wetgeving zou geaccepteerd moeten worden binnen de WTO. We gaan daar het gevecht aan en moeten tot het uiterste gaan.'

Verburg gaat FLEGT in juli tijdens de landbouwraad op de agenda zetten.
Daar moet volgens de minister het tijdspad en de urgentie duidelijk worden van de studie naar aanvullende maatregelen voor FLEGT. Bovendien wil de minister er op toezien dat de EU de voorstellen voor effectief beleid en de handhaving zo spoedig mogelijk bespreekt.

Greenpeace, Milieudefensie en ICCO vormen samen de illegaal hout coalitie. 'Wij zijn erg verheugd met deze uitspraken van de minister.
Het is voor het eerst dat er een concreet tijdspad met concrete stappen ligt om de problematiek van illegale houtkap en -handel tegen te gaan.
Dit is na jarenlang overleg van het vorige kabinet en de bureaucratie van de EU echt een verfrissend geluid. Nu is het zaak dat de minister deze toezeggingen ook nakomt en omzet in daden', aldus Anne van Schaik, woordvoerder van Milieudefensie namens de illegaal hout coalitie.
 
    terug naar boven  
   
 

China stoot de meeste CO2 uit

22-06-2007
De CO2-uitstoot van China is sinds vorig jaar hoger dan die van de Verenigde Staten. Dat stelt het Nederlandse Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) na berekeningen op basis van gegevens van de oliemaatschappij BP.
Wereldwijd zijn de CO2-emissies door fossiele brandstoffen (olie, gas, steenkool) minder sterk gestegen dan in 2005.
Het gebruik van fossiele energie nam in China met bijna 9 procent toe, vooral door verbranding van kolen. Verder komt er veel CO2 vrij bij de cementproductie, die groeit vanwege de toegenomen bouwactiviteiten. Mede hierdoor ligt de uitstoot in China 8 procent hoger dan die in de VS.
De nieuwe cijfers kunnen een belangrijke rol spelen bij de onderhandelingen over de opvolger van het Kyoto-protocol, het verdrag waarin de afspraken over het terugdringen van broeikasgassen tot 2012 zijn vastgelegd. De VS hebben het Kyoto-protocol nooit ondertekend, omdat er geen rekening werd gehouden met opkomende industrielanden als China, India en Brazilië.
Aan de vooravond van de G8-ontmoeting, waar het klimaatbeleid een heikel punt was, kwam China naar buiten met een klimaatplan. Kort samengevat: we erkennen dat wij hard meedoen aan de opwarming van de aarde, maar het rijke Westen heeft de meeste schuld, dus dat moet eerst maar orde op zaken stellen. We proberen het beter te doen, maar armoedebestrijding en economische groei hebben voorrang.
Het Milieu- en Natuurplanbureau informeert en adviseert de overheid over milieuproblematiek. De BP-cijfers zijn in het verleden tamelijk betrouwbaar gebleken. Zo kwamen de beramingen over 2004 redelijk overeen met de cijfers van het Internationaal Energie Agentschap (IEA).
Bron: Volkskrant.nl
 

 
    terug naar boven  
   
 

Schone Kleren Campagne, Oxfam en andere organisaties richten momenteel hun pijlen op de Olympische Spelen.



Met hun PlayFair 2008 campagne brengen ze het IOC (Internationaal Olympisch Comité) in een slecht daglicht. De campagne onthult in een nieuw rapport ernstige schendingen van arbeidsrechten bij de productie van goederen met het Olympisch logo.

De campagne onderzocht vier Chinese fabrieken die merchandising produceren. Onderzoekers infiltreerden in de bedrijven en kwamen tot onthutsende resultaten. De meeste fabrieken werken met minderjarige werkkrachten. De uitbetaalde lonen liggen ver onder het wettelijke minimumloon. De werknemers worden er verplicht talrijke overuren te doen. Sommigen werken zelfs 300 uur per maand en raken uitgeput. De
arbeids- en gezondheidsomstandigheden liggen er beneden alle peil Verschillende bedrijven probeerden de inspecteurs om de tuin te leiden.
Ze zetten hun werknemers aan om te liegen over hun lage lonen.

Al sinds 2004, na de Spelen in Athene, proberen de PlayFair-organisaties het IOC te overtuigen om arbeidsrechten in hun commerciële contracten op te nemen. Verschillende nationale olympische comités steunden het voorstel van de verenigingen. Alleen blijft het IOC, nochtans het toonbeeld van fair play, dit weigeren.

Op http://www.schonekleren.be kan je alvast het rapport downloaden.
 
 
    terug naar boven  
   
 

Waddenacademie deze zomer van start in Leeuwarden

11-05-2007

Commissaris van de Koningin Ed Nijpels heeft vandaag uit handen van professor Wim van Vierssen van de Universiteit van Wageningen het ondernemingsplan van de Waddenacademie in ontvangst genomen. Nijpels zal dit plan vandaag aan minister Cramer van het ministerie van VROM sturen. Na goedkeuring van dit plan kan de Waddenacademie in Leeuwarden rond de zomer van start gaan als Instituut van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW).

De basis voor de Waddenacademie is de Wet op het Waddenfonds. De Waddenacademie richt zich op het ontwikkelen van een duurzame kennishuishouding van het waddengebied, zoals een van de vier doelstellingen van de Wet op het Waddenfonds luidt.

De Waddenacademie wil zich ontwikkelen tot een kleine organisatie op wetenschappelijk gezag die zich zal richten op het fundamentele en toegepast onderzoek met een regionale, nationale en internationale invalshoek op alle voor het waddengebied belangrijke onderzoeksterreinen. Tot deze onderzoeksterreinen behoren de ecologie, hydro-morfologie, kennis van de diepe ondergrond, sociaal economische wetenschappen en cultuurhistorie.
De Waddenacademie zal bestaan uit vijf parttime wetenschappers vanuit vijf instellingen van verschillende disciplines en een klein ondersteunend bureau van drie medewerkers. De Waddenacademie wordt gehuisvest in het Huis voor de Wadden in Leeuwarden. Het instituut zal zich gaan richten op zowel regionale als nationale en internationale samenwerking en kennisuitwisseling.
Het bestuur van de KNAW zal tevens het bestuur van de Waddenacademie vormen. Onder voorzitterschap van de Commissaris van de Koningin in Fryslân zal een maatschappelijke adviesraad worden gevormd van personen met een academische, maatschappelijke en internationale achtergrond.

De provincie verwacht dat minister Cramer als coördinerend minister voor het Waddenfonds in 2008 de structurele financiering van de waddenacademie vanuit het Waddenfonds kan goedkeuren. In afwachting daarvan wil de Provincie Fryslân de Waddenacademie deze zomer opstarten. De tijdelijke periode zal worden gefinancierd door het ministerie van LNV en de provincie Fryslân.
 
 
    terug naar boven  
   
 

Merendeel bestrijdingsmiddelen in een klap illegaal
Natuur en Milieu blij met uitspraak College van Beroep voor het Bedrijfsleven


4 mei 2007
Vanochtend heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven een zeer vergaande uitspraak gedaan. Het College heeft verklaard dat veel bestrijdingsmiddelen ten onrechte op de Nederlandse markt zijn toegelaten. Bij deze middelen – het gaat om zo’n twee derde van alle bestrijdingsmiddelen – heeft onvoldoende beoordeling plaats gevonden van de schadelijkheid voor mens, dier en milieu. En dat is in strijd met het Europees recht. Deze middelen zijn dus illegaal op de Nederlandse markt. Natuur en Milieu is blij met de uitspraak omdat nu alsnog een toetsing op schadelijkheid plaats moet vinden. De ergste middelen zouden wel eens nooit door de toelating kunnen komen.
Het ministerie van LNV en het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen hebben de afgelopen jaren veel bestrijdingsmiddelen op de Nederlandse markt toegelaten op basis van economische belangen maar zonder de effecten van het middel op de gezondheid van mens, dier en milieu goed te toetsen. Dit is in strijd met de Europese Gewasbeschermingsmiddelenrichtlijn (uit 1991) en de Biocidenrichtlijn (uit 1998) zo oordeelt het College van Beroep nu in een zaak aangespannen door de Milieufederatie Zuid Holland (zaaknummer AWB 04/185). Het College van Beroep vernietigt de eerder genomen toelatingsbesluiten.
Natuur en Milieu is tevreden dat nu duidelijk is geworden dat bestrijdingsmiddelen niet zonder toetsing op de gevolgen voor mens, dier en milieu mogen worden toegelaten. Algemeen directeur Mirjam de Rijk: ‘Eigenlijk is het niet meer dan logisch dat potentieel gevaarlijke middelen niet zomaar gebruikt mogen worden. Maar dat er eerst goed gekeken wordt naar de schadelijkheid. De overheid is er niet alleen om naar de economische belangen te kijken maar is er ook om de bevolking en het milieu te beschermen. En ze hebben er ook ruim de tijd voor gehad, die Europese richtlijnen stammen uit de vorige eeuw.’
Onder de nu illegaal geworden middelen zitten schadelijke stoffen als cyhexatin (zeer giftig en slecht afbreekbaar middel gebruikt in de fruitteelt) en stoffen die eerder zijn verboden wegens hun grote schadelijkheid als pirimifos-methyl (actellic, een middel gebruikt in de glastuinbouw dat zeer giftig is voor het waterleven). Maar het gaat ook om zogenaamde biociden, middelen die gebruikt worden buiten de landbouw, bijvoorbeeld antifoulings en ontsmettingsmiddelen.
Natuur en Milieu hoopt dat er nu snel een plan gemaakt wordt om het gebruik van schadelijke bestrijdingsmiddelen terug te dringen. Dit kan door de zogenaamde geïntegreerde bestrijding waarbij veel meer gewerkt wordt met niet chemische bestrijdings- en preventiemethoden. Zo kan de rotatie van gewassen en mechanische grondbewerking het gebruik van grondontsmettingsmiddelen overbodig maken. Verder zal het ministerie van LNV snel duidelijkheid moeten scheppen voor boeren en tuinders welke middelen nu niet meer gebruikt mogen worden en wanneer deze alsnog degelijk getoetst gaan worden en mogelijk dus terugkomen op de markt.
Voor die middelen waar de volksgezondheid in het geding is of kan komen moet een uitzondering gemaakt worden. Zij moeten ook tijdens de alsnog plaats te vinden beoordeling van schadelijkheid gedoogd worden. Het gaat dan om desinfectiemiddelen in ziekenhuizen.
 
 
    terug naar boven  
   
 

Investeren in landschap levert 17,8 miljard winst op
Natuur en Milieu blij met conclusies onderzoek LNV

24-04-2007

Op 24 april 2007 heeft minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) het onderzoeksrapport ‘Investeren in het Nederlandse landschap - Opbrengst: geluk en euro's’ in ontvangst genomen. Investeren in een mooi landschap is lonend, zowel voor het geluk van mensen als voor de nationale welvaart. Financieel gezien levert investeren in een mooi landschap de Nederlandse maatschappij ruim 17,8 miljard euro op. Zo blijkt uit het onderzoek.
Natuur en Milieu noemt het een belangwekkend rapport. In het rapport wordt voor het eerst een licht geworpen op alle aspecten van het landschap die baten opleveren voor de samenleving, zoals de afvang van fijn stof, woongenot en recreatie (beleving). De onderzoekers berekenen voor heel Nederland een positief saldo van maar liefst 17,8 miljard euro. Investeren in landschap is dus voordelig voor de maatschappij als geheel.
Hoe kan deze winst gerealiseerd worden? Creëer gebiedseigen groene netwerken (bestaande uit bijv. houtwallen, kruidenrijke bermen). Deze vangen fijn stof af, bieden beschutting voor recreanten en leiden bovendien tot betere waterkwaliteit (door opname van meststoffen in de randen), minder kosten van bestrijdingsmiddelen (die zijn minder nodig om plagen te voorkomen) en een hogere opbrengst van gewassen en een hogere melkgift van koeien (door beschutting tegen wind en zon).
Natuur en Milieu vindt dat het kabinet nu serieus werk moet maken van landschapsbeleid en daar geld voor moet uittrekken in de begroting. De grootste grondgebruiker, de landbouw, kan veel voordeel hebben van investeringen in landschap door het leveren van zogenaamde groene diensten, bijvoorbeeld voor de aanleg en het onderhoud van houtwallen. Zo kan de nivellering van het landschap worden gestopt. Het landschapsbeleid moet kansen bieden om groene netwerken te maken waar iedereen gebruik van kan maken.
Minister Verburg heeft laten weten binnenkort met belangrijke partijen te gaan praten over hoe de baten uit het onderzoek het Nederlandse landschap in de toekomst nog mooier kunnen maken. Daarnaast vraagt ze het Centraal Planbureau (CPB) om een officiële reactie op deze doorrekening.

 
 
    terug naar boven  
   
 

Algenboer zet CO2 om in voedsel

22-04-2007

Gelders bedrijf als eerste in Europa met commerciële teelt van algen; Voedingssupplementen, visvoer, biodiesel: algen zijn veelzijdig. Ze worden nu op commerciële schaal geteeld door een Nederlands bedrijf.

Wat vanuit de verte lijkt op een ijsbaan met sneeuwranden, blijkt van dichtbij een langgerekte vijver met randen van witte folie. Ooit graasden hier koeien, maar nu groeien er algen. Groene, eencellige plantjes die lang geleden de aarde leefbaar maakten door CO2 om te zetten in zuurstof. Ingrepro BV in Borculo (Gld) probeert als eerste commercieel bedrijf in Europa dat kunstje te herhalen en CO2 om te zetten in voedsel en biodiesel.

De vers geoogste algen lijken een beetje op fijngehakte wilde spinazie en zo smaken ze ook. De vijf medewerkers van het bedrijf oogsten en verwerken ze tot poeders, pasta’s en halffabrikaten voor de productie van vis- en veevoer, plantenvoeding, cosmetica en voedingssupplementen. Met 7000 vierkante meter vijveroppervlak (binnenkort 13.000) is de productie nog bescheiden, maar de ambities zijn groot. Ambities die worden gevoed door de bijzondere eigenschappen van de gekweekte algensoort, Chlorella.

De geoogste algen worden verwerkt tot een ’groene vla’.
Ontdekt in 1890 door de Nederlandse microbioloog Beyerinck staat de alg Chlorella bekend om zijn hoge productiviteit. Met dertig tot veertig ton droge stof per hectare is de opbrengst hoger dan van welk landbouwgewas ook. Bovendien bevat het plantje veel eiwitten, vrijwel het hele alfabet aan vitaminen, sporenelementen en circa veertig procent olie. Met gezonde omega-3 vetzuren. Chlorella is dan ook zeer populair in het alternatieve voedingscircuit.

Algen lenen zich echter voor meer dan alleen gezonde voeding. Ze bieden een cascade aan mogelijke toepassingen, uiteenlopend van grondstof voor medicijnen tot biobrandstof. Ingrepro begint binnenkort met de productie van biodiesel uit algen. Nog niet in Nederland, maar in Azië en Zuid-Amerika. Een hectare groene algen zet, afhankelijk van de soort, jaarlijks ruim honderd ton CO2 om in vijftien tot twintig ton biodiesel. Ter vergelijking: koolzaad levert twee a drie ton olie per hectare. En algenteelt legt minder beslag op landbouwgrond.

Ir. Carel Callenbach, directeur van Ingrepro: „De teelt van algen voor biodiesel kan alleen maar uit als je de andere stoffen in algen tot waarde weten te brengen.” De afgelopen twee jaar is daar hard aan gewerkt. Ingrepro produceert ingrediënten voor honden- en paardenvoer op basis van algen. Ook werd een schimmelwerend middel voor golfbanen ontwikkeld. Algen blijken ook zeer geschikt als visvoer. Callenbach: „Naarmate de oceanen leger worden, wordt het kweken van vis belangrijker. Nu wordt vooral vismeel gebruikt, maar met algen kan het ook. We leveren bijvoorbeeld algenpoeder aan kwekers van zeebaars en zeebrasem in Griekenland.”

Voor varkens en kippen zouden algen eveneens een prima voedingsbron kunnen zijn. Ware het niet dat de fabrikanten van veevoer er nog niet aan willen. Callenbach: „Het merkwaardige feit doet zich voor dat algen zonder bezwaar door mensen gegeten kunnen worden, maar dat ze niet gebruikt mogen worden in veevoer. Louter en alleen omdat ze niet worden genoemd in de lijst met toegestane ingrediënten.”

Algen kunnen dienen als voer of als grondstof voor onder meer biodiesel.
Ingrepro is minder kieskeurig. Net als andere planten hebben ook algen voedingsstoffen nodig. Tot nu toe gebruikt het bedrijf kunstmest, maar binnenkort start een proef met varkensmest. Callenbach: „Het kan een mooie kringloop worden: mest voor algen die vervolgens weer worden gebruikt als veevoer.”

Van groene vla tot dikke pasta of poeder

De algen in Borculo groeien in een waterdiepte van een halve meter. Een schoepenrad zorgt voor circulatie, zodat de algen voldoende licht vangen. Het water wordt verrijkt met CO2 afkomstig van de drogerij. „Een beter alternatief dan CO2 opslaan in de ondergrond”, aldus Callenbach. „Nu doe je er nog wat nuttigs mee.” De algen worden continu geoogst via een draaiende trommelzeef. Dan worden ze gecentrifugeerd tot een ’groene vla’ en gedroogd tot een dikke pasta of poeder die gebruikt wordt als voer, of als grondstof voor medicijnen, kleurstoffen, bestrijdingsmiddelen, voedingssupplementen en olie.

Bron: Trouw
 
   
    terug naar boven  
   
 

TU's willen Afsluitdijk bekleden met zonnepanelen

16 maart 2007

De TU Delft werkt aan een studie om de Afsluitdijk te bedekken met zonnepanelen. De eerste kilometer zou er volgend jaar kunnen liggen. Dat meldt Delta, het weekblad van de universiteit. De zonnige kant van de Afsluitdijk is straks niet meer bedekt met gras, maar met zonnepanelen, aldus de initiatiefnemers.
Het plan komt voort uit het onderzoeksprogramma Fryseps van het Cartesius Instituut. Het instituut is een samenwerking van de drie TU's, de provincie Friesland en een aantal Friese bedrijven en kennisinstellingen.

Prof.dr.ir. Han Brezet, coördinator van de TU Delft in het Cartesius Instituut, benadrukt dat bekleden met zonnepanelen slechts een de plannen is voor de Afsluitdijk. Maar hij heeft er vertrouwen in. "Al duurt het nog wel zeker twintig jaar voor de panelen er liggen." Maar de eerste kilometer zou er, als onderzoeksproject, volgend jaar al kunnen liggen, volgens Brezet in Delta.

Dat denkt ook Klaas Hoekstra, directeur van de Sun Factory, een bedrijf in zonnepanelen. Hij werkt met Brezet van Industrieel Ontwerpen en de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen aan de uitwerking van het plan. Hoekstra wilde twee jaar geleden al een proefproject met zonnepanelen op de Afsluitdijk. Maar afschaffing van subsidies voor zonne-energie en het faillissement van het geldschietende energiebedrijf maakten dat het niet doorging.

Hoekstra: "We willen zoutbestendige, stevige zonnepanelen integreren in de dijk. Maar er moet wel getest worden of de waterkerende werking van de dijk niet achteruit gaat." Ook eventuele overlast voor het verkeer, door reflectie van de zon op de panelen, moet onderzocht worden.

bron: Delta
 
    terug naar boven  
   
 

Windenergie over 7 jaar goedkoper dan aardgas


7-03-2007

Op basis van de huidige verwachte stijging van de energieprijzen blijkt dat windenergie binnen afzienbare tijd concurrerend wordt met energie uit aardgas.
Dit komt omdat de kosten van windenergie dalen, terwijl die van eindige fossiele energiebronnen toenemen. Dit blijkt uit een rapport dat vandaag door de Nederlandse Wind Energie Associatie (NWEA) wordt aangeboden aan de ministers Van der Hoeven en Cramer.


NWEA heeft een voorstel voor een verbeterde MEP regeling voor windenergie op land en op zee uitgewerkt. In opdracht van NWEA rekenden KEMA en Ecofys de budgettaire consequenties van dit voorstel door. Tevens blijkt hieruit dat vanaf 2014 voor nieuwe windparken op land - en na 2020 voor nieuwe windparken op zee - geen MEP bijdrage meer nodig is. De MEP bijdrage per kWh windstroom neemt in de komende periode sterk af. Het totale MEP budgetvoor windenergie op land bedraagt in deze periode maximaal Euro 57 miljoen per jaar en maximaal Euro 200 miljoen voor wind op zee. Indien de energieprijzen sterker stijgen dan thans wordt verwacht, wordt de MEP bijdrage aan windenergie zelfs nog lager. De NWEA dringt er bij het nieuwe kabinet op aan deze conclusies te vertalen in een krachtig beleid om de groei van windenergie in Nederland te bevorderen. In 2020 kan in Nederland door een consistent standvastig overheidsbeleid ruim 16% van de nationale elektriciteitsbehoefte opgewekt worden door windenergie. De 8000 MegaWatt (MW) productievermogen, die hiervoor nodig is - 4000 MW op land en 4000 MW op zee - vormt slechts de ondergrens van het winbare potentieel aan windenergie, in het bijzonder op de Noordzee.

Nieuw in het NWEA voorstel is de koppeling van de MEP bijdrage aan de elektriciteitsprijzen. Daarnaast de introductie van de Vermeden Maatschappelijke Kosten (VMK). Door de opwekking van elektrische energie met windenergie worden externe kosten, die ontstaan bij opwekking van energie uit fossiele energiebronnen voorkomen. Dit zijn maatschappelijke kosten als gevolg van uitstoot van CO2 en andere schadelijke stoffen. Te denken valt bijvoorbeeld aan kosten voor de volksgezondheid door luchtverontreiniging, voor watermanagement door hogere waterstanden en extreme weercondities en schade door klimaatverandering aan gewassen. Deze kosten worden nu ook de maatschappij betaald, maar zijn niet in de elektriciteitsprijs verwerkt. NWEA stelt voor de maatschappelijke kosten, die vermeden worden door opwekking van windenergie, ten goede te laten komen aan de
producenten van windstroom. Hierdoor kan de MEP bijdrage omlaag.

Windenergie kan in Nederland worden opgewekt en is vrij van broeikasgassen, twee factoren die van belang zijn voor de leveringszekerheid en het verduurzamen van de
elektriciteitsvoorziening. Windenergie is marktrijp en daarom niet afhankelijk van lange en onzekere research- en developmenttrajecten. Daarom kan deze optie per direct worden benut. Uit diverse buitenlandse studies blijkt dat een toenemend aandeel windenergie leidt tot lagere stroomprijzen. Windenergie is een uitstekende investering om de energievoorziening in Nederland op korte termijn schoner, betrouwbaarder en goedkoper te maken. Daarnaast biedt de reeds ingezette ontwikkeling van windenergie op de Noordzee Nederland een unieke mogelijkheid om haar vooraanstaande internationale positie op het gebied van offshore technologie te versterken.

Het rapport van KEMA/Ecofys is te downloaden op www.nwea.nl

Bron: NWEA
 
    terug naar boven  
   
 

Partij voor de Dieren stelt kamervragen over MRSA besmetting onder varkenshouders


2-01-2007

Het grootschalige gebruik van antibiotica in de varkenshouderij lijkt een gevaar voor de volksgezondheid te vormen. Maart 2006 kwam er een alarmerende brief van directeur Coutinho van het Centrum Infectieziektenbestrijding dat varkens en varkenshouders op grote schaal besmet zijn met de gevaarlijke multiresistente MRSA bacterie.

Hoewel de Voedsel en Waren autoriteit begin dit jaar ook al waarschuwde voor het toegenomen veterinaire gebruik van antibiotica in de veesector en het ontstaan van gevaarlijke zoönotische pathogenen, heeft de overheid nauwelijks gereageerd op de dreiging voor de Volksgezondheid. Uit een steekproef van Zembla bleek dat ook 2,5% van het onderzochte varkensvlees in de winkels besmet was met de MRSA bacterie.

Jaarlijks zijn er ongeveer 1.500 mrsa besmettingen in ons land. De mrsa bacterie blijkt voor te komen bij 39% van de slachtvarkens in Nederland, zo bleek eerder dit jaar uit een eerste verkenning van de voedsel- en warenautoriteit.

Uit een aanvullende steekproef onder varkenshouders bleek dat 23% van de onderzochte varkenshouders besmet was met het ‘varkenstype mrsa’. Vergelijkbaar onderzoek in Frankrijk kwam tot soortgelijke uitkomsten. Het Centrum Infectieziektenbestrijding van het RIVM doet onderzoek naar de vraag of mensen de varkens-MRSA op andere mensen kunnen overbrengen. Uit voorzorg worden bij veel ziekenhuizen al speciale hygiënische maatregelen genomen bij ziekenhuisopname van patiënten die in contact staan met varkens.

Het antibioticagebruik in de Nederlandse veesector is extreem hoog. Uitgegaan wordt van een jaarlijks verbruik in Nederland van 400.000 kilogram antibiotica. Een land als Denemarken gebruikt naar schatting vier keer minder. Eerdere maatregelen tot beperking werkten averechts en leidden slechts tot een toename van het verbruik. Een verbod op enkele soorten antiobiotica leidde slechts tot een toename van het algehele verbruik. Een verbod op preventief gebruik per 1 januari 2006 leidt nu tot een zeer snelle stijging van het veterinaire gebruik van antibiotica, zo meldde de VWA op 6 januari j.l. De VWA waarschuwt voor het ontstaan van multiresistente zoönosen, voor mensen gevaarlijke ziektes in (landbouw)dieren. Eerder bleek uit onderzoek van CIDC-Lelystad dat campylobacter in snel tempo resistent aan het worden is tegen het antibioticum campylobacter. Deense onderzoekers ontdekten salmonella bacteriën die al resistent waren tegen 11 soorten antibiotica.
 

 
    terug naar boven  
   
 

De biobrandstof-farce

13-12-2006

Milieudefensie heeft bewezen dat groene stroom het milieu ernstig kan vervuilen. Dat geldt zeker voor stroom die is opgewekt uit geïmporteerde palmolie. Die is voornamelijk afkomstig uit Indonesië, waar regenwouden worden gekapt voor de aanleg van plantages voor palmen.

Het kappen en verbranden van die moeraswouden in Zuidoost-Azië is verantwoordelijk voor acht procent van de uitstoot van het broeikasgas CO2 in de wereld. Dat hebben deskundigen van Wetlands International en WL Delft Hydraulics uitgerekend. Op grond van een klacht van Milieudefensie heeft de Reclamecodecommissie geoordeeld dat het Nederlandse energiebedrijf Essent de consument verkeerd voorlicht door de stroom uit palmolie duurzaam te noemen. De tientallen miljoenen aan milieusubsidies die aan deze vuile vorm van stroomopwekking zijn besteed, blijken een averechts effect te hebben gehad. In plaats van een reductie van CO2 , is er juist kooldioxide bijgekomen.

Dit voorbeeld roept vragen over de subsidie-industrie die rond biobrandstoffen is ontstaan. Omdat voor het maken van biobrandstoffen door middel van landbouwwerktuigen veel energie nodig is, valt het rendement tegen. Bij elke nieuwe subsidie gaan bedrijven aan het werk om een goedkope wijze van productie te vinden waarbij de grenzen van de regeling worden opgezocht. Dat geldt ook voor verplichtingen tot levering van biobrandstoffen. De Nederlandse regering verplicht de oliemaatschappijen straks in benzine bijna zes procent biobrandstof bij te mengen. De herkomst van deze brandstof is onbekend, zodat er geen enkele garantie is dat de ethanol niet afkomstig is uit bijvoorbeeld het Braziliaanse regenwoud, met extra CO2 -schade. De richtlijnen voor duurzaamheid van biobrandstof die zijn opgesteld door een Nederlandse werkgroep zijn nog niet van kracht.

Biobrandstoffen zijn niet alleen vaak slecht voor het milieu, maar ze leggen ook beslag op de wereldvoedselvoorraad. De gebruikte grondstoffen worden ook gebruikt voor eten. Wetenschappers hebben uitgerekend dat alleen al de voor het Nederlandse wagenpark benodigde biobrandstof 100 miljoen mensen zou kunnen voeden. Auto’s en energiecentrales gaan dan concurreren met arme gezinnen die kinderen moeten voeden.

De Nederlandse overheid werkt aan regels voor duurzame productiemethoden die het regenwoud ongemoeid laten. Toch blijven de inspanningen in de biobrandstofhandel onbelangrijk vergeleken bij de CO2 -uitstoot die kan uitblijven door bezuiniging op energie. Met de bestaande technologie kan er op autobrandstof veel meer worden bespaard dan er aan biobrandstof wordt bijgemengd. Nederland zou een voorbeeld moeten nemen aan de Amerikaanse deelstaat Californië die steeds hogere eisen stelt aan het gemiddelde brandstofgebruik van daar verkochte auto’s. Als een deelstaat van het federale Amerika op dit terrein een eigen beleid kan voeren, zou een lid van de losse statenbond die de EU is, dat zeker moeten kunnen doen.

Het voorbeeld van de palmolie toont aan dat loze maatregelen om te voldoen aan het Kyotoverdrag tegen klimaatverandering uiteindelijk worden ontmaskerd.

Bron: NRC
 

   
   
   
    terug naar boven