|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Naar een groenere en duurzame
stad |
10-09-2008
Met de snelle groei van steden over de gehele wereld en de
toenemende urgentie om de opwarming van de aarde tegen te gaan,
neemt de noodzaak toe om deze steden slim in te richten, zodat deze
ook in de toekomst leefbaar blijven en duurzamer worden. Innovatieve
toepassingen van IT spelen hierbij een sleutelrol.
Binnen het Connected Urban Development (CUD) programma, ontstaan in
2006 uit Cisco’s betrokkenheid bij het Clinton Global Initiative,
werken zeven steden, waaronder de stad Amsterdam, samen aan het
bevorderen van een ‘connected’ en ‘sustainable’ omgeving, waar het
gaat om mobiliteit, werk, gebouwen, energie, IT en stedelijke
ontwikkeling. Goede stedelijke IT- en communicatiestructuren kunnen
zo gebruikt worden om de uitwisseling van kennis, mensen, verkeer en
energie op een duurzame en minder klimaatbelastende manier te laten
plaatsvinden.
De gemeente Amsterdam heeft zich in 2007 aangesloten bij het CUD.
Innovatieve toepassingen zijn een van de middelen van Amsterdam om
de uitstoot van CO2 in de komende 17 jaar met 40% terug te dringen.
Het Amsterdamse klimaatprogramma heeft daarnaast de opwekkingen en
toepassing van duurzame energie als een van haar speerpunten
benoemd.
Op dinsdag 23 september vindt in Amsterdam de tweede CUD-conferentie
plaats. Hierbij zijn de vertegenwoordigers van de steden die
deelnemen in het CUD-programma, te weten Amsterdam, San Francisco,
Seoul, Madrid, Lissabon, Hamburg en Birmingham aanwezig, maar ook
andere leiders op het gebied van milieu- en stedenproblematiek.
Samen discussiëren zij over het thema Connectivity for
Sustainability .
Namens de gemeente Amsterdam en Cisco nodig ik u van harte uit
hierbij aanwezig te zijn. Tijdens de bijeenkomst krijgt u meer
informatie over actuele CUD-projecten zoals het EcoMap-project in
San Francisco, de Personal Travel Assistant in Amsterdam en het
Strategic Road Pricing-project in Seoul. Het MIT Mobile Experience
Lab laat u zien hoe de leefomgeving van steden er in de toekomst er
uit kan zien.
Daarnaast laten wij zien hoe Cisco en de gemeente Amsterdam nauw
samenwerken met de gemeente Almere aan oplossingen voor het
fileprobleem en de veranderende werkcultuur door een innovatief
gebruik van breedband. Burgemeesters Job Cohen (Amsterdam) en
Annemarie Jorritsma (Almere) nemen het eerste Smart Work Center in
Almere officieel in gebruik en gebruikers van het Smart Work Center
vertellen wat de voordelen van dit concept zijn.
Speciale aandacht verdient ook het optreden van Professor Michael
Braungart, auteur van Cradle to Cradle.
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Cramer: 'Biobrandstof geen
misdaad, maar juist kans' |
10-05-2008
Minister Cramer heeft kritiek op de kritiek op biobrandstoffen.
Ze schrijft in een ingezonden brief in het Financieele Dagblad dat
er iets mis is met de beweringen van de critici. ’Uit alle recent
gepubliceerde wetenschappelijke rapporten blijken er heel andere
oorzaken te zijn voor de stijgende voedselprijzen.’
Minister Cramer somt ze op: de toename van de wereldbevolking, de
toename van vleesconsumptie (vooral in China), de niet goed werkende
wereldmarkt (subsidies, importtarieven), dure transportkosten (hoge
olieprijzen), achtergebleven investeringen (door lage
voedselprijzen), mogelijk speculatie, en niet in de laatste plaats
de klimaatverandering. ’Veel voedseloogsten gaan verloren door
uitdroging of overstromingen. En juist om die klimaatverandering en
alle gevolgen daarvan een halt toe te roepen moeten we niet-fossiele
energiebronnen vervangen door onder andere biobrandstoffen.’
Minister Cramer bestrijdt dat het Europese doel voor het aandeel
biobrandstoffen op gespannen voet staat met de voedselproductie. ’De
genoemde critici laten steeds weg - ik hoop onbewust - dat de EU het
10%-doel alleen wil bereiken, als voldaan is aan de
duurzaamheidseisen. Deze eisen betekenen dat de biobrandstoffen veel
minder CO2 moeten uitstoten. De Europese Commissie zegt 35%,
Nederland loopt een beetje harder en vindt 50% het minimum. Maar die
eisen zeggen ook dat de voedselvoorziening en biodiversiteit niet in
het geding mogen zijn. En daar moet ook controle op zijn.’
’Ik heb veel andere EU-lidstaten bereid gevonden mij te steunen in
de eis om elke twee jaar streng te controleren of de voedselprijzen
toch niet onverhoopt stijgen door verdringing voor biobrandstoffen.
En mocht het toch, wetenschappelijk onderbouwd, vast komen te staan
dat er wel sprake is van een stijging van de voedselprijzen door
biobrandstoffen, dan hebben we natuurlijk een heel nieuwe situatie
waar we adequaat op moeten reageren.’
Minister Cramer benadrukt dat zij zich in Nederland en in Europees
verband sterk maakt voor wereldwijd aanvaarde duurzaamheidscriteria.
Zelf ontwikkelde zij de ’Cramer-criteria’ waaraan minimaal moet zijn
voldaan. ’Vorige week heb ik van mijn Oeso-collega’s in Parijs ook
nog eens alle bijval gekregen voor mijn pleidooi voor wereldwijd
aanvaarde duurzaamheidscriteria. Deze eisen zijn niet voor niets
gesteld. Met eigen ogen hebben mijn collega Koenders en ik
voorafgaande aan de klimaatonderhandelingen op Bali de effecten van
kaalslag en branden gezien voor de arme boeren in Indonesië. Ook
merk ik op dat de gesubsidieerde massale maïsproductie in de
Verenigde Staten bij lange niet aan de Europese CO2-sleutel kan
voldoen.’
Voor de productie van bioethanol uit Braziliaans suikerriet liggen,
volgens minister Cramer, de zaken anders. ’Brazilië wil uitsluitend
duurzame biobrandstoffen via Rotterdam naar Europa exporteren. De
komende maanden gaan Nederland en Brazilië verdere afspraken maken
over garanties dat het Amazonegebied niet direct of indirect wordt
aangetast - de suikerrietplantages liggen 2500 kilometer verwijderd
van dat gebied. Ook wordt afgesproken dat de gronden niet
beschikbaar zijn of waren voor voedingsgewassen.’
Voor ontwikkelingslanden ziet Cramer juist kansen met
biobrandstoffen. ’Het is niet zo dat het Europese doel voor het
aandeel biobrandstoffen op gespannen voet hoeft te staan met de
voedselproductie of met de belangen van de armen in
ontwikkelingslanden. Mits duurzaam geproduceerd, kan de teelt voor
biobrandstof juist een kans geven aan landen die nog niet profiteren
van de groei in nieuwe markten.’
’De EU houdt dan ook vast aan het 10%-doel. Mits de CO2-uitstoot
fors naar beneden gaat, mits het oerwoud er niet voor wordt gekapt
en mits de voedselvoorziening er niet de dupe van is. Veel andere
EU-lidstaten steunen mij in de eis om elke twee jaar streng te
controleren of nog steeds aan die eisen wordt voldaan.’
Bron: Energieraad |
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Utrechtse
promovendus maakt nieuwe lessenserie biologie
Kennis van ecosystemen in middelbaar onderwijs blijkt
verouderd |
Terwijl in Nederland op hoog niveau onderzoek wordt gedaan aan
ecosystemen, is de kennis van ecosystemen in het middelbaar
onderwijs blijven steken bij de kennis rond 1960. Dit blijkt uit het
promotieonderzoek van René Westra. Hij baseert zijn conclusie op
basis van de inhoud van centrale examens, leerboeken en lessen.
Westra promoveert op 18 februari aan de Universiteit Utrecht.
Docenten hebben een andere (verouderde) visie op ecosystemen dan
ecologen die in het onderzoek werken. Westra vindt deze ‘ecologische
ongeletterdheid’ opmerkelijk, omdat in de maatschappij steeds vaker
beslissingen worden genomen waarbij kennis van ecosystemen
essentieel is. Denk hierbij aan het bepalen van vangstquota in de
visserij, beslissingen over natuurbehoud of natuurontwikkeling en
het al of niet toestaan van drukjacht op wilde zwijnen op de Veluwe.
Voor Westra was dit de reden om voor de middelbare-schoolbiologie
een lessenserie te ontwikkelen met drie praktijksituaties waarin
ecosystemen centraal staan: de optimalisatie van mosselkweek, het
beheer van konijnen in de duinen en de aanpak van de
olifantenoverbevolking.
Systeemdenken en modelleren
Leerlingen uit de vwo-bovenbouw van vier scholen hebben met de
nieuwe lessenserie geoefend. Daarbij leerden zij systeemdenken en
modelleren. Bij systeemdenken leren de leerlingen te denken in
verschillende organisatieniveaus zoals organisme, populatie en
ecosysteem. Ze kwamen erachter dat in sommige gevallen de verwarring
tijdens ecologisch getinte discussies te maken heeft met het feit
dat niet alle deelnemers zich richten op hetzelfde
organisatieniveau. Door te werken met computermodellen, kregen de
leerlingen voor het eerst vat op de complexiteit en dynamiek van
ecosystemen.
Duo-aanstelling
In zijn dertigjarige loopbaan als docent biologie op havo en vwo
raakte Westra geïrriteerd door de achterlopende kennis van
ecosystemen in het middelbaar onderwijs. Door een detachering voor
50% van zijn school (het Petrus Canisius College te Alkmaar) naar
het Freudenthal Instituut van de Universiteit Utrecht, kreeg hij de
mogelijkheid tot het uitvoeren van dit promotieonderzoek over leren
en onderwijzen van het gedrag van ecosystemen op de middelbare
school. Deze detachering was een experiment, dat geslaagd kan worden
genoemd. Momenteel doen in navolging van Westra 10 docenten
didactisch promotieonderzoek naar verbetering van het onderwijs in
wiskunde en natuurwetenschappen: het zogenaamde DUDOC-project
(Didactisch Universitair onderzoek van DOCenten naar vernieuwing van
de bètavakken) van Platform Bèta Techniek. Drie docenten hiervan
zijn verbonden aan de Universiteit Utrecht. Binnenkort wordt een
nieuwe groep DUDOC-docenten gerekruteerd voor een promotieplaats.
Bron: Universiteit Utrecht
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Prijs voor slaafvrije chocolade
Tony's Chocolonely wint "Brands with a Consience" prijs 2008 |
Tony's Chocolonely, de producent van slaafvrije chocolade, die met
repen aandacht vraagt voor misstanden in de cacao-industrie heeft de
internationale "Brands with a Consience" prijs 2008 gewonnen.
Letterlijk vertaald: een prijs voor een merk met een geweten. De
prijs wordt sinds 2004 jaarlijks uitgereikt door de Medinge Group,
een denktank van internationaal gerespecteerde merkexperts, aan
bedrijven en organisaties die laten zien dat het mogelijk is om
succesvol te zijn én bij te dragen aan een verbetering van de
maatschappij. Eerdere winnaars waren o.a. Virgin Group, Patagonia,
Ikea, Toyota Prius, Product RED, Ecover en Slow Food Movement. In
2004 ging de prijs naar de Stichting Max Havelaar.
Kijk voor meer informatie www.chocolonely.nl of www.medinge.org
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Corruptie in
visserij neemt toe |
2008
Door dalende visbestanden en een groeiende vraag naar vis neemt
corruptie in de visserij toe. Foutief gelabelde vissoorten en valse
“ecovis” ondermijnen de campagnes voor duurzame visserij. Hiernaast
is het door corruptie voor wetenschappers erg moeilijk om precies te
bepalen hoeveel vis er nu werkelijk gevangen wordt. Dit leidt tot
verkeerd berekende visbestanden.
IUCN organiseert op 30 en 31 januari de bijeenkomst 'Fisheries and
Corruption'. Op deze bijeenkomst zal IUCN oproepen tot betere
naleving van huidige wetten en regels, betere tracering van vis, het
inzetten van satellieten voor controle op vissersboten en het beter
labelen van vis.
IUCN NL organiseert op 31 januari een bijeenkomst van het
Oceanenoverleg met als thema ‘Illegale, Niet gerapporteerde en Niet
gereguleerde’ Visserij (IUU fishing). IUCN NL organiseert dit
overleg voor medewerkers van wetenschappelijke instituten, NGO's, de
overheid en de private sector. Het Oceanenoverleg wil voorzien in
een alom gesignaleerde behoefte aan betere afstemming,
informatie-uitwisseling en vooral ook samenwerking. De
bijeenkomsten, die vier keer per jaar gehouden zullen worden,
richten zich op onderwerpen gerelateerd aan de internationale
visserij en aan mariene biodiversiteit. Per keer zal een specifiek
onderwerp aan de orde worden gesteld, terwijl er daarnaast ruimte
blijft voor ad hoc-kwesties
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Milieudefensie: gemengde
gevoelens over akkoord Bali. |
Hoopvol over vorming kopgroep
15-12-2007
Milieudefensie heeft gemengde gevoelens over de uitkomst van de
milieutop in Bali. Willem Verhaak, campagneleider Klimaat en Energie
is opgelucht dat de VS uiteindelijk door de bocht zijn gegaan, maar
zwaar teleurgesteld dat er geen concrete reductieafspraken zijn
gemaakt. Milieudefensie is hoopvol gestemd over de vorming van een
kopgroep van de huidige Kyoto-landen die zich wel de bereidheid
hebben uitgesproken om in 2020 de uitstoot van CO2 met 25 tot 40
procent te reduceren.
In Bali is in de loop van de zaterdagmiddag lokale tijd een akkoord
bereikt. In de zogenaamde 'routekaart', die richting moet geven voor
twee jaar onderhandelingen over een vervolgafspraak op Kyoto, staan
geen concrete afspraken over de vermindering van de CO2-uitstoot.
Als doelstelling voor de onderhandelingen die vanaf volgend jaar
beginnen en moeten leiden tot een vervolg op het Kyoto-verdrag,
hebben de lidstaten nu vastgelegd dat “diepgaande vermindering van
wereldwijde emissies vereist is om de uiteindelijke doelstellingen
te bereiken.” De uiteindelijke doelstelling behelst een vermindering
van de uitstoot van vijftig procent in het jaar 2050.
Milieudefensie is blij dat een kopgroep van deelnemers aan het
huidige Kyoto-verdrag, het leeuwendeel van de rijke landen exclusief
de Verenigde Staten, zich nu al concreet hebben uitgesproken over de
benodigde
reducties: te weten 25 tot 40 procent in 2020.
Milieudefensie roept de EU, Nederland en alle landen van goede wil
om al direct zelf aan de slag te gaan en niet te blijven steken in
halve maatregelen. Zo zou Nederland in navolging van Groot-Britannie
een klimaatwet moeten invoeren, waarin jaarlijkse CO2 reducties van
tenminste
3 procent juridisch bindend vastgelegd moeten worden. Op het moment
dat er in 2008 een nieuwe president aantreedt in de Verenigde Staten
moeten de mondiale onderhandelingen over het vervolg van Kyoto met
grote spoed worden hervat.
Op onderdelen heeft ook de Europese Unie onvoldoende ambitie
getoond. Zij heeft het nagelaten om met goede voorstellen te komen
voor een effectieve technologie-overdracht aan ontwikkelingslanden
en zich onvoldoende ingezet voor de instelling van een substantieel
fonds voor ontwikkelingslanden om de gevolgen van klimaatverandering
op te vangen.
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Kroonprins hekelt te luxe
leefstijl |
29-10-2007
Prins Willem-Alexander zet de aanval in op de minderheid op deze
aardbol met een luxe leefstijl. Hij -zelf veel over de wereld
reizend- zei in zijn lezing over watermanagement tijdens het
staatsbezoek in India, dat er miljarden worden gespendeerd aan
infrastructuur, zodat die groep hedonisten maar veel, vaak en ver
kunnen vliegen.
De prins vroeg zich af of het 'echt te veel is gevraagd om die
minderheid met een luxe leefstijl een bijdrage te laten leveren aan
de toekomst van onze planeet'.
Hiermee treedt hij in de voetsporen van klimaatgoeroe Al Gore en het
Intergouvernementele Panel voor Klimaatverandering (IPCC), die
onlangs de Nobelprijs voor de Vrede kregen.
"Die rijke minderheid moet dit zien als een verzekeringspremie tegen
een ramp die in het beste geval niet gebeurt, maar verwoestende
effecten zal hebben op latere generaties, zelfs als de conservatieve
voorspellingen van het IPCC uitkomen."
Bron: Trouw |
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
CO2-concentratie stijgt sneller
dan verwacht |
29-10-2007
De CO2-concentratie van de atmosfeer stijgt veel sneller dan werd
verwacht. De snelheid waarmee zij tussen 2000 en 2006 toenam heeft
zich niet eerder voorgedaan sinds het begin van de waarnemingen in
1959. De huidige CO2-concentratie is met een waarde van 381 ppm
(delen per miljoen) de hoogste van de afgelopen 650.000 jaar.
Dit meldt een internationaal team onderzoekers in de online-editie
van de Proceedings of the National Academy of Sciences. Het artikel
bevestigt, met andere metingen, een publicatie van hetzelfde blad in
mei van dit jaar. CO2 is het belangrijkste broeikasgas van de de
drie (CO2, methaan en lachgas) waarop de mens invloed heeft. Het
ontstaat bij de verbranding van kolen, olie en aardgas en komt vrij
bij productie van cement.
De onderzoekers vinden drie verklaringen voor de ongekend snelle
stijging van de CO2-spanning: de wereldwijde economische groei, het
onverminderd beroep dat de economieën doen op fossiele brandstof en
een afnemende opname van CO2 door oceanen en vegetatie. Een steeds
groter deel van het vrijgekomen CO2 blijft in de atmosfeer achter.
De onderzoekers onderstrepen dat in bijna alle toekomst-scenario’s
wordt aangenomen dat de koolstof-afhankelijkheid van de economieën
(uitgedrukt in tonnen koolstof per bruto mondiaal product)
geleidelijk zou gaan dalen. In werkelijkheid is sinds een paar jaar
een omgekeerde trend zichtbaar.
Bron: NRC |
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Nederlanders zetten zich massaal
in voor duurzame mobiliteit tijdens vijfde Week van de Vooruitgang
|
10-09-2007
Wonen op een plek met schone lucht, waar de straat een veilige plek
is om te fietsen en een bus of deelauto binnen handbereik is. Daar
zetten tienduizenden mensen zich tijdens de vijfde Week van de
Vooruitgang van 16 t/m 22 september voor in. Bewustwording over
klimaatverandering en schone lucht is belangrijk, maar het gaat er
ook om die kennis om te zetten in duurzaam gedrag. Daarom
organiseren honderden politici, ambtenaren en bewoners in meer dan
70 procent van alle Nederlandse gemeenten, activiteiten om lopen,
fietsen, openbaar vervoer en zuinig autogebruik te promoten. Ze
willen laten zien dat het nú al anders kan.
Het groeiende autoverkeer leidt tot steeds meer problemen.
Luchtvervuiling door het verkeer eist jaarlijks duizenden
slachtoffers. Daarnaast draagt het autoverkeer in Nederland voor 13
procent bij aan de totale uitstoot van het broeikasgas CO2.
Buitenspelen en zelf naar school fietsen is voor veel kinderen
onveilig door het autoverkeer. Bewoners, organisaties en gemeenten
slaan daarom de handen ineen en laten een week lang zien hoe het ook
anders kan. Om alternatieve manieren van vervoer in het zonnetje te
zetten, organiseren negen landelijke organisaties jaarlijks de Week
van de Vooruitgang. De week is onderdeel van de European Mobility
Week.
De Week van de Vooruitgang wil duurzame mobiliteit hoger op de
politieke agenda. Om minder autoverkeer ook op de langere termijn te
stimuleren, is steun van de overheid hard nodig. Gemeenten moeten
zorgen voor autoluwe binnensteden en woonwijken en goede
fietsvoorzieningen en deelautolocaties. Het rijk moet de
automobiliteit een halt toe roepen door te stoppen met het aanleggen
van nieuwe wegen en te investeren in openbaar vervoer.
Het programma van de Week van de Vooruitgang bestaat uit De
Autovrije Dag (16/9), Fiets naar je werk (17/9), Op Voeten en
Fietsen naar School (21/9), Start met… (22/9), Het Nieuwe Rijden
(16-22/9), Op aardgas vooruit! (16-22/9), Autodelen doe je zo!
(16-22/9), Groene Voetstappen (16-22/9), de OV-Tournee (16-22/9). Er
vinden bijna 900 activiteiten plaats in meer dan 320 gemeenten. Een
overzicht van de activiteiten staat op www.weekvandevooruitgang.nl
Bron: Week van de vooruitgang |
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Greenpeace tegen
boomplant |
5-09-2007
Greenpeace vindt de groei van de markt voor het compenseren van
CO2-uitstoot geen goede ontwikkeling. Het is niet te garanderen dat
daadwerkelijk wordt gecompenseerd. Ook verdringt het planten van
bomen soms structurelere maatregelen, aldus de milieuorganisatie.
Het aantal aanbieders van CO2-compensatie stijgt sterk. Een van hen,
Stichting Face, opgericht door de beheerder van het hoogspanningsnet
nv Samenwerkende Energiemaatschappijen, startte vijftien jaar
geleden een bomenplantproject in Oeganda. De Oegandezen die eerst in
dit natuurpark woonden, claimen nu hun grond terug, en hebben op
grote schaal weer bomen gekapt, meldt het Amerikaanse tijdschrift
Fortune.
Greenpeace is mede door dit voorval sceptisch over de
compensatiebranche. 'Je ziet dat iets onverwachts kan gebeuren',
zegt campagneleider Hans Altevogt van Greenpeace. 'Daardoor is niet
te garanderen dat CO2-uitstoot daadwerkelijk wordt gecompenseerd.'
Een bos moet om zijn opslagcapaciteit van CO2 te benutten 80 tot 100
jaar blijven staan. 'Niemand kan 80 of 100 jaar in de toekomst
kijken', zegt Altevogt.
Directeur Denis Slieker van Stichting Face zegt dat alle
CO2-certificaten die het heeft verkocht, daadwerkelijk staan voor
compensatie. 'Een onafhankelijke controlerende organisatie heeft elk
jaar bekeken hoeveel CO2 door het bos is opgenomen. Daarvoor hebben
we certificaten gekregen, en die verkopen we. Zodoende staan ze
gegarandeerd voor compensatie. Voor dit project in Oeganda krijgen
we nu geen certificaten meer.'
Behalve een gebrek aan garanties bestaat volgens Greenpeace het
risico dat de compensatie door het planten van bomen 'echte'
maatregelen verdringt, zegt Altevogt. Compensatie blijkt regelmatig
ook een sigaar uit eigen doos, stelt hij. 'Sommige organisaties
kiezen voor de makkelijke weg, en haken aan bij reeds bestaande
herbebossingsprojecten', aldus Altevogt. 'Die herbebossing heeft een
andere reden, maar wordt ineens ook geboekt als CO2-winst. Dat
corrumpeert dit systeem.'
Bron: Financieele Dagblad |
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Minister geeft gehoor aan de
gezamenlijke oproep van houtsector en NGO's
Europese wetgeving tegen illegaal hout stap dichterbij |
27 juni 2007
Minister Verburg van LNV heeft direct gehoor gegeven aan een
gezamenlijke oproep die de houtsector en maatschappelijke
organisaties vanmorgen aan haar deden. Zij vroegen de minister om
zich in te zetten voor Europese wetgeving die de handel in illegaal
gekapt hout verbiedt. De minister beloofde vervolgens in een
Algemeen Overleg in de Tweede Kamer, om binnen Europa te pleiten
voor dergelijke wetgeving. De kamerleden bleken hier eensgezind
voorstander van. Zij vroegen én kregen concrete stappen en
oplossingen van Verburg.
Minister Verburg gaf aan dat illegale kap inderdaad een gigantisch
negatieve impact heeft op mens en milieu en dat zij zeer gemotiveerd
is om hiertegen stappen te ondernemen. Om de illegale kap tegen te
gaan wil zij samenwerken met de houtsector en maatschappelijke
organisaties en inzetten op een zorgvuldig pakket van maatregelen.
Maatschappelijke organisaties pleiten al jaren voor Europese
wetgeving om de criminele handel in illegaal gekapt hout te
verbieden.
Minister Verburg zegde toe om binnen Europa 'tot in de wandelgangen'
te pleiten voor wetgeving. 'Het is daarbij van belang de andere
landen mee te krijgen omdat de wetgeving uitgevoerd en gehandhaafd
moet worden in heel Europa. Tot nu toe kwam FLEGT, het Europese
Actieplan om de illegale kap en gerelateerde handel tegen te gaan
nog onvoldoende uit de verf', aldus de minister.
Daar gaat de minister dus in ieder geval voor wat betreft Nederland
verandering in brengen. Het argument van het vorige kabinet dat
wetgeving niet mogelijk zou zijn wegens de internationale
handelsverdragen van de WTO schoof de minister van tafel. 'Wetgeving
zou geaccepteerd moeten worden binnen de WTO. We gaan daar het
gevecht aan en moeten tot het uiterste gaan.'
Verburg gaat FLEGT in juli tijdens de landbouwraad op de agenda
zetten.
Daar moet volgens de minister het tijdspad en de urgentie duidelijk
worden van de studie naar aanvullende maatregelen voor FLEGT.
Bovendien wil de minister er op toezien dat de EU de voorstellen
voor effectief beleid en de handhaving zo spoedig mogelijk
bespreekt.
Greenpeace, Milieudefensie en ICCO vormen samen de illegaal hout
coalitie. 'Wij zijn erg verheugd met deze uitspraken van de
minister.
Het is voor het eerst dat er een concreet tijdspad met concrete
stappen ligt om de problematiek van illegale houtkap en -handel
tegen te gaan.
Dit is na jarenlang overleg van het vorige kabinet en de
bureaucratie van de EU echt een verfrissend geluid. Nu is het zaak
dat de minister deze toezeggingen ook nakomt en omzet in daden',
aldus Anne van Schaik, woordvoerder van Milieudefensie namens de
illegaal hout coalitie. |
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
China stoot de
meeste CO2 uit |
22-06-2007
De CO2-uitstoot van China is sinds vorig jaar hoger dan die van
de Verenigde Staten. Dat stelt het Nederlandse Milieu- en
Natuurplanbureau (MNP) na berekeningen op basis van gegevens van de
oliemaatschappij BP.
Wereldwijd zijn de CO2-emissies door fossiele brandstoffen (olie,
gas, steenkool) minder sterk gestegen dan in 2005.
Het gebruik van fossiele energie nam in China met bijna 9 procent
toe, vooral door verbranding van kolen. Verder komt er veel CO2 vrij
bij de cementproductie, die groeit vanwege de toegenomen
bouwactiviteiten. Mede hierdoor ligt de uitstoot in China 8 procent
hoger dan die in de VS.
De nieuwe cijfers kunnen een belangrijke rol spelen bij de
onderhandelingen over de opvolger van het Kyoto-protocol, het
verdrag waarin de afspraken over het terugdringen van broeikasgassen
tot 2012 zijn vastgelegd. De VS hebben het Kyoto-protocol nooit
ondertekend, omdat er geen rekening werd gehouden met opkomende
industrielanden als China, India en Brazilië.
Aan de vooravond van de G8-ontmoeting, waar het klimaatbeleid een
heikel punt was, kwam China naar buiten met een klimaatplan. Kort
samengevat: we erkennen dat wij hard meedoen aan de opwarming van de
aarde, maar het rijke Westen heeft de meeste schuld, dus dat moet
eerst maar orde op zaken stellen. We proberen het beter te doen,
maar armoedebestrijding en economische groei hebben voorrang.
Het Milieu- en Natuurplanbureau informeert en adviseert de overheid
over milieuproblematiek. De BP-cijfers zijn in het verleden tamelijk
betrouwbaar gebleken. Zo kwamen de beramingen over 2004 redelijk
overeen met de cijfers van het Internationaal Energie Agentschap (IEA).
Bron: Volkskrant.nl
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Schone Kleren
Campagne, Oxfam en andere organisaties richten momenteel hun pijlen
op de Olympische Spelen. |
Met hun PlayFair 2008 campagne brengen ze het IOC (Internationaal
Olympisch Comité) in een slecht daglicht. De campagne onthult in een
nieuw rapport ernstige schendingen van arbeidsrechten bij de
productie van goederen met het Olympisch logo.
De campagne onderzocht vier Chinese fabrieken die merchandising
produceren. Onderzoekers infiltreerden in de bedrijven en kwamen tot
onthutsende resultaten. De meeste fabrieken werken met minderjarige
werkkrachten. De uitbetaalde lonen liggen ver onder het wettelijke
minimumloon. De werknemers worden er verplicht talrijke overuren te
doen. Sommigen werken zelfs 300 uur per maand en raken uitgeput. De
arbeids- en gezondheidsomstandigheden liggen er beneden alle peil
Verschillende bedrijven probeerden de inspecteurs om de tuin te
leiden.
Ze zetten hun werknemers aan om te liegen over hun lage lonen.
Al sinds 2004, na de Spelen in Athene, proberen de
PlayFair-organisaties het IOC te overtuigen om arbeidsrechten in hun
commerciële contracten op te nemen. Verschillende nationale
olympische comités steunden het voorstel van de verenigingen. Alleen
blijft het IOC, nochtans het toonbeeld van fair play, dit weigeren.
Op http://www.schonekleren.be kan je alvast het rapport downloaden.
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Waddenacademie deze zomer van start
in Leeuwarden |
11-05-2007
Commissaris van de Koningin Ed Nijpels heeft vandaag uit handen
van professor Wim van Vierssen van de Universiteit van Wageningen
het ondernemingsplan van de Waddenacademie in ontvangst genomen.
Nijpels zal dit plan vandaag aan minister Cramer van het ministerie
van VROM sturen. Na goedkeuring van dit plan kan de Waddenacademie
in Leeuwarden rond de zomer van start gaan als Instituut van de
Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW).
De basis voor de Waddenacademie is de Wet op het Waddenfonds. De
Waddenacademie richt zich op het ontwikkelen van een duurzame
kennishuishouding van het waddengebied, zoals een van de vier
doelstellingen van de Wet op het Waddenfonds luidt.
De Waddenacademie wil zich ontwikkelen tot een kleine organisatie op
wetenschappelijk gezag die zich zal richten op het fundamentele en
toegepast onderzoek met een regionale, nationale en internationale
invalshoek op alle voor het waddengebied belangrijke
onderzoeksterreinen. Tot deze onderzoeksterreinen behoren de
ecologie, hydro-morfologie, kennis van de diepe ondergrond, sociaal
economische wetenschappen en cultuurhistorie.
De Waddenacademie zal bestaan uit vijf parttime wetenschappers
vanuit vijf instellingen van verschillende disciplines en een klein
ondersteunend bureau van drie medewerkers. De Waddenacademie wordt
gehuisvest in het Huis voor de Wadden in Leeuwarden. Het instituut
zal zich gaan richten op zowel regionale als nationale en
internationale samenwerking en kennisuitwisseling.
Het bestuur van de KNAW zal tevens het bestuur van de Waddenacademie
vormen. Onder voorzitterschap van de Commissaris van de Koningin in
Fryslân zal een maatschappelijke adviesraad worden gevormd van
personen met een academische, maatschappelijke en internationale
achtergrond.
De provincie verwacht dat minister Cramer als coördinerend minister
voor het Waddenfonds in 2008 de structurele financiering van de
waddenacademie vanuit het Waddenfonds kan goedkeuren. In afwachting
daarvan wil de Provincie Fryslân de Waddenacademie deze zomer
opstarten. De tijdelijke periode zal worden gefinancierd door het
ministerie van LNV en de provincie Fryslân.
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Merendeel
bestrijdingsmiddelen in een klap illegaal
Natuur en Milieu blij met uitspraak College van Beroep voor het
Bedrijfsleven |
4 mei 2007
Vanochtend heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven een
zeer vergaande uitspraak gedaan. Het College heeft verklaard dat
veel bestrijdingsmiddelen ten onrechte op de Nederlandse markt zijn
toegelaten. Bij deze middelen – het gaat om zo’n twee derde van alle
bestrijdingsmiddelen – heeft onvoldoende beoordeling plaats gevonden
van de schadelijkheid voor mens, dier en milieu. En dat is in strijd
met het Europees recht. Deze middelen zijn dus illegaal op de
Nederlandse markt. Natuur en Milieu is blij met de uitspraak omdat
nu alsnog een toetsing op schadelijkheid plaats moet vinden. De
ergste middelen zouden wel eens nooit door de toelating kunnen
komen.
Het ministerie van LNV en het College voor de toelating van
bestrijdingsmiddelen hebben de afgelopen jaren veel
bestrijdingsmiddelen op de Nederlandse markt toegelaten op basis van
economische belangen maar zonder de effecten van het middel op de
gezondheid van mens, dier en milieu goed te toetsen. Dit is in
strijd met de Europese Gewasbeschermingsmiddelenrichtlijn (uit 1991)
en de Biocidenrichtlijn (uit 1998) zo oordeelt het College van
Beroep nu in een zaak aangespannen door de Milieufederatie Zuid
Holland (zaaknummer AWB 04/185). Het College van Beroep vernietigt
de eerder genomen toelatingsbesluiten.
Natuur en Milieu is tevreden dat nu duidelijk is geworden dat
bestrijdingsmiddelen niet zonder toetsing op de gevolgen voor mens,
dier en milieu mogen worden toegelaten. Algemeen directeur Mirjam de
Rijk: ‘Eigenlijk is het niet meer dan logisch dat potentieel
gevaarlijke middelen niet zomaar gebruikt mogen worden. Maar dat er
eerst goed gekeken wordt naar de schadelijkheid. De overheid is er
niet alleen om naar de economische belangen te kijken maar is er ook
om de bevolking en het milieu te beschermen. En ze hebben er ook
ruim de tijd voor gehad, die Europese richtlijnen stammen uit de
vorige eeuw.’
Onder de nu illegaal geworden middelen zitten schadelijke stoffen
als cyhexatin (zeer giftig en slecht afbreekbaar middel gebruikt in
de fruitteelt) en stoffen die eerder zijn verboden wegens hun grote
schadelijkheid als pirimifos-methyl (actellic, een middel gebruikt
in de glastuinbouw dat zeer giftig is voor het waterleven). Maar het
gaat ook om zogenaamde biociden, middelen die gebruikt worden buiten
de landbouw, bijvoorbeeld antifoulings en ontsmettingsmiddelen.
Natuur en Milieu hoopt dat er nu snel een plan gemaakt wordt om het
gebruik van schadelijke bestrijdingsmiddelen terug te dringen. Dit
kan door de zogenaamde geïntegreerde bestrijding waarbij veel meer
gewerkt wordt met niet chemische bestrijdings- en preventiemethoden.
Zo kan de rotatie van gewassen en mechanische grondbewerking het
gebruik van grondontsmettingsmiddelen overbodig maken. Verder zal
het ministerie van LNV snel duidelijkheid moeten scheppen voor
boeren en tuinders welke middelen nu niet meer gebruikt mogen worden
en wanneer deze alsnog degelijk getoetst gaan worden en mogelijk dus
terugkomen op de markt.
Voor die middelen waar de volksgezondheid in het geding is of kan
komen moet een uitzondering gemaakt worden. Zij moeten ook tijdens
de alsnog plaats te vinden beoordeling van schadelijkheid gedoogd
worden. Het gaat dan om desinfectiemiddelen in ziekenhuizen.
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Investeren in
landschap levert 17,8 miljard winst op
Natuur en Milieu blij met conclusies onderzoek LNV |
24-04-2007
Op 24 april 2007 heeft minister Verburg van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit (LNV) het onderzoeksrapport ‘Investeren in het
Nederlandse landschap - Opbrengst: geluk en euro's’ in ontvangst
genomen. Investeren in een mooi landschap is lonend, zowel voor het
geluk van mensen als voor de nationale welvaart. Financieel gezien
levert investeren in een mooi landschap de Nederlandse maatschappij
ruim 17,8 miljard euro op. Zo blijkt uit het onderzoek.
Natuur en Milieu noemt het een belangwekkend rapport. In het rapport
wordt voor het eerst een licht geworpen op alle aspecten van het
landschap die baten opleveren voor de samenleving, zoals de afvang
van fijn stof, woongenot en recreatie (beleving). De onderzoekers
berekenen voor heel Nederland een positief saldo van maar liefst
17,8 miljard euro. Investeren in landschap is dus voordelig voor de
maatschappij als geheel.
Hoe kan deze winst gerealiseerd worden? Creëer gebiedseigen groene
netwerken (bestaande uit bijv. houtwallen, kruidenrijke bermen).
Deze vangen fijn stof af, bieden beschutting voor recreanten en
leiden bovendien tot betere waterkwaliteit (door opname van
meststoffen in de randen), minder kosten van bestrijdingsmiddelen
(die zijn minder nodig om plagen te voorkomen) en een hogere
opbrengst van gewassen en een hogere melkgift van koeien (door
beschutting tegen wind en zon).
Natuur en Milieu vindt dat het kabinet nu serieus werk moet maken
van landschapsbeleid en daar geld voor moet uittrekken in de
begroting. De grootste grondgebruiker, de landbouw, kan veel
voordeel hebben van investeringen in landschap door het leveren van
zogenaamde groene diensten, bijvoorbeeld voor de aanleg en het
onderhoud van houtwallen. Zo kan de nivellering van het landschap
worden gestopt. Het landschapsbeleid moet kansen bieden om groene
netwerken te maken waar iedereen gebruik van kan maken.
Minister Verburg heeft laten weten binnenkort met belangrijke
partijen te gaan praten over hoe de baten uit het onderzoek het
Nederlandse landschap in de toekomst nog mooier kunnen maken.
Daarnaast vraagt ze het Centraal Planbureau (CPB) om een officiële
reactie op deze doorrekening.
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Algenboer zet
CO2 om in voedsel |
22-04-2007
Gelders bedrijf als eerste in Europa met commerciële teelt van
algen; Voedingssupplementen, visvoer, biodiesel: algen zijn
veelzijdig. Ze worden nu op commerciële schaal geteeld door een
Nederlands bedrijf.
Wat vanuit de verte lijkt op een ijsbaan met sneeuwranden, blijkt
van dichtbij een langgerekte vijver met randen van witte folie. Ooit
graasden hier koeien, maar nu groeien er algen. Groene, eencellige
plantjes die lang geleden de aarde leefbaar maakten door CO2 om te
zetten in zuurstof. Ingrepro BV in Borculo (Gld) probeert als eerste
commercieel bedrijf in Europa dat kunstje te herhalen en CO2 om te
zetten in voedsel en biodiesel.
De vers geoogste algen lijken een beetje op fijngehakte wilde
spinazie en zo smaken ze ook. De vijf medewerkers van het bedrijf
oogsten en verwerken ze tot poeders, pasta’s en halffabrikaten voor
de productie van vis- en veevoer, plantenvoeding, cosmetica en
voedingssupplementen. Met 7000 vierkante meter vijveroppervlak
(binnenkort 13.000) is de productie nog bescheiden, maar de ambities
zijn groot. Ambities die worden gevoed door de bijzondere
eigenschappen van de gekweekte algensoort, Chlorella.
De geoogste algen worden verwerkt tot een ’groene vla’.
Ontdekt in 1890 door de Nederlandse microbioloog Beyerinck staat de
alg Chlorella bekend om zijn hoge productiviteit. Met dertig tot
veertig ton droge stof per hectare is de opbrengst hoger dan van
welk landbouwgewas ook. Bovendien bevat het plantje veel eiwitten,
vrijwel het hele alfabet aan vitaminen, sporenelementen en circa
veertig procent olie. Met gezonde omega-3 vetzuren. Chlorella is dan
ook zeer populair in het alternatieve voedingscircuit.
Algen lenen zich echter voor meer dan alleen gezonde voeding. Ze
bieden een cascade aan mogelijke toepassingen, uiteenlopend van
grondstof voor medicijnen tot biobrandstof. Ingrepro begint
binnenkort met de productie van biodiesel uit algen. Nog niet in
Nederland, maar in Azië en Zuid-Amerika. Een hectare groene algen
zet, afhankelijk van de soort, jaarlijks ruim honderd ton CO2 om in
vijftien tot twintig ton biodiesel. Ter vergelijking: koolzaad
levert twee a drie ton olie per hectare. En algenteelt legt minder
beslag op landbouwgrond.
Ir. Carel Callenbach, directeur van Ingrepro: „De teelt van algen
voor biodiesel kan alleen maar uit als je de andere stoffen in algen
tot waarde weten te brengen.” De afgelopen twee jaar is daar hard
aan gewerkt. Ingrepro produceert ingrediënten voor honden- en
paardenvoer op basis van algen. Ook werd een schimmelwerend middel
voor golfbanen ontwikkeld. Algen blijken ook zeer geschikt als
visvoer. Callenbach: „Naarmate de oceanen leger worden, wordt het
kweken van vis belangrijker. Nu wordt vooral vismeel gebruikt, maar
met algen kan het ook. We leveren bijvoorbeeld algenpoeder aan
kwekers van zeebaars en zeebrasem in Griekenland.”
Voor varkens en kippen zouden algen eveneens een prima voedingsbron
kunnen zijn. Ware het niet dat de fabrikanten van veevoer er nog
niet aan willen. Callenbach: „Het merkwaardige feit doet zich voor
dat algen zonder bezwaar door mensen gegeten kunnen worden, maar dat
ze niet gebruikt mogen worden in veevoer. Louter en alleen omdat ze
niet worden genoemd in de lijst met toegestane ingrediënten.”
Algen kunnen dienen als voer of als grondstof voor onder meer
biodiesel.
Ingrepro is minder kieskeurig. Net als andere planten hebben ook
algen voedingsstoffen nodig. Tot nu toe gebruikt het bedrijf
kunstmest, maar binnenkort start een proef met varkensmest.
Callenbach: „Het kan een mooie kringloop worden: mest voor algen die
vervolgens weer worden gebruikt als veevoer.”
Van groene vla tot dikke pasta of poeder
De algen in Borculo groeien in een waterdiepte van een halve meter.
Een schoepenrad zorgt voor circulatie, zodat de algen voldoende
licht vangen. Het water wordt verrijkt met CO2 afkomstig van de
drogerij. „Een beter alternatief dan CO2 opslaan in de ondergrond”,
aldus Callenbach. „Nu doe je er nog wat nuttigs mee.” De algen
worden continu geoogst via een draaiende trommelzeef. Dan worden ze
gecentrifugeerd tot een ’groene vla’ en gedroogd tot een dikke pasta
of poeder die gebruikt wordt als voer, of als grondstof voor
medicijnen, kleurstoffen, bestrijdingsmiddelen, voedingssupplementen
en olie.
Bron: Trouw
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
TU's willen Afsluitdijk bekleden
met zonnepanelen |
16 maart 2007
De TU Delft werkt aan een studie om de Afsluitdijk te bedekken
met zonnepanelen. De eerste kilometer zou er volgend jaar kunnen
liggen. Dat meldt Delta, het weekblad van de universiteit. De
zonnige kant van de Afsluitdijk is straks niet meer bedekt met gras,
maar met zonnepanelen, aldus de initiatiefnemers.
Het plan komt voort uit het onderzoeksprogramma Fryseps van het
Cartesius Instituut. Het instituut is een samenwerking van de drie
TU's, de provincie Friesland en een aantal Friese bedrijven en
kennisinstellingen.
Prof.dr.ir. Han Brezet, coördinator van de TU Delft in het Cartesius
Instituut, benadrukt dat bekleden met zonnepanelen slechts een de
plannen is voor de Afsluitdijk. Maar hij heeft er vertrouwen in. "Al
duurt het nog wel zeker twintig jaar voor de panelen er liggen."
Maar de eerste kilometer zou er, als onderzoeksproject, volgend jaar
al kunnen liggen, volgens Brezet in Delta.
Dat denkt ook Klaas Hoekstra, directeur van de Sun Factory, een
bedrijf in zonnepanelen. Hij werkt met Brezet van Industrieel
Ontwerpen en de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen aan
de uitwerking van het plan. Hoekstra wilde twee jaar geleden al een
proefproject met zonnepanelen op de Afsluitdijk. Maar afschaffing
van subsidies voor zonne-energie en het faillissement van het
geldschietende energiebedrijf maakten dat het niet doorging.
Hoekstra: "We willen zoutbestendige, stevige zonnepanelen integreren
in de dijk. Maar er moet wel getest worden of de waterkerende
werking van de dijk niet achteruit gaat." Ook eventuele overlast
voor het verkeer, door reflectie van de zon op de panelen, moet
onderzocht worden.
bron: Delta |
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Windenergie over 7 jaar
goedkoper dan aardgas |
7-03-2007
Op basis van de huidige verwachte stijging van de
energieprijzen blijkt dat windenergie binnen afzienbare tijd
concurrerend wordt met energie uit aardgas.
Dit komt omdat de kosten van windenergie dalen, terwijl die van
eindige fossiele energiebronnen toenemen. Dit blijkt uit een rapport
dat vandaag door de Nederlandse Wind Energie Associatie (NWEA) wordt
aangeboden aan de ministers Van der Hoeven en Cramer.
NWEA heeft een voorstel voor een verbeterde MEP regeling voor
windenergie op land en op zee uitgewerkt. In opdracht van NWEA
rekenden KEMA en Ecofys de budgettaire consequenties van dit
voorstel door. Tevens blijkt hieruit dat vanaf 2014 voor nieuwe
windparken op land - en na 2020 voor nieuwe windparken op zee - geen
MEP bijdrage meer nodig is. De MEP bijdrage per kWh windstroom neemt
in de komende periode sterk af. Het totale MEP budgetvoor
windenergie op land bedraagt in deze periode maximaal Euro 57
miljoen per jaar en maximaal Euro 200 miljoen voor wind op zee.
Indien de energieprijzen sterker stijgen dan thans wordt verwacht,
wordt de MEP bijdrage aan windenergie zelfs nog lager. De NWEA
dringt er bij het nieuwe kabinet op aan deze conclusies te vertalen
in een krachtig beleid om de groei van windenergie in Nederland te
bevorderen. In 2020 kan in Nederland door een consistent standvastig
overheidsbeleid ruim 16% van de nationale elektriciteitsbehoefte
opgewekt worden door windenergie. De 8000 MegaWatt (MW)
productievermogen, die hiervoor nodig is - 4000 MW op land en 4000
MW op zee - vormt slechts de ondergrens van het winbare potentieel
aan windenergie, in het bijzonder op de Noordzee.
Nieuw in het NWEA voorstel is de koppeling van de MEP bijdrage aan
de elektriciteitsprijzen. Daarnaast de introductie van de Vermeden
Maatschappelijke Kosten (VMK). Door de opwekking van elektrische
energie met windenergie worden externe kosten, die ontstaan bij
opwekking van energie uit fossiele energiebronnen voorkomen. Dit
zijn maatschappelijke kosten als gevolg van uitstoot van CO2 en
andere schadelijke stoffen. Te denken valt bijvoorbeeld aan kosten
voor de volksgezondheid door luchtverontreiniging, voor
watermanagement door hogere waterstanden en extreme weercondities en
schade door klimaatverandering aan gewassen. Deze kosten worden nu
ook de maatschappij betaald, maar zijn niet in de
elektriciteitsprijs verwerkt. NWEA stelt voor de maatschappelijke
kosten, die vermeden worden door opwekking van windenergie, ten
goede te laten komen aan de
producenten van windstroom. Hierdoor kan de MEP bijdrage omlaag.
Windenergie kan in Nederland worden opgewekt en is vrij van
broeikasgassen, twee factoren die van belang zijn voor de
leveringszekerheid en het verduurzamen van de
elektriciteitsvoorziening. Windenergie is marktrijp en daarom niet
afhankelijk van lange en onzekere research- en developmenttrajecten.
Daarom kan deze optie per direct worden benut. Uit diverse
buitenlandse studies blijkt dat een toenemend aandeel windenergie
leidt tot lagere stroomprijzen. Windenergie is een uitstekende
investering om de energievoorziening in Nederland op korte termijn
schoner, betrouwbaarder en goedkoper te maken. Daarnaast biedt de
reeds ingezette ontwikkeling van windenergie op de Noordzee
Nederland een unieke mogelijkheid om haar vooraanstaande
internationale positie op het gebied van offshore technologie te
versterken.
Het rapport van KEMA/Ecofys is te downloaden op www.nwea.nl
Bron: NWEA |
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
Partij voor de
Dieren stelt kamervragen over MRSA besmetting onder varkenshouders |
2-01-2007
Het grootschalige gebruik van antibiotica in de varkenshouderij
lijkt een gevaar voor de volksgezondheid te vormen. Maart 2006 kwam
er een alarmerende brief van directeur Coutinho van het Centrum
Infectieziektenbestrijding dat varkens en varkenshouders op grote
schaal besmet zijn met de gevaarlijke multiresistente MRSA bacterie.
Hoewel de Voedsel en Waren autoriteit begin dit jaar ook al
waarschuwde voor het toegenomen veterinaire gebruik van antibiotica
in de veesector en het ontstaan van gevaarlijke zoönotische
pathogenen, heeft de overheid nauwelijks gereageerd op de dreiging
voor de Volksgezondheid. Uit een steekproef van Zembla bleek dat ook
2,5% van het onderzochte varkensvlees in de winkels besmet was met
de MRSA bacterie.
Jaarlijks zijn er ongeveer 1.500 mrsa besmettingen in ons land. De
mrsa bacterie blijkt voor te komen bij 39% van de slachtvarkens in
Nederland, zo bleek eerder dit jaar uit een eerste verkenning van de
voedsel- en warenautoriteit.
Uit een aanvullende steekproef onder varkenshouders bleek dat 23%
van de onderzochte varkenshouders besmet was met het ‘varkenstype
mrsa’. Vergelijkbaar onderzoek in Frankrijk kwam tot soortgelijke
uitkomsten. Het Centrum Infectieziektenbestrijding van het RIVM doet
onderzoek naar de vraag of mensen de varkens-MRSA op andere mensen
kunnen overbrengen. Uit voorzorg worden bij veel ziekenhuizen al
speciale hygiënische maatregelen genomen bij ziekenhuisopname van
patiënten die in contact staan met varkens.
Het antibioticagebruik in de Nederlandse veesector is extreem hoog.
Uitgegaan wordt van een jaarlijks verbruik in Nederland van 400.000
kilogram antibiotica. Een land als Denemarken gebruikt naar
schatting vier keer minder. Eerdere maatregelen tot beperking
werkten averechts en leidden slechts tot een toename van het
verbruik. Een verbod op enkele soorten antiobiotica leidde slechts
tot een toename van het algehele verbruik. Een verbod op preventief
gebruik per 1 januari 2006 leidt nu tot een zeer snelle stijging van
het veterinaire gebruik van antibiotica, zo meldde de VWA op 6
januari j.l. De VWA waarschuwt voor het ontstaan van multiresistente
zoönosen, voor mensen gevaarlijke ziektes in (landbouw)dieren.
Eerder bleek uit onderzoek van CIDC-Lelystad dat campylobacter in
snel tempo resistent aan het worden is tegen het antibioticum
campylobacter. Deense onderzoekers ontdekten salmonella bacteriën
die al resistent waren tegen 11 soorten antibiotica.
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
De
biobrandstof-farce |
13-12-2006
Milieudefensie heeft bewezen dat groene stroom het milieu ernstig
kan vervuilen. Dat geldt zeker voor stroom die is opgewekt uit
geïmporteerde palmolie. Die is voornamelijk afkomstig uit Indonesië,
waar regenwouden worden gekapt voor de aanleg van plantages voor
palmen.
Het kappen en verbranden van die moeraswouden in Zuidoost-Azië is
verantwoordelijk voor acht procent van de uitstoot van het
broeikasgas CO2 in de wereld. Dat hebben deskundigen van Wetlands
International en WL Delft Hydraulics uitgerekend. Op grond van een
klacht van Milieudefensie heeft de Reclamecodecommissie geoordeeld
dat het Nederlandse energiebedrijf Essent de consument verkeerd
voorlicht door de stroom uit palmolie duurzaam te noemen. De
tientallen miljoenen aan milieusubsidies die aan deze vuile vorm van
stroomopwekking zijn besteed, blijken een averechts effect te hebben
gehad. In plaats van een reductie van CO2 , is er juist kooldioxide
bijgekomen.
Dit voorbeeld roept vragen over de subsidie-industrie die rond
biobrandstoffen is ontstaan. Omdat voor het maken van
biobrandstoffen door middel van landbouwwerktuigen veel energie
nodig is, valt het rendement tegen. Bij elke nieuwe subsidie gaan
bedrijven aan het werk om een goedkope wijze van productie te vinden
waarbij de grenzen van de regeling worden opgezocht. Dat geldt ook
voor verplichtingen tot levering van biobrandstoffen. De Nederlandse
regering verplicht de oliemaatschappijen straks in benzine bijna zes
procent biobrandstof bij te mengen. De herkomst van deze brandstof
is onbekend, zodat er geen enkele garantie is dat de ethanol niet
afkomstig is uit bijvoorbeeld het Braziliaanse regenwoud, met extra
CO2 -schade. De richtlijnen voor duurzaamheid van biobrandstof die
zijn opgesteld door een Nederlandse werkgroep zijn nog niet van
kracht.
Biobrandstoffen zijn niet alleen vaak slecht voor het milieu, maar
ze leggen ook beslag op de wereldvoedselvoorraad. De gebruikte
grondstoffen worden ook gebruikt voor eten. Wetenschappers hebben
uitgerekend dat alleen al de voor het Nederlandse wagenpark
benodigde biobrandstof 100 miljoen mensen zou kunnen voeden. Auto’s
en energiecentrales gaan dan concurreren met arme gezinnen die
kinderen moeten voeden.
De Nederlandse overheid werkt aan regels voor duurzame
productiemethoden die het regenwoud ongemoeid laten. Toch blijven de
inspanningen in de biobrandstofhandel onbelangrijk vergeleken bij de
CO2 -uitstoot die kan uitblijven door bezuiniging op energie. Met de
bestaande technologie kan er op autobrandstof veel meer worden
bespaard dan er aan biobrandstof wordt bijgemengd. Nederland zou een
voorbeeld moeten nemen aan de Amerikaanse deelstaat Californië die
steeds hogere eisen stelt aan het gemiddelde brandstofgebruik van
daar verkochte auto’s. Als een deelstaat van het federale Amerika op
dit terrein een eigen beleid kan voeren, zou een lid van de losse
statenbond die de EU is, dat zeker moeten kunnen doen.
Het voorbeeld van de palmolie toont aan dat loze maatregelen om te
voldoen aan het Kyotoverdrag tegen klimaatverandering uiteindelijk
worden ontmaskerd.
Bron: NRC
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
terug naar boven |
|
|
|
|
|
|
|