Terug naar lifestyle


-Zaterdag Niet-Winkeldag in 65 landen

-Jongeren tegen kinderarbeid

-Fairfood boekt succes in haar strijd voor faire producten

-'Jongeren Tegen Kinderarbeid'

-Proefdiervrij-actie tegen proeven op scholen

-Wereldwinkels en Fair Trade Shops bundelen krachten

-Duurzame en gezonde voedseltrends voor 2006

-Kennis om kinderarbeid te kunnen mijden ontbreekt

-Voedsel genoeg voor iedereen!

-Slow Food: de internationale beweging ter verdediging van het recht op genieten van goed eten en drinken.

-Met KidzWise in actie voor kinderrechten!

-Miljard batterijen ingezameld in Nederland

-Landbouw is een miljardenindustrie geworden

-Bono steunt eerlijke én hippe spijkerbroeken

-Iets meer over Longo Mai

-Weg met fastfood, leve 't slowfood

Archief
2003/2004





 

 

   

 

Al Gore en IPCC winnen Nobelprijs voor de Vrede
23-10-2007
Al Gore en het VN-panel voor klimaatverandering (IPCC) hebben de Nobelprijs voor de vrede gewonnen. Ze krijgen lof voor de verspreiding van kennis over opwarming van de aarde en het leggen van een fundament voor maatregelen. Gore gold als grote favoriet onder de 181 voorgedragen kandidaten. Het IPCC en de Amerikaanse oud-vicepresident delen de 1,5 miljoen dollar die met de prijs is verbonden.

Al Gore bereikte in 2006 met zijn boek en de documentaire An inconvenient truth dat er wereldwijd onder het grote publiek een discussie losbarstte over klimaatverandering. Hij maakte een grote tournee, gaf een lange reeks lezingen en televisie-interviews, en lobbyde in de Verenigde Staten en internationaal voor meer aandacht voor het probleem. „Hij is vermoedelijk de persoon die het meest heeft gedaan om wereldwijd groter begrip te kweken voor de maatregelen die moeten worden genomen”, stelt het Nobel-comité.

Het IPCC brengt sinds 1988 duizenden wetenschappers samen die analyseren of en in welke mate de mens voor klimaatverandering verantwoordelijk is en welke effecten die kan hebben. Om de zes jaar publiceert het zijn resultaten. Zo bracht het begin dit jaar een rapport uit met verwachtingen over hogere temperaturen, extra millimeters neerslag en een stijging van de zeespiegel. Daarna volgden analyses over de geografische spreiding van de gevolgen. Zo concludeerde het IPCC onder meer dat er droogte en voedselgebrek kon ontstaan in Afrika en Azië, kustgebieden zullen worden aangetast door de rijzende zeespiegel, en planten- en dierensoorten kunnen verdwijnen. Volgende maand brengt het IPCC nog een rapport met samenvattingen en aanbevelingen uit, waarmee beleidsmakers aan de slag kunnen.

Het Nobelcomité heeft al eerder mensen gelauwerd die zich inzetten voor het milieu, zoals de Keniaanse activiste Wangari Maathai. Maar het is voor het eerst dat het comité klimaatverandering expliciet onder de aandacht brengt.

Bron: Trouw
 

 


 

 

Eerlijke producten liggen goed in de Britse markt
8-10-2006
Fair trade ligt goed in de markt in het Verenigd Koninkrijk. Sinds 2003 is de verkoop van fair trade producten verdubbeld tot 206 miljoen euro. Hiermee is het VK de grootste fair trade markt in Europa.
Koffie is binnen de fair trade producten het populairst. Fair trade koffie maakt 20 procent uit van alle koffieverkopen in het VK. Fair trade producten worden verkocht in 3.100 supermarkten, 100 wereldwinkels en 5.000 andere verkoopkanalen.

Meer informatie:
Rapport over fair trade: www.ifat.org/downloads/marketing/FairTradeinEurope2005.pdf 
Fair trade organisatie in het VK: www.fairtrade.org.uk/
Winkels fair trade in het VK: www.bafts.org.uk
Bron: EVD

Bont in de Mode
Eeuwenlang was bont een statussymbool. Dat veranderde na 1980. Mensen zagen op tv hoe jonge zeehondjes doodgeknuppeld werden. Bont was in een klap 'not done'. Overal ter wereld stortte de bontmarkt in. De bonthandel liet het er niet bij zitten. Grote en dure PR-campagnes moeten bont weer ‘en vogue’ maken. Hun dubieuze boodschap: ‘verantwoord bont’ is OK. Daarmee is het dierenleed terug op de catwalks. Hoe verantwoord is bont nou eigenlijk?

Paul McCartney steunt PETA
Paul McCartney wil dat jonge popsterren zoals P Diddy en J Lo geen bont meer dragen. “Ik begrijp best dat je het wilt laten zien als je veel geld hebt verdiend,” zegt de ex-Beatle. “Dan wil je de meest belachelijke spullen hebben. Kleding, sieraden en bont dat van je schouders druipt. Maar het verschil tussen juwelen en bont is dat juwelen niemand pijn doen.”
McCartney - die zelf ongeveer £800 miljoen op de bank heeft staan - deed de uitspraken in een interview met dierenrechtenorganisatie PETA die dit jaar 25 jaar bestaat. Volgens hem hoeven mensen als P Diddy en Jennifer Lopez geen bont te dragen om er goed uit te zien, want “zij zien er al fantastisch uit!”
 

 

"Ik ben verkocht" is een drie jaar durende campagne van Vredeseilanden, Oxfam-Wereldwinkels en Max Havelaar en roept iedereen op zich te "outen" als voorstanders van een rechtvaardig inkomen voor boeren overal in de wereld.

Jaarlijks zal een ander voorbeeld het verhaal illustreren. In het eerste jaar kiezen ze voor koffie en Costa Rica. De complementariteit tussen de drie organisaties zit op verschillende vlakken, zo blijkt uit het Costaricaanse voorbeeld. Oxfam-Wereldwinkels koopt koffie bij Coocafé, een koepel van producentencoöperaties. De koffie is gecertificeerd door Max Havelaar. Vredeseilanden werkt samen met de organisatie Cedeco, die de koffieboeren van Coocafe technisch en organisatorisch bijstaat, onder andere bij de omschakeling naar bioteelt, de zoektocht naar lokale afzetmogelijkheden en de diversificatie van de teelt.

De koffiemarkt is economisch belangrijk, want na petroleum is het de grootste grondstoffenmarkt. Ook de sociale betekenis van koffie is enorm, want 70% van de koffie wordt geteeld door maar liefst 25 miljoen kleine koffieboeren. De dramatisch lage wereldmarktprijs voor koffie maakt echter dat zij hun oogst met verlies moeten verkopen. Intussen bleven de winsten van de internationale koffiebranders en distributeurs wél stijgen. Op de koffiemarkt heerst het recht van de sterkste en in kringen van internationaal beleid is er geen politieke wil om tot afspraken te komen over een duurzamer handels- en landbouwbeleid.

De campagne "Ik ben verkocht" gaat daarom in de komende drie jaar werken aan een uitgebreider draagvlak voor eerlijke handel bij het Vlaamse publiek. Daarnaast zal ze de Vlaamse en Belgische politiek bewerken om de aandacht voor duurzame landbouw en eerlijke handel tot een prioriteit in hun beleid te maken. Binnen drie jaar hopen de campagnevoerders dat heel Vlaanderen zegt: "Ik ben verkocht... voor een eerlijke prijs voor de boeren".

Voor de meesten van ons is koffie een alledaagse drank. Zo alledaags dat we er doorgaans niet bij stilstaan waar hij precies vandaan komt. Dat koffie een Zuiders product is, weten we zeer goed. Maar dat tienduizenden koffieboeren nauwelijks overleven van hun werk, is vaak minder bekend. Nochtans kan het ook anders. Met eerlijke handel, door het ondersteunen van lokale vermarkting in het Zuiden, met duurzame landbouw, enzovoort.
Ook jij kunt daar toe bijdragen. Laat zien dat je verkocht bent voor het idee dat boeren een goeie prijs voor hun producten moeten krijgen, én koop fairtradeproducten.

Om de campagne bij een breed publiek te brengen, maken de organisatoren tal van doelgroepen warm om fairtradeproducten te gebruiken en zich te outen als 'verkocht': individuen, scholen, bedrijven, cafés,...

Bestel of Download campagnemateriaal op http://www.ikbenverkocht.be




Kennis om kinderarbeid te kunnen mijden ontbreekt

CONSUMENT WIL PRODUCTINFORMATIE OVER KINDERARBEID

Bijna driekwart (71%) van de Nederlandse consumenten wil dat bedrijven beter aangeven wat ze doen om kinderarbeid te voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van labels of keurmerken. Dat blijkt uit opinieonderzoek van Interview/NSS in opdracht van Unicef Nederland. Een meerderheid van de consumenten beseft dat kinderarbeid een rol speelt in het productenaanbod en zegt daar ook in de winkel daadwerkelijk bij stil te staan. De hogere inkomens scoren daarbij hoger dan gemiddeld. Het ontbreekt de klanten echter aan productinformatie om hun keuzes op te baseren. Zo kan slechts een kwart van de consumenten namen noemen van bedrijven die op dit terrein onbetrouwbaar worden geacht. Unicef roept producenten en winkelbedrijven op de consument meer duidelijkheid te verschaffen omtrent hun inspanningen ter voorkoming van kinderarbeid.

De consument denkt door kinderhanden gemaakte producten vooral tegen te komen in kleding- en modewinkels. De branche wordt het meest genoemd (48%), gevolgd door sportartikelen (24%) en speelgoed (19%). Gaat het om concrete bedrijfsnamen dan staat sportartikelenfabrikant Nike met 33% bovenaan de lijst. Slecht 15% van de ondervraagden wist ook voorbeelden te noemen van bedrijven met een goede naam op het gebied van kinderarbeid, waarbij Max Havelaar en de Wereldwinkels het vaakst naar voren kwamen. Tekenend voor het gebrek aan feitenkennis is de opmerkelijke overlap tussen de 'goede' en 'slechte' lijst: IKEA, bijvoorbeeld, staat op beide lijsten in de top-6.

Uitgedrukt in concrete percentages is 60% van de Nederlandse consumenten zich bewust van kinderarbeid in het Nederlandse productaanbod. Eenmaal in de winkel staat 51% daadwerkelijk stil bij dat feit en zegt 44% vervolgens niet over te gaan tot aanschaf, dan wel eerst te informeren naar de achtergrond van het product. De koopkrachtiger consument is zich meer dan gemiddeld bewust van kinderarbeid en besluit vaker niet te kopen of eerst informatie in te winnen.

Het besef van kinderarbeid in het productaanbod ligt opmerkelijk hoog bij jongeren. Driekwart van de 16-25-jarigen (74%) is zich bewust van kinderarbeid, tegen 65% van de 26-45 jarigen en 51% van de 45-plussers. Echter, eenmaal in de winkel laten de jongeren deze kennis het minst meewegen in hun aankoopbeslissingen.

Naar schatting moeten wereldwijd 250 miljoen kinderen werken in plaats van naar school te gaan. Het overgrote deel van deze kinderen werkt voor de binnenlandse markt. Rigoureuze boycots ter bestrijding van kinderarbeid werken averechts, zo leert de ervaring. Kinderen die worden ontslagen vanwege een dreigende boycot komen doorgaans in nog veel slechtere omstandigheden terecht. Unicef richt zich daarom op geleidelijke afschaffing van kinderarbeid, via projecten waarbij in samenwerking met werkgevers werken en leren wordt gecombineerd. Zo gaan in Bangladesh, waar ruim 6 miljoen kinderen onder de 15 werken, met hulp van Unicef en werkgevers inmiddels ruim 350000 kinderen naast hun werk dagelijks 2 uur naar school.

 
     
    terug naar boven  
 

Zaterdag Niet-Winkeldag in 65 landen


23 november 2006
Zaterdag 25 november - de drukste winkeldag - zullen duizenden activisten en consumenten in 65 landen een koopstaking houden van 24 uur, ter gelegenheid van de veertiende jaarlijks Buy Nothing Day, een wereldwijd fenomeen dat zijn oorsprong heeft in Vancouver, Canada.

Ook in Nederland zijn er acties in verschillende steden, waaronder Deventer, Gouda, 's-Hertogenbosch, Rotterdam, Tilburg, Utrecht, Vlissingen en Wageningen. Daarnaast zijn er kleinschalige initiatieven in andere plaatsen.
Met alternatieve cadeautjes, ruilkramen, immateriële geschenken en straattheater dagen activisten de voorbijgangers uit om mee te doen met de winkelstaking onder het motto 'Koop minder - leef meer!'.
Overal ter wereld krijgt Buy Nothing Day (Niet-Winkeldag,Koopnietsdag) veel aandacht in de media, juist omdat de boodschap 'koop niets' zo afwijkt van het gebruikelijke 'koop meer' dat dagelijks via televisie, radio, reclameposters en internet op ons af komt. De wereldwijde protestdag wordt in tientallen landen gevierd als een ontspannen feestje, als niet-commerciële straatactie, of als politiek geladen openbaar protest. De actievoerders weten zich gesteund door de onzichtbare koopstakers die op Niet-Winkeldag thuis blijven.

Iedereen kan meedoen aan Niet-Winkeldag - door niet mee te doen aan de consumptiecultuur. De redenen om deel te nemen aan Niet-Winkeldag zijn zo gevarieerd als de mensen die meedoen. Sommigen zien het als ontsnapping aan marketingtaktieken die gericht zijn op hogere winsten en voortdurende economische groei. Anderen gebruiken het om de milieu- en ethische gevolgen van overconsumptie aan de kaak te stellen.

De ongebreidelde consumptie in het rijke deel van de wereld (20 procent van de mensheid) levert een grote bijdrage aan het broeikaseffect en klimaatverandering. De film An Inconvenient Truth van Al Gore heeft dat opnieuw duidelijk gemaakt. En terwijl niemand nog de ernst van de situatie kan ontkennen, blijven politici en beleidsmakers vasthouden aan economische groei als hoogste doel.

Technische oplossingen - energiezuiniger apparaten, bomen planten om CO2 te binden - zullen slechts marginaal effect hebben, zolang de consumptie in het rijke deel van de wereld blijft stijgen. Daar komt bij dat de 80 procent van de wereldbevolking die nu nog maar 20 procent van alle consumptie voor zijn rekening neemt, ook streeft naar een beter bestaan. De Westerse wereld geeft hen een slecht voorbeeld!

Niet-Winkeldag is een symbolische dag. Wat begint met een dag niet winkelen kan uitgroeoen tot een andere leefwijze, waarin niet 'consumeren' het belangrijkste is, maar 'leven'.

Een recent artikel in de New Scientist verwijst naar onderzoek waaruit blijkt, dat hoe meer consumptiegoederen mensen hebben, hoe meer ze denken nodig te hebben om gelukkig te zijn. Het geluk dat consumptie brengt is altijd net buiten bereik. (New Scientist, 4th October 2003, Vol.180, Issue 2415, p44. Beschikbaar na registratie via httpwww.newscientist.co.uk .

Over Buy Nothing Day

De eerste Buy Nothing Day (BND) werd gehouden in Vancouver in september 1992. Het is een idee van kunstenaar Ted Dave.

In 1995 introduceerde Omslag, Werkplaats voor Duurzame Ontwikkeling, de Niet-Winkeldag in Nederland.

In 1997 werd Buy Nothing Day verplaatst naar de vrijdag na Amerikaanse Thanks Giving Day, de drukste winkeldag in de VS. Buiten Noord-Amerika wordt BND gewoonlijk gevierd op de volgende zaterdag.

De Buy Nothing Day is al snel overgenomen in de VS, UK, Israel, Duitsland, Nieuw Zeeland, Japan, Noorwegen en vele andere landen. Dit jaar zijn er acties in 65 landen.
 
    terug naar boven  
 

Jongeren tegen kinderarbeid

Campagne

De reis naar India, waaraan hij deelneemt, is georganiseerd door de Landelijke India Werkgroep en Hivos in het kader van de campagne ’Stop Kinderarbeid - School, de beste werkplaats’. De ervaringen van de zes deelnemers monden uit in een landelijke evenement op 20 september in Amsterdam. Jan-Willem: „Ik heb niet de illusie dat wij kinderarbeid oplossen. Maar we kunnen wel helpen.“ Door ideeën op te doen en uit te wisselen, door bewustwording in Nederland. Zo reist het Nederlandse gezelschap ’Jongeren tegen Kinderarbeid’ onder de vleugels van de MV Foundation, een kleine Indiase kinderrechtenorganisatie die er in het arme Andrapradesh in slaagt 400.000 kind-arbeiders naar school te laten gaan. Dat is een druppel op de gloeiende plaat in een land waar naar schatting honderd miljoen kinderen tussen de zes en veertien jaar werken.
Maar Jan-Willem is een optimist: „India is een land in ontwikkeling en daarbij is scholing belangrijk.“ Bovendien heeft de Indiase regering recent een verbod ingesteld op
arbeid door kinderen onder de veertien jaar. Maar de praktijk is echter weerbarstig. Kinderen zijn immers goedkoper dan volwassenen en een verbod kan gezinnen in bittere armoede storten. Jan-Willem laat zich daar niet door uit het veld slaan. „Nu kunnen ouders werkloos zijn omdat ze duurder zijn. Als kinderarbeid uitgebannen is, hebben de ouders weer werk.“
Twee gewetensvragen: heeft hij spullen van Nike, de fabrikant die in de jaren negentig in opspraak kwam door kinderarbeid? „Nee, ik heb geen Nike. Maar Nike heeft wel het roer omgegooid.“ Nike, zo betoogt hij, is een mooi voorbeeld dat bewustwording en maatschappelijk ondernemen vruchten afwerpen. De andere vraag is of hij een jaar geleden, toen nog geen sprake was van deze reis, ook zo begaan was met het lot van deze kinderen?

Afstudeerproject

„Nu word ik er meer door in beslag genomen, maar ik ben altijd geïnteresseerd geweest in maatschappelijk ondernemen. Mijn afstudeerproject (sociale geografie en planologie in Utrecht) ging over Nederlandse bedrijven in Tanzania. Ik begin aan de masters international development. Mijn droom? Werken in het buitenland, aan internationale ontwikkelingen. Bij de Wereldbank of bij de Verenigde Naties. Dat zou mooi zijn.“

Bron: Brabants Dagblad
 
 
    terug naar boven  
 


Fairfood boekt succes in haar strijd voor faire producten


Meer dan 6500 festivalbezoekers hebben op 17 en 18 juni een fairfoodpetitie voor eerlijke producten ondertekend. Op het Amsterdam Roots Festival, het Festival Mundial in Tilburg en de EO Jongerendag in Arnhem maakten medewerkers en supporters van fairfood de bezoekers bewust van haar boodschap: eat fair, beat hunger. Daarnaast zijn er 100 mensen op de foto gezet met een reusachtig theezakje. Hiermee gaven de geportretteerden aan dat ook zij oneerlijke handel de wereld uit willen hebben. Met deze acties wil fairfood aandacht vragen voor het belang van faire producten.

Op de festivals, waar bekende en minder bekende artiesten uit vele landen optraden, mengden medewerkers van fairfood zich onder het publiek om informatie te geven over faire en unfaire producten. Ook werden er fortune cookies en handige sleutelhangers verkocht om zo de fairfood boodschap op een luchtige manier over te brengen. Daarnaast werd op het Festival Mundial de film Green Gold vertoond, een fairfood-documentaire over de soja-industrie. Green Gold laat zien hoe de productie van soja tot veel problemen leidt in landen als Argentinië en Brazilië.

Om politiek en bedrijven te betrekken bij de strijd tegen honger wil fairfood haar petities dit jaar door 10.000 mensen laten tekenen. Niet alleen tijdens evenementen kan er worden getekend, maar ook op de fairfood website. Hiermee hoopt fairfood op nog meer steun van consumenten. Het aantal handtekeningen van afgelopen weekend is een duidelijke boodschap aan politiek en bedrijfsleven dat consumenten behoefte hebben aan eerlijke producten. Fairfood wil dat bedrijven faire producten verkopen en dat de politiek ervoor zorgt dat er rechtvaardige wetgeving komt.

Achtergrond
Deze acties zijn initiatieven van Stichting fairfood. Fairfood streeft ernaar om honger de wereld uit te helpen. Een van de oplossingen is het kopen van faire producten. Door in Nederland een eerlijk product te kopen, steun je lokale boeren in het land van herkomst.
 
 
    terug naar boven  
 



 

Zes studenten vertrekken deze zomer op initiatief van VN-jongerenvertegenwoordiger Wilco Otte naar India om de realiteit van kinderarbeid bloot te leggen. Doel van de reis is het vergroten van kennis en bewustwording rond deze problematiek, maar vooral om te onderzoeken welke bijdrage Nederlandse jongeren kunnen leveren aan de strijd tegen kinderarbeid.

Begin augustus vertrekken de 'Jongeren Tegen Kinderarbeid' voor tien dagen naar een van de armste deelstaten van India, Andhra Pradesh. In India werken naar schatting honderd miljoen kinderen tussen de zes en veertien jaar. De Indiase kinderrechten organisatie MV Foundation strijdt voor de uitbanning van kinderarbeid. Zij brengt de jongeren in contact met (voormalig) kindarbeiders, hun ouders, werkgevers en docenten. Verder worden er 'brugscholen' bezocht waar kinderen die voorheen werkten bijgeschoold worden om vervolgens door te stromen naar regulier dagonderwijs. Ook worden er plekken bezocht waar kinderen nog steeds aan het werk zijn. Het gaat hierbij om onder meer landbouwbedrijven en steengroeven.

De jongeren die meegaan zijn geselecteerd door de Landelijke India Werkgroep en Hivos, die deze reis organiseren in het kader van de campagne 'Stop Kinderarbeid - School, de beste Werkplaats'. De deelnemers, studenten met uiteenlopende achtergronden, zijn zich ervan bewust dat de confrontatie met kinderarbeid niet makkelijk zal zijn. "We moeten eerst zien en dan geloven. Door naar India te gaan, komt kinderarbeid heel dichtbij", vertelt Wilco Otte. "Veel jongeren realiseren zich namelijk niet dat kinderarbeid altijd dichtbij is, in kleding, in voedsel, in allerlei producten die hier in Nederland te koop zijn."

Na terugkomst in Nederland vertellen de jongeren over wat zij in India hebben gezien. Zij hebben al veel creatieve ideeën om binnen hun eigen omgeving over hun ervaringen te vertellen. Zo wordt er een fototentoonstelling ingericht en wil een van de deelnemers een theatervoorstelling ontwikkelen. Alle indrukken, verhalen, tekeningen en foto's worden gepresenteerd tijdens een landelijk evenement op woensdag 20 september in Elf in Amsterdam.

'Jongeren tegen Kinderarbeid' is een initiatief van Hivos en de Landelijke India Werkgroep. De jongerenreis wordt georganiseerd vanuit 'Stop Kinderarbeid - School, de beste werkplaats', een gezamenlijke campagne van Hivos, LIW, FNV Mondiaal en de AOb.
Kijk voor meer informatie op www.JongerenTegenKinderarbeid.nl
 
 
    terug naar boven  
 

Proefdiervrij-actie tegen proeven op scholen

22-04-2006

Proefdiervrij is een actie begonnen om schoolbesturen en scholen te waarschuwen voor dierproeven in het middelbaar onderwijs. Proefdiervrij krijgt geregeld meldingen binnen van scholieren die geschokt zijn over experimenten met dieren, die op hun school worden uitgevoerd. Volgens de wet is het verboden dierproeven in het middelbaar onderwijs uit te voeren, maar er zijn altijd proeven, die niet aan de wettelijke definities voldoen en tussen de mazen van de wet doorglippen.

Zo liet een middelbare school uit Sittard haar leerlingen onlangs muizenvallen bouwen, die werden getest met levende muizen. Proefdiervrij vindt dat soort proeven onnodig en dringt er bij de schoolbesturen op aan proeven op dieren te stoppen. De vereniging opende deze week en forum op haar kindersite www.kids.proefdiervrij.nl, waar leerlingen hun verhaal kwijt kunnen over het uitvoeren van

Bron: communicatie online
 
    terug naar boven  
 

Wereldwinkels en Fair Trade Shops bundelen krachten

15-04-2006

Fair Trade Original en de Landelijke Vereniging van Wereldwinkels richten samen één winkelorganisatie op. Vanaf 1 januari 2007 beheert deze organisatie twee winkelformules: de Fair Trade Shops (Fair Trade Original) en de Wereldwinkels (Landelijke Vereniging van Wereldwinkels).

De nieuwe organisatie stelt zich tot doel een omzetstijging te realiseren van 36% in de komende vijf jaar. Dat betekent een omzet van 41 miljoen euro in 2011. De huidige omzet bedraagt 30 miljoen. Bovendien moet de organisatie de winkelformules dan zonder overheidssubsidie exploiteren.

Met de bundeling van kennis en expertise van Fair Trade Original en de Landelijke Vereniging van Wereldwinkels, breidt de nieuwe organisatie de centrale dienstverlening voor beide formules uit. Zo gaat de winkelorganisatie de centrale inkoop verzorgen voor de Fair Trade Shops en een deel van de Wereldwinkels. Een vernieuwd vestigingsbeleid, uitbreiding in de grote steden en gerichte marketing communicatie moeten meer publiek naar de winkels trekken.

Over vijf jaar moet dit niet alleen resulteren in omzetstijging in Nederland; maar ook in een forse omzetstijging voor de handelspartners in Azië, Zuid- Amerika en Afrika. De commerciële exploitatie van de Wereldwinkels wordt nu nog ondersteund met overheidssubsidie. Omdat deze eindigt, stelt de nieuwe winkelorganisatie zich ten doel over vijf jaar zonder subsidie te kunnen bestaan.

Core business versterken
Met de komst van de nieuwe winkelorganisatie kunnen Fair Trade Original en de Landelijke Vereniging hun core business verder versterken. Fair Trade Original concentreert zich op uitbreiding van de groothandelsfunctie om een groeiend aantal (reguliere) retailers in Nederland te kunnen bedienen. De recente introductie van Fair Trade Original producten in het assortiment van Albert Heijn is daarvan een voorbeeld. Binnenkort volgen Super de Boer en andere supermarkten. Daarnaast richt het bedrijf zich op de import van food en handnijverheid en de ondersteuning van haar handelspartners en producenten.

Door de winkelexploitatie onder te brengen in de nieuwe winkelorganisatie, legt de Landelijke Vereniging van Wereldwinkels zich verder toe op educatie en voorlichting en de internationale lobby voor en certificering van eerlijke handel. Internationaal speelt de Landelijke Vereniging een steeds grotere rol in de ontwikkeling van de eerlijke handel.

Eerlijke handel
Fair Trade Original en de Landelijke Vereniging van Wereldwinkels stonden aan de wieg van de eerlijke handel, een initiatief dat wereldwijd navolging heeft gevonden. Door deze vorm van handel vinden producten van boeren en ambachtslieden hun weg naar de exportmarkt. Dit schept werkgelegenheid waardoor de welvaart van de mensen stijgt.

Beide organisaties helpen handelspartners in Afrika, Azië en Zuid-Amerika een sterke speler te worden op de exportmarkt. Handelspartners krijgen training in productontwikkeling en organisatieversterking, en advies hoe te kunnen voldoen aan de internationale standaarden van duurzaam ondernemen. Met politieke lobby in Nederland, bij de Europese Unie en tijdens WTO onderhandelingen komen de beide organisaties op voor de belangen van hun handelspartners in ontwikkelingslanden.

Bron: Fairtrade.nl
 
 
    terug naar boven  
 


Duurzame en gezonde voedseltrends voor 2006

2005-12-06

Het Amerikaanse Productscan Online heeft tien trends op een rijtje gezet waarvan verwacht wordt dat ze in 2006 dominant aanwezig zullen zijn op de Amerikaanse markt. Maar liefst 8 van de 10 zijn duurzaam en / of gezond:

De trends op een rij:

1. Omega 3-vetzuur wordt mainstream
Het gezonde Omega-3 vetzuur uit onder andere visolie zal in meer producten voorkomen, bijvoorbeeld in melk, yoghurt, brood, pasta en eieren.

2. Superfruit komt eraan
Geen gewone bananen meer, maar bijvoorbeeld de acai, een vrucht uit het Braziliaanse regenwoud populair worden. Ander fruit dat ‘supergezond’ is, zal zijn weg naar de consument vinden, bijvoorbeeld granaatappeltjes, blauwe bessen en guarana.

3. Doe-het-Zelf gezondheidsproducten
Chemische peeling, medische kits (bijvoorbeeld om het geslacht van het kind in de buik te ontdekken), botox-alternatief in de vorm van een Face Lift Freeze Cream Injection Free Line Relaxer Anti-Wrinkle Complex kunnen een bedreiging vormen voor de plastiche chirurgen en andere medici.

4. Volkoren voedsel wordt gemeengoed
40 procent van de Amerikanen eet (nu nog) geen volkerenproducten, maar dat gaat veranderen. In 2005 waren er al 50 procent meer aan volkoren producten dan in 2004. Soep, pretzels, brood, chips, crackers en zelfs katten- en hondenvoer: het zal allemaal meer granen gaan bevatten.

5. Energy-producten
Nog meer energy-producten om de dipt tegen te gaan: repen, drankjes, jellybeans en alcholische dranken zullen een groter marktaandeel ontwikkelen.

6. Chocolade wordt de nieuwe koffie
Chocolade in de vorm van luxe-chocoladedrankjes, zoals Schokinag European Drinking Chocolate zullen een geducht concurrent worden van de luxe koffies van Strabucks. Goed voor het hart.

7. Kleinere porties
Caloriegecontroleerde producten in afgemeten verpakkingen. Zodat de klant niet in de verleiding komt meer te eten of te drinken dan goed voor hem is. Coca-Cola zal er aan mee gaan doen, maar ook diepvriesmaaltijden en soep zullen in afgemeten porties te koop zijn.

8. Biologisch voedsel op meer plaatsen te koop
Massamerken zullen op de biologische toer gaan. In de Verenigde Staten is dat al een tijdje aan de gang sinds 1998 is het aantal biologische producten verdubbeld.

9. Meer glutenvrij-voedsel
Bier, brood, koekjes: het is straks in grotere mate glutenvrij te koop. De hoeveelheid glutenvrije producten is verdriedubbeld sinds 2001 en die opmars zal voorlopig niet stoppen.

10. Seksuele speeltjes worden meer mainstream
Erotische oliën, speciale condooms en sexy chocolade, de Amerikaanse klant zal het het komende jaar in de schappen zien liggen.

Bron: Marketingonline
 
 
    terug naar boven  
 


16 oktober Wereldvoedseldag: Honger Hoeft Niet!

Okt-2005

In het kader van Wereldvoedseldag, 16 oktober, wordt op tal van plekken in Nederland een Wereldmaaltijd georganiseerd. De Wereldmaaltijd brengt tot uiting dat de aarde ruim voldoende voedsel voortbrengt om alle wereldbewoners elke dag een volwaardige maaltijd voor te zetten. Als we maar eerlijk delen!

Voedsel genoeg voor iedereen!

Bij een Wereldmaaltijd eet een persoon niet meer voedsel dan beschikbaar is bij een eerlijke mondiale voedselverdeling. Wie zich bij een Wereldmaaltijd een sober of karig maal voorstelt zal zich verbazen: het is een ruime, smakelijke en voedzame maaltijd die uit drie gangen kan bestaan!

De aarde brengt genoeg voedsel voort om elke wereldburger iedere dag een volwaardige maaltijd voor te zetten. Honger in de wereld is geen gevolg van gebrek, maar van ongelijke verdeling

De voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) houdt bij hoeveel voedsel er wereldwijd wordt geproduceerd. De FAO schat in, dat de aarde zelfs genoeg kan opbrengen voor het dubbele van de huidige wereldbevolking.

Op basis van cijfers van de FAO (peiljaar 2000) berekende Stichting WereldDelen hoeveel voedsel er per wereldbewoner momenteel beschikbaar is. Bij een eerlijke voedselverdeling zijn dat de volgende hoeveelheden per persoon per dag: 264 gram tarwe, 269 gram rijst, 268 gram mais, 60 gram gerst, 68 `gram overige granen, 145 gram aardappelen, 313 gram wortel- en knolgewassen, 25 gram peulvruchten, 303 gram groenten, 212 gram fruit, 50 gram ruwe suiker, 260 gram melk, 57 gram vis en 50 gram (keuken)olie. (bron: FAO).

In het Wereldmaaltijd-concept wordt aangeraden gebruik te maken van biologisch geteelde producten uit eigen regio en om importingredienten zoveel mogelijk te betrekken via de eerlijke handel: producten met het Fair Trade- of Max Havelaar-keurmerk en producten uit de Wereldwinkel.

Vooral in de periode rond Wereldvoedseldag (16 oktober) worden op allerlei plaatsen in Nederland Wereldmaaltijden georganiseerd. Opvallende Wereldmaaltijd-intiatieven dit jaar zijn een werklunch met minister Van Aardenne, op 10 oktober in Den Bosch (tijdens haar werkbezoek aan de Brabantse Centra voor Ontwikkelingssamenwerking COS), en de participatie van leerlingen van horeca-opleiding De Rooi Pannen in Tilburg. Zij bereiden en serveren verschillende Wereldmaaltijden in hun schoolrestaurants.

Het Wereldmaaltijd-concept

Het idee voor de Wereldmaaltijd werd in 2001 bedacht door Omslag, Werkplaats voor Duurzame Ontwikkeling, daarbij geinspireerd door materiaal van Stichting WereldDelen. Sinds de introductie van de Wereldmaaltijd worden het hele jaar door op tal van plekken in het land Wereldmaaltijden georganiseerd. Het initiatief komt uit zeer uiteenlopende hoeken: van religieuze groeperingen, milieu-, ontwikkelings- en solidariteitsorganisaties, vrouwengroepen, woongroepen, studenten, gemeenten en festivalorganisatoren. Verslagen van Wereldmaaltijden staan op: http://www.omslag.nl/voedsel.htm#verslagen

De ervaring leert dat vrijwel overal de verbazing overheerst over de grote hoeveelheid smakelijk eten die dagelijks voor iedereen beschikbaar blijkt. Als we maar eerlijk delen...

In 2003 vervaardigde Omslag in samenwerking met Stichting WereldDelen een praktisch informatiepakket. Dit bevat uitvoerige achtergronden, feiten en cijfers, menusuggesties, een poster en een informatieve placemat. Ook biedt het pakket suggesties voor bewust consumeren met oog voor het milieu en rechtvaardige Noord-Zuid verhoudingen, en een handig draaiboek voor het organiseren van een Wereldmaaltijd. Tenslotte bevat het pakket inspirerende teksten die gebruikt kunnen worden bij bezinningen.

Aankondigingen van Wereldmaaltijden vindt u op http://www.omslag.nl/voedsel.htm Via deze site is ook uitvoerige achtergrondinformatie over de Wereldmaaltijd beschikbaar, een groot aantal verslagen van Wereldmaaltijden die de afgelopen tijd plaatsvonden, en enkele uitgewerkte recepten.

Het Wereldmaaltijd-informatiepakket kost 7,50 euro, inclusief porto en is te bestellen via giro 753665, t.n.v. Omslag in Eindhoven, o.v.v. 'Wereldmaaltijd'.

Bron: Omslag
 

 
    terug naar boven  
 


Slow Food: de internationale beweging ter verdediging van het recht op genieten van goed eten en drinken.


Slow Food werd opgericht in 1986 door de Italiaan Carlo Petrini. Het betreft een inmiddels wereldwijde associatie met als streven het behoud en de promotie van de authentieke en traditionele voedsel- en wijncultuur en de verdediging van biodiversiteit.
De Slow Food beweging en de wereld van biologische productie ontmoeten elkaar in het belang dat beide hechten aan goede smaak gecombineerd met respect voor de natuur.
Slow Food hangt de gedachte aan, dat het plezier dat men beleeft aan hoogwaardige, smaakrijke voedingsproducten en wijnen steeds gepaard moet gaan met inspanningen om de ontelbare traditionele kazen, granen, groenten, vruchten en wilde diersoorten te beschermen tegen hun huidige bedreiging door de gemaksvoeding-industrie en de commerciële landbouw.
Met initiatieven als ‘De Ark van de Smaak’, de Slow Food Award voor Biodiversiteit en Terra Madre probeert Slow Food ons voedingserfgoed te behouden.
Door het organiseren van evenementen en het nemen van allerhande initiatieven wil Slow Food producenten van uitmuntende voedingsproducten en consumenten met elkaar verbinden.
Met inmiddels zo’n 83.000 leden draagt men zorg voor de verspreiding van ‘smaak-educatie’ in nu al 50 landen, waaronder ook Nederland.
Boeken
Sinds dit jaar is Mets en Schilt de officiële uitgever van de Nederlandstalige Slow Food boeken. Het eerste resultaat van deze samenwerking is het boek Slow Food van Carlo Petrini.
De Nederlandse vertaling van het boek Slow Food van Carlo Petrini is verschenen! Voor deze editie heeft Mac van Dinther, redacteur van de Volkskrant, Carlo Petrini geïnterviewd. Daarnaast sprak Van Dinther met de voorzitters van Slow Food Nederland en België. Tenslotte vindt u een kort overzicht van producten uit Nederland en België die opgenomen zijn in de zogeheten Ark van de Smaak of daarvoor zijn voorgedragen.

 
    terug naar boven  
 


OPROEP AAN KINDEREN VAN 10 t/m 12 JAAR
Met KidzWise in actie voor kinderrechten!


6 juni 2005

KidzWise roept kinderen van 10 tot en met 12 jaar op om in actie te komen voor kinderrechten. Kinderen kunnen zich met een actiegroepje aanmelden via de nieuwe versie van de website www.kidzwise.nl die vanaf dinsdag 7 juni in de lucht is.

KidzWise nodigt kinderen uit om op te komen voor hun eigen recht of voor de rechten van andere kinderen, in Nederland of elders in de wereld. KidzWise vraagt hen om een leuke, spannende, ontroerende of gekke actie te bedenken waarmee ze aandacht vragen voor het gekozen kinderrecht, of juist voor het ontbreken van dat recht. Kinderen kunnen bijvoorbeeld een kunstzinnige expositie organiseren, een muziek- of dance-act opvoeren, een stevig debat met hun burgemeester aangaan of een inzamelingsactie opzetten.

KidzWise laat kinderen zien dat actie voeren niet moeilijk is, maar leuk! Zodra kinderen een actie hebben bedacht en zich via de website hebben aangemeld, krijgen zij een verrassingspakket thuisgestuurd. In dat pakket bevindt zich een password waarmee elk actiegroepje op de website www.kidzwise.nl een eigen webpagina over hun actie kan maken. Op de website vinden kinderen ook kant-en-klare hulpmiddelen om van hun actie een succes te maken. In de Doe-Het-Zelf-Box kunnen zij bijvoorbeeld hun eigen t-shirt, sticker of visitekaartje maken. En bij vragen staat de KidzWise Coach via een prikbord online klaar met antwoorden en tips.

Om zoveel mogelijk kinderen te enthousiasmeren zendt Z@ppelin in juni en juli animatiespotjes over kinderrechten uit. Ook de kinderkranten Kidsweek en Kidsweek Junior plaatsen gedurende een aantal weken advertenties en Kennisnet brengt KidzWise onder de aandacht van het onderwijs.

Initiatiefnemers van KidzWise zijn Unicef Nederland, Defence for Children International, Plan Nederland, Stichting Kinderpostzegels Nederland en de Gemeente Rotterdam. KidzWise wordt ondersteund door Save the Children, Amnesty International en het Ministerie van VWS.
KidzWise wordt geproduceerd door Ideëel Organiseren.
 

 
    terug naar boven  
 


Miljard batterijen ingezameld in Nederland


24 / 05 / 2005

In Nederland zijn van 1992 tot nu 1 miljard batterijen ingezameld. 80 procent van alle weggegooide batterijen wordt hergebruikt. Dat maakte de Stichting Batterijen (Stibat) maandag bekend.

De stichting zamelt namens de Nederlandse importeurs de afgedankte batterijen in en zorgt dat ze verwerkt worden. Hoewel de inzameling in Nederland de afgelopen jaren stijgt, verwacht Stibat dat er de komende jaren nog eens 1,5 miljard batterijen verwerkt moeten worden om aan toekomstige Europese richtlijnen te voldoen.
De inzameling kost het Nederlandse bedrijfsleven jaarlijks 7 miljoen euro.

,,De consument is helaas nog steeds de zwakste schakel bij de inzameling van batterijen'', vertelt directeur J. Bartels van Stibat. ,,Ongeveer 90 procent van de consumenten zegt batterijen te bewaren om ze later in te leveren. Op het moment dat het zover is, weten ze niet meer of ze vol of leeg zijn en belanden ze weer in de keukenla.'' Momenteel wordt gewerkt aan een nieuwe Europese richtlijn die inhoudt dat Nederland in 2015 45 procent van alle op de markt gebrachte batterijen moet inzamelen. ,,Nu zamelen we dus tachtig procent in van alle afgedankte batterijen. Dat komt in deze nieuwe richtlijn neer op 36 procent van alle verkochte batterijen.''

In Nederland werd afgelopen jaar ruim 2,4 miljoen kilo aan batterijen verzameld. Friesland deed het met een gemiddelde van 275 gram per inwoner het best. De kleine energiedragers worden via winkeliers en gemeentelijke chemokarren ingezameld en naar het landelijk sorteercentrum in Ermelo gebracht. Daar worden ze verdeeld naar samenstelling en vervolgens voor verdere verwerking naar fabrieken elders in West-Europa gestuurd.

Sinds 1995 zijn Nederlandse importeurs van batterijen wettelijk verplicht om deze taak op zich te nemen. Om de inzameling verder te stimuleren wil Stibat bij meer winkeliers inzameltonnen neerzetten. Ook bekijkt de stichting of het mogelijk is tonnen bij kantoren neer te zetten.

Volgens directeur A. Holtkamp van de directie Stoffen, Afvalstoffen en Straling van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is het meer dan ooit van belang dat mensen gestimuleerd worden batterijen weg te brengen. ,,Nederlandse huishoudens moeten haast bomvol met batterijen liggen. Helaas belanden ze nog steeds bij het restafval.'' Een leerling van de Dominee Detmarschool uit Ede overhandigde hem maandag symbolisch de miljardste batterij. Van de 4000 onderwijsinstellingen die batterijen inzamelen was die school de beste. Hij heeft een aardige manier bedacht om de inzameling te stimuleren. Kinderen die batterijen meenemen, krijgen daarvoor speelgoed of pennen.

Bron: ANP
 

 
    terug naar boven  

Landbouw is een miljardenindustrie geworden.


Overal zien boeren zich gedwongen het platteland te verruilen voor de drukke stad. Volgens Prins Charles beroven we onszelf daarmee van de ‘hoeksteen van onze beschaving’.

Landbouw is niet alleen de oudste productiemethode van de mens, maar ook de belangrijkste. Zij is de bron van werkgelegenheid op het platteland en de hoeksteen van onze cultuur, zelfs van onze beschaving. Dit is niet zomaar een romantisch beeld uit het verleden: van de 4 miljard mensen die in ontwikkelingsgebieden leven, werkt ongeveer zestig procent op het land.

Dus als ik lees over de ‘toekomstperspectieven’ die thans worden besproken in Andhra Pradesh, een deelstaat in India, en die erop zijn gericht om de lokale, traditionele landbouweconomie om te vormen tot een ‘krachtcentrale’ van hoogtechnologische agrarische industrie – wat neerkomt op monoculturen, kunstmest, chemische bestrijdingsmiddelen en genetische modificatie – dan zinkt mij het hart in de schoenen. Het element dat altijd ontbreekt bij dergelijke grootse plannen is een bestendig inkomen voor de mensen. De landen in ontwikkeling hebben hoe dan ook één hulpbron in overvloed: mensen. Waarom zouden we dan landbouwtechnieken steunen die dit pluspunt negeren en bijdragen aan meer ellende en vernedering?

Het stemt tot nadenken dat van het volgende miljard mensen waarmee de wereldbevolking netto zal toenemen (in de komende twaalf tot vijftien jaar), vrijwel iedereen in de sloppenwijken van grote steden zal wonen. Tot nog dieper nadenken stemt de vraag: wat voor leefomstandigheden levert dit in de toekomst op? Uitzichtloosheid? Misdaad? Extremisme? Terreur?
Ondanks de beste bedoelingen van velen moeten we erkennen dat globalisering dikwijls ten koste gaat van duurzaamheid. Ik vrees dat globalisering zal bijdragen aan meer armoede, ziekten en honger in de steden, en dat levenskrachtige gemeenschappen die zichzelf tot nu toe op het platteland konden redden, te gronde zullen gaan.

Mensen in de agro-industrie zeggen vaak dat we uitsluitend via grootschalige productie in staat zijn om de uitdijende wereldbevolking te voeden. Toch hebben veel biologische landbouwbedrijven door een verbeterde aanpak hun opbrengst en omzet drastisch weten te verhogen, zelfs zonder noemenswaardige investeringen. Zo blijkt uit een recent onderzoek van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties dat de biologische aardappeloogst in Bolivia is toegenomen van 4 tot 14 ton per hectare. In Ethiopië, dat twintig jaar geleden nog getroffen werd door een gruwelijke hongersnood, is de oogst van zoete aardappel gestegen van 6 tot 30 ton per hectare. In Kenia nam de maïsoogst toe van 2,25 tot 9 ton per hectare. In Pakistan is de opbrengst van mango’s gestegen van 7,5 tot 22 ton per hectare. En in Cuba is de opbrengst van groenten uit de biologische stadstuinen bijna verdubbeld.

Wanneer modellen uit de agro-industrie worden opgelegd aan traditionele landbouwgemeenschappen, volgt er een doelbewuste vernietiging van natuurlijk én maatschappelijk kapitaal. Dan verdwijnt de culturele identiteit die haar wortels heeft in de bewerking van het land. Dit zorgt voor een angstaanjagende versnelling van de trek naar de stad. En zo wordt grote delen van de mensheid een betekenisvol contact met de natuur onthouden... en met het voedsel dat ze eten.

Deze ‘leegloop van het platteland’ voltrekt zich zowel in hoogontwikkelde als in zich ontwikkelende landen. Helaas is de neiging om naar de stad te verhuizen nauwelijks te bestrijden zolang groeperingen over de hele wereld weinig waarde hechten aan hun voedsel, hun eten geringschatten tot het niets méér is dan een soort brandstof, en elke vorm van loyaliteit opgeven jegens de boeren die in hun buurt geboren en getogen zijn.

Maar er zijn nog meer gevolgen. De bewijzen stapelen zich inmiddels op dat wij in de zogenaamde hoogontwikkelde wereld een onderklasse creëren die geen adequate voeding heeft – een generatie die opgroeit met fast food, met louter fabrieksvoedsel. Voor deze mensen ziet de toekomst er somber uit, zowel wat betreft hun maatschappelijke status als hun gezondheid.

Eric Schlosser legt in zijn fantastische boek Fast Food Nation uit dat kant-en-klare-maaltijden een recent verschijnsel is. Het systeem waarbij onze voeding zo centralistisch en industrieel wordt geproduceerd, heeft zich pas in de laatste twintig jaar ontwikkeld. Fast food lijkt misschien goedkoop eten – en letterlijk gesproken is dat ook zo – maar dat komt, omdat de enorme maatschappelijke en milieutechnische kosten ervan niet worden meegerekend. Als je de werkelijke kosten wilt analyseren, moet je oog hebben voor zaken als ziekten die verbandhouden met de voeding, de opmars van nieuwe ziekteverwekkers zoals de E. coli-bacterie, ongevoeligheid voor antibiotica vanwege excessief gebruik van diergeneesmiddelen in veevoer, grootschalige watervervuiling door intensieve landbouwmethoden en nog vele, vele andere kwesties. Dat we die kosten niet terugvinden in de prijs van fast food, wil niet zeggen dat onze samenleving er niet voor opdraait.

Als u dit allemaal leest, kunt u zich misschien een beetje voorstellen waarom ik zo’n fervente aanhanger ben van de beweging voor slow food. Het is traditioneel voedsel. Het is eten uit de regio – en de eetgewoonten van onze streek zijn een van de belangrijkste redenen waarom we ons verbonden voelen met onze woonplaats en de wijdere omgeving.

Hetzelfde geldt voor de bouwwerken in onze dorpen en steden. Deugdelijk ontworpen gebouwen die zich verhouden tot het landschap en meer ruimte geven aan mensen dan aan auto’s, versterken het groepsgevoel, de ervaring van gezamenlijke wortels. Die zaken houden allemaal verband met elkaar. Net zoals we niet graag in anonieme betonblokken willen wonen die er over de hele wereld hetzelfde uitzien, willen we geen anonieme rommel eten die je overal kunt kopen.
Als het erop aankomt, zijn begrippen als duurzaamheid, samenleving, gezondheid en goede smaak belangrijker dan alleen maar het grote gemak. We hebben behoefte aan een gevarieerde leefomgeving, aan herkenbare plekken en aan voedsel dat gevarieerd en herkenbaar is. Zo blijven we in ieder geval geestelijk in goede conditie.

Dit is een bewerking van een toespraak die Prins Charles hield op het symposium Terra Madre (Moeder Aarde), dat Slow Food vorig jaar oktober in Turijn, Italië, voor vierduizend boeren uit honderddertig landen. Slow Food is een internationale organisatie die de diversiteit van voedsel ondersteunt. Zie ook: www.slowfood.com en, voor de Nederlandse afdeling: www.slowfood.nl.

ZKH Prins Charles
Dit verscheen in Ode nummer: 76

www.ode.nl

 
    terug naar boven  

Bono steunt eerlijke én hippe spijkerbroeken


05-04-2005

De wereldberoemde zanger introduceert nu, samen met zijn vrouw Ali Hewson en ontwerper Rogan, het nieuwe label Edun: inderdaad, 'Nude' omgekeerd gespeld. De missie van het nieuwe modemerk gaat verder dan het verkopen van geinige T-shirts en jeans: Edun wil het bewustzijn van de drager aanspreken.

Alle kleding van Edun is op een eerlijke manier geproduceerd door mensen die een eerlijk loon verdienen. Kinderarbeid komt niet voor. Bono en zijn team willen hiermee bewijzen dat het mogelijk is om een kledingbedrijf te runnen, waarbij alle betrokken partijen even goed worden behandeld. Elke jeans heeft dan ook de inscriptie: 'We carry the story of the people who make our clother around with us'. Bovendien hebben alle broeken een gedicht geprint in een van de voorzakken. Bono is er namelijk van overtuigd dat het goed is om altijd een gedicht 'op zak' te hebben.

Onlangs lanceerden Bono, Ali en Rogan het label Edun bij Saks Fifth Avenue in New York. Vanaf eind maart is het merk ook verkrijgbaar in Europa, bij Selfridges in Groot-Brittannië.

Bron: www.fashionscene.nl 
 

   
    terug naar boven  

--- Iets meer over Longo Mai ---


De coöperaties van Longo Mai bestaan al sinds 1973 en ontstonden in de nasleep van de studentenprotesten in Parijs.
Een groep progressieve kunstenaars, studenten en andere jongeren, de protesten en het traangas moe - 'ontvluchtte' de stad om op het Franse platteland te werken aan het realiseren van hun eigen idealen over een ander soort samenleving. Hun
motto: 'Liever een millimeter praktijk dan tien kilometer theorie'. De eerste coöperatie werd gesticht in Limans, in de Haute Provence. Hier werden vooral schapen gehouden, en daaruit ontstond geleidelijk aan allerlei kleinschalige bedrijvigheid. De uitzetting als 'ongewenste vreemdeling' uit Frankrijk van enkele coöperatieleden, was in 1974 de aanleiding om in Zwitserland een tweede coöperatie op te zetten, en in de jaren daarna volgden er nog meer. Anno 2005 zijn er cooperaties in Frankrijk (5), Zwitserland, Oostenrijk, Duitsland (2) en Oekraine. En de vluchtelingencooperatie Finca Sonador in Costa Rica.

De grootte en bedrijvigheid verschilt per coöperatie. Er zijn veeteelt- coöperaties (schapen, runderen, varkens, pluimvee); biologische tuinbouwbedrijven, kruidenkwekerijen, olijven en druivenboomgaarden, en meubelmakerijen. Met bijbehorende productverwerking en -verkoop (spinnerij, weverij, conservenbedrijf, etc.). Voor de afzet van producten zette Longo Mai een eigen netwerk op.

Longo Mai heeft zich nooit beschouwd als een vredig eilandje dat los staat van de rest van het wereldgebeuren.
Integendeel! Er is grote affiniteit met 'maatschappelijke verschoppelingen' en met de slachtoffers van het vrije marktsysteem. Longo Mai fungeert als een smeltkroes van allerlei culturen en talen. Longo Mai runt onder meer een eigen lokaal radiostation, is actief in het Europese boerenprotest en zet zich in voor het behoud van kleine scholen. Altijd in samenwerking met de lokale bevolking.

In 1982 nam Longo Mai het initiatief tot oprichting van het CEDRI, Europees Comitee ter Verdediging van Vluchtelingen en Migranten, en in 1990 werd het Europees Burgerforum opgericht als platform voor gezamenlijke actie tegen (o.a.) de toenemende werkloosheid en de afbraak van de sociale zekerheid. Op de coöperatie in Limans vinden regelmatig grote internationale congressen plaats met workshops over oa.
duurzame energie en milieu-ontwikkeling, de immigratieproblematiek en concrete uitwisseling tussen Oost, West, Noord en Zuid.

Longo Mai geeft tweemaal per jaar een Nederlandstalige nieuwsbrief uit. Sommige coöperaties bieden de mogelijkheid om er een korte vakantie door te brengen.

Longo Mai heeft geen eigen website(s). Een goed achtergrondverhaal (in het Duits) staat op:
http://www.tippelei.de/ulenkrug

De vluchtelingencooperatie in Costa Rica heeft een
(Engelstalige) website:
http://www.sonador.info/html/en/finca/projekt_2.html
 

 
    terug naar boven
 

Weg met fastfood, leve 't slowfood

21 / 02 / 2005

De wetenschap heeft slow food ontdekt. Morgen organiseert Wageningen Universiteit een congres over de terugkeer van ambachtelijke gerechten en meer verscheidenheid in de maaltijd. Met kanttekeningen: ,,Sommige traditionele gerechten gaan totaal voorbij aan het welzijn van dieren.''De slow-beweging is ontstaan in Italië, waar men wilde terugkeren naar oude waarden en het fastfood buiten de deur wilde houden.


De slowfood-beweging heeft inmiddels navolging gevonden in slowcities, slowsex, slowmusic, slowreading, enzovoorts. In alle gevallen draait het om evenwicht, op het werk en in de privé-sfeer. Aandacht voor de dingen die het leven de moeite waard maken, zou volgens de aanhangers een betere gezondheid, een gezonder milieu en hechtere gemeenschappen opleveren. Slow is niet per se minder of trager, maar wel rustiger en minder gehaast. In het boek Slow van Carl Honoré worden alle vormen van de slow-beweging toegelicht.

Volgens Michiel Korthals, hoogleraar Toegepaste Filosofie aan de Wageningen Universiteit, heeft de wetenschap de afgelopen tien jaar de nadruk gelegd op de ontwikkeling van fastfood. Mede onder invloed van de groeiende slowfood-beweging wordt de laatste tijd echter meer aandacht aan de kwaliteit van het eten.

De slowfood-beweging, die zich afzet tegen McDonald's en pleit voor genieten van eten met smaak, heeft zo'n hoge vlucht kunnen nemen doordat consumenten bewuster zijn geworden van de gevolgen van ongezond eten. Inmiddels telt de wereld meer mensen met overgewicht dan mensen die honger lijden, aldus Korthals.

Aanhangers van slow food willen voorkomen dat streekgerechten en hun specifieke bereidingswijze door tijdgebrek of gebrek aan belangstelling verloren gaan. Toch kleven er ook nadelen aan bepaalde tradities, meent Korthals. ,,Een traditioneel gerecht met zangvogeltjes in Italië of de foie gras in Frankrijk gaan totaal voorbij aan het welzijn van dieren. Dat is ook belangrijk om in te zien.''

 
 

    terug naar boven