Enorme milieuramp na olielek in langste rivier van Italië

Albert Heijn en Spar verkopen zwaar vervuilde druiven

Duits onderzoek bevestigt: straling van kerncentrales zorgt voor meer gevallen van kinderkanker.

Arsenicum in water risico voor 140 miljoen mensen

Aziatische bendes spil in binnenlandse ivoorhandel in Centraal-Afrika

‘Luchtvervuiling Azië heeft wereldwijde impact’

Duizenden kalkoenen geruimd

Twee berggorilla's in Kongo gedood door rebellen

Jangtse weldra 'biologisch dood'


Illegale ivoorhandel in Angola

Sabic lekte mogelijk twee jaar gif

Minister weigert openbaarmaking metingen groenten en fruit

Onderzoek naar giftigheid paling

Nederlandse bedrijven nog steeds betrokken bij gevaarlijke kinderarbeid in India

Veel bleekselderij bevat verboden bestrijdingsmiddelen

Palmolie grote aanjager ontbossing Zuidoost Azië

Méér giftige stoffen dan wettelijk toegestaan

Quick-scan zwemwater langs de kust vraagt om vervolgonderzoek

Kwart dieren en planten verdwijnt door opwarming


Kweekzalm meer verontreinigd dan
wilde zalm



Archief
2003-2004


In Nederland geteelde sla is risicovol voor kinderen

Minder wadvogels door dalende draagkracht waddengebied en schelpdiervisserij

Rijkswaterstaat geeft onverbloemd problemen Noordzee toe

De Prestige: een jaar later, nog steeds een ramp


Stichting De Noordzee, Stichting Reinwater en de ANWB maken bezwaar tegen lozing rioolwater


Lekkende schepen moeten aan de ketting

Supermarkten weigeren informatie over gif in voedsel

De Prestige, de stranden, de vogels, en nog steeds veel stookolie

Besmetting kip hoog

Onderzoek Milieudefensie naar veevoersector:
'Volgend voedselschandaal op vingers na te tellen!'


Kabeljauw verdwijnt uit Noordzee

Geen sloopstrand voor oude giftige schepen

Consumentenvertrouwen in veiligheid levensmiddelen neemt af


   
EKOzine houdt u op de hoogte,

Rampen, voedselschandalen, kanker,  bestrijdingsmiddelen, illegale handel,
te hoge gifconcentraties, vogelpest, ontbossing, dioxine, overstromingen,
milieuvervuiling," El Nino", etc. etc.


Het Maleisische vrachtschip Selendang Ayu, dat in december in de Beringzee in tweeën brak, heeft de grootste olievervuiling voor de kust van Alaska veroorzaakt sinds de ondergang van de olietanker Exxon Valdez in 1989. Dat hebben Amerikaanse milieudeskundigen donderdag gezegd.
Volgens schattingen van de Amerikaanse kustwacht en andere overheidsinstanties is inmiddels 1,2 miljoen liter stookolie in zee gestroomd. De stroperige en giftige scheepsbrandstof heeft al aan zeker 1600 zeevogels het leven gekost. Het met sojabonen geladen schip had 1,6 miljoen liter brandstof aan boord.
De olielekkage is beduidend kleiner dan die uit de Exxon Valdez, die in 1989 ongeveer 41 miljoen liter olie verloor, maar volgens deskundigen is de milieuschade niettemin enorm. Het gebied waar het schip verging, is het leefgebied van talloze vogels en zeezoogdieren.
Het 225 meter lange vrachtschip liep op 8 december aan de grond, nadat het twee dagen lang stuurloos in de Beringzee had gedobberd. De bemanning werd voor de stranding van het schip gehaald, maar zes bemanningsleden kwamen om toen een reddingshelikopter geraakt werd door een hoge golf en neerstortte. © ANP



 

Ongeloof: Canada doodt miljoen zeehonden voor bont

Verbod gevraagd van zeer giftig nieuw bestrijdingsmiddel


De Canadese regering heeft besloten dat er tussen 2003 en 2005 maar liefst 975.000 zeehonden mogen worden gedood. Het gaat om maximaal 350.000 zeehonden per jaar, met name Harp Seals. Dit aantal is de hoogste sinds 1967.

Tweede Kamer wil importverbod
De Dierenbescherming is geschokt en wijst deze zeer dieronvriendelijke vorm van jacht volledig van de hand. Gelukkig is een meerderheid in de Tweede Kamer dat met ons eens: volgens de Kamer moet er een verbod komen op alle import van zeehondenbont in Europa. De ministers Bot van Buitenlandse Zaken en Veerman van Landbouw moeten zich tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap vanaf 1 juli sterk maken voor dat importverbod. Op dit moment geldt er in Europa alleen een verbod op de invoer van pelzen van zogende zeehonden die jonger dan twee weken zijn. De dieren die in Canada worden afgeslacht, zijn echter tussen de vijftien dagen en drie maanden oud. De Europese Commissie wil niet overgaan tot een totaalverbod. Om die reden voert de Belgische regering al een nationaal verbod in. Nederland zou dit voorbeeld moeten volgen, zo vinden de fracties van CDA, PvdA, GroenLinks en SP.
 

Stichting Natuur en Milieu en de Zuid-Hollandse Milieufederatie hebben grote bezwaren tegen de toelating van het nieuwe, zeer giftige bestrijdingsmiddel quinoxyfen. Het wordt gebruikt tegen de schimmelziekte meeldauw in graan. Quinoxyfen heeft DDT-achtige eigenschappen. Het is zeer slecht afbreekbaar in de natuur en hoopt zich via water en lucht op in voedselketens. Naar verwachting komt het uiteindelijk in gevaarlijke concentraties terecht in het vetweefsel van vissen en viseters zoals ijsberen, en ook in moedermelk.

Quinoxyfen is in Denemarken en Zweden al verboden. Volgens de milieuorganisaties zou het ook in ons land nooit mogen worden toegelaten. Zij hebben dan ook bezwaar gemaakt tegen de voorlopige toelating door de Commissie voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen (CTB). Een voorlopige toelating houdt in dat het middel alvast mag worden gebruikt; de fabrikant krijgt de kans om nader onderzoek te doen naar de gevolgen voor gezondheid en milieu. Dat nu is volstrekt overbodig, aldus de milieuorganisaties. Er is genoeg bekend om het middel niet toe te laten. De afbraaktijd van quinoxyfen is 224-508 dagen, terwijl de Europese wetgeving een maximale afbraaktijd van 180 dagen stelt. En de ophoping van het gif in voedselketens is ruim vier maal groter dan in Europa is toegestaan.
Een ander bezwaar is dat het de natuurlijke vijanden van schadelijke insecten doodt. Dat maakt het nutteloos voor de moderne zogeheten geïntegreerde land- en tuinbouw, die bestrijdingsmiddelen beperkt toepast en zoveel mogelijk gebruikmaakt van natuurlijke bestrijding van plagen en ziekten.
Morgen zullen de milieuorganisaties hun bezwaren toelichten op een hoorzitting van het CTB.
Nadere inlichtingen: Stichting Natuur en Milieu



Kwart dieren en planten verdwijnt door opwarming
LEEDS, 8 januari
Door de opwarming van het klimaat kan in 2050 ongeveer een kwart van alle dier- en plantensoorten verdwenen zijn. Dat meldt een internationaal onderzoeksteam in het Britse vakblad Nature. De onderzoekers hebben voor 1103 soorten, in 20 gebieden op vijf continenten, de gevolgen van drie mogelijke temperatuurstijgingen berekend. Volgens het zwartste scenario, een opwarming van meer dan twee graden, zou zelfs zo'n 35 procent van de soorten verdwijnen. De Universiteit van Leeds heeft het onderzoek opgezet; het RIVM in De Bilt werkte mee. (NOS Teletekst)
 

 
 
    terug naar boven  
   
 

Enorme milieuramp na olielek in langste rivier van Italië

25-02-2010
Er dreigt een enorme milieuramp in Italië nadat gisteren een grote hoeveelheid diesel in de Po lekte. Dat is de langste rivier van Italië. In totaal zou het om zeker 2,5 miljoen liter gaan. Sabotage is nog steeds niet uitgesloten.

Het lek begon 's nachts in de Lambro en verspreidde zich over Piacenza en Cremona, ondanks pogingen om de olie tegen te houden. Gisteren bereikte het goedje de Po, de langste rivier van Italië. Die strekt zich uit van Piedmont, over Milaan en Verona, tot de Adriatische Zee.

Dieren sterven
Onderzoekers gaan uit van sabotage, aangezien de reservoires van een oude raffinaderij open stonden. Het moet bovendien iemand geweest zijn die het systeem goed kende. Al snel stierven een pak vogels en andere dieren door de olie. Die verspreidde zich ontzettend snel over het water, omdat de Po door hevige regen opgezwollen was. Op sommige plaatsen zou de olielaag liefst 10 tot 15 centimeter dik zijn.

Ramp voor landbouw
Niet alleen de dieren zijn in gevaar, ook de landbouw rond de Po dreigt schade te ondervinden. De regio rond de Po is de meest vruchtbare van Italië en het water wordt vaak gebruikt voor irrigatie. Met drijvende barrières werd wanhopig geprobeerd het lek tegen te houden en technici trachtten de olie uit het water te krijgen.

Sabotage
Als het om sabotage gaat, is nog niet duidelijk wie achter deze vreselijke daad zit. Er was wel onrust omdat de eigenaar van het bedrijf in kwestie onlangs een aantal mensen had ontslagen. Roberto Formigoni, president van Lombardije, belooft dat de dader zwaar zal worden gestraft. (gb)

Bron: Het Laatste Nieuws

 
    terug naar boven  
   
 

Schoonste druiven van Europa te vinden bij Lidl
Albert Heijn en Spar verkopen zwaar vervuilde druiven


Albert Heijn en Spar verkopen hun klanten druiven met hoge concentraties landbouwgif. Lidl verkoopt juist de schoonste druiven, zowel in Nederland als in Europa. Dit blijkt uit een onderzoek naar bestrijdingsmiddelen op druiven dat Milieudefensie samen met collega-organisaties in Duitsland, Frankrijk, Italië en Hongarije heeft laten uitvoeren.

In Nederland heeft Milieudefensie druiventrossen laten onderzoeken die zijn gekocht bij zeven grote supermarktketens. In ons land blijkt Albert Heijn haar klanten de meest vervuilde druiven voor te schotelen, met gemiddeld zeven verschillende soorten landbouwgif per tros druiven. Uitschieter was hierbij één tros Griekse druiven met vijftien verschillende gifsoorten. Hierbij zaten het kankerverwekkende middel carbendazim en een vrij hoge concentratie van het zenuwgif chloorpyrifos. De Spar scoort ook erg slecht, met gemiddeld zes gifsoorten per tros in vrij hoge concentraties. De druiven bij de Nederlandse Lidl waren het schoonst, met gemiddeld drie gifsoorten in lage concentraties.

“De resultaten van deze steekproef zijn zorgwekkend, zowel voor Nederland als voor de andere Europese landen”, aldus woordvoerder Wouter van Eck van Milieudefensie. Bijna éénderde van de druiven die in Europese supermarkten worden verkocht bevatten hoge concentraties landbouwgif. Zesmaal zijn de wettelijke normen overtreden. Eenmaal is zelfs een acuut gezondheidsrisico voor jonge kinderen geconstateerd, op een tros Turkse druiven in de Duitse supermarkt Metro. Hierbij was echter géén sprake van een wetsovertreding, maar werd dus wel de acute gezondheidsnorm van de Wereldgezondheidsorganisatie overschreden. “Duidelijk is dat de wettelijke normen jonge kinderen onvoldoende beschermen tegen gevaarlijke bestrijdingsmiddelen”, aldus Van Eck.

Milieudefensie heeft supermarkten en overheden meermalen gewezen op de mogelijke gevaren van blootstelling aan hoge concentraties landbouwgif. De Lidl en Super de Boer hebben adequaat gereageerd en strengere regels ingevoerd. Zij verkopen over het algemeen dan ook schonere producten. Milieudefensie vindt het laakbaar dat Albert Heijn en Spar nog géén aanvullende maatregelen hebben genomen. Het resultaat is dat hun klanten worden opgescheept met vervuilde en risicovolle producten.

Milieudefensie en haar Europese collega-organisaties roepen overheden en supermarkten op om aanvullende maatregelen te nemen. Op korte termijn zouden er geen overschrijdingen meer voor mogen komen van gezondheids- en wettelijke normen, moeten de meest schadelijke bestrijdingsmiddelen verboden worden en dienen meerdere gifsoorten per product vermeden worden. De supermarkten horen op strenge en transparante wijze beleid te ontwikkelen en er voor te zorgen dat binnen tien jaar al hun groente en fruit vrij is van bestrijdingsmiddelen.

Bron: milieudefensie.nl

 
    terug naar boven  
   
 

Duits onderzoek bevestigt: straling van kerncentrales zorgt voor meer gevallen van kinderkanker.


WECF en het Duitse Umwelt Institut spreken zich op Bali uit tegen kernenergie als oplossing voor klimaatverandering.

"De schadelijke gevolgen voor de gezondheid van kinderen bevestigt de juiste beslissing van de Duitse overheid om geleidelijk het opwekken van kernenergie af te bouwen."
Aldus Karin Wurzbacher van het Milieu Instituut in München en WECF partner tijdens de klimaattop in Bali.


Uit Duits onderzoek is gebleken dat kinderen onder de vijf zestig procent meer kans hebben op het krijgen van kanker en 120 procent meer kans op het krijgen van leukemie als ze in een straal van vijf kilometer wonen van een kerncentrale. Dit blijkt uit een studie die uitgevoerd werd op 16 locaties in Duitsland over een periode van 24 jaar. Inmiddels zijn in het Duitse parlement de nodige vragen gesteld over de uitkomsten van deze studie.

Straal van vijf kilometer
Het onderzoek is in gang gezet door de Duitse afdeling van het IPPNW (International Physicians for the Prevention of Nuclear War) en is uitgevoerd door het BFS, Bundesamts für Strahlenschutz (BfS) het bureau voor Stralingsbeperking, dat rapporteert aan het Duitse Ministerie van Milieu.
Onderzoekers van de Universiteit van Mainz vonden 37 gevallen van kinderen die binnen een straal van 5 kilometer van een kerncentrale woonden en die leukemie hadden ontwikkeld, terwijl op basis van het statistische gemiddelde 17 kinderen werden verwacht in de periode van 1980 tot 2003.

"Onze studie bevestigt dat er in Duitsland een duidelijke link is tussen het wonen bij een kerncentrale en het risico om kanker of leukemie te krijgen voordat een kind vijf jaar is", schrijven de onderzoekers. Een lid van de commissie die de studie beoordeelde denkt zelfs dat de conclusies nog laag uitvallen. Volgens hem geven de data een indicatie van een toegenomen risico op kanker voor kinderen in een straal van vijftig kilometer.

WECF partner, het Duitse Umwelt Instituut in Munchen, werkt mee aan dit onderzoek naar gevolgen van kanker. Inmiddels zijn in het Duitse parlement vragen gesteld over de studie.
"Wat reeds langer werd vermoed, is door dit grondige Duitse onderzoek bevestigd. De uitslag van dit onderzoek zal een doorslaggevende reden worden voor overheden om te stoppen met kernenergie. De bevolking zal niet langer de gerusstellende verhalen accepteren. Geen economisch belang kan opwegen tegen het feit dat kinderen kanker krijgen. " stelt Marie Kranendonk, president van WECF "In Nederland zijn we deels afhankelijk geworden van Franse kernenergie. Wat zal Frankrijk doen met al zijn kerncentrales, - zullen zij een even onafhankelijk onderzoek willen doen of zal de Franse overheid proberen met een tegen onderzoek te bewijzen dat in Frankrijk niets aan de hand is? Kan je als Nederlandse energiegebruikers nog wel met een gerust geweten kernstroom uit Frankrijk afnemen?"

Bali
Dit onderzoek komt op het moment dat in Bali gedemonstreerd werd tegen kernenergie als oplossing voor klimaatverandering. "De schadelijke gevolgen voor de gezondheid van kinderen bevestigt de juiste beslissing van de Duitse overheid om gelijdelijk het opwekken van kernenergie aft te bouwen", aldus Sabine Bock, energiespecialist van WECF en aanwezig op Bali. "De studie toont dat politieke gelijk aan en bevestigt eens te meer dat het afbouwen versneld plaats zal moeten vinden. Ieder kind met kanker is er één teveel."
Marie Kranendonk van WECF voegt daaraan toe: "Het is te loven dat de Duitse overheid bereid is geweest - weliswaar na langdurige druk van lokale overheden en gezondheidsdeskundigen - om een uitgebreid onafhankelijk onderzoek te laten doen. Nu is eens te meer duidelijk dat de keuze voor kerncentrales niet als een veilige optie kan worden voorgesteld. Niemand wil kernenergie die ten koste gaat van de gezondheid van kinderen. Ieder kind met kanker is één kind teveel."

 
    terug naar boven  
   
 

Arsenicum in water risico voor 140 miljoen mensen

 
Arsenicum in drinkwater is een toenemend risico voor de wereldgezondheid omdat grote groepen mensen zich er niet van bewust zijn dat zij grote hoeveelheden van het chemische goedje binnenkrijgen. Het vergif komt ook via het water in het voedsel terecht en de verspreiding van de chemicaliën blijkt een grotere omvang te hebben dan voorheen werd gedacht. Dat maakten onderzoekers onlangs bekend.

Massief arsencium

"De meeste landen hebben wel een waterbron met gevaarlijk hoge waarden arsenicum, dat is bekend, maar nu pas realiseren we ons de omvang van het probleem", zegt Alan Smith, onderzoeker en adviseur van de Wereldgezondheidsorganisatie.

Er komt veel chronische arsenicumvergiftiging voor in India en Bangladesh, waar jaarlijks vele mensen aan sterven. Men is er voor drinkwater afhankelijk van grondwater dat een te hoog arsenicumgehalte heeft. Het probleem is echter groter dan gedacht en bestrijkt bijna 140 miljoen mensen in zeventig landen, volgens een nieuw onderzoek dat gepresenteerd werd op de Royal Geographical Society-bijeenkomst in Londen. De onderzoekers benadrukken dan ook dat er meer aan het probleem moet worden gedaan dan alleen het testen van het water en het in kaart brengen van de gebieden waarin het voorkomt.

Ook in voedsel

Arsenicum kan longziekten en kanker veroorzaken, zelfs lang nadat mensen gestopt zijn met het drinken van vervuild water, zegt Peter Ravenscroft van de Universiteit van Cambridge tegen persbureau Reuters. Er is nu een verband aangetoond tussen arsenicum in water en in voedsel, met name in gebieden met irrigatielandbouw.
Tientallen miljoenen mensen krijgen via hun drinkwater meer arsenicum binnen dan de toegestane bovengrens volgens de Wereldgezondsheidsorganisatie (WHO), volgens de onderzoekers.

In Bangladesh komt het probleem het meest voor. Honderdduizenden mensen in dit land zullen sterven door een vergiftiging van arsenicum. Het gif is ook gevonden in Westerse landen en activiteiten als mijnbouw kunnen eveneens leiden tot verontreiniging, aldus de onderzoekers.

Bron: oneworld.nl
 
    terug naar boven  
   
 

Aziatische bendes spil in binnenlandse ivoorhandel in Centraal-Afrika


Aziatische georganiseerde bendes zijn verantwoordelijk voor de groeiende illegale binnenlandse handel in ivoor in Afrika. Dat blijkt uit een nieuwe studie van TRAFFIC, de gezamenlijke onderzoeksorganisatie van het Wereld Natuur Fonds (WNF) en IUCN, die de handel in bedreigde planten en dieren in kaart brengt. Afrikaanse landen waar het meeste ivoor illegaal wordt verhandeld zijn de Democratische Republiek Congo (DRC), Kameroen en Nigeria.

TRAFFIC analyseerde bijna 12.400 inbeslagnames van ivoor in 82 landen. Het onderzoek ging terug tot 1989. De gegevens zijn afkomstig van het Elephant Trade Information System (ETIS), de grootste database ter wereld van inbeslagnames van ivoor.

"Er zijn veel conflictgebieden in Centraal-Afrika en we zien op dit moment dat er vanuit deze regio veel ivoor weg wordt gesluisd naar internationale markten, vooral in Azie", aldus Tom Milliken, directeur van het Afrikaanse kantoor van TRAFFIC en auteur van het rapport. De illegale handel in ivoor houdt direct verband met de slechte opsporing en handhaving in delen van Afrika en Azie.

Vooral in China is vraag naar het illegale ivoor. Het komt binnen via de havens van Hong Kong, Macao en Taiwan. Japan en Thailand fungeren ook als eindbestemming. De Phillipijnen vervullen vooral de rol van doorvoerland.
Tezamen is in deze zeven landen en gebieden 62 procent van het inbeslaggenomen ivoor ontdekt, zo blijkt uit de ETIS-database. Wereldwijd zijn er per maand 92 inbeslagnames van ivoor, dat is 3 per dag. Het aantal grote inbeslagnames (1 ton of meer) is de afgelopen jaren toegenomen: van 17 tussen 1989 en 1997 tot 32 tussen 1998 en 2006.

Volgens het Wereld Natuur Fonds staat onomstotelijk vast dat een bloeiende binnenlandse ivoorhandel de illegale internationale ivoorhandel opstuwt, hetgeen weer de drijvende kracht is achter de stroperij van olifanten. "Het is dus ongelooflijk belangrijk om een eind te maken aan deze illegale, binnenlandse markten", aldus Van de Gronden.

Volgende maand komen 171 landen, waaronder veel Afrikaanse landen, in Den Haag bijeen voor de CITES-conferentie. Hier worden afspraken gemaakt over de internationale handel in bedreigde planten en dieren. Tijdens de vorige CITES-conferentie in 2004 in Bangkok hebben de deelnemende landen het Action Plan for the control of trade in African elephant ivory aangenomen. Doel was om handhaving in Afrika en Azie te verbeteren en de lokale bevolking bewust te maken van de risico's van ongereguleerde ivoorhandel. Maar volgens het WNF is er tot nu toe weinig werk gemaakt van de implementatie van dit actieplan.

"Het vereist dus straks politieke wil in Den Haag om daadwerkelijk een eind te maken aan deze binnenlandse markten. Want alleen dan kan de toekomst van de olifanten worden veiliggesteld. Ook is het belangijk dat China de groeiende Chinese gemeenschappen in Afrika oproept om zich niet in te laten met de illegale ivoorhandel". Overigens heeft Ethiopie sinds 2004 welk werk gemaakt van het Actieplan. Met financiele steun van TRAFFIC en WNF is de opsporing en handhaving drastisch verbeterd, waardoor de illegale handel met
95 procent is gedaald. "Andere landen kunnen daar aan een voorbeeld nemen", aldus WNF.
 
 
    terug naar boven  
   
 

‘Luchtvervuiling Azië heeft wereldwijde impact’


De luchtvervuiling in Azië heeft een groter effect op het klimaat in de rest van de wereld dan tot nu toe werd gedacht. Dat concluderen onderzoekers van de Texas A&M University op basis van satellietbeelden.

Hoewel in Noord-Amerika en Europa de luchtvervuiling de laatste jaren door strengere regelgeving is afgenomen, is de smog in Azië door de snelle industrialisatie juist toegenomen. Met name in de winter als er veel kolen worden gestookt voor de verwarming van huizen en kantoren is de luchtvervuiling groot.
De Aziatische smog veroorzaakt dikke wolkenpartijen en zware stormen boven de Stille Oceaan, schrijven onderzoekers van de Texas A&M University in Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS).

Cyclonen

Deze stormen kunnen uitmonden in tropische cyclonen en beïnvloeden de koers van warme luchtstromen. Ook wordt de Aziatische vervuiling door de luchtstroom meegenomen, deze vervuiling daalt elders neer. De onderzoekers denken dat hierdoor het ijs op de poolkappen makkelijker smelt.
De Texaanse wetenschappers baseren hun bevindingen op de vergelijking van satellietopnames. Hieruit blijkt dat de hoeveelheid zware regenwolken die in de winter altijd boven het noordelijk deel van de Stille Oceaan ontstaan, in het afgelopen decennium sterk is gegroeid. Men schat de toename op wel 20 tot 50 procent ten opzichte van het decennium ervoor.

Tegelijk laten opnames van andere satellieten zien dat de winterse luchtvervuiling boven China het laatste decennium dramatisch is toegenomen. Het blijkt dat de pluim vuile Chinese lucht zich inmiddels tot aan de Amerikaanse westkust uitstrekt. De Texaanse wetenschappers leggen een verband tussen de beide waargenomen veranderingen.

Menselijk verband

'We hadden niet gedacht dat de Aziatische luchtvervuiling zulke grote gevolgen heeft', schrijft Zhanqing Li, een deskundige op atmosferisch en oceanisch gebied van de Universiteit van Maryland in een recensie van het onderzoek. Volgens Zhanqing Li is voor eerst een duidelijk verband tussen menselijke activiteit en complexe klimaatsystemen aangetoond.
Het nieuws over de Aziatische luchtvervuiling valt net samen met de lezing van de Amerikaanse hoogleraar Peter Marcotullio woensdagavond in Felix Meritis, Amsterdam. Marcotullio zal in het kader van de Trouw lezingencyclus over duurzaamheid betogen dat Aziatische steden in vergelijking met Europese en Amerikaanse steden, relatief schoon zijn.
Bron: OneWorld

 
    terug naar boven  
   
 

Duizenden kalkoenen geruimd


05 februari 2007
In Groot-Brittannië hebben de autoriteiten de afgelopen dagen ongeveer 160.000 kalkoenen geruimd op en rond pluimveebedrijven waar afgelopen weekeinde vogelgriep is geconstateerd. Deskundigen hebben tot nu toe niet kunnen achterhalen van waar het virus afkomstig is.

Kalkoenen op een boerderij bij Holton in Oost-Engeland bleken zaterdag besmet met de voor mensen gevaarlijke variant H5N1 van vogelgriep. Volgens de autoriteiten is het gevaar voor mensen miniem.

Het door de vogelgriep getroffen bedrijf in Holton is eigendom van de grootste kalkoenenondernemer in Europa. Het in Engeland aangetroffen H5N1-virus is van dezelfde stam als die in Azië, waar mensen zijn overleden aan het virus. Het virus in Hongarije is ook van deze stam.

Trekvogels
Het is niet bekend hoe de kalkoenen op het pluimveebedrijf besmet zijn geraakt. Het vermoeden bestaat dat de kalkoenen door trekvogels zijn besmet. Het baart vele Britten zorgen dat het nieuwe geval van vogelgriep niet bij dieren in de vrije natuur is ontdekt, maar bij een groot pluimveebedrijf.
 
 
    terug naar boven  
   
 

Twee berggorilla's in Kongo gedood door rebellen

19 januari 2007

In tien dagen tijd zijn twee berggorilla's gedood door lokale rebellen in Virunga Nationaal Park in de Democratische Republiek Kongo. Eén van de twee berggorilla's is waarschijnlijk opgegeten.


Volgens het Wereld Natuur Fonds is dit weer een dramatisch dieptepunt in een reeks stroperij-incidenten die zich de laatste weken heeft voorgedaan tijdens geweldadige botsingen tussen het overheidsleger en lokale rebellen. Ook andere dieren, zoals nijlpaarden en buffels, zijn het slachtoffer van stroperij.

Er leven nog maar 700 berggorilla's in het wild, waarvan 150 in Virunga National Park. Marc Languy, namens het Internationale Wereld Natuur Fonds werkzaam in deze regio, is bezorgd: "Omdat er nog maar zo weinig berggorilla's in het wild leven, is elke gestroopte gorilla een drama. De twee pas gedode dieren leefden in groepen die gewend zijn aan toeristen en zijn dus een makkelijke prooi. Omdat één van de twee dieren waarschijnlijk gedood is voor zijn vlees, vrezen we dat andere berggorilla's ook gevaar lopen."

Volgens het Wereld Natuur Fonds staat het zogenaamde Mikeno-deel van Virunga Nationaal Park, en ook de gorilla's die daar leven, onder grote druk door diverse ernstige bedreigingen. "We hebben zorgwekkende bewijzen dat er weer veeteelt en het houtskoolwinning plaats vindt in dit gebied. Hier wordt het leefgebied van de berggorilla rechtstreeks door bedreigd.", aldus Languy.

De berggorilla's zijn een belangrijke toeristische inkomstenbron in de Democratische Republiek Kongo. De verkoop van vergunningen om onder begeleiding berggorilla's te bezoeken levert Kongo, in vredestijd, naar schatting drie miljoen Amerikaanse dollars per jaar op.

Het Wereld Natuur Fonds roept de regering van de Democratische Republiek Kongo, de VN-missie in Kongo en de lokale rebellen op om maatregelen te nemen om de berggorilla en zijn leefgebied te beschermen. Zodat niet alleen deze zeer zeldzame diersoort kan overleven, maar ook in het belang van de lokale bevolking en de nationale economie.
 

 
    terug naar boven  
   
 

Jangtse weldra 'biologisch dood'


PEKING - De Jangtse-rivier is zo vervuild, dat het water kankerverwekkend is en de langste rivier van China over vijf jaar biologisch dood kan zijn.

De Chinese staatsmedia waarschuwen dat de bevolking van 186 steden langs de rivier ernstige gezondheidsproblemen te wachten staat als er niets gedaan wordt. De Jangtse absorbeert veertig procent van al het vervuilde water in China.

De vervuiling kan ernstige gevolgen hebben voor Sjanghai aan de monding van de Jangtse. Sjanghai zal enorme moeite moeten doen om drinkbaar water uit de rivier te halen, zo verwacht Yuan Aiguo, hoogleraar aan de Universiteit voor Aardwetenschappen. De Jangtse is de enige bron voor drinkwater voor de twintig miljoen inwoners van de stad.

Het nieuws over de Jangtse bevestigt wat milieuorganisaties al vreesden. Zij schrijven de ellende deels toe aan de Drieklovendam. Dit prestigieuze waterkrachtproject wordt binnenkort in gebruik genomen. Het stuwmeer, dat een lengte heeft van 660 kilometer, is volgens critici een ideaal verzamelbekken voor zware metalen en giftige stoffen. De vervuiling is vooral toe te schrijven aan de industrie, de groei van de steden en het onderwater zetten van industrieterreinen vanwege de waterkrachtcentrale.

De Chinese industriestad Linfen geldt als de meest vervuilde stad ter wereld. Linfen (680.000 inwoners) is één van de zestien Chinese steden in de top twintig van meest vervuilde stedelijke gebieden ter wereld.

De milieuvervuiling in China is het gevolg van de onstuimige economische ontwikkeling.

De Wereldgezondheidsorganisatie en de Wereldbank manen China ook oog te hebben voor het milieu. Maar het milieubewustzijn ontwikkelt zich in China maar langzaam. Zo worden wegwerpeetstokjes wel extra belast, maar blijven chemische fabrieken ongestraft hun afvalwater lozen.

Voorlopig krijgt de economische groei nog voorrang. Ook in nieuwe industriegebieden als de delta van de Parelrivier in de zuidelijke provincie Goeangdong wordt weinig gedaan om milieuschade te beperken.

Het gevolg hiervan is dat Hongkong inmiddels kampt met de ernstigste milieuvervuiling ooit. Slechts een derde van de dagen in 2006 kunnen als schoon worden aangemerkt. De rest van de tijd is de stad gehuld in een smerige nevel.

Bron: Het Parool

Correspondent ERWIN TUIL

 
    terug naar boven  
   
 

Illegale ivoorhandel in Angola

6 april 2006

Illegale ivoorhandel in Angola verdubbeld
De illegale ivoorhandel in Angola is in de laatste 12 à 18 maanden verdubbeld. Dat blijkt uit het rapport No Peace for Elephants: Unregulated Domestic Ivory Markets, dat vandaag wordt gepubliceerd door bureau Traffic. Traffic deed onderzoek naar het aanbod op de curiosamarkten in de Angolese hoofdstad Luanda. Er werd 1,5 ton aan illegale ivoorproducten aangetroffen, wat gelijk staat aan de slagtanden van minimaal 300 Afrikaanse olifanten. Traffic is de gezamenlijke onderzoeksorganisatie van het Wereld Natuur Fonds en IUCN, die de handel in bedreigde planten en dieren in kaart brengt.
De aanvoer van dit ivoor komt vooral van landen in het stroomgebied van de rivier de Congo ten noorden van Angola. Het ivoor kan worden verkocht in Angola, omdat de verkoop van ivoor hier wordt toegestaan. Van de 37 landen waar nog wilde Afrikaanse olifanten leven, is alleen Angola niet aangesloten bij de internationale CITES-overeenkomst, die de handel in 30.000 bedreigde dier- en plantensoorten reguleert. Angola heeft ook niet in 2004 het actieplan van CITES ondertekend om de ongecontroleerde ivoormarkten in Afrika te sluiten.
Volgens Traffic gedijt ivoorhandel bij toenemende bedrijvigheid en een overheid die een oogje toeknijpt. Het ivoor dat op de Angolese markten wordt verkocht is zonder uitzondering van illegale herkomst. “We maken ons grote zorgen over deze situatie. Ongecontroleerde binnenlandse ivoormarkten in Afrika vormen de drijvende kracht achter de dood van zo’n 12.000 olifanten per jaar”, aldus Gerhard van den Top, directeur natuurbescherming van het Wereld Natuur Fonds, tevens internationaal voorzitter van Traffic. “Angola loopt duidelijk uit de pas met de rest van Afrika. Ze ondertekenen het CITES-verdrag niet, noch ondersteunen ze het Afrikaanse actieplan om de markten aan te pakken die de stroperij aanjagen. Hiermee creëert Angola een vrijplaats voor ivoorhandel”.
Volgens het TRAFFIC-rapport waren bijna driekwart van de ivoorverkopers in Luanda Franssprekende Congolezen uit de Democratische Republiek Congo en leken veel ivoorproducten afkomstig uit de landen in het stroomgebied van de rivier de Congo. De meeste ivoorcuriosa werden gekocht door Amerikanen, Europeanen en Chinezen, waarschijnlijk om deze illegaal in eigen land in te voeren. Deze feiten onderstrepen het grensoverschrijdende, regionale en mondiale karakter van de ivoorhandel.
Mozambique heeft in het verleden laten zien dat het sluiten van verdragen als CITES succes heeft. Vorig jaar werd bijna twintig procent van de illegale ivoorproducten in Mozambique aangetroffen in de lounge van de internationale luchthaven van de hoofdstad Maputo. De autoriteiten namen daarop meteen maatregelen, met als resultaat dat de luchthaven van Maputo nu ivoorvrij is.
 
 
    terug naar boven  
   
 

Sabic lekte mogelijk twee jaar gif

aug 2005

De ondergrondse pijpleiding van chemieconcern Sabic in de haven van Stein (Limburg) heeft mogelijk twee jaar gelekt. Daardoor zijn 'vele tonnen' van het zeer giftige en brandgevaarlijke vloeistof MTBE in het milieu terechtgekomen. Dit stelt de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) in een onderzoek naar de gevaren voor de volksgezondheid van het lek in de Sabic-leiding. Als gevolg van de lekkage, die in oktober vorig jaar is ontdekt, moet een groot deel van de Maasoever bij de haven in Stein worden gesaneerd. Sabic deelt de conclusie van de VWA niet. Het bedrijf gaat ervan uit dat het lek ,,ergens in 2003'' is ontstaan en maximaal een jaar heeft bestaan.

Het vermoeden dat de pijpleiding langer heeft gelekt dan Sabic beweert, wordt versterkt door eerdere controles van de kwaliteit van het Maaswater. Tijdens een spoedoverleg in april dit jaar met de provincie verklaarde een medewerker van de Waterleiding Maatschappij Limburg (WML) dat in 2003 sporadisch al MTBE in het water van de Maas is aangetroffen. Sinds het voorjaar van 2004 blijkt deze stof structureel in het water van de rivier te zitten. WML besloot in mei van dit jaar geen drinkwater meer uit de Maas te halen vanwege de MTBE-vervuiling.

De provincie stelt dat Sabic 'nalatig' is geweest. Het chemieconcern heeft in 2003 de jaarlijkse kwaliteitscontrole van de leiding niet uitgevoerd. Ook is niet tijdig gereageerd op verontrustende meetcontroles van de leiding in april en september vorig jaar. Omdat Sabic de Wet Milieubeheer heeft overtreden, is het openbaar ministerie inmiddels gestart met een oriënterend onderzoek. Bekeken wordt of er strafbare feiten zijn gepleegd.

Uit stukken in bezit van deze krant blijkt dat de omvang van de verontreiniging lange tijd onvoldoende is onderkend. Hoewel de pijpleiding geruime tijd heeft gelekt en het water van de Maas mogelijk al in 2003 was verontreinigd, verklaarde een woordvoerder van Sabic in januari dit jaar nog ,,dat de verontreiniging qua omvang en verspreiding zeer beperkt is''.
 

 
    terug naar boven  
   
 

Minister weigert openbaarmaking metingen groenten en fruit Rechtszaak over geheimhouding gif in voedsel

28-04-2005

Minister Veerman van Landbouw moet voor de rechter uitleggen waarom hij meetgegevens over landbouwgif in groente en fruit geheim houdt. Milieudefensie, Stichting Natuur en Milieu en Goede Waar & Co stappen naar de rechter om openbaarmaking af te dwingen, nu minister Veerman weigert deze gegevens vrij te geven.

Een jaar geleden hebben de natuur-, milieu- en consumentenorganisaties samen met zevenduizend consumenten gevraagd om openbaarmaking van gegevens over resten van landbouwgif in groenten en fruit. Zij deden dit op basis van de Wet Openbaarheid van Bestuur. Minister Veerman heeft hun verzoek onlangs afgewezen. De organisaties hebben nu beroep ingesteld bij de rechtbank tegen zijn besluit. Zo willen zij alsnog openbaarheid afdwingen.

De overheid test regelmatig groenten en fruit op resten bestrijdingsmiddelen. Uit deze metingen blijkt dat in gemiddeld één op de zes monsters de wettelijke normen worden overschreden. Bij welke supermarkt of handelaar deze overtredingen worden geconstateerd en wanneer dit gebeurd is echter geheim. Landbouwgif is slecht voor het milieu en kan schadelijk uitpakken voor de gezondheid. Deze gegevens horen niet in de doofpot te verdwijnen. Consumenten hebben het recht te weten wat ze eten.

Als belangrijkste grond voor zijn afwijzing voerde de minister aan dat het ¢niet in het belang van de sector' is om bekend te maken welke bedrijven de wettelijke normen overtreden. Volgens de organisaties is dit onjuist. Het merendeel van de boeren, tuinders en handel houdt zich aan de wet en heeft er geen belang bij dat 'knoeiers' anoniem blijven.
Knoeiers beschadigen immers het imago van de hele sector. Het openbaar maken van de gegevens stelt tuinders, handelaren en supermarkten in staat zich positief te onderscheiden. Extra inspanningen om het gebruik van bestrijdingsmiddelen te minimaliseren worden op deze manier beloond.

Bovendien moet de overheid niet alleen het belang van de sector verdedigen, maar ook het bredere belang van milieu en gezondheid. In Engeland en Zweden is de gespecificeerde informatie over resten van landbouwgif in voedsel wél openbaar. Groenten en fruit bevatten mede daardoor in die landen minder bestrijdingsmiddelen.

Dit is een gezamenlijk persbericht van Milieudefensie, Stichting Natuur en Milieu en Goede Waar & Co

   
 
    terug naar boven  
   
 

Onderzoek naar giftigheid paling


02 februari 2005


De kans bestaat dat paling in de Westerschelde meer giftig dioxine bevat dan gezond is voor iemand die deze vis eet. Tot deze veronderstelling komt het dagelijks provinciebestuur. Omdat nog onvoldoende bekend is over de concentratie van giftige stoffen in paling, ziet gedeputeerde M. Kramer geen aanleiding de consumptie van paling uit de Westerschelde te ontraden.
Het dagelijks provinciebestuur gaat in elk geval met Rijkswaterstaat overleggen over de wenselijkheid van nader onderzoek naar giftige stoffen in de Westerschelde. Aanleiding daarvoor vormt een afstudeeronderzoek aan de Vrije Universiteit in Brussel, waarin is vastgesteld dat de mondingen van de Schelde en de IJzer zwaar zijn verontreinigd met dioxinen en dioxineachtige stoffen. Een van de monsters met de hoogste verontreiniging is niet ver van Vlissingen genomen.

Op vragen van de Statenfractie van GroenLinks over dit onderzoek antwoorden Gedeputeerde Staten dat in de meetnetten van onder andere de Internationale Schelde Commissie enkele punten in de Westerschelde zijn opgenomen. De watermonsters worden niet op dioxine onderzocht, omdat de metingen erg kostbaar zijn en de stoffen door hun lage concentraties moeilijk te meten. Bij het onderzoek aan de Vrije Universiteit van Brussel zijn 340 dioxinen en dioxineachtige stoffen samen bekeken. Voorbeelden van de laatste zijn - eveneens giftige - pcb’s, pak’s en furanen. Van die laatste drie was al bekend dat ze in te hoge concentraties voorkomen in de Westerschelde.

Dioxinen en dioxineachtige stoffen ontstaan als bijproduct bij verbranding. Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) is de uitstoot van dioxine in Nederland sinds het begin van de jaren negentig met ongeveer negentig procent verminderd. België en Frankrijk zijn nog niet zo ver.

Het Belgische onderzoek geeft aan dat de concentraties dioxinen en dioxine-achtige stoffen die voor de Vlaamse kust zijn aangetroffen, niets zeggen over risico’s voor organismen in het water en voor de mens. Dioxinen en vergelijkbare stoffen worden nauwelijks afgebroken, maar opgeslagen in vet.

Garnalen

Het Nederlands Instituut voor Visserijonderzoek RIVO heeft in de periode 1999-2000 vastgesteld dat garnalen uit de Westerschelde, evenals mosselen uit de Oosterschelde, de norm voor dioxinen niet overschrijden.

GS gaan er op basis van wat ze zelf een ’incompleet’ beeld noemen van uit dat het eten van vis uit de Westerschelde bij een normaal consumptiepatroon geen probleem is. Daarbij tekenen ze aan dat nog geen onderzoek is gedaan naar de concentraties dioxine en pcb’s in paling in de Westerschelde. Omdat deze vis veel vetter is dan garnalen en mosselen bestaat de kans dat de normen in het geval van paling wél worden overschreden. Het nadere onderzoek, waarover het dagelijks provinciebestuur met Rijkswaterstaat wil overleggen, moet daarover duidelijkheid verschaffen.

Bron: Provinciale Zeeuwse Courant

 

   
 
    terug naar boven  
   
 

Nederlandse bedrijven nog steeds betrokken bij gevaarlijke kinderarbeid in India
Bedrijven komen belofte om kinderarbeid in katoenzaadteelt uit te bannen niet na


4 oktober 2004


Ruim 12.000 kinderen werken nog steeds op boerderijen in India (deelstaat Andhra Pradesh) die katoenzaad produceren voor de multinationale bedrijven Advanta (Nederland), Emergent Genetics (VS, investeert samen met Unilever in katoenzaadteelt1), Monsanto (VS) en Bayer (Duitsland). Ongeveer 70.000 kinderen doen hetzelfde werk voor Indiase bedrijven. De kinderen werken lange dagen, veelal als schuldslaven, en gaan niet naar school. Een aantal kinderen is overleden of ernstig ziek geworden door blootstelling aan giftige pesticides.
De belofte van bedrijven in september 2003 om het probleem samen met een gerenommeerde lokale organisatie, de MV Foundation, snel aan te pakken is niet nagekomen.
Dat blijkt uit het rapport 'Child Labour in Hybrid Cottonseed Production in Andhra Pradesh: Recent Developments'2 van onderzoeker Dr. Venkateswarlu en een verklaring van de MV Foundation die vandaag door de Landelijke India Werkgroep (LIW) worden gepubliceerd. De LIW werkt rond dit onderwerp nauw samen met Amnesty International Nederland, de Novib en FNV Mondiaal. Het rapport wordt vandaag ook in India, de VS en Duitsland gepubliceerd.
Nog steeds zes van tien arbeiders kinderen
Het rapport over Andhra Pradesh volgt op een in mei 2003 door de LIW gepubliceerd rapport waaruit bleek dat begin 2002 circa 53.000 kinderen voor multinationale (en bijna 200.000 voor Indiase) bedrijven werkten. Het sterk gedaalde aantal kinderen dat voor multinationale bedrijven werkt is vooral het gevolg van de door droogte sterk afgenomen teelt van katoenzaad. Slechts een kwart is het resultaat van activiteiten van particuliere organisaties zoals de MV Foundation, enkele VN organisaties en de betrokken bedrijven. In 2001 waren circa negen van de tien arbeiders in de katoenzaadteelt kinderen, nu zijn dat er ongeveer zes.
Een tweede vandaag door de LIW gepubliceerd onderzoeksrapport toont aan dat in de Indiase deelstaten Gujarat en Karnataka naar schatting nog eens 117.800 kinderen onder de veertien jaar onder zeer slechte omstandigheden werken voor multinationale en Indiase bedrijven. Deze kinderen én een nog groter aantal jongeren (15-18) en volwassenen, vaak migranten, maken meestal werkdagen van twaalf tot veertien uur en verdienen daarmee 15 tot 35 Indiase roepees (€1 = Rs. 64).
Niet nagekomen beloftes
De multinationale en enkele Indiase zaadbedrijven erkenden vorig jaar, als resultaat van de internationale en lokale media-aandacht en pressie van diverse organisaties, het feit dat zij via hun uitbestedingsketen waren betrokken bij ernstige vormen van kinderarbeid. De Association of Seed Industry (ASI) - hun belangenorganisatie - beloofde in september 2003 in een verklaring dat zij het probleem snel samen met andere betrokkenen aan zou pakken. Daartoe werd nauwe samenwerking gezocht met de MV Foundation.
Zowel volgens het rapport als de verklaring van de MV Foundation hebben de bedrijven een effectieve samenwerking sterk vertraagd. Zo werden de aanvankelijk door de bedrijven aan de MV Foundation beloofde lijsten van productiedorpen en boeren, die onafhankelijke controle mogelijk maken, pas onlangs door drie bedrijven verstrekt. Dat gebeurde na media-aandacht voor de dood van een jongen door blootstelling aan pesticide. Volgens het rapport heeft de vertragingstactiek er toe geleid dat de bedrijven in 2003 nauwelijks positieve invloed hebben gehad op de omvang van de kinderarbeid. De meeste kinderen zijn door de MV Foundation van werk naar school 'begeleid'.3 De onderzoeker wijt de beperkte resultaten tot nu toe ook aan het feit dat de bedrijven zulke lage prijzen aan de boeren betalen voor de zaden dat bijna 'niet anders kunnen' dan kinderen in dienst nemen.
Wat moet er gebeuren?
De Landelijke India Werkgroep, Amnesty International Nederland, FNV Mondiaal, Hivos, Novib, het International Labor Rights Fund en Global March Germany eisen dat alle bij de katoenzaadteelt in India betrokken bedrijven:
1. Onmiddellijk een plan uitvoeren om alle kinderarbeid in de katoenzaadteelt in India uit te bannen en te zorgen dat elk kind naar school kan gaan. Dit moet in nauwe samenwerking gebeuren met niet-gouvernmentele organisaties en de overheid. In Andhra Pradesh moet de bestaande samenwerking met de MV Foundation versterkt worden met als doel dat in 2005 geen kinderen meer in de katoenzaadteelt werken.
2. Zodanige faire prijzen aan de boeren betalen dat zij in staat zijn om hun tenminste het officiele minimumloon te betalen evenals gelijke lonen voor mannen en vrouwen.
3. Elke vorm van schuldslavernij in de katoenzaadproductie in India uit te bannen.
4. Het recht van alle werknemers op vrijheid van vereniging en collectieve onderhandelingen respecteren.
5. Training aan boeren en agenten van de bedrijven ('seed organisers') geven over het veilig omgaan met pesticide en hen veiligheidsapparatuur en kleding verstrekken.
6. Openheid geven over de, onafhankelijk gecontroleerde, uitvoering van deze eisen.

 

   
 
    terug naar boven  
   
 

Veel bleekselderij bevat verboden bestrijdingsmiddelen
Zelfs ontvlooiïngsmiddel voor honden en katten aangetroffen
 

15 juli 2004

Dertien van de vijfendertig monsters bleekselderij in supermarkten bevatten bestrijdingsmiddelen die in de Nederlandse teelt verboden zijn. Dat blijkt uit metingen in opdracht van Milieudefensie, Stichting Natuur en Milieu en vereniging van consumenten Goede Waar & Co. In vier monsters werd de Warenwetnorm voor resten landbouwgif overschreden.

De milieu- en consumentenorganisaties laten regelmatig groenten en fruit testen in het kader van de campagne 'Weet wat je eet'. Doel is om, met het oog op milieu en gezondheid, consumenten te informeren en supermarkten aan te sporen zich aan de wet te houden.
De monsters bleekselderij werden genomen bij telkens vijf winkels van zeven verschillende supermarktketens en zijn door een onafhankelijk instituut onderzocht.

Albert Heijn het best, Edah en Dirk van den Broek het slechtst Albert Heijn scoorde het best. In geen van de vijf monsters bleekselderij werden met deze test resten bestrijdingsmiddelen aangetroffen. Dirk van den Broek presteerde het slechtst. Drie monsters bevatten landbouwgif dat in de Nederlandse teelt verboden is en bij twee daarvan werd de Warenwetnorm overschreden. Edah deed het niet veel beter met vier monsters met verboden bestrijdingsmiddelen, waarvan bij één de Warenwetnorm werd overschreden. Opvallend was de vondst van het in Nederland verboden middel lufenuron in bleekselderij van Plus. Dit is een vlooienbestrijdingsmiddel voor huisdieren.

Illegale middelen in Spaanse én Nederlandse bleekselderij De milieu- en consumentenorganisaties zijn geschrokken van de grote hoeveelheid monsters (37 procent) met in ons land verboden bestrijdingsmiddelen.
Een deel van de bleekselderij met in Nederland verboden stoffen is afkomstig uit Spanje waar deze stoffen wel zijn toegelaten. Drie van de vier monsters bleekselderij waarin de Warenwetnorm werd overschreden waren echter afkomstig van Nederlandse telers. Bovendien werd in drie winkels van Dirk van den Broek en één van C1000 het in de Nederlandse teelt verboden gif vinchlozolin aangetroffen op Nederlandse bleekselderij. Vinchlozolin is een bekende hormoonverstorende stof die op dit moment in Europa ter discussie staat. Uiterst kleine hoeveelheden kunnen het hormoonstelsel ontregelen en de ontwikkeling van de hersenen verstoren.

 

   
 
    terug naar boven  
   
 

Milieudefensie-onderzoek toont Nederlandse betrokkenheid.
Palmolie grote aanjager ontbossing Zuidoost Azië


28 April 2004

Oliepalmplantages zijn een belangrijke oorzaak van het verdwijnen van tropisch regenwoud in Indonesië en Maleisië. Het Nederlandse bedrijfsleven blijkt hierin een grote rol te spelen. Dit blijkt uit het Milieudefensie-onderzoek 'Vet fout' dat vandaag is gepubliceerd. Milieudefensie roept Nederlandse bedrijven op geen palmolie meer af te nemen die niet voldoet aan een aantal minimumcriteria.

In Indonesië verdwijnt elke minuut zeven hectare bos. De aanleg van oliepalmplantages speelt daar een belangrijke rol in. Indonesië en Maleisië, de twee grootste producenten van palmolie ter wereld, hebben ongeveer 6,7 miljoen hectare (2002) oliepalmplantages. Naar schatting tussen de 66 procent (Indonesië) en 47 procent (Maleisië) hiervan is geplant in voormalig tropisch bos.

Nederland is de grootste importeur van palmolie in Europa en daardoor medeverantwoordelijk voor het verdwijnen van het regenwoud. Veel Nederlandse bedrijven verwerken oliepalmproducten in hun voedingsmiddelen wasmiddelen, verzorgingsproducten en diervoeder.
Milieudefensie wil dat deze bedrijven nagaan hoe de palmolie is geproduceerd. Enkele minimumcriteria waaraan moet worden voldaan zijn:
geen boskap voor nieuwe plantages; geen bossen meer in brand steken voor het opruimen van begroeiïngsresten; gebruik van kunstmest en pesticiden terugbrengen; respecteren van de rechten van de locale bevolking; verbeteren arbeidsomstandigheden volgens internationale normen voor werknemers.

Maleisië en Indonesië herbergen een grote biodiversiteit in hun tropische regenwouden. Indonesië beslaat slechts 1,3 procent van de landmassa op aarde, maar herbergt ongeveer tien procent van alle bloeiende plantensoorten ter wereld; zeventien procent van alle vogelsoorten, twaalf procent van alle zoogdieren en zestien procent van alle reptielen en amfibieën die we kennen. Door de aanleg en uitbreiding van oliepalm plantages wordt het voortbestaan van deze soorten bedreigd.

De onderzoeken die voor de publicatie werden gedaan door externe consultants Aid Environment en Profundo, brengen de impact van de oliepalm uitgebreid in beeld. Zo werd in samenwerking van de Indonesische NGO SawitWatch een aantal cases onderzocht. 'Lokale gemeenschappen beheren het bos vaak op een duurzame manier, totdat zij door de oliepalmindustrie van hun land verdreven worden,' aldus Rudy Lumuru, coördinator van SawitWatch vandaag in Amsterdam. 'Nederlandse bedrijven moeten transparant zijn en zorgen dat zij geen vuile handen maken bij de handel in foute palmolie. De Nederlandse overheid moet daarvoor het wettelijk kader scheppen dat bedrijven hun verantwoordelijkheid op het gebied van milieu en sociale aspecten, ook daadwerkelijk nemen.'
 

   
 
    terug naar boven  
   
 

méér giftige stoffen dan wettelijk toegestaan

03-2004

- De overheid weet dat ons eten herhaaldelijk méér giftige stoffen bevat dan wettelijk toegestaan. Het is simpelweg niet te begrijpen dat wij vervolgens niet mogen weten wáár die vervuilde producten op de schappen liggen. Als consumenten horen we het recht te hebben om te kunnen kiezen voor groenten en fruit zonder schadelijk landbouwgif. Daarom gaan Stichting Natuur en Milieu, Milieudefensie en consumentenvereniging Goede Waar & Co een gezamenlijk beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur indienen. Met zoveel mogelijk medestanders willen we bij de regering afdwingen regering dat de informatie over ons voedsel niet langer geheim wordt gehouden. Hoe meer mensen meedoen, des te meer kracht krijgt dit verzoek. Nu al doen ruim 5.000 mensen uit heel het land mee! Begin april wordt het verzoek formeel ingediend, waarschijnlijk bij minister Hoogervorst van Volksgezondheid.


- Diverse supermarkten hebben geschrokken gereageerd op de vondst van teveel bestrijdingsmiddelen in kropsla. Eind december maakten de binnen weetwatjeeet.nl samenwerkende organisaties alarmerende meetresultaten bekend. Met name bij Dirk van de Broek werd sla aangetroffen met een hoog percentage illegale stoffen. Daarop heeft de slaleverancier van deze supermarkt onmiddellijk een eigen onderzoek ingesteld. Opnieuw werden deze schadelijke bestrijdingsmiddelen aangetoond. Vervolgens is de knoeiende teler achterhaald. Het bedrijf heeft een leveringsverbod opgelegd gekregen. Deze stappen zijn toe te juichen. Het maakt duidelijk dat openbaarheid werkt: noem bij overtredingen supermarkten met naam en toenaam en er wordt passende actie ondernomen.

- De versproducten van prijsvechter Lidl bevatten stelselmatig te veel resten landbouwgif. Onlangs zijn door ons de mandarijnen, sinaasappels en citroenen onderzocht. Het leidde tot een bedroevende score, net als bij eerdere tests van druiven en nectarines. De normen van de Warenwet worden herhaaldelijk overtreden. Negatieve gevolgen voor de gezondheid zijn niet uit te sluiten. Goedkoop wordt op deze manier dus inderdaad duurkoop. Voor Stichting Natuur en Milieu, Milieudefensie en Goede Waar & Co is de maat nu echt vol. Met een kort geding proberen we via de rechtbank te bereiken dat Lidl stopt met het verkopen van producten die meer gif bevatten dan de wet toestaat. Op 16 maart moet de supermarkt zich verantwoorden voor de rechtbank in Amsterdam.

- Door overschrijdingen van de Warenwetnormen en de blootstelling aan meerdere bestrijdingsmiddelen tegelijk ontstaan risico's voor de gezondheid. Vooral ongeboren en kleine kinderen zijn kwetsbaar.
Bovendien is de wel zeer ruime toepassing van bestrijdingsmiddelen schadelijk voor het milieu. Onze testen wijzen overigens ook uit dat er wel degelijk schoon geproduceerd kan worden. Een goede supermarkt hoeft dus geen gifproducten op de schappen te hebben. De verkoop van groente en fruit met teveel gif is onnodig, maatschappelijk onverantwoord en onrechtmatig.

- Nederland loopt achter als het om openbaarheid gaat. In andere landen houdt de overheid meetgegevens niet geheim voor haar eigen burgers. Zo wordt in Groot Brittannië met naam en toenaam bekend gemaakt in welke supermarkt hoeveel gif op het voedsel zit. Een betere prikkel om zaken te verbeteren bestaat er niet. In Nederland proberen we dit nu met een gezamenlijk beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur af te dwingen.

www.weetwatjeeet.nl
 

   
 
    terug naar boven  
   
 

Quick-scan zwemwater langs de kust vraagt om vervolgonderzoek naar uitwateringen, overstorten en zuiveringsinstallaties


Badgasten, vogels, zeezeilers, baggerspecie, de Nieuwe Waterweg en het Noordzeekanaal; van die bronnen van fecale bacteriën is de invloed op de kwaliteit van het zwemwater langs de Noord- en Zuid-Hollandse kust te verwaarlozen. Dat blijkt uit een quick-scan op basis van extra watermonsters door het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Vervolgonderzoek zal zich concentreren op uitwateringskanalen, riooloverstorten en waterzuiveringsinstallaties. Die waren in combinatie met bijzondere weers- en wateromstandigheden de vermoedelijke bronnen van het verhoogde gehalte aan fecale bacteriën in de zomer van 2002.

Volgens de quick-scan waren de afvalwaterzuiveringsinstallatie Houtrust, het Verversingskanaal in Scheveningen, de Vlotwatering bij Monster en de Spuisluis bij Katwijk in 2002 de vermoedelijke bronnen van de uit ontlasting afkomstige bacteriën in de badzone tussen Hoek van Holland en IJmuiden. De resultaten zijn echter niet eenduidig. Er moeten in de zomer van 2002 naast de hevige regenval nog andere bijzondere weers- en wateromstandigheden zijn geweest die de sterfte of het transport van fecale bacteriën hebben beïnvloed. Om een beter beeld te krijgen van de vermoedelijke bronnen langs de gehele Noord- en Zuid-Hollandse kust wordt het onderzoek in het komende badseizoen voortgezet in samenwerking met de provincies Noord- en Zuid-Holland en diverse Hoogheemraadschappen.

Het verhoogde gehalte aan fecale bacteriën in 2002 vormde een uitzondering op de neerwaartse trend die het zwemwater langs de Noord- en Zuid-Hollandse stranden in de afgelopen twintig jaar liet zien. In de zomer van 2003 voldeed het zwemwater langs de Nederlandse kust weer aan alle landelijke en Europese normen en streefwaarden.
Aanleiding voor de quick-scan was dat het zwemwater langs veel stranden in Noord- en Zuid-Holland in 2002 niet voldeden aan de Blauwe Vlag-streefwaarde voor fecale bacteriën. Daardoor moesten ze het in 2003 zonder Blauwe Vlag stellen.

 

   
 
    terug naar boven  
   
 
Kweekzalm meer verontreinigd dan wilde zalm


9 januari 2004, aangevuld 12 januari

De Telegraaf van vrijdag 9 januari meldt dat kweekzalm aanzienlijk meer pcb’s, dioxines en andere giftige stoffen bevat dan zalm uit de vrije natuur. Dit is gebaseerd op onderzoek dat is gepubliceerd in het wetenschappelijke blad Science. Vooral Europese kweekzalm komt er slecht vanaf.

In het onderzoek zijn de gehaltes pcb’s, dioxines en andere verontreinigingen in wilde zalm en kweekzwalm naast elkaar gelegd. Daarbij zijn wilde zalm uit de Stille Oceaan, zalm uit kwekerijen aan de Atlantische Oceaan, en zalm uit winkels in Amerika en Europa met elkaar vergeleken. Bij de zalm uit de winkels kon het zowel gaan om wilde zalm als om kweekzalm.

Stille Oceaan schoner
Van dertien verontreinigingen, waaronder pcb’s en dioxines, werden in wilde zalm lagere gehaltes gevonden. Verder bleek kweekzalm uit Europa meer verontreinigingen te bevatten dan kweekzalm uit Chili of de Verenigde Staten. Verwonderlijk is dat niet: Europese zalm wordt gekweekt met vis uit de Atlantische Oceaan. Deze is meer vervuild dan de Stille Oceaan.

Geen nieuwe inzichten
De onderzoeksresultaten lijken alarmerend, maar leveren geen nieuwe inzichten op. De gemeten gehaltes in het onderzoek wijken niet af van de gehaltes zoals die vaker worden aangetroffen. De hoeveelheden blijven onder de normen van de Europese Unie (EU) en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), die de veiligheid van voedsel voor de consument moeten garanderen. De laatste decennia zijn de dioxinegehaltes in het milieu en in voedsel juist gehalveerd. Dat de onderzoekers alarmerende conclusies trekken, komt doordat zij de gehaltes hebben vergeleken met de zgn. EPA-normen. De EPA-normen zijn veel lager dan die van de EU en de WHO, omdat ze zijn gericht op de bescherming van het milieu en de recreatieve visserij.

Effect op de gezondheid
Het onderzoek toont aan dat het eten van twee porties zalm (à 100 gram) per week relatief veel pcb’s en dioxines op kan leveren. Toch is dat geen reden vis in het algemeen of zalm in het bijzonder, te mijden. Vis bevat een type vetzuren dat een gunstig effect heeft op hart- en bloedvaten. Met name vette vis, zoals zalm, bevat veel van deze vetzuren. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat regelmatige viseters minder kans hebben op een hartstilstand. Dat effect is het grootst bij één tot twee porties per week. De voordelen van vis eten wegen daarmee ruimschoots op tegen de nadelen.

 

   
   
 
    terug naar boven